Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden



Vergelijkbare documenten
Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

STAAT VAN BEDRIJVEN BESTEMMINGSPLAN KENNISWERF WEST; mei 2013 SBI-CODE OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES GROOTSTE AFSTAND

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

AFSTANDEN IN METERS. 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

BRANDWEER. Brandweer Amsterdam-Amstelland. Advies Externe Veiligheid voorontwerpbestemmingsplan Buitenveldert in Amsterdam Zuid

Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten categorie 1 t/m 2

Zuidelijke Dwarsweg 2a

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten categorie 1 t/m 2

Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijfsverzamelgebouw

Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief

Staat van Bedrijfsactiviteiten

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Milieucategorieën en richtafstanden Woongebieden

Bijlage 1: Fasering. Bestemmingsplan Snellerpoort Regels

bestemmingsplan Dorpsstraat 22 Nieuw- Roden ontwerp

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bijlage: Staat van Bedrijfsactiviteiten

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF

Lijst van bedrijfsactiviteiten bestemmingsplan Hoofddorp Hoofdweg tussen

Bijlage 1 bij de regels: Toegesneden lijst van bedrijfstypen voor de bestemming Bedrijventerrein

Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Brandweer Amsterdam-Amstelland

B i j l a g e 1 : S t a a t v a n b e d r i j f s a c t i - v i t e i t e n c a t e g o r i e 1 e n 2

Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging

Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Bijlage 1: Toegestane bedrijven

Lijst van toegelaten bedrijfstypen Bedrijven tot en met categorie 3.1

Bestemmingsplan IJburg 1e Fase, 2e Herziening. Vastgesteld

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3)

Oosterbeek-Noord 2014

Bestemmingsplan Angerenstein-Plattenburg

1c. Bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250m²;

LIJST VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN

Omschrijving VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Consumptie-ijsfabrieken met p.o. 200 m² 30 2

Dienstverlening t.b.v. de landbouw: algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² G 1

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Gijsbertweg 1 definitief

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2)

Bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging versie 11 maart 2014

STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN, geen inrichtingen zijnde als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, zoals dit luidde op het tijdstip van de

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bedrijvenlijst: Staat van Bedrijfsactiviteiten

SBI-CODE OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE VERKEER VISUEEL BODEM LUCHT GEVAAR. nummer GELUID GEUR STOF

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bestemmingsplan Malburgse Sluis

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

BRANDWEER Amsterdam-Amstelland

Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten

STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN DEELGEBIED EDISONPARK; BESTEMMING BEDRIJF - 2 DATUM: 31 maart 2010

AFSTANDEN STOF. - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² G 1

Bijlage 1. Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Bijlage 1. Staat van Bedrijven

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2)

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3a)

Brandweer Amsterdam-Amstelland

# v1 - LIJST SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING. nummer

AFSTANDEN. VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) G 2

SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES

Bijlage 1. Staat van bedrijven

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Zuivelproduktenfabrieken consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²

Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69

Bijlage bij de voorschriften:

bestemmingsplan Baan 13 Kaatsheuvel bijlagen bij regels 3 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten 4

Bijlagen bij planregels

bestemmingsplan Bergerdensestraat Tussen 25 En 25a Bemmel

Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2)

SBI VOLGNR OMSCHRIJVING AFSTAND CAT 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW 0111, 0113 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 30 2

Bijlage 1 Regels: Staat van bedrijfsactiviteiten

SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID. nummer GEUR STOF

0111, , 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) , 012, bedrijfsgebouwen 2

Bijlagen bij de voorschriften

Lijst van toegelaten bedrijfstypen Bedrijven tot en met categorie 2

AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE. nummer GEUR GEVAAR GELUID STOF

StaatvanInrichtingenEmmerhout

Bijlage 1 bij de voorschriften: toegesneden lijst van bedrijfstypen

Lijst van bedrijven (categorie 1 t/m 3.1)

Transcriptie:

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 17-17 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 172 0 Weven van textiel: 173 Textielveredelingsbedrijven 3.1 0 3.1 1 3.1 2 G b 174. 175 Vervaardiging van textielwaren 1 0 3.1 1 3.1 1 G b 176. 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 1 3.1 1 3.1 1 G b 18-18 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 181 Vervaardiging kleding van leer 2 0 3.1 0 3.1 1 G b 182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 1 1 2 1 2 2 G b 183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 3.1 1 1 1 3.1 1 G b 19-19 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) 192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 3.1 1 2 1 3.1 2 G b 193 Schoenenfabrieken 3.1 1 3.1 1 3.1 2 G b 20-20 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT. RIET. KURK E.D. 2010.2 0 Houtconserveringsbedrijven: 2010.2 2 - met zoutoplossingen 1 2 3.1 1 3.1 2 G b 22 - UITGEVERIJEN. DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 221 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 1 0 1 1 P 2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 1 0 2 0 2 1 P b 2223 A Grafische afwerking 0 0 1 0 1 1 G b 2223 B Binderijen 2 0 2 0 2 2 G b 2224 Grafische reproduktie en zetten 2 0 1 1 2 2 G b 2225 Overige grafische aktiviteiten 2 0 2 1 2 2 G b 223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 1 0 1 1 G b 28 -

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 28 - VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) 281 0 Constructiewerkplaatsen: 281 1a - gesloten gebouw. p.o. < 200 m2 2 2 3.1 1 3.1 1 G b 284 B1 Smederijen. lasinrichtingen. bankwerkerijen e.d.. p.o. < 200 m2 2 2 3.1 1 3.1 1 G b 287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig. p.o. <200 m2 2 2 3.1 1 3.1 1 G b 32-32 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-. VIDEO-. TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. 321 t/m 323 Vervaardiging van audio-. video- en telecom-apparatuur e.d. 2 0 3.1 2 3.1 2 G b 3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 3.1 1 3.1 2 3.1 1 G b 33-33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 2 0 2 0 2 1 G b 34-36 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 1 1 0 1 1 P b 362 Fabricage van munten. sieraden e.d. 2 1 1 1 2 1 G b 363 Muziekinstrumentenfabrieken 2 1 2 1 2 2 G b 364 Sportartikelenfabrieken 2 1 3.1 2 3.1 2 G b 365 Speelgoedartikelenfabrieken 2 1 3.1 2 3.1 2 G b 3661.1 Sociale werkvoorziening 0 2 2 0 2 1 P b 3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 2 1 3.1 2 3.1 2 G b 37-45 - BOUWNIJVERHEID 45 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 1 2 3.1 1 3.1 2 G b 45 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 1 2 3.1 1 3.1 2 G b 45 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 1 2 1 2 1 G b 50-50 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S. MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 501. 502. 504 Handel in auto's en motorfietsen. reparatie- en servicebedrijven 1 0 2 1 2 2 P b 5020.4 B Autobeklederijen 0 0 1 1 1 1 G b 5020.4 C Autospuitinrichtingen 3.1 2 2 2 3.1 1 G b 5020.5 Autowasserijen 1 0 2 0 2 3 P b 503. 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 2 1 2 1 P b 51-51 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 511 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 1 0 1 1 P 5134 Grth in dranken 0 0 2 0 2 2 G b 5135 Grth in tabaksprodukten 1 0 2 0 2 2 G b 5136 Grth in suiker. chocolade en suikerwerk 1 1 2 0 2 2 G b 5137 Grth in koffie. thee. cacao en specerijen 2 1 2 0 2 2 G b 5138. 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 1 1 2 1 2 2 G b 514 Grth in overige consumentenartikelen 1 1 2 1 2 2 G b 5153 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 5153 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 1 3.1 1 3.1 2 G b 5153 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 0 1 2 1 2 1 G b 5153.4 4 zand en grind: 5153.4 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 1 2 0 2 1 G b 5154 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 5154 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 3.1 1 3.1 2 G b 5154 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 2 0 2 1 G b 5155.2 Grth in kunstmeststoffen 2 2 2 2 2 1 G b 5156 Grth in overige intermediaire goederen 1 1 2 1 2 2 G b 5157 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 1 1 3.1 1 3.1 2 G b 5157.2/3 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 1 1 3.1 1 3.1 2 G b 5162 0 Grth in machines en apparaten: 5162 2 - overige 0 1 3.1 0 3.1 2 G b

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 517 Overige grth (bedrijfsmeubels. emballage. vakbenodigdheden e.d. 0 0 2 0 2 2 G b 52-52 - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN 527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 1 1 1 1 P b 55-55 - LOGIES-. MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING 553 Restaurants. cafetaria's. snackbars. ijssalons met eigen ijsbereiding. viskramen e.d. 1 0 1 C 1 1 2 P 5551 Kantines 1 0 1 C 1 1 1 P 5552 Cateringbedrijven 1 0 2 C 1 2 1 G/P 63-63 - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 6312 Veem- en pakhuisbedrijven. koelhuizen 2 1 3.1 C 3.1 3.1 2 G b 633 Reisorganisaties 0 0 1 0 1 1 P 634 Expediteurs. cargadoors (kantoren) 0 0 1 0 1 1 P 64-64 - POST EN TELECOMMUNICATIE 641 Post- en koeriersdiensten 0 0 2 C 0 2 2 P b 642 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 1 C 0 1 1 P b 642 B0 zendinstallaties: 642 B2 - FM en TV 0 0 0 C 1 1 1 P b 642 B3 - GSM en UMTS-steunzenders 0 0 0 C 1 1 1 P b 65. 66. 67-65. 66. 67 - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN 65. 66. 67 A Banken. verzekeringsbedrijven. beurzen 0 0 1 C 0 1 1 P 70-70 - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED 70 A Verhuur van en handel in onroerend goed 0 0 1 0 1 1 P 71 -

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 71 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN. MACHINES. ANDERE ROERENDE GOEDEREN 711 Personenautoverhuurbedrijven 1 0 2 1 2 2 P b 712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 1 0 3.1 1 3.1 2 G b 713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 1 0 3.1 1 3.1 2 G b 714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 1 1 2 1 2 2 G b 72-72 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 72 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 1 0 1 1 P 72 B Switchhouses 0 0 2 C 0 2 1 P b 73-73 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK 731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2 1 2 2 2 1 P b 732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 1 0 1 1 P 74-74 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 0 0 1 0 1 2 P 747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 3.1 1 2 2 3.1 1 P b 7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 1 0 2 C 1 2 2 G b 7484.4 Veilingen voor huisraad. kunst e.d. 0 0 1 0 1 2 P b 75-75 - OPENBAAR BESTUUR. OVERHEIDSDIENSTEN. SOCIALE VERZEKERINGEN 75 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 0 0 1 0 1 2 P 7525 Brandweerkazernes 0 0 3.1 C 0 3.1 1 G b 80-80 - ONDERWIJS 801. 802 Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 0 0 2 0 2 1 P 803. 804 Scholen voor beroeps-. hoger en overig onderwijs 1 0 2 1 2 2 P

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 90-90 - MILIEUDIENSTVERLENING 9001 B Rioolgemalen 2 0 1 C 0 2 1 P b 9002.1 A Vuilophaal-. straatreinigingsbedrijven e.d. 3.1 2 3.1 1 3.1 2 G b 9002.1 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 2 2 3.1 2 3.1 2 G b 9002.2 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 3.1 1 2 1 3.1 1 G b 9002.2 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 1 1 2 2 2 1 G b 91-91 - DIVERSE ORGANISATIES 9111 Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 0 0 1 0 1 1 P 9131 Kerkgebouwen e.d. 0 0 2 0 2 2 P 9133.1 A Buurt- en clubhuizen 0 0 2 C 0 2 2 P 9133.1 B Hondendressuurterreinen 0 0 3.1 0 3.1 1 P 92-92 - CULTUUR. SPORT EN RECREATIE 921. 922 Studio's (film. TV. radio. geluid) 0 0 2 C 1 2 2 G 9234 Muziek- en balletscholen 0 0 2 0 2 2 P 9234.1 Dansscholen 0 0 2 C 0 2 2 P 93-93 - OVERIGE DIENSTVERLENING 9301.1 A Wasserijen en strijkinrichtingen 2 0 3.1 C 2 3.1 2 G b 9301.1 B Tapijtreinigingsbedrijven 2 0 3.1 2 3.1 2 G b 9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 2 0 2 2 2 2 G b 9301.3 A Wasverzendinrichtingen 0 0 2 0 2 1 G b 9301.3 B Wasserettes. wassalons 0 0 1 0 1 1 P 9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 1 0 1 1 P 9303 0 Begrafenisondernemingen: 9303 1 - uitvaartcentra 0 0 1 0 1 2 P

NUMMER GEUR STOF GELUID GEVAAR MILIEU- CATEGORIE VAN DE FUNCTIE VERKEER Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden SBI-CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE PER MILIEUASPECT INDICES 9303 2 - begraafplaatsen 0 0 1 0 1 2 P 9304 Fitnesscentra. badhuizen en sauna-baden 1 0 2 C 0 2 1 P 9305 B Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 1 C 0 1 1 P

Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Weespertrekvaart Midden In Amsterdam Oost Referentie: 0000069/RoEv-2012 Datum: 29 Januari 2013 Behandeld door: K. Wiering 1

INHOUD 1. AANLEIDING... 3 2. SAMENVATTING EN ADVIES... 3 3. SITUATIE... 4 3.1 RISICOBRONNEN... 4 3.2 RISICONORMERING... 4 4. IDENTIFICEREN VAN GEVAREN... 5 4.1 ONGEVAL MET EEN SPOORKETELWAGON LPG... 5 4.1.1 Explosie... 5 4.1.2 Wolkbrand... 7 4.2 ONGEVAL MET EEN SPOORKETELWAGON BENZINE... 7 4.2.1 Plasbrand... 7 4.3 ONGEVAL MET EEN SPOORKETELWAGON MET EEN GIFTIGE STOF... 9 4.3.1 Giftige wolk... 9 4.4 ONGEVAL MET EEN BUISLEIDING AARDGAS... 9 4.4.1 Fakkelbrand... 9 5. MAATREGELEN... 11 5.1 BRONMAATREGELEN... 11 5.2 EFFECTBEPERKENDE MAATREGELEN... 11 5.3 ZELFREDZAAMHEID... 11 5.4 TE OVERWEGEN MAATREGELEN... 11 6. REFERENTIES... 12 2

1. AANLEIDING Het bestuur van de gemeente Amsterdam wil voor het gebied Weespertrekvaart Midden een bestemmingsplan vaststellen. In dit gebied en in de omgeving daarvan worden gevaarlijke stoffen gebruikt en vervoerd. Een mogelijk ongeval met gevaarlijke stoffen kan gevolgen hebben voor het plangebied. Daarom moeten de gevaren en risico s van het gebruik van gevaarlijke stoffen worden geïnventariseerd en bij de besluitvorming worden betrokken. Een advies van de veiligheidsregio is nodig om inzicht te geven in het gevaar en de mogelijkheden voor de hulpverlening. 2. SAMENVATTING EN ADVIES De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein maar de gevolgen kunnen groot zijn. Een ongeval tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen in of in de directe omgeving vormt een gevaar voor het plangebied Weespertrekvaart Midden. Bij de besluitvorming over het bestemmingsplan moet hier rekening mee worden gehouden. De gevaren voor het plangebied worden veroorzaakt door. Een ongeval tijdens het vervoeren van gevaarlijke stoffen over het spoor. Hierbij kunnen een explosie, een brand of een giftige wolk ontstaan. Een ongeval met de ondergrondse leidingen waar aardgas onder hoge druk door wordt vervoerd. Daarbij kan een grote fakkelbrand ontstaan. Bij een explosie of brand na een ongeval van een spoorketel met LPG wordt de omgeving gedurende 1 tot 20 seconden blootgesteld aan hittestraling. De plasbrand die kan ontstaan na een ongeval met een spoorketelwagon benzine duurt afhankelijk van de ondergrond één tot tien minuten. De hittestraling veroorzaakt schade. Door een ongeval met een spoorketelwagon met een giftige stof kan er een giftige wolk ontstaan die afhankelijk van de wind snel richting plangebied kan trekken. Een fakkelbrand bij de hoge druk aardgasleiding kan 1 tot 2 uur duren en verspreidt hitte over een grote afstand. Binnen een gebied van enkele honderden meters zorgt de hittestraling voor dodelijke slachtoffers, gewonden en schade. De gevolgen van de bovengenoemde effecten voor het plangebied worden mede bepaald door de locatie van het ongeval en de aanwezige personen en voorzieningen in het effectgebied. Het aantal doden en gewonden dat kan ontstaan na een ongeval met gevaarlijke stoffen is voornamelijk afhankelijk van de omstandigheden en het aantal mensen dat zich buitenshuis bevindt. Door een fakkelbrand bij een hoge druk aardgasleiding in het plangebied kunnen velen tientallen slachtoffers vallen. Een ongeval met een spoorketelwagon LPG of een giftige stof kan eveneens tientallen slachtoffers veroorzaken. Een ongeval met een tankwagen benzine zal naar verwachting geen slachtoffers met zich mee brengen. Door het verdwijnen van de studentenhuisvestiging en de realisatie van bedrijven op deze plaats zal het aantal aanwezige (en hiermee mogelijke slachtoffers) in het plangebied afnemen. Het ontstaan van de beschreven ongevalscenario s is niet of nauwelijks te voorkomen door de brandweer. De gezamenlijke hulpdiensten richten zich voornamelijk op het veiligstellen van het gevarengebied, het bestrijden van branden in de omgeving, het neerslaan van een mogelijke giftige wolk en het helpen van slachtoffers. De maatregelen die het gevaar beperken en in overweging genomen kunnen worden zijn samengevat in tabel 8. De voorgestelde maatregelen hebben voornamelijk betrekking op bouwkundige voorzieningen en op voorlichten en tijdig alarmeren van personen. Deze maatregelen dragen vooral bij aan een betere bescherming en een grotere zelfredzaamheid van de in het effectgebied aanwezige personen. Met als resultaat minder slachtoffers bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het bevoegde bestuur van de gemeente Amsterdam wordt geadviseerd om: 1. bij het vaststellen van het bestemmingsplan rekening te houden met de genoemde gevaren veroorzaakt door het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen; 2. de mogelijke maatregelen die het gevaar beperken in overweging te nemen; 3. het gevaar dat overblijft na het nemen van maatregelen te betrekken bij de besluitvorming over het bestemmingsplan. 3

3. SITUATIE Het nieuwe bestemmingsplan Weespertrekvaart Midden is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan. Het plangebied maakt onderdeel uit van het noordelijk deel van het bedrijvengebied Amstel Business Park gelegen in het stadsdeel Oost van gemeente Amsterdam. Het plangebied bestaat uit twee delen. Het oostelijk deel omvat het bedrijventerrein en de studentenhuisvesting Wenckehof. Het westelijk deel omvat een deel van de spoorweg en het spoorwegtalud van de spoorlijn Amstel-Utrecht. Tussen deze twee delen ligt de penitentiaire Inrichting (PI) Over-Amstel Amsterdam. De globale ligging is weergegeven in figuur 1. De studentenhuisvesting betreft 1000 containerwoningen met een tijdelijke vrijstelling. Deze zijn voorlopig bestemd. Binnen de planperiode van tien jaar verdwijnt de studentenhuisvesting en komen hier bedrijven conform het type aan de naastgelegen Weespertrekvaart voor terug. Het bedrijventerrein bestaat hoofdzakelijk uit laagbouw met de volgende typen bedrijven: Autobedrijven zoals verhuur en schadehestel Media-, entertainment- en reclamebureaus Creatieve industrie zoals video- en filmproductie en muziek Enkele ICT bedrijven en vestigingen van groothandels- en bouwbedrijven [1] Figuur 1. Globale ligging plangebied Weespertrekvaart Midden en aanwezige risicobronnen ---------- Plangebied ---------- Spoor Tankstation ---------- Hoge druk aardgasleiding ---------- Weg 3.1 Risicobronnen In en nabij plangebied Amstel Business Park Zuid liggen de volgende risicobronnen die een gevaar kunnen opleveren voor het gebied [2]: De spoorlijn tussen Amsterdam Amstel en Bijlmer Arena Het vervoer van LPG, benzine en giftige stoffen per ketelwagon over het spoor. De hoge druk aardgasleiding W- 534-01 (16 inch, 40 bar) Het vervoer van aardgas onder hoge druk door ondergrondse buisleidingen. De risicobronnen weg en tankstation leveren gezien de ligging naar verwachting geen gevaar op voor het plangebied. 3.2 Risiconormering In de volgende circulaires en besluiten worden normen genoemd voor het Plaatsgebonden Risico (PR) en het Groepsrisico (GR) [3, 4, 5]: Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Concept besluit transportroutes externe veiligheid. Besluit externe veiligheid buisleidingen. Het PR is de kans per jaar dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, aangenomen dat hij/zij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Het GR is de kans dat een groep personen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het PR geldt een grenswaarde en voor het GR een oriënterende waarde. Het bevoegde gezag kan voor de 4

verschillende risicobronnen het plaatsgebonden- en groepsrisico laten onderzoeken. Het is aan het bevoegde gezag om het PR en GR te beoordelen. 4. IDENTIFICEREN VAN GEVAREN De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein maar de gevolgen kunnen groot zijn. Door de aanwezige risicobronnen en de aard van de gevaarlijke stoffen moet rekening worden gehouden met verschillende ongevalscenario s. In tabel 1 worden deze scenario s met bijbehorende gevaren benoemd. Tabel 1. Overzicht van ongevalscenario s met bijbehorende gevaren. # Ongevalscenario Aard van de stof Gevaren 1. Ongeluk met een spoorketelwagon LPG op de spoorlijn Amsterdam Amstel en Bijlmer Arena. Tot vloeistof verdicht brandbaar gas Explosie (hittestraling, overdruk) Wolkbrand (hittestraling) 2. Ongeluk met een spoorketelwagon benzine op de spoorlijn Amsterdam Amstel en Bijlmer Arena. Brandbare vloeistof Plasbrand (hittestraling) 3. Ongeluk met een spoorketelwagon met een giftige stof op de spoorlijn Amsterdam Amstel en Bijlmer Arena. Giftig gas of vloeistof Giftige wolk (vergiftigingsverschijnselen) 4. Breuk van de ondergrondse hogedruk aardgasleiding W-534-01 Brandbaar gas Fakkelbrand (hittestraling) 4.1 Ongeval met een spoorketelwagon LPG Bij een ongeval met een spoorketelwagon gevuld met LPG wordt het gevaar voor de omgeving bepaald door de explosie van de ketel of een wolkbrand. 4.1.1 Explosie Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten explosies van een ketelwagon. Een warme en een koude BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapor Explosion). Een warme BLEVE wordt veroorzaakt doordat een al aanwezige brand de druk in de ketel doet oplopen, waardoor deze bezwijkt. Het LPG stroomt dan onder hoge druk massaal uit en ontsteekt. Dit veroorzaakt een drukgolf en een vuurbal. Een koude BLEVE ontstaat wanneer de ketel met LPG door de mechanische impact van bijvoorbeeld een botsing direct openscheurt. Er ontstaat een explosie doordat het LPG onmiddellijk gaat koken en vrij komt. Het LPG kan worden ontstoken wat leidt tot een vuurbal. Effecten De effecten van een BLEVE zijn hittestraling en overdruk. De gevolgen van hittestraling en overdruk zijn slachtoffers, schade aan objecten en branden in de omgeving. Hittestraling is bepalend voor het slachtofferbeeld en het schadebeeld. Bij een ongeval met een spoorketelwagon gevuld met LPG wordt het plangebied getroffen door de effecten van een BLEVE. In tabel 2 worden de berekende effectafstanden, het slachtofferbeeld en het schadebeeld beschreven die veroorzaakt worden door de hittestraling van een warme BLEVE [6]. Figuur 2 is een schematische weergave van een explosie van een spoorketelwagon. Bestrijdbaarheid Een warme BLEVE kan onder bepaalde omstandigheden worden voorkomen door de met LPG gevulde spoorketelwagon te koelen en de brand in de omgeving van de ketelwagon te blussen. Een warme BLEVE op het spoor is in de praktijk nauwelijks te voorkomen door de brandweer. Dit betekent dat de brandweer zich terugtrekt en zich voorbereidt op het bestrijden van branden in de omgeving en het verlenen van hulp aan slachtoffers. Het scenario koude BLEVE treedt direct op en is niet te voorkomen door de brandweer. 5

Hulpverlening Na een BLEVE van een ketelwagon, richt de hulpverlening zich op het helpen van slachtoffers. De effecten en gevolgen van een BLEVE leiden tot multidisciplinair optreden van de hulpverlening. Dit betekent dat niet alleen de brandweer een taak heeft maar ook de GHOR, Politie en Gemeente. Het aantal slachtoffers kan variëren, is afhankelijk van het aantal aanwezige personen en wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid van onbeschermde personen buitenshuis. In tabel 3 wordt een schatting weergegeven van het aantal slachtoffers in het plangebied. Zelfredzaamheid In geval van een aanstaande BLEVE op het spoor hebben aanwezige personen in het effectgebied twee mogelijkheden namelijk: schuilen of vluchten. Een brand, zoals bij een warme BLEVE, kan door aanwezige personen worden opgemerkt. De mogelijke gevolgen van een brand naast een ketelwagon met LPG zullen waarschijnlijk minder bekend zijn. Expliciete communicatie vooraf, het opstellen en oefenen van noodplannen vergroten de zelfredzaamheid. De gebouwen in het plangebied kunnen als zij goed zijn geconstrueerd bescherming bieden. Tabel 2. Effectafstanden, slachtofferbeeld en schadebeeld bij een explosie van een spoorketelwagon LPG 1) Effectafstand (meter) Slachtoffers buitenshuis 2) Slachtoffers binnenshuis 2) T1 T2 T3 T1 T2 T3 Schade aan objecten 1 e ring 2 e ring 0-140 100% 0% 0% 0% 10% 6% 14% 70% 141-220 20% 24% 56% 0% 1% 3% 7% 20% Onherstelbare schade en branden Zware schade en branden 3 e ring 4 e ring 221-330 2% 6% 14% 30% 0% 0,6% 1,4% 5% Branden 331-600 0% 0,6% 1,4% 15% 0% 0% 0% 1% Lichte schade 1) Uitgangspunten: ketelwagon met 96 m 3 LPG, warme BLEVE, blootstellingsduur omgeving 16 seconden. 2) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). Figuur 2. Schematische weergave na een explosie van een spoorketelwagon LPG Een ongeval met een spoorketelwagon LPG kan overal plaatsvinden waar LPG wordt vervoerd. Tabel 3. Geschat aantal slachtoffers binnen het plangebied na een explosie van een spoorketelwagon LPG 1) Slachtoffers buitenshuis Slachtoffers binnenshuis Risicobron T1 T2 T3 T1 T2 T3 Ketelwagon LPG op het spoor 0-40 0-50 0-100 0-25 0-10 0-20 0-25 0-50 1) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). 6

4.1.2 Wolkbrand Een wolkbrand kan ontstaan als bij een ongeval met een spoorketelwagon met LPG de ketel lek raakt en er grote hoeveelheden LPG uitstromen. Er vormt zich dan een wolk LPG die zich over de grond verspreidt en eenvoudig kan ontsteken. Het ontsteken van de gaswolk leidt tot een vuurzee en drukeffecten. Effecten Het effect van een wolkbrand is hittestraling. De gevolgen die hierbij optreden zijn slachtoffers, schade aan objecten en branden in de omgeving. Deze effecten zijn groot en kunnen tot 200 meter ver reiken. De omvang van de schade wordt voornamelijk bepaald door de hittestraling en de blootstellingtijd. Bij een ongeval met een spoorketelwagon LPG kan het plangebied worden getroffen door de effecten van een wolkbrand. Bestrijdbaarheid Een wolkbrand wordt beschouwd als een scenario dat zich snel ontwikkelt. De korte tijd waarin de wolk zich kan verspreiden en ontsteken zorgt ervoor dat dit scenario meestal niet voorkomen kan worden door de brandweer. De brandweer gaat hulp verlenen aan slachtoffers en branden blussen die in de omgeving zijn ontstaan. Hulpverlening De gevolgen van een gaswolkontbranding leiden tot multidisciplinair optreden van de hulpverlening. Dit betekent dat niet alleen de brandweer een taak heeft maar ook de GHOR, Politie en Gemeente. In het plangebied kunnen slachtoffers vallen. Het aantal slachtoffers wordt voornamelijk bepaald door het aantal personen in het effectgebied dat zich buiten bevindt. Dit aantal kan variëren. Zelfredzaamheid Een gaswolkbrand is een snel scenario. Aanwezige personen zullen indien nodig zichzelf in veiligheid moeten brengen. Het is dan ook van belang dat aanwezige personen zich bewust zijn van de gevaren, deze kunnen herkennen en weten wat zij vervolgens moeten doen. Expliciete communicatie vooraf en noodplannen vergroten de zelfredzaamheid. De gebouwen bieden enige bescherming tegen de effecten van een wolkbrand. 4.2 Ongeval met een spoorketelwagon benzine Bij een ongeval met een spoorketelwagon gevuld met benzine wordt het gevaar voor de omgeving bepaald door een plasbrand. 4.2.1 Plasbrand Een plasbrand kan ontstaan als bij een ongeval met een spoorketelwagon benzine de ketel lek raakt en er grote hoeveelheden benzine uitstromen. Er vormt zich dan een grote plas benzine die zich over het ballastbed verspreidt en eenvoudig kan worden ontstoken. Ontsteking leidt tot een korte en hevige brand die branden in de omgeving kan veroorzaken. Effecten Het effect van een plasbrand is hittestraling. De gevolgen hiervan zijn slachtoffers, schade aan objecten en branden in de omgeving. De effecten van een plasbrand op de omgeving zijn onder andere afhankelijk van de grootte en de vorm van de plas die ontstaat en van de ondergrond. In tabel 4 worden de berekende effectafstanden, het slachtofferbeeld en het schadebeeld beschreven die veroorzaakt worden door de hittestraling van een plasbrand na een ongeval met een ketelwagon benzine [6]. Figuur 3 is een schematische weergave van een plasbrand op het spoor. Bestrijdbaarheid De mogelijkheden om een plasbrand te voorkomen zijn onder andere afhankelijk van de bereikbaarheid van de plaats van het ongeval en de beschikbare voorzieningen. Bij een dreigende ontsteking van een plas benzine richt de brandweer zich op het veiligstellen van het directe effectgebied en het voorkomen van ontsteking, door het effectgebied te ontruimen en de plas af te dekken. Als de plas direct wordt ontstoken zal deze binnen 15 minuten opbranden. De inzet van de brandweer richt zich dan op het bestrijden van branden in de omgeving en het helpen van slachtoffers. 7

Hulpverlening In geval van een directe ontsteking van de brandbare plas zullen op het moment dat de multidisciplinaire hulpverlening (Brandweer, GHOR, Politie en Gemeente) arriveert de meeste mensen al uit de buurt van de brand weg zijn. De gecoördineerde inzet zal zich vervolgens richten op het helpen van slachtoffers en het afzetten van het effectgebied. Het aantal slachtoffers als gevolg van een ongeval met een spoorketelwagon benzine varieert en is afhankelijk van het aantal aanwezige personen in het effectgebied. In tabel 5 wordt een schatting weergegeven van het aantal slachtoffers. Zelfredzaamheid Een plasbrand is een snel scenario. In geval van een directe ontsteking van de brandbare benzine zullen aanwezige personen de brand die is ontstaan opmerken. Binnen 40 meter van de ketelwagon is de hittestraling te groot voor aanwezige personen buiten om zichzelf in veiligheid te brengen. Expliciete communicatie vooraf, goede noodplannen en onbelemmerde en beschermde vluchtroutes van het spoor af vergroten de zelfredzaamheid. Snel alarmeren en er voor zorgen dat de aanwezige personen uit het zicht van de brand onder bescherming van muren en gebouwen kunnen vluchten verbetert de zelfredzaamheid en vermindert het aantal slachtoffers. Tabel 4. Effectafstanden, slachtofferbeeld en schadebeeld na een plasbrand op het spoor 1) Effectafstand (meter) Slachtoffers buitenshuis 2) Slachtoffers binnenshuis 2) T1 T2 T3 T1 T2 T3 Schade aan objecten 1 e ring 2 e ring 0-40 100% 0% 0% 0% 10% 6% 14% 70% 41-50 20% 24% 56% 0% 1% 3% 7% 20% Onherstelbare schade en branden Zware schade en branden 3 e ring 51-60 2% 6% 14% 30% 0% 0,6% 1,4% 5% Branden 4 e ring 61-75 0% 0,6% 1,4% 15% 0% 0% 0% 1% Lichte schade 1) Uitgangspunten: spoorketelwagon met 70 m 3 benzine, plasbrand, plasoppervlak 750 m 2, brandduur < 15 minuten, blootstellingduur mensen 20 seconden. 2) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). Figuur 3. Schematische weergave na een plasbrand op het spoor Een ongeval met een spoorketelwagon benzine kan overal plaatsvinden waar benzine wordt vervoerd. Tabel 5. Geschat aantal slachtoffers in het plangebied na een plasbrand op het spoor 1) Slachtoffers buitenshuis Slachtoffers binnenshuis Risicobron T1 T2 T3 T1 T2 T3 Ketelwagon benzine op het spoor 0 0 0 0 0 0 0 0 1) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). 8

4.3 Ongeval met een spoorketelwagon met een giftige stof Bij een ongeval op het spoor met een spoorketelwagon gevuld met een giftige vloeistof of een giftig gas wordt het gevaar voor de omgeving bepaald door het ontstaan van een giftige wolk. 4.3.1 Giftige wolk Door een ongeval op het spoor met een spoorketelwagon gevuld met een giftige vloeistof of een giftig gas scheurt de wand van de ketel en stroomt een groot deel van het gas of de vloeistof in korte tijd uit. De giftige damp die ontstaat wordt door de wind meegevoerd. Effecten In het plangebied kunnen (dodelijke) slachtoffers vallen bij het vrijkomen van een wolk giftig gas door een ongeval op het spoor. De plaats en grootte van het gebied waar slachtoffers kunnen vallen is sterk afhankelijk van de soort stof en de specifieke (weers)omstandigheden. De snelheid waarmee het scenario zich ontwikkeld is vooral afhankelijk van de eigenschappen van de stof. Een ineens vrijgekomen gas zal zich snel verspreiden terwijl een vrijgekomen vloeistof langzaam uitdampt. Bestrijdbaarheid Bij het direct vrijkomen van een groot deel van de inhoud van een ketelwagon gevuld met een giftig gas of vloeistof kan het ontstaan en verspreiden van een giftige wolk door de brandweer niet worden voorkomen. De brandweer richt zich in dat geval op het veiligstellen van de omgeving en het bestrijden van de giftige wolk met een waterscherm. Door een plas met vloeistof af te dekken kan uitdamping worden voorkomen. Hulpverlening Het vrijkomen van een giftige wolk leidt tot multidisciplinair optreden van de hulpverlening (Brandweer, GHOR, Politie en Gemeente). De mogelijkheden van de hulpverleningsdiensten zijn bij dit scenario sterk afhankelijk van de blootstelling. Als gevolg van een ongeval met een spoorketelwagon gevuld met een giftige stof kunnen er in het plangebied slachtoffers vallen. Het aantal slachtoffers waar hulp aan moet worden verleend wordt vooral bepaald door de omstandigheden en het aantal personen in het effectgebied. Zelfredzaamheid Bij het direct vrijkomen van een groot deel van de inhoud van een ketelwagon met een giftig gas of vloeistof dienen aanwezigen in het effectgebied zichzelf en anderen, op eigen kracht in veiligheid te brengen. Het is daarom van belang dat deze mensen tijdig worden gealarmeerd, dat bij hen bekend is hoe moet worden gehandeld bij een ongeval met een spoorketelwagon met een giftige vloeistof of gas en dat de mogelijkheden om zichzelf en anderen te redden aanwezig zijn en worden gestimuleerd. Binnen een gebouw geniet men over het algemeen bescherming, indien ramen, deuren en ventilatieopeningen gesloten zijn. Expliciete communicatie vooraf, noodplannen en mogelijkheden om te schuilen vergroten de zelfredzaamheid. 4.4 Ongeval met een buisleiding aardgas Bij een ongeval met een buisleiding waarin aardgas onder hoge druk wordt getransporteerd wordt het gevaar voor de omgeving bepaald door een fakkelbrand. 4.4.1 Fakkelbrand Een breuk in een hoge druk aardgasleiding kan ontstaan bijvoorbeeld bij (graaf)werkzaamheden of door grondverzakkingen. Bij een leidingbreuk stroomt het aardgas onder hoge druk continu uit. Vervolgens ontsteekt het brandbare gas waardoor een fakkelbrand optreedt. De fakkelbrand blijft branden totdat de leiding is afgesloten en de druk afneemt. Deze fakkel kan voor de grootste leidingen tot een hoogte van tientallen meters reiken. De fakkelbrand is hevig en veroorzaakt branden in de omgeving. Effecten Het effect van een fakkelbrand is hittestraling en het gevolg hiervan zijn slachtoffers, schade aan objecten en branden in de omgeving. Door de ligging van de hoge druk aardgasleidingen zal het plangebied worden getroffen door de effecten. In tabel 6 worden de effectafstanden, het slachtofferbeeld en het schadebeeld weergegeven [6]. Figuur 4 is een schematische weergave van een fakkelbrand. 9

Bestrijdbaarheid Bij een dreigende breuk van een hoge druk aardgasleiding richt de brandweer zich op het veiligstellen van het effectgebied en het voorkomen van ontsteking. Als uitstroming plaatsvindt, zal de buisleiding door de leidingbeheerder worden afgesloten. Afhankelijk van het systeem en de afstand tot de breuk kan het enkele uren duren voor de leiding is afgesloten en leeggelopen. In geval van een directe ontsteking kan brandweerpersoneel in beschermende kleding de fakkel beperkt naderen. De fakkel zelf kan niet door de brandweer worden geblust. Tijdens fakkelbrand richt de brandweer zich op het afschermen en koelen van de omgeving en het redden van slachtoffers. Hulpverlening Tijdens een ongeval met de aardgasleiding wordt multidisciplinair (Brandweer, GHOR, Politie en Gemeente) opgetreden. De politie zal het onveilige gebied afzetten. Ambulances kunnen het onveilige gebied niet betreden wat de hulpverlening ter plaatse beperkt. Het aantal mogelijke slachtoffers is afhankelijk van het aantal aanwezige personen in het effectgebied. In tabel 7 wordt een schatting weergegeven van het mogelijke aantal slachtoffers in het plangebied. Zelfredzaamheid Aangezien de brandweer de fakkelbrand niet kan blussen en de geneeskundige hulpverlening slachtoffers niet kan bereiken zolang de fakkel brand, zijn aanwezige personen binnen het effectgebied aangewezen op zelfredzaamheid. Afhankelijk van de afstand tot de aardgasleiding is vluchten niet of nauwelijks mogelijk. De hittestraling is daarvoor te groot. Vluchten is dan alleen mogelijk via een route buiten het zicht van de fakkel. Bijvoorbeeld achter een hoge muur van een gebouw langs. Indien de afstand groot genoeg is dan zijn personen binnen gedurende langere tijd veilig, mits zij zich buiten het zicht van de fakkel bevinden. Om de zelfredzaamheid te vergroten is het raadzaam om rekening te houden met het verhogen van de brandwerendheid van de gevels aan de zijde van de aardgasleiding en het realiseren van veilige vluchtroutes. Hierdoor worden de gevolgen van de hittestraling beperkt. Overigens is een snelle alarmering van aanwezige personen binnen het effectgebied essentieel voor een goede zelfredzaamheid. Tabel 6. Effectafstanden, slachtofferbeeld en schadebeeld bij een fakkelbrand 1) Effectafstand (meter) Slachtoffers buitenshuis 2) Slachtoffers binnenshuis 2) T1 T2 T3 T1 T2 T3 1 e ring 0-80 100% 0% 0% 0% 10% 6% 14% 70% Schade aan objecten Onherstelbare schade en branden 2 e ring 81 170 2% 6% 14% 30% 0% 0,6% 1,4% 5% Branden 3 e ring 171 320 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Geen of lichte schade 1) Uitgangspunten: aardgasleiding, leidingbreuk continue uitstroom, druk 40 bar, diameter leiding 16 inch, blootstellingsduur mensen 20 seconden. 2) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). Figuur 4. Schematische weergave van een ongeval met een hoge druk aardgasleiding Een ongeval met een hoge druk aardgasleiding kan overal plaatsvinden waar de leiding ligt. 10

Tabel 7. Geschat aantal slachtoffers binnen het plangebied bij een fakkelbrand 1) Risicobron Slachtoffers buitenshuis Slachtoffers binnenshuis T1 T2 T3 T1 T2 T3 Hoge druk aardgasleiding 5-100 0-15 0-25 5-50 0-25 0-15 0-30 10-75 1) Slachtoffersystematiek: doden ( ) en zeer zwaar (T1) tot lichtgewond (T3). 5. MAATREGELEN Er kunnen maatregelen worden genomen die de gevaren van een ongeval met gevaarlijke stoffen beperken. Deze worden onderverdeeld in bronmaatregelen, effectmaatregelen en maatregelen ten behoeve van de zelfredzaamheid. 5.1 Bronmaatregelen Bronmaatregelen zijn de meest effectieve maatregelen die kunnen worden genomen om de gevaren voor het plangebied te beperken. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn dat voornamelijk maatregelen die gaan over het verwijderen of beperken van het vervoer en het verbeteren van de omstandigheden waaronder het transport plaatsvindt. Over het nemen van deze maatregelen kan over het algemeen in het kader van deze procedure niet worden beslist. Te overwegen maatregelen: 1. Voorzieningen treffen die de kans op een ongeval met de hogedruk aardgasleiding in het plangebied verkleinen, zoals het markeren en vrijhouden van de leidingstraat en het beschermen van de leiding tegen beschadigingen door graafwerkzaamheden [7]. 2. Werkzaamheden in de omgeving van de hogedruk aardgasleiding alleen onder strikte voorwaarden toestaan. [7] 5.2 Effectbeperkende maatregelen Het is ook mogelijk om maatregelen te nemen waardoor de effecten van een scenario op het plangebied beperkt kunnen worden. Te overwegen maatregelen: 3. Mogelijkheden onderzoeken om de constructies van (nieuwe) gebouwen zodanig uit te voeren dat bescherming wordt geboden tegen de effecten van een ongeval met gevaarlijke stoffen. [8] 4. In gebouwen voorzieningen treffen waardoor snel de toevoer van buitenlucht gestopt kan worden. 5.3 Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het effectgebied in staat zijn om zichzelf op eigen kracht in veiligheid te brengen. Te overwegen maatregelen: 5. Zeker stellen dat aanwezigen in het plangebied snel kunnen worden gewaarschuwd bij een (dreigend) ongeval met gevaarlijke stoffen. 6. Expliciete communicatie vooraf over de mogelijke gevaren en hoe men moet handelen bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Aanwezigen in het effectgebied moeten weten wat zij moeten doen wanneer er gealarmeerd wordt. Goed voorbeeld hiervan is: De wat doe je campagne. [9] 7. Bedrijven en woningbeheerders noodplannen laten opstellen waarin rekening wordt gehouden met een (dreigend) ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit bevordert de mogelijkheden om snel op een juiste manier op te treden. 5.4 Te overwegen maatregelen In tabel 12 op de volgende bladzijde worden de maatregelen die genomen kunnen worden ter beperking van het gevaar samengevat. In de tabel is een inschatting opgenomen van de bijdrage die een maatregel kan leveren. 11

Tabel 8. Te overwegen maatregelen en een inschatting van de bijdrage ervan. Bronmaatregelen 1. In het plangebied voorzieningen aan de hoge druk buisleiding en kerosineleiding treffen die de kans op een ongeval verkleinen 2. Werkzaamheden in de omgeving van de hoge druk buisleiding en kerosineleiding alleen onder strikte voorwaarden toestaan Ongeval met een Spoorketelwagon LPG Ongeval met een Spoorketelwagon benzine Ongeval met een Spoorketelwagon giftige stof Ongeval met een Hoge druk aardgasleiding 0 0 0 ++ 0 0 0 ++ Effectmaatregelen 3. Mogelijkheden onderzoeken om bij de constructies van (nieuwe) gebouwen rekening houden met de effecten van een ongeval met gevaarlijke stoffen ++ ++ ++ ++ 4. Ventilatievoorzieningen snel kunnen uitschakelen en sluiten 0 0 + 0 Maatregelen zelfredzaamheid 5. Snel kunnen alarmeren bij een (dreigend) ongeval met gevaarlijke stoffen + + + + 6. Communicatie vooraf over de gevaren en hoe te handelen 7. Opstellen van noodplannen waarin rekening wordt gehouden met een (dreigend) ongeval met gevaarlijke stoffen + + + + + + + + +++ zeer gunstig effect ++ gunstig effect + licht gunstig effect 0 geen effect 6. Referenties 1. Conceptontwerpbp Weespertrekvaart Midden. 2. Risicokaart, geraadpleegd op 15 januari 2013. 3. Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, versie 2010. 4. Concept besluit transportroutes externe veiligheid, november 2008. 5. Besluit externe veiligheid buisleidingen; 24 juli 2010. 6. Scenarioboek Externe Veiligheid; versie 1.0; april 2011. 7. Achtergronden bij vervanging van de zoneringsafstanden hoge druk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie; RIVM; rapport 620121001/2008; 2008. http://www.rivm.nl/milieuportaal/images/aardgas_methodiek_beschrijving_rivm-rapport.pdf 8. Bouwkundige maatregelen externe veiligheid; IPO 10; januari 2010. http://www.relevant.nl/download/attachments/5669066/catalogus+bouwkundige+maatregelen +externe+veiligheid+januari+2010.pdf?version=1&modificationdate=1265624272159 9. Wat doe je en de zelftest veiligheidscultuur. Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. http://www.watdoeje.nl/amsterdam 12

Cultuurhistorische verkenning en advies Industrieterrein OverAmstel Amsterdam 2012