VR DOC.0609/1BIS

Vergelijkbare documenten
VR DOC.0609/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het landbouw- en visserijbeleid

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4;

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

VR DOC.1027/2

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0987/2BIS

I.~\ DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ. i " Vlaanderen. MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2018/25. Onderwerp: Referentie:

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 5 ;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0369/2BIS

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting adviesdiensten

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

7482/1/19 REV 1 dep/sv 1 LIFE.1

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, Advies nr. 126/2018 van 7 november 2018

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overzicht regelgeving ter voorlegging aan het Raadgevend Comité in 2013

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorontwerp van wet betreffende de veiligheid van de voedselketen

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

VR DOC.0673/1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

Amendementen. op het ontwerp van decreet

18034 MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018;

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VR DEC.0080

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

Overzicht regelgeving ter voorlegging. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

VR DOC.0389/1BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0752/2BIS

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

VR DOC.0945/1BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gebruikte afkortingen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 23/2019 van 6 februari 2019

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

VR 2016 DOC.0943/1BIS

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0365/1BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

VR DOC.1358/2BIS

VR DOC.1387/1BIS

VR DOC.1281/1BIS

Biobedrijfsadvies vanaf 2014

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr

VR DOC.0977/1BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gebruikte afkortingen

VR DOC.0083/1BIS

Transcriptie:

VR 2018 1506 DOC.0609/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het landbouw- en visserijbeleid 1. Inleiding Teneinde de regelgeving en de handhaving van de regelgeving te verbeteren, omvat het als bijlage 1 toegevoegd voorontwerp van besluit tot wijziging van de regelgeving betreffende het landbouwen visserijbeleid de opheffing van 14 besluiten en aanpassingen aan een koninklijk besluit en 31 besluiten van de Vlaamse Regering, met zowel vereenvoudigingen als wetgevingstechnische correcties en actualiseringen. 2. Artikelsgewijze bespreking Hoofdstuk 1. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en werkwijze van het Fonds voor scheepsjongens Artikel 1 tot en met 9 Het decreet van 30 juni 2017 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw verving het begrip scheepsjongen door het begrip scheepsjongere in de wet van 23 september 1931 op de aanwerving van het personeel der zeevisscherij. Het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en werkwijze van het Fonds voor scheepsjongens wordt dienovereenkomstig gewijzigd. Verder wordt de verwijzing naar de bevoegde minister geactualiseerd naar de huidige bevoegdheidsomschrijving. Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het erkennen van centra en subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw Artikel 10 De verwijzing naar de bevoegde minister wordt geactualiseerd naar de huidige bevoegdheidsomschrijving. Verder wordt in de definitie van het begrip erkend centrum de verwijzing naar artikel 16 van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid vervangen door een verwijzing naar artikel 17. Pagina 1 van 24

Artikel 11 Artikel 1/1 van het te wijzigen besluit geeft de secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij de bevoegdheid om aangelegenheden te subdelegeren aan personeelsleden. In meerdere adviezen over ontwerpen van besluit waarin eenzelfde bepaling was opgenomen, stelde De Raad van State dat deze bepaling niet voorzien moet worden, aangezien dit reeds volgt uit de artikelen 20 en volgende van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen. Derhalve wordt deze bepaling opgeheven. Artikel 12 In artikel 4 van het te wijzigen besluit wordt de decretale grondslag aangepast. Artikel 13 en 15 tot en met 17 Artikel 6 van het te wijzigen besluit verplicht projectaanvragers om de aanvraag zowel in twee afgedrukte exemplaren als digitaal in te dienen aan de hand van een modelformulier dat moet worden aangevraagd. Teneinde de aanvraagprocedure te vereenvoudigen en in te kunnen spelen op digitalisering, zal het departement Landbouw en Visserij een modelformulier ter beschikking stellen en kan de minister de indieningswijze bepalen. De artikelen 11, 12 en 18 van het te wijzigen besluit worden om dezelfde reden aangepast. Artikel 14 Omdat zowel contractuele als statutaire personeelsleden dossiers behandelen, wordt het begrip ambtenaar vervangen door het begrip personeelslid. Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad Artikel 18 Het ingevoegd artikel verduidelijkt dat het te wijzigen besluit een omzetting betreft van Richtlijn 2008/72/EG. Deze richtlijn is een codificatie van Richtlijn 92/33/EEG, die herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd werd doorheen de tijd. Artikel 19 In het eerste lid worden de hybriden toegevoegd aan het toepassingsgebied conform Richtlijn 2008/72/EG. In het tweede lid waren de hybriden reeds in het toepassingsgebied opgenomen. Het voorstel van aanpassing betreft dus geen uitbreiding van het toepassingsgebied, maar slechts een verbetering van de conformiteit met de richtlijn. Richtlijn 2008/72/EG bepaalt dat de Europese Commissie de lijst van geslachten en soorten, opgenomen als bijlage bij de richtlijn, kan aanpassen. In voorkomend geval past de minister de bijlage bij dit besluit dienovereenkomstig aan. Artikel 20 Het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen werd vervangen door het gelijknamig koninklijk besluit van 10 Pagina 2 van 24

augustus 2005. De verwijzing in het te wijzigen besluit wordt dienovereenkomstig aangepast. Verder wordt verduidelijkt dat uit beslissingen van de Europese Commissie voortvloeiende maatregelen betreffende de identificatie en afzondering van het teeltmateriaal en het plantgoed van groentegewassen waarvan is aangetoond dat ze bestemd zijn voor de uitvoer naar derde landen, door de minister worden vastgesteld. Artikel 21 In artikel 3 van het te wijzigen besluit wordt een aantal definities gewijzigd of toegevoegd. Artikel 22 Artikel 23, 24, 26 en 28 Deze artikelen behoeven geen verdere toelichting dan de toelichting bij hoofdstuk 3, artikel 20 en 21. Artikel 25 In artikel 6, 1, van het te wijzigen besluit worden de fytosanitaire aspecten (federale bevoegdheid) gewijzigd in kwaliteitsaspecten (Vlaamse bevoegdheid). In artikel 6, 2, wordt een verwijzing naar een rassenlijst voor groentengewassen toegevoegd. Artikel 27 Een aantal begrippen in artikel 10 van het te wijzigen besluit worden in overeenstemming gebracht met de terminologie die de Europese wetgever hanteert in Richtlijn 2008/72/EG. Tevens wordt bepaald dat controles niet alleen door de leveranciers, maar ook door de bevoegde entiteit of door een erkend controleorgaan kunnen gebeuren. Verder wordt de verplichting tot melding aan het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) van een aanwezigheid van schadelijke stoffen of organismen, genoemd in het koninklijk besluit van 3 mei 1994, geschrapt, gezien deze meldingsplicht reeds volgt uit het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. Artikel 29 Een aantal begrippen in artikel 12 van het te wijzigen besluit wordt in overeenstemming gebracht met de terminologie die de Europese wetgever hanteert in Richtlijn 2008/72/EG. Verder wordt verduidelijkt dat als een leverancier andere activiteiten wenst uit te voeren dan deze waarvoor hij reeds erkend werd, hij een nieuwe erkenning nodig heeft. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als leveranciers die erkend zijn voor het produceren van volledige planten hun activiteiten willen uitbreiden met het vermeerderen van teeltmateriaal. De bevoegde entiteit vraagt voor de erkenning geen gegevens op die de entiteit reeds ter beschikking heeft. Artikel 30 Pagina 3 van 24

In artikel 14 van het te wijzigen besluit wordt een verwijzing naar het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van zaaizaad van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie vervangen door een verwijzing naar het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen. Verder zijn de verwijzingen in het artikel aangepast in overeenstemming met de gecodificeerde Richtlijn 2008/72/EG. Tenslotte wordt in de tweede paragraaf verduidelijkt dat het om de rassenlijst voor groentegewassen gaat die in voornoemd besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 wordt vermeld. Artikel 31 De verwijzingen naar Europese regelgeving in artikel 18, eerste lid, van het te wijzigen besluit worden geactualiseerd overeenkomstig de gecodificeerde Richtlijn 2008/72/EG. Verder wordt verduidelijkt dat uit beslissingen van de Europese Commissie voortvloeiende bepalingen betreffende ontheffingen voor kleine producenten en de lokale markt, door de minister worden vastgesteld. Artikel 32 Dit artikel wordt aangepast overeenkomstig Richtlijn 2008/72/EG en er wordt een zelfde wijziging doorgevoerd zoals toegelicht in hoofdstuk 3, artikel 21. Artikel 33 Het eerste lid van artikel 20 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat deze bepaling overlapt met artikel 6, 2, van hetzelfde besluit. Artikel 34 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij hoofdstuk 3, artikel 22 en 26. Artikel 35 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij artikel 30. Artikel 36 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij hoofdstuk 3, artikel 31. Artikel 37 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 38 In artikel 25 van het te wijzigen besluit wordt verduidelijkt dat de minister kan besluiten om technische controles te laten uitvoeren door een controleorgaan. In dat zelfde artikel wordt paragraaf 3 opgeheven aangezien de fytosanitaire vereiste waarvan sprake een federale bevoegdheid betreft. Pagina 4 van 24

Artikel 39 Artikel 27 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de sanctiebepalingen voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Artikel 40 De schrijfwijze van enkele benamingen van gewassen opgenomen in de bijlage bij het te wijzigen besluit wordt in overeenstemming gebracht met de schrijfwijze in de gecodificeerde Richtlijn 2008/72/EG. Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid Artikel 41 Enkele definities in artikel 1 van het te wijzigen besluit worden aangepast. In de definitie van het begrip loontrieerder wordt het woord persoon telkens vervangen door de woorden natuurlijke en rechtspersoon. Personeelsleden of personen die verbonden zijn aan de rechtspersoon vallen niet onder het begrip derde. De definitie van producentnummer wordt geactualiseerd in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad. Artikel 42 Artikel 43 In artikel 2 van het te wijzigen besluit wordt verduidelijkt dat alle loontrieerders die hun diensten aanbieden op grondgebied van het Vlaams Gewest erkend moeten zijn. Dit geldt ook voor Waalse en buitenlandse loontrieerders. Artikel 44 Omdat een loontrieerder die voor de eerste keer een aanvraag tot erkenning indient bij letterlijke toepassing nooit aan de erkenningsvoorwaarden vervat in artikel 3 van het te wijzigen besluit kan voldoen, worden de voorwaarden herschikt. De voorwaarden waaraan men bij de eerste aanvraag moet voldoen (1 tot en met 4 ) en de voorwaarden om nadien erkend te blijven (5 tot en met 10 ) worden herschikt in twee afzonderlijke paragrafen. Tevens wordt paragraaf 3 geschrapt omdat ook Waalse en buitenlandse loontrieerders die op het Vlaams grondgebied loontrieerdiensten willen aanbieden, erkend moeten zijn. Artikel 45 De erkenningsduur voor een loontrieerder wordt verlengd van één tot vijf jaar. Hierdoor wordt de administratieve last voor de loontrieerder verminderd. De controle door de bevoegde entiteit of de Pagina 5 van 24

loontrieerder nog steeds aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, zal wel jaarlijks behouden blijven. Bovendien zal de retributie door de loontrieerder nog steeds jaarlijks betaald moeten worden. De tweede paragraaf van artikel 4 van het te wijzigen besluit wordt in die zin aangepast. Een installatie die trieert mag niet door meer dan één erkende loontrieerder gebruikt worden. De tweede paragraaf van artikel 4 van het te wijzigen besluit wordt eveneens in die zin aangepast. In de derde en de vierde paragraaf wordt het woord jaarlijks opgeheven omdat de erkenning niet meer voor één jaar maar voor vijf jaar zal worden verleend. In de vijfde paragraaf wordt de verwijzing naar een eventuele strafvervolging, die vroeger mogelijk was op basis van de wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, aangepast naar een verwijzing van de handhavingsbepalingen in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid. Verder wordt er in deze paragraaf nog een foutieve verwijzing gecorrigeerd. Artikel 46 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij hoofdstuk 4, artikel 43. Artikel 47 Als gevolg van de wijziging van artikel 3, worden in artikel 7 enkele verwijzingen naar artikel 3 geactualiseerd. Artikel 48 In artikel 8 wordt de verwijzing naar Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 ter uitvoering van de reglementaire voorschriften, verbonden aan de bedrijfstoeslagregeling vervangen door de verwijzing naar voornoemde Verordening (EU) nr. 1307/2013. Artikel 49 Artikel 9 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de controle- en sanctiebepalingen voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Hoofdstuk 5. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid Artikel 50 Artikel 1, 4, van het te wijzigen besluit definieert het begrip verzamelaanvraag aan de hand van een verwijzing naar een verordening die de Europese Unie inmiddels ophief en verving. De verwijzing wordt dienovereenkomstig geactualiseerd. Artikel 51 Pagina 6 van 24

Artikel 52 Artikel 4, 1, van het te wijzigen besluit vermeldt de maatregelen waarvoor de verzamelaanvraag moet worden gebruikt. Deze lijst wordt geactualiseerd. Artikel 4, 3, stelt dat de minister bepaalt op welke wijze de gegevens ter uitvoering van artikel 3, 2, van het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid moeten worden aangegeven. Met het gewijzigde artikel 4, 1, wordt echter al bepaald dat dit via de verzamelaanvraag gebeurt, waardoor dit kan worden geschrapt. Hoofdstuk 6. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen Artikel 53 De definitie van het begrip adviescommissie in artikel 1, 8, van het te wijzigen besluit wordt opgeheven. Deze definitie wordt overbodig omwille van artikel 56 van voorliggend voorontwerp van besluit. Artikel 54 Artikel 55 De registratieprocedure wordt vereenvoudigd en verkort door het schrappen van het formeel verplicht advies van de adviescommissie, voorzien in artikel 3 van het te wijzigen besluit. Artikel 56 Met de toevoeging van artikel 3/1 aan het te wijzigen besluit wordt een expliciete meldingsplicht aan de bevoegde entiteit opgelegd aan de producent die gebruik wil maken van een beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of gegarandeerde traditionele specialiteit. Deze meldingsplicht wordt op heden ook al toegepast en verkrijgt hier een wettelijke verankering in het betreffende besluit. Hoofdstuk 7. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 tot inwerkingtreding van het decreet van 6 juli 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij en tot regeling van de samenstelling van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij Artikel 57 tot en met 61 De benamingen van de in de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) vertegenwoordigde organisaties worden geactualiseerd als volgt: - Katholieke Landelijke Jeugd vzw door Katholieke Landelijke Jeugd & Groene Kring vzw ; - Natuurpunt vzw door Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen vzw ; - Fedagrim, de Belgische Federatie van de uitrusting voor de Landbouw, de Tuinbouw, de Veeteelt en de Tuin vzw door de Belgische Federatie van de Toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen en aanverwante diensten voor de Landbouw en voor de Groenvoorzieningen vzw ; - Beroepsvereniging van de mengvoederfabrikanten vzw door Belgian Feed Association vzw ; Pagina 7 van 24

- Federatie Voedingsindustrie Vlaanderen vzw door Fevia Vlaanderen vzw ; - VBT vzw door het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties vzw. Artikel 62 De samenstelling van de Technische Werkcommissie Visserij binnen de SALV wordt geactualiseerd als volgt: - de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling vzw is ontbonden en wordt vervangen door VISGRO vzw, waardoor de visgroothandel voortaan ook is vertegenwoordigd; - de Nationale Federatie der Viskleinhandelaars VZW wordt vervangen door de Vlaamse Federatie van Vishandelaars vzw ; - de Groepering der Visnijverheden wordt vervangen door de Belgische groepering van de visindustrie ; - de Nieuwpoortse Visveiling wordt vervangen door de woorden Stedelijke Vismijn Nieuwpoort; - bij het Maritiem Instituut van het Gemeenschapsonderwijs wordt verduidelijk dat het om het Maritiem Instituut Mercator gaat; - Natuurpunt vzw wordt vervangen door Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen vzw. Hoofdstuk 8. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen Artikel 63 Artikel 64 In artikel 5 van het te wijzigen besluit wordt de niet-stemgerechtigde secretaris in de samenstelling van het Comité voor het beheer van de rassenlijsten voor landbouwgewassen en groentegewassen geschrapt en vervangen door één van de twee vertegenwoordigers van de bevoegde entiteit, waardoor een efficiëntiewinst wordt geboekt. Omwille van de techniciteit van de materie, kan het comité bijkomend, tijdelijk en in functie van de concrete dossiers beroep doen op vertegenwoordigers van de diensten en de instellingen van de Vlaamse overheid en externe deskundigen. Artikel 65 In artikel 6 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar Verordening (EG) nr. 1467/94 van de Raad van 20 juni 1994 inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw geschrapt. Deze verordening noch de vervangende verordening zijn nog van kracht. Artikel 66 De terminologie in artikel 7 van het te wijzigen besluit wordt in overeenstemming gebracht met de terminologie in artikel 13 van dat besluit. Artikel 67 Pagina 8 van 24

In artikel 10 van het te wijzigen besluit wordt een rechtsgrond ingevoegd voor de door de minister vast te stellen aanvraagprocedure tot toelating tot de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen. Artikel 68 In artikel 12 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de toepasselijke EU-verordening geactualiseerd. Artikel 69 en 70 In de artikelen 19 en 20 van het te wijzigen besluit wordt de datum van het koninklijk besluit waarnaar wordt verwezen, gecorrigeerd. Artikel 71 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij artikel 65 onder dit hoofdstuk. Artikel 72 Artikel 25 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de controle- en sanctiebepalingen, voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Hoofdstuk 9. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende het erkennen van centra voor landbouweducatie en het subsidiëren van landbouweducatieve activiteiten Artikel 73 In artikel 1 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de decretale rechtsgrond en de bevoegdheidsomschrijving van de minister aangepast. De rechtsgrond van het besluit is immers niet langer te vinden in het decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, maar in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid. Artikel 74 Artikel 75 In artikel 2 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de decretale rechtsgrond aangepast. Daarnaast wordt ook de terminologie geactualiseerd. Artikel 76, 77 en 78 In de artikelen 3, 4, en 7 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de decretale rechtsgrond aangepast. Artikel 79 en 80 Pagina 9 van 24

In de artikelen 22 en 24 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de opgeheven wetten op de Rijkscomptabiliteit vervangen door een verwijzing naar de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Artikel 81 De verplichting opgenomen in artikel 25 van het te wijzigen besluit om een logo te gebruiken wordt afgestemd op de nieuwe huisstijl van de Vlaamse overheid. Hoofdstuk 10. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten Artikel 82 De bevoegdheidsomschrijving van de minister, vermeld in artikel 1, 3, van het te wijzigen besluit, wordt aangepast. Artikel 83 Artikel 84 In kader van administratieve vereenvoudiging wordt de aangetekende verzending, voorzien in artikel 14 van het te wijzigen besluit, geschrapt. Artikel 85 Artikel 25 van het te wijzigen besluit verplicht om de 48 maanden een monstername bij iedere biologische marktdeelnemer. Jarenlange ervaring door de controleorganen heeft aangetoond dat deze verplichting niet steeds relevant is. In melk of koffie bijvoorbeeld worden zo goed als nooit residuen van in de biolandbouw verboden producten aangetroffen. De risicogerichte monstername voorzien in artikel 23 van het besluit kan bijgevolg volstaan. Artikel 86 Artikel 46 van het te wijzigen besluit bepaalt dat de producent zijn controleorgaan machtigt om identificatie- en registratiegegevens (I&R) van landbouwhuisdieren op te vragen bij de beheerder van de I&R-databank. De controleorganen hebben deze gegevens echter nodig voor het uitvoeren van de aan hen reglementair opgedragen taken van algemeen belang en door het rechtstreeks opvragen van deze gegevens wordt voldaan aan het principe van eenmalige gegevensopvraging. De toestemmingsvereiste wordt bijgevolg opgeheven. Hoofdstuk 11. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt Artikel 87 Artikel 88 Pagina 10 van 24

Besluit 2010/777/EU van de Commissie van 15 december 2010 tot wijziging van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, verlengde de periode waarin kan worden afgeweken van de voorwaarden voor invoer uit derde landen van teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt tot 31 december 2018. Artikel 12 van het te wijzigen besluit wordt dienovereenkomstig aangepast. Artikel 89 Artikel 20 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de controle- en sanctiebepalingen voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Hoofdstuk 12. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2010 betreffende de verzameling van boekhoudkundige gegevens voor de uitvoering van het communautaire visserijbeleid Artikel 90 In artikel 1 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar het EU-kader geactualiseerd door verwijzing naar tabel 5A van het uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1251 van de Commissie van 12 juli 2016 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Unie voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserij- en de aquacultuursector voor de periode 2017-2019. Artikel 91 Artikel 92 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 93 In artikel 4 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de opgeheven wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten vervangen door verwijzing naar het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid. Hoofdstuk 13. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2010 houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen Artikel 94 Artikel 22 van het te wijzigen besluit wekt de indruk dat de publicatie van de erkenningen louter op basis van een akkoordverklaring gebeurt. Deze publicatie is echter noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang. Door de publicatie van de erkende staalnemers en laboratoria weten de landbouwers immers waar ze voor staalnames en analyses terecht kunnen. Punt 352, 4, van Omzendbrief VR/2014/4 van 9 mei 2014 betreffende de wetgevingstechniek bepaalt ook dat de erkenningsbesluiten van organisaties die opdrachten uitoefenen in het kader van een bepaalde wetgeving, bekend gemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. De akkoordverklaring wordt bijgevolg opgeheven. Hoofdstuk 14. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten Pagina 11 van 24

Artikel 95 De definitie van hop, vermeld in artikel 1, 2, van het te wijzigen besluit wordt geactualiseerd door een verwijzing naar de thans van kracht zijnde EU-verordening. Artikel 96 Artikel 97 In artikel 2 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de van toepassing zijnde EUverordening geactualiseerd. Artikel 98 Artikel 3 van het te wijzigen besluit bevat een materiële fout die wordt rechtgezet. Artikel 99 In artikel 6 van het te wijzigen besluit wordt een fout in de titel van de betrokken EU-verordening gecorrigeerd. Artikel 100 In artikel 10 van het te wijzigen besluit wordt een betaaltermijn gespecifieerd en een indexeringsmechanisme toegevoegd, analoog aan de andere retributies in de sector van het plantaardig teeltmateriaal. Artikel 101 Artikel 11 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de controle- en sanctiebepalingen voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Dit geldt ook voor de overtredingen van Verordening (EG) nr. 1850/2006 van de Commissie van 14 december 2006 betreffende de wijze van certificering van hop en hopproducten. Hoofdstuk 15. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2011 houdende de installatie van de satellietvolgapparatuur en het elektronische registratie- en meldsysteem op vissersvaartuigen Artikel 102 Artikel 103 In het te wijzigen besluit wordt een artikel 8/1 ingevoegd waarbij gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid voorzien in artikel 56 van het landbouwdecreet om naast de strafrechtelijke sancties ook de mogelijkheid van bestraffing via een gepaste exclusieve administratieve geldboete te creëren. Hoofdstuk 16. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en traditionele aanduidingen van wijnbouwproducten en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken Pagina 12 van 24

Artikel 104 tot en met 106 De artikelen 1, 4 en 5 van het te wijzigen besluit worden geactualiseerd door een verwijzing naar de thans van kracht zijnde EU-verordening. Verder wordt in artikel 1 de bevoegdheidsomschrijving van de minister geactualiseerd en wordt de bevoegde entiteit, het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij, aangeduid. Het Vlaamse luik van de procedure tot bescherming van oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen wordt vereenvoudigd door het schrappen in artikel 5 van het verplicht advies van de adviescommissie. Artikel 107 Artikel 12 van het te wijzigen besluit wordt opgeheven omdat de bevoegde entiteit in artikel 1 van het besluit wordt aangeduid. Artikel 13 wordt opgeheven in het kader van de vereenvoudigde registratieprocedure. Hoofdstuk 17. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vast-stelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en geslachte varkens Artikel 108 tot en met 110 en 113 Ingevolge artikel 2 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/1182 van de Commissie van 20 april 2017 kunnen lidstaten besluiten dat de verplichte indeling van karkassen niet van toepassing is op slachthuizen waar wekelijks gemiddeld minder dan 150 runderen van ten minste acht maanden oud worden geslacht. De lidstaten kunnen bovendien besluiten een lagere maximumgrens vast te stellen, met name om een representatieve prijsnotering als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 te garanderen. Er wordt geopteerd voor het behoud van de thans van kracht zijnde maximumgrens van 75 runderen en 200 varkens. Artikel 111 en 112 De verwijzing naar de begrippen uit de wet verwerking persoonsgegevens worden vervangen door een verwijzing naar de begrippen uit de algemene verordening gegevensbescherming. De verwijzing naar het machtigingensysteem wordt vervangen door een algemene verwijzing naar de beginselen inzake de bescherming bij de verwerking van persoonsgegevens. Artikel 114 De artikelen 71 en 72 worden opgeheven omdat de controle- en sanctiebepalingen voorzien in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, die de wet van 28 maart 1975 verving, automatisch van toepassing zijn op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Hoofdstuk 18. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Artikel 115 Pagina 13 van 24

Artikel 116 tot en met 119 Ter integratie van deze steunmaatregel in het e-loket worden diverse delegaties voorzien aan de minister, met name om de concrete werkwijze voor de regeling inzake het sluiten van het contract (artikel 5), inzake de wijze waarop de kennisgeving moet gebeuren (artikel 7), inzake de wijze waarop de uitbetalingsaanvraag moet ingediend worden (artikel 8) en inzake de wijze waarop de evaluatie moet ingediend worden (artikel 9). In artikel 8 wordt ook bepaald dat de adviesdienst het schriftelijk verslag van het gegeven advies moet bezorgen aan de betrokken landbouwer, kandidaat-biologische landbouwer of land- en tuinbouwschool. Artikel 120 Door de aanpassing van artikel 10 van het te wijzigen besluit wordt de verplichting tot het gebruik van het logo afgestemd op de nieuwe huisstijl van de Vlaamse overheid. Artikel 121 en 125 De artikelen 14 en 20 van het te wijzigen besluit wekken de indruk dat de publicatie van de erkenningen van centra en bedrijfsadviseurs, louter op basis van de toestemming van de betrokkene gebeurt. Deze publicatie is echter noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang. Door de publicatie van de erkende bedrijfsadviesdiensten op de website weten de landbouwers en de land- en tuinbouwscholen immers bij welke adviesdienst ze terecht kunnen. Punt 352, 4, van Omzendbrief VR/2014/4 van 9 mei 2014 betreffende de wetgevingstechniek bepaalt ook dat de erkenningsbesluiten van organisaties die opdrachten uitoefenen in het kader van een bepaalde wetgeving, bekend gemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. De toestemmingsvereiste in beide artikelen wordt bijgevolg opgeheven. Artikel 122 Door de aanpassing van artikel 15 van het te wijzigen besluit moet een erkend centrum ook wijzigingen aan de gegevens die het bij de erkenningsaanvraag heeft ingediend, melden aan de bevoegde entiteit. Artikel 123 In artikel 16 van het te wijzigen besluit wordt verduidelijkt op welke gronden de erkenning kan worden opgeheven. Het tweede lid voorzag in een wachtperiode van een jaar na de opheffing van een erkenning om een nieuwe aanvraag tot erkenning in te dienen. Een dergelijke wachtperiode is niet nodig en zelfs onredelijk. Artikel 124 In artikel 17 van het te wijzigen besluit wordt de indeling in sectoren en thema s verduidelijkt en wordt een nieuw thema toegevoegd, namelijk bedrijfseconomie, kostprijsberekening en bedrijfseconomische berekening. Artikel 126 Naar analogie met de bestaande verplichting voor de erkende centra om wijzigingen aan hun gegevens mee te delen aan de bevoegde entiteit wordt deze verplichting door toevoeging van een artikel 21/1 ook ingevoerd voor erkende bedrijfsadviseurs. Pagina 14 van 24

Artikel 127 De formulering van de gronden tot opheffing van de erkenning wordt in artikel 22 van het te wijzigen besluit verduidelijkt. De bepaling dat ingeval van een opheffing van de erkenning er pas na een jaar een nieuwe aanvraag kan ingediend worden, wordt opgeheven. Deze wachttijd is immers niet langer gerechtvaardigd aangezien de opheffing van een erkenning gewijzigd werd en er, door de toevoeging van artikel 21/1, een verplichting is om wijzigingen door te geven. Artikel 128 Artikel 23 van het te wijzigen besluit verduidelijkt dat alleen schriftelijke bedrijfsadviezen in aanmerking komen voor subsidiëring. Artikel 129 Er wordt in artikel 26 een delegatie naar de minister voorzien om maximale subsidiebedragen per omschakelingsadvies te bepalen. Artikel 130 Artikel 28, tweede lid, van het te wijzigen besluit wordt opgeheven, Hierdoor wordt ook aan biolandbouwers die al meer dan drie jaar biologisch produceren, de mogelijkheid gegeven om een biobedrijfsplan te laten opmaken. Artikel 131 tot en met 133 Er worden delegaties aan de minister voorzien om maximale subsidiebedragen te bepalen per biobedrijfsplan (artikel 29), per startersadvies (artikel 32) en per bedrijfsadvies (artikel 35). Het doel van de extra delegatie aan de minister is om naast de maxima per begunstigde ook per advies een maximaal bedrag te kunnen bepalen. Artikel 134 tot en met 136 De terugvordering van onterecht verleende subsidies wordt van artikel 36 van het te wijzigen besluit overgeheveld naar een apart artikel 36/1. Er wordt verduidelijkt dat als de kwaliteit van het gegeven bedrijfsadvies onvoldoende is, de subsidie geheel of gedeeltelijk wordt verminderd of niet toegekend. Verder wordt in artikel 36 van het besluit het derde lid opgeheven. Zodra deze steunmaatregel via het e-loket zal verlopen, zullen de adviezen immers samen met de uitbetalingsaanvraag moeten ingediend worden via het e-loket en zal de adviesdienst de adviezen niet alleen maar ter beschikking moeten houden tot ze worden opgevraagd. Artikel 137 In artikel 37 wordt de verwijzing naar de EU-staatssteunregeling geactualiseerd. Hoofdstuk 19. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 tot het verlenen van hectaresteun voor de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020 Artikel 138 Pagina 15 van 24

Artikel 139 Artikel 5, 2, van het te wijzigen besluit bepaalt dat een verbintenis voor de voortzetting van de biologische productiemethode kan worden gesloten vanaf het moment dat een perceel een omschakelingstermijn heeft doorlopen en onder controle staat van een erkend controleorgaan. De eerste voorwaarde wordt geschrapt. Dit zorgt voor een vereenvoudiging. De minimale voorwaarde is onder controle staan van een controleorgaan. Steun voor voortzetting kan namelijk altijd gekregen worden als een perceel onder controle staat. Steun voor omschakeling kan alleen als een perceel de vijf jaar voordien niet bio gecertificeerd was. Hoofdstuk 20. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juli 2014 betreffende het verlenen van subsidies voor de aanplant van boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2014-2020 Artikel 140 Artikel 141 In artikel 3, 1, van het te wijzigen besluit wordt een bijkomend lid ingevoegd dat bepaalt dat een subsidie kan worden bekomen van ten hoogste 80% van de kosten voor het planten van de bomen. Het gaat slechts om een verduidelijking, aangezien dit percentage reeds vermeld was in bijlage II bij Verordening (EU) 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad. Verder wordt paragraaf 3, punt 3, in lijn gebracht met het goedgekeurde Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, door toevoeging van de daarin vermelde exoten. Hoofdstuk 21. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020 Artikel 142 Hoofdstuk 22. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2014 tot oprichting en samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020 Artikel 143 De definitie van het begrip minister in artikel 1 van het te wijzigen besluit wordt aangepast aan de geactualiseerde bevoegdheidsomschrijving. Artikel 144 Artikel 3 van het te wijzigen besluit voorziet in een vertegenwoordiging van het Team Gelijke Kansen in Vlaanderen van de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid. Op vraag van het Departement Kanselarij en Bestuur wordt niet langer in deze vertegenwoordiging voorzien. Pagina 16 van 24

Hoofdstuk 23. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werking van de Raad van het Fonds voor Landbouw en Visserij en tot vaststelling van het bijzonder reglement betreffende het beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten Artikel 145 De definitie van het begrip minister in artikel 1 van het te wijzigen besluit wordt aangepast aan de geactualiseerde bevoegdheidsomschrijving. Ingevolge artikel 160 van dit voorontwerp van besluit is het definiëren van de begrippen voorzitter en managementcomité niet langer vereist. Artikel 146 Artikel 147 Artikel 2 van het te wijzigen besluit is beperkt tot de administratieve opvolging van de-minimissteun, wat slechts één element is binnen het Europese staatssteunkader, en wordt vervangen door een delegatie die het de minister mogelijk moet maken praktische en administratieve uitvoering te geven aan de Europese staatssteunregels. Artikel 148 De administratieve beroepsprocedure die in artikel 18 van het te wijzigen besluit is opgenomen, levert weinig meerwaarde op voor de rechtszoekende. De procedure waarbij de boete in eerste aanleg wordt opgelegd is immers al voldoende tegensprekelijk. Er wordt dan ook voor gekozen om een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State te voorzien, waarbij de Raad van State met volle rechtsmacht kan oordelen. Hoofdstuk 24. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid Artikel 149 Artikel 150 Om een volledigere invulling te geven aan het Europese begrip, wordt in artikel 8, 2, van het besluit het begrip uitbater van vastgoeddiensten uitgebreid naar uitbaters die zich niet inschreven op het tableau van vastgoedmakelaars of op de lijst van stagiairs. Artikel 151 Artikel 21, 2, eerste lid, van het te wijzigen besluit verwijst naar niet meer van kracht zijnde Europese regelgeving. De verwijzing wordt aangepast door een verwijzing naar artikel 9 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014. Pagina 17 van 24

Artikel 152 In gevolge artikel 3 van Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1307/2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en (EU) nr. 652/2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, kan de extra betaling aan jonge landbouwers worden verhoogd tot maximaal 50% van de gemiddelde regionale betaling per hectare. Artikel 41, eerste lid, wordt dienovereenkomstig aangepast. Hoofdstuk 25. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw Artikel 153 Artikel 154 In artikel 3, vierde lid, van het te wijzigen besluit wordt een foutieve verwijzing gecorrigeerd. Artikel 155 In artikel 5 van het te wijzigen besluit worden enkele aanpassingen aangebracht met betrekking tot de subsidiabele investeringen. - Vooreerst wordt de lijst met nieuwe appel- en perenvariëteiten, vervat in artikel 5, zesde lid, 1, geactualiseerd. - Vervolgens wordt gepreciseerd wat onder geavanceerde spuitinstallaties moet worden begrepen. - Wat hoevetoerisme betreft, wordt door een vervanging van paragraaf 1, zesde lid, 6, verduidelijkt dat de investeringen ook betrekking kunnen hebben op renovatie op voorwaarde dat het volume van het gebouw niet toeneemt. De verbouwde bedrijfsgebouwen maken samen met de andere bedrijfsgebouwen en de bedrijfswoning een structureel geheel uit. De andere bedrijfsgebouwen worden normaal geëxploiteerd door de landbouwer die in de bedrijfswoning woont. - Het begrip gewone vervangingsinvestering wordt verduidelijkt door te preciseren dat het geen dergelijke investering meer is als de investering past bij een significante uitbreiding van de productiecapaciteit of gebruik maakt van fundamenteel nieuwe technologie. Een vervanging van onroerende goederen gaat in deze vooral over vervanging van de uitrusting van gebouwen door de snelle technische evoluties. Artikel 156 Aangezien de kredietverlening onder vele vormen geschiedt, worden de financieringsmogelijkheden vermeld in artikel 6, tweede lid, uitgebreid. Alleen investeringen die gefinancierd worden op de daar vermelde wijzen worden immers betoelaagd. Crowdfunding wordt niet expliciet vernoemd maar kan onderdeel uitmaken van de financieringsmogelijkheid die al voorzien was in het tweede lid, 2. Artikel 157 Pagina 18 van 24

In artikel 7 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar het vorige werkingsbesluit van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF ) geactualiseerd door een verwijzing naar het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 betreffende het beheer en de werking van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Artikel 158 In artikel 9 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar de actueel van kracht zijnde EUverordeningen geactualiseerd. Artikel 159 In artikel 12 van het te wijzigen besluit wordt de verwijzing naar het vorige werkingsbesluit van het VLIF vervangen door een verwijzing naar het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 betreffende het beheer en de werking van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Artikel 160 Artikel 13 van het te wijzigen besluit bepaalt dat binnen het beschikbare budget de hoogst gerangschikte vestigingsprojecten in aanmerking genomen worden voor het verkrijgen van steun. Daar wordt nu aan toegevoegd dat dit geldt op voorwaarde dat een vestigingsproject bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling, namelijk de generatiewissel in de landbouwsector bevorderen, wat blijkt uit het behalen van een minimaal noodzakelijke doelmatigheidsscore die in relatie staat tot die generatiewissel en de zeggenschap op het bedrijf. Deze toevoeging komt in de plaats van de 98%-regel die bepaalde dat, als er voor een blokperiode meer budget beschikbaar is dan noodzakelijk om alle aanvragen in te willigen, het beschikbare budget wordt teruggebracht tot 98% van het budget dat noodzakelijk is om alle aanvragen in te willigen. Bij de opstartsteun wordt gewerkt met maandelijkse blokperiodes. Het gemiddeld aantal aanvragen bedraagt ongeveer twaalf per maand. Hierop de 98%-regel toepassen is niet zinvol. Die kan in de praktijk alleen maar toegepast worden bij een groot aantal aanvragen per blokperiode. Artikel 161 Terwijl het huidige artikel 14, eerste lid, 4, een betaling in twee gelijke delen vooropstelt, wordt er voortaan voor gekozen om de investeringspremie in één keer uit te betalen na het beëindigen van de investering en na controle van de investerings- en betalingsbewijzen, op voorwaarde dat de opgelegde voorwaarden vervuld zijn. Artikel 162 en 163 Artikel 16 en 17 van het te wijzigen besluit worden in lijn gebracht met artikel 71, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad en, aanvullend voor de opstartsteun, met de rationale van de maatregel zoals door de Europese Commissie verduidelijkt in een maatregelfiche. Tenslotte wordt de verwijzing naar artikel 1, 3, a) en b), vervangen door de correcte verwijzing naar artikel 1, 14 a) en b), van het besluit. Pagina 19 van 24

Hoofdstuk 26. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2015 betreffende het combineren van agromilieumaatregelen, beheerovereenkomsten, biohectaresteun en ecologisch aandachtsgebied met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2014-2020, en tot wijziging van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 tot het verlenen van hectaresteun voor de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 Artikel 164 en 165 De bijlagen 1 en 2 van het te wijzigen besluit worden geactualiseerd naar aanleiding van het in voege treden van de beheersovereenkomsten luzernestrook vogelakker, graskruidenstrook vogelakker, luzernestrook hamster, hamstervriendelijke nateelt en onderhoud houtsingel en aanpassingen die de Europese Unie doorvoerde op vlak van een aantal ecologische aandachtsgebieden in het kader van de vergroening van de directe inkomenssteun. Hoofdstuk 27. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun voor innovaties in de landbouw Artikel 166 Artikel 167 De definitie van groep van landbouwers in artikel 6 van het te wijzigen besluit wordt in lijn gebracht met het programmadocument PDPO-III. Terwijl in de huidige definitie slechts minstens de helft van de vennoten landbouwer moet zijn met minstens de helft van het stemrecht, moeten met de nieuwe definitie alle vennoten landbouwer zijn. Artikel 168 Er wordt gekozen voor uitbetaling van de steun in één schijf. Artikel 169 Artikel 10/1 wordt ingevoegd om gevolg te geven aan artikel 71, eerste lid, van voornoemde Verordening (EU) nr. 1303/2013. Hoofdstuk 28. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten Artikel 170 Artikel 171 Er wordt gekozen voor uitbetaling van de steun in één schijf. Artikel 172 Artikel 11 van het te wijzigen besluit wordt aangepast om gevolg te geven aan artikel 71, eerste lid, van voornoemde Verordening (EU) nr. 1303/2013. Pagina 20 van 24

Hoofdstuk 29. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun van niet productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven Artikel 173 Artikel 174 Artikel 3 van het te wijzigen besluit wordt aangepast aan de vervanging van de milieu- en de stedenbouwkundige vergunning door de omgevingsvergunning. Artikel 175 Het huidige artikel 9 van het te wijzigen besluit bepaalt dat binnen het beschikbare budget de hoogst gerangschikte investeringen in aanmerking genomen worden voor het verkrijgen van steun. Daar wordt nu aan toegevoegd dat dit geldt op voorwaarde dat de investering bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen van de maatregel, wat blijkt uit het behalen van een minimaal noodzakelijke doelmatigheidsscore. Deze wordt bepaald door de mate waarin de investering bijdraagt aan een verbetering van de biodiversiteit, de landschappelijke waarde, het waterbeheer of het bodembeheer. Deze toevoeging komt in de plaats van de zogenaamde 98% regel die bepaalt dat als er voor een blokperiode meer budget beschikbaar is dan noodzakelijk om alle aanvragen in te willigen, het beschikbare budget wordt teruggebracht tot 98% van het budget dat noodzakelijk is om alle aanvragen in te willigen. Er zijn zo weinig aanvragen dat de toepassing van de 98% regel niet zinvol is. Die kan in de praktijk alleen maar nuttig toegepast worden bij een groot aantal aanvragen per blokperiode. Er is voorzien in een termijn waarbinnen een aanvraag moet vervolledigd worden met noodzakelijke gegevens om voor steun in aanmerking te komen. Voor wat de opgesomde toelatingen en vergunningen betreft, bedraagt de termijn in het huidige artikel zes maanden na het afsluiten van de blokperiode waarin de aanvraag geregistreerd is. Met de voorgestelde wijziging wordt een langere termijn voorgesteld van twee jaar, omdat in praktijk de termijn van zes maanden te kort blijkt voor het verkrijgen van vergunningen. Artikel 176 In artikel 10 van het besluit worden de stedenbouwkundige en de milieuvergunning vervangen door de omgevingsvergunning. Artikel 177 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting dan de toelichting bij hoofdstuk 29, artikel 175. De doelmatigheidsscore voor deze investeringen wordt onder andere afgetoetst aan de terugverdientijd, aan de nieuwe vorm van landbouwactiviteiten of van de commercialisatiemethode en aan de milieuvriendelijheid van de productietechniek. Artikel 178 en 179 Artikel 17 en 18 van het besluit worden in lijn gebracht met artikel 71, eerste lid, van voornoemde Verordening (EU) nr. 1303/2013 en, bijkomend voor de aanlooppremie, de rationale van de maatregel, zoals door de Europese Commissie verduidelijkt in een maatregelfiche. Artikel 180 Pagina 21 van 24