AVIS N 41 du Conseil de l'egalité des Chances entre hommes et femmes du 9 mars 2001 sur la garantie de ressources aux personnes âgées (GRAPA)



Vergelijkbare documenten
Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. projet de loi instituant la garantie des ressources aux personnes agées

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Convention collective de travail du 27 juin 2011

IZ -OS Bijlage Annexe. Commission paritaire pour les employés des métaux non ferreux

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. relative à l enregistrement abusif des noms de domaine

paritaire pour les de travail adapté et les ateliers sociaux (CP 327)

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux

Par "travailleurs", on entend : le personnel ouvrier et employé, masculin et féminin.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2005

3-916/ /6. Proposition de loi portant modification de l'article 12 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. modifiant la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

Paritair Comité voor de audiovisuele sector - Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2006 met betrekking tôt de eindejaarspremie.

BAREME PRECOMPTE PROFESSIONNEL SUR PENSIONS BAREMA BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR PENSIOENEN VAN TOEPASSING VANAF 1 JANUARI 2016

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

M. NR N. i Convention collective de travail du 13 juin Paritair Comité voor het vervoer. Commission paritaire du transport

CSG & CRDS. Parijs, 9 maart Mr. Frank van Eig

BAREME PRECOMPTE PROFESSIONNEL SUR PENSIONS BAREMA BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR PENSIOENEN VAN TOEPASSING VANAF 1 JANUARI 2014

COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE TRAVAIL ADAPTE ET LES ATELIERS SOCIAUX CONVENTION COLLECTIVE TRAVAIL DU 10/12/2002

PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PROPOSITION D'ORDONNANCE VOORSTEL VAN ORDONNANTIE

NAR Nationale Arbeidsraad

BELGISCHE KAMER VAN TEKST AANGENOMEN IN PLENAIRE VERGADERING EN AAN DE KONING TER BEKRACHTIGING VOORGELEGD

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

FÉDÉRATION GÉNÉRALE DU TRAVAIL DE BELGIQUE ALGEMEEN BELGISCH VAKVERBOND

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. relative à la médiation en matière de divorce. betreffende de echtscheidingsbemiddeling DE BELGIQUE

COMMISSION PARITAIRE POUR LES EMPLOYES DU COMMERCE DE DETAIL CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU RELATIVE A LA DUREE DU TRAVAIL

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

ERRATUM ERRATUM. tijdelijk, hetzij na ontslag om andere. Commission paritaire de la transformation du papier et du carton n 136

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

COMMISSION PARITAIRE DE L'AGRICULTURE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 AVRIL 1999

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied. Artikel 1.

Koninklijk besluit van 8 februari 1999 tot vaststelling van de retributies bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 1990 op de

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

64360 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

REGLEMENT CHAMPIONNATS DE BELGIQUE C 500 REGLEMENT BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN

Wedstrijdreglement Hug the Trooper

- 568 / 5-95 / 96. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique WETSVOORSTEL

; : C.C.T. valable à partir du (A.R. demandé). C.P. COMMERCE ALIMENTAIRE -

2. Nombre de réfugiés reconnus titulaires du minimex Aantal erkende vluchtelingen die gerechtigd zijn op het bestaansminimum

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg

CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ONTWERP VAN ORDONNANTIE PROJET D'ORDONNANCE

CHAPITRE I : CHAMP. Article 1

Huwelijksvermogensrecht anno 2018 Régimes matrimoniaux en l an Hélène Casman & Marie Delbroek Greenille by Laga

ERRATUM ERRATUM PARITAIR COMITE VOOR DE LANDBOUW COMMISSION PARITAIRE DE. CAO nr van CCT du

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

FILIP PHILIPPE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKEJNGEN Directie van de Griffie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

46434 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

0 ^t *1 D NR. Paritair Comité voor de bewakingsdiensten. Commission paritaire pour les services de garde

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

"Bij overlijden wordt de volgende rangorde van begunstigde(n) in aanmerking genomen:

- 568 / 6-95 / 96. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique WETSONTWERP. tot wijziging van de samengeordende

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1953 No. 14 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 04 février 2016

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

CHAPITRE II. - Indemnité en cas d'utilisation de transport en commun

Caractéristiques de la voiture / Eigenschappen van de wagen :

/ 1-96 / 97. Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers WETSONTWERP

Parts de marché / Maarktaandelen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE VOORSTEL VAN ORDONNANTIE PROPOSITION D'ORDONNANCE

Drempels in België voor een toegankelijk, toereikend minimum inkomen. Les seuils pour un revenu minimum adéquat et accessible.

Art. 69bis. Carine Libert Hendrik Vanhees

PARITAIR COMITE VOOR DE GROTE KLEINHANDELSZAKEN COMMISSION PARITAIRE DES GRANDES ENTREPRISES DE VENTE AU DETAIL PC 311 CP 311

TRADUCTION OFFICIEUSE

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

LE VIEILLISSEMENT: Un anti-modèle VEROUDERING: Een anti-model

Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers / 1-95 / 96 WETSVOORSTEL

Document préparé par Marie Spaey, en collaboration avec Pauline de Wouters. Novembre 2009.

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. betreffende de vervanging van de ecocheques door een nettovergoeding

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

FAVV -AFSCA AC- Kruidtuin - FSC Kruidtuinlaan Brussel / Bruxelles. Verslag van infosessie bestek FAVV_DGLABO_CPM_2016 (29/06/2015)

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

COMMISSION PARITAIRE DES GRANDS MAGASINS CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 24 JUIN 1999 RELATIVE A LA FORMATION ET A L'EMPLOI DES TRAVAILLEURS

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

par les mots: «Lorsque des services qui ont entraîné l'assujettissement à un des régimes de pension des ouvriers, des employés, des des marins»

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. met betrekking tot het Belgische ontwikkelingsbeleid. relatif à la politique belge de développement

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET, A tous présents et à venir, SALUT,

De moderne stad. New York. Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens. Bologna. Toronto (Can.)

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. houdende uitbreiding tot de zelfstandigen van het voordeel van de vergoeding voor begrafeniskosten

Transcriptie:

AVIS N 41 du Conseil de l'egalité des Chances entre hommes et femmes du 9 mars 2001 sur la garantie de ressources aux personnes âgées (GRAPA) ADVIES NR 41 van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen van 9 maart 2001 betreffende de inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

2 AVIS N 41 du Conseil de l'egalité des Chances entre hommes et femmes du 9 mars 2001 sur la garantie de ressources aux personnes âgées (GRAPA) Introduction Le revenu garanti aux personnes âgées a été instauré par la loi du 1er avril 1969. Il s'agit d'un avantage relevant du système de l'assistance sociale, c'est-à-dire attribué sans qu'aucune cotisation ne soit exigée. Cette loi implique que l'assistance est devenue un droit dont l'exécution peut être poursuivie devant les tribunaux par la personne qui répond à certains critères objectifs. Pour rappel, toute personne arrivée à l'âge de la pension 1 peut prétendre au revenu garanti aux personnes âgées lorsque la somme de ses pensions et autres ressources est inférieure au montant du revenu garanti. On lui verse alors un montant en complément, ou le montant intégral du revenu garanti si elle ne dispose d'aucun revenu. Pour vérifier la réalité et l'importance de ces revenus une enquête sur les ressources est effectuée. En date du 1er janvier 2000, il y avait 93.762 personnes qui bénéficiaient du revenu garanti aux personnes âgées (RGPA), dont 72 % de femmes. ADVIES NR 41 van de Raad Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen van 9 maart 2001 betreffende de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Inleiding Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden werd ingesteld bij de wet van 1 april 1969. Het gaat om een voordeel dat voortvloeit uit het sociale bijstandsstelsel, dat met andere woorden wordt toegekend zonder dat een bijdrage verplicht is. Die wet houdt in dat de bijstand een recht is geworden waarvan de uitoefening kan worden afgedwongen voor de rechtbanken door een individu dat voldoet aan bepaalde objectieve criteria. Elkeen die de pensioenleeftijd 1 heeft bereikt, kan aanspraak laten gelden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden indien de som van zijn pensioenen en andere bestaansmiddelen lager is dan het bedrag van het gewaarborgd inkomen. Men ontvangt aldus een aanvullende uitkering of het integrale basisbedrag indien Men niet over een inkomen beschikt. De werkelijke staat van die inkomsten wordt gecontroleerd via een onderzoek naar de bestaansmiddelen. Op 1 januari 2000 genoten 93.762 personen een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB), waarvan 72% vrouwen. La transformation du RGPA en GRAPA 2 De omvorming van het GIB tot IGO 2 Selon l'exposé des motifs du projet de loi, la proposition de modification du RGPA en GRAPA vise à rencontrer les objectifs suivants : -l'égalité de traitement entre les hommes et les femmes ; -l'adaptation de la législation aux récentes évolutions sociales ; -la modernisation de la législation qui date de 30 ans. Volgens de memorie van toelichting van het ontwerp van wet beoogt het voorstel tot wijziging van het GIB in IGO: - de gelijke behandeling van mannen en vrouwen; - de aanpassing van de wetgeving aan de recente maatschappelijke veranderingen; - de modernisering van de 30 jaar oude wetgeving. 1 L'âge de départ à la pension est toujours fixée à 65 ans pour les hommes, par contre pour les femmes l'âge a été relevé progressivement de 60 à 65 ans de la manière suivante: - 61 ans entre le 1/07/97 et le 31/12/99-62 ans entre le 1/01/00 et le 31/12/02-63 ans entre le 1/01/03 et le 31/12/05-64 ans entre le 1/01/06 et le 31/12/08-65 ans à partir du 1/01/09. 1 De pensioensleeftijd bedraagt steeds 65 jaar voor mannen, voor de vrouwen is de pensioensleeftijd geleidelijk opgetrokken van 60 tot 65 jaar als volgt: - 61 jaar tussen 1/07/97 en 31/12/99, - 62 jaar tussen 1/01/00 en 31/12/02, - 63 jaar tussen 1/01/03 en 31/12/05, - 64 jaar tussen 1/01/06 en 31/12/08, - 65 jaar vanaf 1/01/09. 2 Doc. Chambre 50 0934/001 du 8 novembre 2000. 2 doc. Kamer 500934/001 van 8 november 2000.

Le Conseil examinera ces différents objectifs, tout en faisant une comparaison avec la législation actuelle sur le revenu garanti (RGPA) afin d'essayer de saisir la portée de la réforme proposée par le Ministre des Affaires sociales. *Egalité de traitement entre les hommes et les femmes Avant le 1 er juillet 1997, date à laquelle une profonde réforme est intervenue dans les régimes de pension des travailleurs salariés et travailleurs indépendants, l'âge minimum pour l'obtention d'un revenu garanti aux personnes âgées était de 60 ans pour les femmes et 65 ans pour les hommes. C'est dans le prolongement de la réforme précitée, que l'âge requis pour les femmes pour obtenir le revenu garanti aux personnes âgées a progressivement été relevé (comme pour les pensions) de 61 ans au 1er juillet 1997 à 65 ans au 1er janvier 2009. Toutefois, la Cour d'arbitrage avait estimé dans son arrêt n 62/97 du 28 octobre 1997 qu'une inégalité d'âge entre hommes et femmes dans un régime d'assistance, sans obligation de cotisation, était contraire à la Constitution. C'est pourquoi, contrairement à ce qui est prévu pour le revenu garanti aux personnes âgées, l'âge pour accéder à la GRAPA sera uniformément fixé en 2001 à 62 ans pour les hommes et les femmes, à 63 ans au 1er janvier 2003, à 64 ans le 1er janvier 2006, et enfin à 65 ans au 1 e r janvier 2009. 3 De Raad gaat over tot een analyse van de drie voormelde doelstellingen, en maakt een vergelijking met de huidige wetgeving inzake het gewaarborgd inkomen (GIB) om een beeld te kunnen krijgen van de draagwijdte van de door de Minister van Sociale Zaken voorgestelde hervorming. * Gelijke behandeling van mannen en vrouwen Vóór 1 juli 1997, datum waarop een ingrijpende hervorming werd doorgevoerd in de pensioenstelsels voor de werknemers en zelfstandigen, bedroeg de minimumleeftijd tot het verkrijgen van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden voor vrouwen 60 jaar, voor mannen 65 jaar. In de voortzetting van de voormelde hervorming wordt de vereiste leeftijd voor vrouwen voor een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (zoals voor de pensioenen) geleidelijk opgetrokken van 61 jaar op 1 juli 1997 naar 65 jaar op 1 januari 2009. Het Arbitragehof was in zijn arrest nr. 62/97 van 28 oktober 1997 evenwel van oordeel geweest dat een ongelijke leeftijd voor mannen en vrouwen in een bijstandsregeling, waarin geen bijdrageplicht geldt, in strijd met de Grondwet is. In tegenstelling tot wat geldt voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, wordt daarom de minimumleeftijd voor de IGO voor ouderen in 2001 voor mannen en vrouwen eenvormig op 62 jaar vastgesteld, op 63 jaar op 1 januari 2003, op 64 jaar op 1 januari 2006 en tenslotte op 65 jaar op 1 januari 2009.

4 * Adaptation de la législation aux récentes évolutions sociales La législation actuelle sur le revenu garanti aux personnes âgées correspond à une approche classique du modèle familial. Les droits sont déterminés en fonction de l'état civil de l'intéressé(e) et de ses moyens d'existence constatés par une enquête sur ses ressources. Ils sont attribués selon le cas au taux de ménage 3 ou au taux d'isolé 4. Pour l'octroi du revenu garanti au taux de ménage c'est l'âge du chef de ménage qui est retenu, et le conjoint est considéré comme une personne à charge qui justifie un relèvement du montant d'isolé. Depuis le 1er septembre 2000, le taux de ménage du RGPA est fixé à 753,05 EUR par mois. Lors de l'enquête sur les ressources 5, il est tenu compte des ressources des deux conjoints 6. Les ressources d'autres personnes cohabitant avec le bénéficiaire et/ou son conjoint ne sont pas prises en considération. * Aanpassing van de wetgeving aan de recente maatschappelijke en sociale evoluties De huidige wetgeving op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden komt overeen met een klassieke benadering van het gezinspatroon. De rechten worden bepaald in functie van de burgerlijke staat van de betrokkene en diens bestaansmiddelen, vastgesteld op basis van een onderzoek van diens bestaansmiddelen. Ze worden toegekend volgens het gezinsbedrag 3 of het bedrag als alleenstaande 4. Voor de toekenning van het gezinsbedrag van het gewaarborgd inkomen wordt de leeftijd van het gezinshoofd gebruikt, en wordt de echtgenoot beschouwd als een persoon ten laste die een verhoging van het bedrag als alleenstaande wettigt. Sinds 1 september 2000 is het gezinsbedrag van het GIB vastgesteld op 753,05 EUR per maand. Bij het onderzoek van de bestaansmiddelen 5 wordt rekening gehouden met de bestaansmiddelen van beide echtgenoten 6 De bestaansmiddelen van andere personen die samenleven met de gerechtigde en/of diens echtgenoot worden niet in aanmerking genomen. 3 Le taux ménage est accordé: - à la personne mariée et non séparée de corps qui habite avec son conjoint; - à la personne séparée de fait depuis 10 ans au maximum, dont le conjoint prétend à sa part du taux ménage. Dans ce dernier cas, le conjoint séparé de fait obtient le paiement de la moitié du revenu garanti 4 Le taux isolé est accordé: - à la personne séparée de fait depuis 10 ans au maximum, dont le conjoint ne fait pas valoir ses droits à une partie du revenu garanti; - aux conjoints séparés de fait depuis plus de 10 ans; - aux célibataires, veufs, veuves, conjoints séparés de corps et divorcés. 3 Het gezinsbedrag wordt toegekend aan: - een gehuwde persoon die niet van tafel en bed is gescheiden en die met zijn echtgenoot onder één dak woont - een persoon die reeds maximum 10 jaar feitelijk gescheiden is, en wiens echtgenoot aanspraak maakt op zijn deel van het gezinsbedrag. In het laatste geval verkrijgt de feitelijk gescheiden echtgenoot de helft van het gewaarborgd inkomen. 4 Het bedrag als alleenstaande wordt toegekend aan: - een persoon die reeds maximum 10 jaar feitelijk gescheiden is, en wiens echtgenoot geen aanspraak maakt op een deel van het gewaarborgd inkomen; - de echtgenoten die reeds 10 jaar feitelijk gescheiden zijn; - de ongehuwden, weduwnaars, weduwen, uit de echt - gescheiden en van tafel en bed gescheiden echtgenoten 5 En principe, toutes les ressources du demandeur et de son épouse sont prises en considération (revenus professionnels, revenus de propriétés immobilières, revenus de capital mobilier, prestations sociales). Certains revenus comme les allocations familiales ou certaines rentes alimentaires sont totalement immunisés. D'autres types de revenus bénéficient encore d'une immunisation partielle. 6 En cas de séparation de corps (comme en cas de divorce) ainsi qu'en cas de séparation de fait depuis plus de 10 ans, il est tenu compte pour chacun des conjoints uniquement de leurs ressources propres, et ceci en vertu du fait que dans ces cas précis les deux conjoints ont un droit personnel au taux d'isolé du revenu garanti. 5 In principe wordt rekening gehouden met alle bestaansmiddelen van de aanvrager en diens echtgenote (beroepsinkomens, inkomsten uit onroerende eigendommen, inkomsten uit roerend kapitaal, sociale uitkeringen). Bepaalde inkomens van sociale aard zoals de kinderbijslag of bepaalde alimentaties worden volledig vrijgesteld. 6 In geval van scheiding van tafel en bed alsook van feitelijke scheiding sinds meer dan 10 jaar, wordt voor allebei de echtgenoten enkel rekening gehouden met hun eigen bestaansmiddelen daar in deze precieze gevallen de beide echtgenoten een persoonlijk recht hebben op het bedrag als alleenstaande van het gewaarborgd inkomen.

Pour les partenaires non mariés cohabitants, il n'est pas tenu compte des ressources dont l'autre partenaire dispose. Ils perçoivent ainsi tous les deux un montant au taux d'isolé aux conditions d'âge de chacun d'entre eux. Depuis le 1er septembre 2000, le taux d'isolé du RGPA est fixé à 564,80 EUR par mois. Dans le cas d'espèce, ces deux personnes cohabitantes perçoivent donc ensemble 1.129,60 EUR, ce qui constitue un montant nettement supérieur à celui attribué à un couple marié. Par ailleurs, une enquête individuelle sur les ressources de chaque membre du ménage est beaucoup plus dangereuse. Contrairement à la législation relative au RGPA, la GRAPA introduira dans les nouvelles règles de calcul une égalité de traitement entre les couples mariés et les couples non mariés ainsi qu'entre les couples mariés et les personnes domiciliées au même endroit, sous prétexte de tenir compte de la "réalité sociale" (voir annexe 1). A cet égard, le Ministre des Affaires sociales affirme "qu'il en résultera une individualisation du droit à la garantie de ressources." En vertu du projet de loi, chacun des conjoints pourra prétendre à un droit individuel pour autant qu'il réponde aux conditions d'âge. Le montant de base de la GRAPA correspond à 375,01 EUR par mois (soit 4.500,01 EUR par an), indexé actuellement à 382,50 EUR par mois (soit 4.590,02 EUR par an 7 ). Ainsi, dans une famille classique, si les deux conjoints satisfont à la condition d'âge, au lieu de percevoir le montant actuel du taux de ménage du RGPA (752,98 EUR), ils auront chacun deux montants de base individuels identiques. Le ménage qui bénéficiera de la GRAPA disposera donc au total de 765,00 EUR. Ce que le projet qualifie d'individualisation des droits correspond en fait à un "splitting" du taux de ménage. 5 Voor de niet-gehuwde samenlevende partners wordt geen rekening gehouden met de bestaansmiddelen waarover de andere partner beschikt. Zij ontvangen bijgevolg beiden een bedrag als alleenstaande volgens hun beider leeftijdsvoorwaarden. Sinds 1 september 2000 is het bedrag als alleenstaande van het GIB vastgesteld op 564,80 EUR per maand. In dat geval ontvangen de samenlevende partners bijgevolg samen 1.129,60 EUR, een bedrag dat duidelijk hoger is dan het bedrag dat aan een echtpaar wordt toegekend. Een apart onderzoek van de bestaansmiddelen voor elk lid van het huishouden is overigens nog veel gevaarlijker. In tegenstelling tot de wetgeving betreffende het GIB, voert de IGO in de nieuwe berekeningsregels een gelijke behandeling in voor gehuwde en nietgehuwde koppels, en ook gehuwde koppels en personen die op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn, met het voorwendsel van rekening te houden met de maatschappelijke realiteit (zie bijlage1). In dat opzicht stelt Minister van Sociale Zaken dat het recht op inkomensgarantie bijgevolg wordt geïndividualiseerd. Krachtens het ontwerp van wet kunnen de echtgenoten beiden aanspraak laten gelden op een individueel recht voor zover zij voldoen aan de leeftijdsvoorwaarden. Het basisbedrag van de IGO stemt overeen met 375,01 EUR per maand (= 4.500,01 EUR per jaar), geïndexeerd 382,50 EUR per maand (= 4.590,02 EUR per jaar 7 ). Binnen een klassiek gezin zullen de echtgenoten - indien zij beiden voldoen aan de leeftijdsvoorwaarde - aldus twee gelijkwaardige individuele basisbedragen ontvangen in plaats van het huidige gezinsbedrag van het GIB (752,98 EUR). Het gezin dat de IGO geniet, zal dan in totaal 765,00 EUR ontvangen. Wat het ontwerp als individualisering van de rechten beschouwt, komt in feite overeen met een splitting van het gezinsbedrag. 7 4.590 euro.

Pour fixer le montant de la GRAPA, il sera tenu compte de toutes les ressources et des pensions, de quelque nature ou origine que ce soit, de toutes les personnes qui partagent la même résidence principale. La totalité du patrimoine sera, indépendamment de l'apport personnel de l'intéressé(e), divisée par le nombre de personnes, avant d'être portée en déduction du montant allouable. Il est fait exception pour les personnes âgées qui cohabitent chez leurs enfants. Les isolés, quant à eux, pourront prétendre à un montant majoré de 50%, c'est-à-dire à 573,75 EUR par mois (soit 6.884,99 EUR par an 8 ). Cette décision d'octroyer un montant majoré a été prise en tenant compte du fait que les frais fixes de la vie sont plus élevés pour un isolé que pour des bénéficiaires pouvant partager ces frais. La nouvelle législation ne permettra plus aux cohabitants non mariés d'obtenir chacun le taux d'isolé du RGPA, sauf dans les cas des droits acquis. Des mesures de protection seraient cependant prévues pour les intéressé(e)s qui, pour des raisons de santé, sont placé(e)s par exemple dans une maison de repos. Ils pourraient prétendre à un montant de base majoré de 50 % comme c'est le cas pour les isolés "purs". Pour le paiement de la garantie de ressources aux personnes âgées, une résidence en Belgique est indispensable tout comme c'est le cas pour le RGPA. Un bref séjour à l'étranger est autorisé pour un maximum d'un mois par an, à condition de le communiquer à l'avance. 6 Voor de bepaling van het bedrag van de IGO zal rekening gehouden worden met alle bestaansmiddelen en pensioenen - van welke aard of oorsprong ook - van alle personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen. Ongeacht de persoonlijke inbreng van de betrokkene in het vermogen, zal de totaliteit van het vermogen door het aantal personen worden gedeeld om op het toekenbaar basisbedrag in mindering te worden gebracht. Er wordt een uitzondering gemaakt voor de bejaarden die inwonen bij hun kinderen. De alleenstaanden kunnen aanspraak laten gelden op een bedrag, verhoogd met 50%, dus op 573,75 EUR per maand (= 6.884,99 EUR per jaar 8 ). De beslissing tot toekenning van een verhoogd bedrag werd genomen omdat de vaste levenskosten hoger zijn voor een alleenstaande dan voor de gerechtigden die deze kosten kunnen delen. De nieuwe wetgeving zal niet langer toelaten dat samenwonenden elk het bedrag als alleenstaande van het GIB ontvangen, behoudens in geval van verworven recht. Niettemin zou in beschermende maatregelen kunnen worden voorzien voor de betrokkenen die om gezondheidsredenen bijvoorbeeld in een rustoord worden geplaatst. Zij zouden - zoals de zuivere alleenstaanden - aanspraken kunnen laten gelden op een basisbedrag verhoogd met 50%. Voor de uitbetaling van de inkomensgarantie voor ouderen is een verblijfplaats in België een vereiste, zoals dat het geval is bij het GIB. Een kort verblijf van maximum één maand per jaar in het buitenland is toegelaten, mits dit op voorhand wordt medegedeeld. * Modernisation de la législation * Modernisering van de wetgeving L'exposé des motifs du projet de loi instituant la GRAPA, précise que "la modernisation s'exprimera - principalement sur le plan réglementaire - dans l'arrêté d'exécution". De plus, les progrès en matière d'informatique et de communication permettront de procéder d'office à la fixation et à la révision des droits de personnes âgées disposant de peu de revenu ou sans revenu. Les démarches administratives devraient être ainsi simplifiées. De memorie van toelichting van het ontwerp van wet tot instelling van de IGO stelt dat de modernisering voornamelijk op reglementair vlak - in het uitvoeringsbesluit tot uiting (zal) komen. Bovendien maken de evoluties op het vlak van de informatica en communicatie het mogelijk om ambtshalve over te gaan tot de vaststelling en de herziening van de rechten van bejaarden met een laag inkomen of zonder inkomen. De administratieve handelingen zouden dus beperkt moeten worden. 8 6.885 euro.

La conversion du "revenu garanti" en la "garantie de ressources aux personnes âgées" se fera d'office pour les bénéficiaires qui en retirent un avantage. Les bénéficiaires actuels du revenu garanti ne passeront donc au régime GRAPA que si les nouveaux montants améliorent leurs revenus. Les droits acquis ne seront pas touchés s'ils sont plus favorables aux intéressé(e)s. Appréciation Cette réforme est menée en vue de prendre en compte l'évolution de la société en matière de choix de vie, et ceci afin de ne plus faire de discrimination entre les personnes, notamment en ce qui concerne les couples mariés et non mariés. De plus, le projet Grapa est présenté comme une avancée vers l'individualisation des droits. Le Conseil pense cependant que ce principe n'a pas à être transposé tel quel dans un régime résiduaire d'assistance aux plus démunis. Pour rappel, l'individualisation des droits consiste à supprimer la référence à la situation de famille ou de ménage pour l'attribution des prestations de sécurité sociale. Elle vise à établir une symétrie entre les cotisations versées dans un système de protection sociale basé sur l'assurance (cotisations individuelles) et les droits aux prestations sociales, alors qu'actuellement ces droits sont fonction de la situation du ménage, notamment. Le Conseil réexprime sa conviction que l'individualisation des droits est absolument nécessaire pour lutter contre les discriminations entre les travailleurs et les travailleuses qui tous et toutes contribuent au financement de la sécurité sociale dans une démarche de solidarité. De plus, le Conseil s'inquiète du fait que le concept de l'individualisation des droits soit utilisé pour réduire les droits de certains. Si la mesure est présentée comme généreuse, elle ne l'est pas pour tout le monde puisqu'elle aura comme conséquence de diminuer le revenu octroyé à l'heure actuelle aux cohabitants qui ne bénéficieront plus que du montant de base de la GRAPA, lequel correspond dans la réalité au taux de ménage du RGPA divisé par deux. 7 De omzetting van het gewaarborgd inkomen in de inkomensgarantie voor ouderen zal ambtshalve gebeuren voor de gerechtigden die er baat bij hebben. Diegenen die nu recht hebben op een gewaarborgd inkomen zullen aldus enkel toetreden tot de IGO-regeling indien de nieuwe bedragen een verhoging van hun inkomen opleveren. Aan het verworven recht zal niet worden geraakt indien het voordeliger is voor de betrokkenen. Opmerkingen Deze hervorming wordt doorgevoerd in het licht van de maatschappelijke evolutie op het vlak van de keuze inzake leefwijze, zodat er niet langer een discriminatie zou zijn tussen gehuwde en ongehuwde koppels. Voorts wordt het ontwerp betreffende de IGO voorgesteld als een stap voorwaarts naar de individualisering van de rechten. De Raad is evenwel van mening dat dit principe niet als dusdanig moet overgeheveld worden naar het residuaire stelsel voor bijstand aan de minst gegoeden. De individualisering van de rechten bestaat immers in de schrapping van de verwijzing naar de gezinsof huishoudenssituatie bij de toekenning van de sociale zekerheidsuitkeringen. De individualisering is gericht op het bewerkstelligen van een symmetrie tussen de bijdragen die gestort worden binnen een sociale beschermingsregeling gebaseerd op de verzekering (individuele bijdragen) en de rechten op de sociale uitkeringen, terwijl die thans voornamelijk in functie van de gezinssituatie staan. De Raad herhaalt zijn overtuiging dat de individualisering van de rechten onontbeerlijk is in de strijd tegen de discriminaties tussen de werknemers en werkneemsters die allen uit solidariteit bijdragen tot de financiering van de sociale zekerheid. Voorts vreest de Raad dat het concept van de individualisering van de rechten zal worden aangewend om de rechten van sommigen te beknotten. Ook al wordt de maatregel als gul voorgesteld, is hij dat toch niet voor iedereen, omdat hij zal zorgen voor een daling van het huidige inkomen van de samenwonenden, die dan nog slechts het basisbedrag van de IGO zullen genieten, dat in werkelijkheid overeenstemt met het gezinsbedrag van het GIB gedeeld door twee.

Par cette réforme on pénalise, en effet, les cohabitants et donc leur choix de vie, non seulement en ne leur octroyant plus que le montant de base de la GRAPA, mais aussi en tenant compte des ressources de toutes les personnes qui partagent la même résidence principale pour fixer le montant à octroyer. Ces ressources seront réparties sur l'ensemble des personnes ce qui, bien sûr, est tout à fait en contradiction avec l'idée d'individualisation des droits et ne fera qu'aggraver la dépendance des uns à l'égard des autres. Il y a donc à la fois une extension de la notion de cohabitation et une extension de ressources prises en compte pour déterminer le montant qui sera octroyé dans le cadre de la GRAPA. Ceci étant, cette loi aura peut-être comme conséquence de décourager les personnes à faibles revenus à vivre ensemble, ce qui est regrettable dans une société où l'isolement est l'un des problèmes majeurs. Le Conseil constate également le caractère antisocial de cette partie de la réforme. En effet, au sein de la réforme GRAPA, la seule transformation des prestations qui étaient attribuées aux cohabitants au taux d'isolé et qui seront désormais attribuées selon le montant de base de la GRAPA, lequel équivaut à la moitié de l'ancien taux de ménage, permettra au régime de réaliser à terme (et "en régime de croisière") une économie de l'ordre de 15.185.957,33 EUR, et cela au détriment des personnes ayant les plus faibles revenus. Le Conseil s'inquiète également de la manière dont le contrôle prévu par cette loi (article 13) sera effectué en pratique par les fonctionnaires de l'office national des pensions. Il craint que le respect de la vie privée ne soit pas pleinement assuré lors de la procédure de contrôle. En outre, il souhaite que la terminologie utilisée dans le cadre du RGPA, à savoir "revenu" soit gardée dans le titre de loi relative à la GRAPA, car le terme "ressources", qui peut être compris comme englobant aussi des avantages en nature, est plus large en français que le terme inkomen en néerlandais. En conclusion, le Conseil estime que cette réforme constitue non seulement un recul en termes de droits individuels et de droits tout court, puisque les montants de revenu diminuent pour certains, mais aussi une atteinte aux droits des citoyens de choisir leur mode de vie. 8 Deze hervorming bestraft in feite de samenwonenden en dus hun keuze hun leefwijze, niet enkel door hen niet meer dan het basisbedrag van de IGO toe te kennen, maar ook door rekening houden met de bestaansmiddelen van alle personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen voor de vastlegging van het toe te kennen bedrag. Die bestaansmiddelen worden verdeeld over alle personen, hetgeen vanzelfsprekend geheel in tegenspraak is met de idee van de individualisering van de rechten en de afhankelijkheid van personen ten overstaan van elkaar nog versterkt. Er is dus zowel een verruiming van het begrip samenwonen als een uitbreiding van de bestaansmiddelen waarmee rekening wordt gehouden bij de bepaling van het bedrag dat zal worden toegekend in het raam van de IGO. Aldus zou het ontwerp van wet mogelijks de minder gegoeden kunnen ontmoedigen om te opteren voor het samenwonen, hetgeen jammer is omdat eenzaamheid één van de grootste kwalen in de samenleving is. De Raad stelt eveneens het antisociale karakter van dit gedeelte van de hervorming vast. Binnen de IGO-hervorming zal immers alleen al de transformatie van de prestaties die werden toegekend aan de samenwonenden naar het bedrag van een alleenstaande en die voortaan zullen toegekend worden volgens het basisbedrag van de IGO, wat overeenkomt met de helft van het oude gezinsbedrag, het stelsel toelaten om op termijn tot een besparing van 15.185.957,33 EUR te komen, en dit ten nadele van de minst gegoeden. De Raad heeft ook vragen bij de manier waarop de controle, zoals voorzien door deze wet (artikel 13), in de praktijk zal worden verricht door de ambtenaren van de Rijksdienst voor Pensioenen. Hij vreest dat de eerbiediging van de privacy niet volledig gewaarborgd zal worden bij de controleprocedure. Bovendien wil de Raad dat de term revenu die gebruikt werd in het kader van het GIB behouden blijft in de Franse titel van de wet inzake de IGO, omdat de term ressources, waaronder mede de inkomsten in natura kunnen worden verstaan, ruimer is in het Frans dan de term inkomen in het Nederlands. Tot besluit meent de Raad dat deze hervorming niet alleen een stap terug betekent in termen van individuele rechten, en rechten an sich, omdat de inkomensbedragen voor sommigen dalen, maar ook een aanslag vormt op de rechten van de burgers inzake de keuze van hun leefwijze.

Annexe 1 Bijlage 1 9 Nouvelles règles pour effectuer les calculs dans le cadre de la GRAPA L'imputation des ressources est d'application pour l'ouverture du droit à la garantie de ressources aux personnes âgées. Les modifications par rapport au revenu garanti aux personnes âgées sont : L'immunisation générale Le montant de 247,89 EUR pour les isolés et celui de 309,87 EUR pour les ménages n'ont plus été adaptés à l'index depuis 1974. Pour la garantie de ressources aux personnes âgées, ces montants deviennent 624,99 EUR* pour le montant de base, et 40.340 F (1.000,00 EUR) pour un isolé. Pour le calcul, il faut franchir les étapes suivantes dans l'ordre correct : 1 Immunisation particulière :37.199,99 EUR Condition immunisation particulière : une fois pour vente propre et habitation unique (déduction immédiate de la valeur vénale de l'habitation) 2. Immunisation de patrimoine : 6.199,99 EUR Nieuwe berekeningsregels in het raam van de IGO De verrekening van de bestaansmiddelen is van toepassing voor de toegang tot het recht op de inkomensgarantie voor ouderen. De wijzigingen ten opzichte van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden zijn de volgende: De algemene vrijstelling Het bedrag van 247,89 EUR voor de alleenstaanden alsook het bedrag van 309,87 EUR voor de gezinnen werden niet meer geïndexeerd sinds 1974. In het raam van de inkomensgarantie voor ouderen worden die bedragen opgetrokken tot 624,99 EUR voor het basisbedrag en 1.000,00 EUR voor een alleenstaande. Voor de berekening dienen de volgende stappen in een correcte volgorde te gebeuren: 1. Bijzondere vrijstelling: 37.199,99 EUR Voorwaarde bijzondere vrijstelling: eenmaal voor eigenlijke verkoop en enige woning (onmiddellijke aftrek van de verkoopwaarde van de woning) 2. Vrijstelling van vermogen: 6.199,99 EUR 3. Amortissement par an sur le patrimoine : 3. Jaarlijkse afschrijving op het vermogen: - Isolés : 2.000,00 EUR - Alleenstaanden: 2.000,00 EUR) - Taux de base : 1.250,00 EUR - Basisbedrag: 1.250,00 EUR 4. Tranches : - Jusque 18.600,00 EUR 4 % - Au-delà de 18.600,00 EUR 10 % Pour la cession de biens, on ne se reporte en arrière que de dix ans avant l'âge normal de prise de cours de la garantie de ressources aux personnes âgées. 4. Schijven: - Tot 18.600,00 EUR 4% - Boven 18.600,00 EUR 10 % Voor de afstand van goederen gaat men slechts tot tien jaar terug vóór de gebruikelijke leeftijd waarop de inkomensgarantie voor ouderen een aanvang neemt. - Les revenus immunisés, les revenus pour lesquels une immunisation partielle est d'application, les autres revenus, les avantages en nature, l'imputation de biens bâtis et non bâtis sur la base du RC restent d'application comme pour le revenu garanti aux personnes âgées. - De vrijgestelde inkomens, de inkomens waarvoor een gedeeltelijke vrijstelling geldt, de andere inkomens, de voordelen in natura, de verrekening van de bebouwde en onbebouwde goederen op basis van het KI blijven van toepassing zoals voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. * De ce fait, on accorde implicitement et d'une manière proportionnelle, aussi bien pour le RC des propriétaires que le loyer pour les locataires, une plus grande immunisation pour les montants à prendre en considération pour la fixation des ressources. * Aldus wordt impliciet en verhoudingsgewijs zowel voor het KI van de eigenaars als voor de huursom voor de huurders een aanzienlijkere vrijstelling toegekend voor de bedragen die in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van de bestaansmiddelen.