Asbest, wat mag en wat moet? Wet- en regelgeving over bewerken en verwijderen van asbest



Vergelijkbare documenten
html

Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van t/m heden

2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Asbest, hoe zit het nu echt?

Toezicht op Asbest. Regelgeving

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Bijlage G Model werkplan

Werken conform het rode boekje.

html

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

Ontwerp-Asbestverwijderingsbesluit 2005

Procedure asbest. Deze procedure is van toepassing op gebouwen en installatieonderdelen die voor 1994 gebouwd zijn.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV

Achtergronden, wet- en regelgeving voor het veilig werken met leidingen van asbestcement

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

Asbest Totaal Nieuwenhuizen HK Giessen

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS / AAI B.S. De Hooght Carmelietenstraat 21 te Waspik

DE ROL VAN GOEDE PRAKTIJKEN IN DE NEDERLANDSE ASBEST PRAKTIJK JODY SCHINKEL

Asbestinventarisatierapport volgens Bijlage XIIIA van het Arbeidsomstandighedenbesluit

Informatieblad. Asbest. Weet hoe het zit!

ASBEST INVENTARISATIE

Inspectus is een onafhankelijk adviesbureau

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

ASBESTINVENTARISATIERAPPORT conform SC 540. TYPE A Gewijzigd Bouwwerk. Monumentale Woonboerderij en opstallen Molenvaart BS LIEREN

Asbestinventarisatie type A volledig onvolledig (NEN 2991) ernstig blootstellingsrisico Asbestinventarisatie type B Asbestinventarisatie type G

Asbestinventarisatierapport volgens Bijlage XIIIA van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Brinkweg 34, 7021 BW te Zelhem

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend

Asbest Arbouw voor gezond en veilig werken

Rondetafelbijeenkomst Asbestsaneerders. Heeswijk 19 april 2012

Brouwersstraat 1 te Beneden-Leeuwen. Opdrachtgever: Woonstichting De Kernen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2015:10790, Bekrachtiging/bevestiging. Arbeidsomstandighedenbesluit 4.45

BROCHURE. ASBEST in kerkelijke gebouwen

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

GEZOND HANDMATIG KNIPPEN VAN BETONSTAAL. Opstellen van criteria op basis van krachtmetingen

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING

VOLLEDIGE ASBESTINVENTARISATIE TYPE A Conform SC 540. Tilburg Talent Square Hart van Brabantlaan 13 tm 29, 37 en 39 en St. Céciliastraat 2 te Tilburg

INFORMATIEBLAD. tombakker@bestvision.nl Aantal bladzijden : 25

Asbestinventarisatierapport volgens Bijlage XIIIA van het Arbeidsomstandighedenbesluit

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen

Technische instructie/handleiding

type A volledig Asbestinventarisatie conform SC540 Betreffende Twee schuren aan de Holthuisweg 17 te Winterswijk Woold

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS / (rev) Cambier van Nootenschool Burg. Schullstraat 2, Tiel

RPA-advies. Asbestinventarisatierapport. Projectnummer Datum onderzoek 3 augustus Onderzochte bouwkundige eenheid

Sanering van asbest(daken) op agrarische bedrijven

: Montagne Advies en Ontwikkeling BV

Volledige asbestinventarisatie type-a van perceel aan het Heeleind 82 te Bladel

Asbestinventarisatie conform SC540 type A

ASBESTINVENTARISATIE RAPPORT Type A

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Prins. Milieu Consultancy. Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad. op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg

ASBESTINVENTARISATIE (type A) ( dakconstructie van een schuur ) Beilerweg 4 Hooghalen Kenmerk:

Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur

Asbestinventarisatie conform SC540 type A

ASBEST BRON: ARBOUW EN ARBOCATALOGUS MENS & WERK

Asbestinventarisatierapport

Asbestinventarisatierapport volgens Bijlage XIIIA van de Arbeidsomstandighedenregeling. Almenseweg 62/62A, 7251 HS te Vorden

Sessie 7. Succesvol werken met protocollen. Otto Hegeman, OOM-advies

FOTO S ONDERZOEKSLOCATIE

Leergang Verhuur 2016, Asbest. Peter Kraak Projecten in volkshuisvesting BV

ARBOCATALOGUS Concept Asbest

ASBESTINVENTARISATIE Conform SC-540 Kas 3, 5, 6 en 7 Uiterweg 266 te Aalsmeer

ASBESTINVENTARISATIE TYPE-A

WPI SC-530 QUICKSCAN VKS ZAANDIJK M VD HOEK.DOC QUICKSCAN

ASBESTINVENTARISATIE (Type A, volledig)

Naam Dhr. Wouda Naam Adebo Milieu Advies bv. Adres Stierop 3 CI-certificaatnummer 05-D (DIA)

Asbestinventarisatierapport

Asbestinventarisatie van boerderij en opstallen Om de Kamp 22 te Ansen

ng verwijdering asbest uit een bouwwerk

Rapportnummer: /4437/DG Projectcode: HBA Bijlage 1: Overzichtstekening(en)

RPA-advies. Asbestinventarisatierapport. Projectnummer Datum onderzoek 13 maart 2017

Asbestinventarisatie conform SC540. type A volledig. Betreffende een Diverse schuren aan de Westeinde 160 te Nieuwleusen

ASBESTINVENTARISATIERAPPORT conform SC 540. TYPE A Bouwwerken. Schuur en duivenhok Veenhuizerweg AL APELDOORN

VTH. Toezicht en Handhaving. Hoe gaan we om met asbest

ASBESTINVENTARISATIE (Type A, volledig) de dak- en gevelconstructie van een schuur

RPA-advies. Asbestinventarisatierapport. Projectnummer Datum onderzoek 10 oktober Onderzochte bouwkundige eenheid School

Woning en bijgebouwen Gelukken LE Valkenswaard

Meldingsformulier sloopvoornemen asbesthoudende materialen Op basis van artikel bouwverordening en het Asbestverwijderingsbesluit

Asbestinventarisatierapport type B. Wenslauerstraat 22 Amsterdam. 'dak van bedrijfspand'

ASBESTINVENTARISATIE

PROTOCOL VOOR SANERING VAN ASBEST EN KERAMISCHE VEZELS EN KLACHTENREGELING

PRESENTATIE NVVA-SYMPOSIUM Asbest doorgeslagen?

ASBESTINVENTARISATIERAPPORT. Type-A conform SC-540

Gemeente: Bouw- en Woningtoezicht Toetsingslijst Sloopvergunningen/ sloopmeldingen ambt. regnr. Aanvrager : sloopadres : plaats :

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN

(Maart 2010) Pagina 1 van 7

Indien deze dubbele afsluiting om technische of veiligheidsredenen niet uitvoerbaar is, wordt dit omstandig in het werkplan gemotiveerd;

INVENTARISATIERAPPORT SC-540, TYPE A

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS/ A00. Woning en berging Admiralengracht 142-H 1057 GG Amsterdam. Datum: 21 juli 2015

Asbestinventarisatie type A volledig

Milieuwetgeving rond asbest:

Verbetering van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid

Spuitasbest. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Transcriptie:

Asbest, wat mag en wat moet? Wet- en regelgeving over bewerken en verwijderen van asbest April 2008

Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Binnen Arbouw participeren Bouwend Nederland, Federatie van Ondernemersorganisaties in de Afbouw (FOA), FNV Bouw CNV Hout en Bouw. Stichting Arbouw april 2008. Alle rechten voorbehouden. De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto s, illustraties, lay-out, grafische vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw ( de werken ), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen. De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo s te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of de betrokken licentiegever(s). Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie) producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her)gebruik daarvan door derden. Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor fouten in (de inhoud van) haar (informatie) producten noch voor eventuele (gevolg)schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit het (her)gebruik daarvan door derden. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 2 van 20

Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Algemene regels rondom asbest 5 2.1 Wet- en regelgeving 5 2.2 Verbod op asbest 5 2.3 Etikettering 5 3. Algemene werkzaamheden met asbest 7 3.1 Inleiding 7 3.2 Risicoklassen 7 3.3 Risicoklasse 1 8 3.4 Risicoklasse 2 11 3.5 Risicoklasse 3 14 4. Sloop- en verwijderingwerkzaamheden 15 4.1 Inleiding 15 4.2 Asbestinventarisatie 15 4.3 Deskundigheid 16 5. Asbesthoudend afval 18 5.1 Opslag asbesthoudend afval 18 5.2 Verpakking en vervoer van bulkmaterialen 18 Bijlage: Aandachtspunten bij de visuele 20 controle gebaseerd op NEN 2990:2005 nl Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 3 van 20

1. Inleiding Bij sommige werkzaamheden in de bouwnijverheid kan blootstelling aan asbeststof optreden. In deze brochure wordt de inhoud van de regelgeving besproken voor zover deze relevant is voor bouwbedrijven. In hoofdstuk twee worden de algemene regels rondom asbest weergegeven. Hoofdstuk drie behandelt het uitvoeren van algemene werkzaamheden waarbij blootstelling aan asbest kan plaatsvinden. Hoofdstuk vier gaat in op slopen en verwijderen van asbesthoudend materiaal. In hoofdstuk vijf worden asbesthoudend afval en het vervoer daarvan besproken. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 4 van 20

2. Algemene regels rondom asbest 2.1 Wet- en regelgeving De regelgeving over asbest staat in drie besluiten: productenbesluit asbest; asbestverwijderingsbesluit; arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit). Voor wie? Het productenbesluit asbest is geldig voor iedereen (werkgevers, particulieren, werknemers, et cetera). Het bevat een verbod op het bezit en bewerken van asbest en geeft regels over etiketteren van asbesthoudende producten. Voor het werken met asbest zijn regels opgenomen in het arbobesluit en in het asbestverwijderingsbesluit. Deze besluiten overlappen elkaar gedeeltelijk, maar hebben een verschillende doelgroep. Het asbestverwijderingsbesluit geldt voor opdrachtgevers, dat kunnen zowel particulieren als bedrijven zijn. Het arbobesluit is gericht op werkgevers en werknemers. Ook zelfstandigen zonder personeel vallen onder de asbestwetgeving uit het arbobesluit. 2.2 Verbod op asbest Het bezit en bewerken van asbest is volgens het productenbesluit asbest verboden, behalve voor: asbest en asbesthoudende producten die al voor 2005 in bezit waren; het maken van aanboringen; het uitvoeren van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden; het doen van laboratoriumonderzoek of het nemen van materiaalmonsters; het reinigen van kledingstukken en werktuigen; het afgraven, opslaan of vervoeren van afvalstoffen met asbest; het reinigen van afvalstoffen met asbest; het opruimen van asbest dat is vrijgekomen bij een incident. Let op: dit is algemene regelgeving voor iedereen. Dit betekent niet dat bovenstaande uitzonderingen ook gelden in de werksituatie. Kijk daarvoor in het asbestverwijderingsbesluit en/of in het asbestbesluit. 2.3 Etikettering Asbest, asbesthoudende producten en asbesthoudend afval moeten volgens het productenbesluit asbest worden voorzien van een duidelijk etiket (zie volgende pagina). Dit geldt niet voor bouwwerken, constructies, installaties en transportmiddelen. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 5 van 20

Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 6 van 20

3. Algemene werkzaamheden met asbest 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over algemene werkzaamheden waarbij blootstelling aan asbest kan optreden. Let op: vereisten bij sloop- en verwijderingswerkzaamheden of bij het vrijkomen van asbest bij een incident worden in hoofdstuk vier besproken. 3.2 Risicoklassen Voor werkzaamheden waarbij blootstelling aan asbest kan optreden, worden drie risicoklassen gehanteerd. Risicoklasse 1 is het laagst. De blootstelling is dan onder de grenswaarde. Omdat asbest kankerverwekkend is, zijn maatregelen ook bij lage blootstelling verplicht. Is de risicoklasse hoger, dan zijn aanvullende maatregelen vereist. In de tabel op de volgende pagina is de indeling in risicoklassen weergegeven met de verplichte maatregelen in steekwoorden erbij. Een toelichting op de maatregelen volgt na de tabel. De maatregelen gelden voor werkgevers, werknemers en voor zelfstandigen zonder personeel. Voor het uitvoeren van werkzaamheden in risicoklassen 2 en 3 raden wij aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf in te schakelen. Voor sloop- en verwijderingwerkzaamheden is dit verplicht (zie hoofdstuk 4). Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 7 van 20

Risicoklasse Concentratie asbest (over 8 uur) Maatregelen 1 0,01 vezel per cm³ - Melding - Concentratie zo laag mogelijk houden, door: o werkmethoden; o reinigen/onderhoud; o verpakken; o afvoeren. - Voorlichting - Opleiding - Meten en monsterneming - Extra maatregelen bij overschrijding grenswaarde - Visuele inspectie aan het eind van het werk 2 > 0,01 vezel per cm³ en Maatregelen risicoklasse 1 plus: <1 vezel per cm³ - Aanvullende maatregelen: o passende ademhalingsbescherming; o waarschuwingsborden; o containment; o werkvolgorde. - Werkplan - Hygiënische beschermingsmaatregelen - Eindbeoordeling - Arbeidsgezondheidskundig onderzoek - Registratie 3 1 vezel per cm³ Maatregelen risicoklasse 1 en 2 plus: - Verzwaarde eindbeoordeling 3.3 Risicoklasse 1 Bij risicoklasse 1 gelden verplichtingen voor de volgende onderwerpen: melding; het zo laag mogelijk houden van de concentratie; voorlichting; opleiding; meten en monsterneming; extra maatregelen bij overschrijding van de grenswaarde; visuele inspectie. Melding Voor aanvang van de werkzaamheden, zorgt de werkgever voor een melding aan de arbeidsinspectie. Deze melding bevat een beknopte beschrijving van: de plaats; de soorten en de hoeveelheden asbesthoudende producten; de werkzaamheden, de werkmethode, de risicoklasse; Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 8 van 20

het aantal betrokken werknemers; de datum en het tijdstip van aanvang en de duur van de werkzaamheden; de te treffen beheersmaatregelen. De melding moet schriftelijk of per e-mail gebeuren. Hiervoor gelden de volgende termijnen: in standaard situaties en bij een schriftelijke melding, minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden; in standaard situaties en bij een melding per e-mail, minimaal twee volle werkdagen (48 uur) voor aanvang van de werkzaamheden; bij spoedgevallen, twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden; als er onverwacht asbest wordt aangetroffen, onmiddellijk. Ook buiten kantoortijden is de arbeidsinspectie voor dit soort meldingen bereikbaar. Als er veranderingen optreden in de omstandigheden die ertoe kunnen leiden dat de blootstelling aan asbeststof aanzienlijk toeneemt, dan moet een nieuwe melding worden gedaan. De ondernemingsraad (OR), personeelsvertegenwoordiging (PVT) of (als er geen OR of PVT aanwezig is) belanghebbende werknemers mogen alle meldingen inzien. Het zo laag mogelijk houden van de concentratie De concentratie asbeststof moet zo laag mogelijk worden gehouden, door: werkmethoden te gebruiken waarbij geen asbeststof ontstaat of waarbij dat stof niet in de lucht komt; gebouwen, installaties en uitrustingen goed en regelmatig te reinigen en te onderhouden; asbest, asbesthoudend product of product waaruit asbeststof vrij kan komen, op te bergen en te vervoeren in een geschikte en gesloten verpakking; asbesthoudend afval zo snel mogelijk te verzamelen en af te voeren in de juiste verpakking en met een leesbaar etiket (zie 2.3). Voorlichting Er moet doeltreffende voorlichting worden gegeven over: de mogelijke gevaren voor de gezondheid; de noodzaak van toezicht op het asbestgehalte in de lucht en de geldende grenswaarden; de benodigde hygiënemaatregelen: o werkkleding mag alleen buiten het bedrijf of inrichting komen om het te laten reinigen in adequaat uitgeruste wasserijen; o werkkleding wordt dan vervoerd in gesloten verpakking; o de beschermende uitrusting moet op de aangewezen plaats worden bewaard en na ieder gebruik worden gereinigd en gecontroleerd. Een defecte uitrusting mag niet worden gebruikt. de maatregelen om blootstelling zo laag mogelijk te houden; Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 9 van 20

het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en kleding. Opleiding Als de werknemer blootgesteld kan worden aan asbest, dan moet hij een passende opleiding volgen, deze afsluiten met een diploma en deze regelmatig herhalen. De opleiding gaat over: de eigenschappen van asbest; de invloed van asbest op de gezondheid; de synergetische effecten van asbest en roken; de soorten producten en materialen die asbest kunnen bevatten; de handelingen die kunnen leiden tot asbestblootstelling en het belang van preventieve controles om blootstelling tot een minimum te beperken; veilige werkwijzen, controles en beschermingsmiddelen; de keuze en selectie, de beperkingen en het juiste gebruik van ademhalingsapparatuur; noodprocedures; ontsmettingsprocedures; de wijze waarop de verwijdering van afvalstoffen veilig kan worden uitgevoerd; eisen betreffende medisch toezicht. Meten en monsterneming De blootstelling aan asbest moet regelmatig opnieuw worden beoordeeld. Dit kan door het nemen van luchtmonsters of door een schatting te maken aan de hand van eerdere metingen in vergelijkbare situaties. De Stichting Certificatie Asbest (SCA) beheert een database met metingen. Deze database, genaamd SMA-rt, levert veel referentiemateriaal voor het beoordelen van blootstelling. De analyse van de luchtmonsters moet plaatsvinden in een laboratorium dat geaccrediteerd is door de Raad van Accreditatie (een RvA-accreditatie) op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17025. De blootstellingbeoordeling moet worden uitgevoerd door een medewerker van een dergelijk laboratorium of door een gecertificeerde arbeidshygiënist. De OR, PVT of (bij het ontbreken daarvan) belanghebbende medewerkers moeten in de gelegenheid worden gesteld hun oordeel te geven over de monsternemingsmethode. Zij mogen bovendien de meetresultaten inzien en krijgen desgewenst toelichting op de meetresultaten. Extra maatregelen bij overschrijding van de grenswaarde Als blijkt dat de grenswaarde toch wordt overschreden, dan moeten de volgende stappen worden genomen: 1. oorzaak achterhalen; 2. maatregelen vaststellen; 3. meten als alle maatregelen zijn ingevoerd; 4. verder met het werk. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 10 van 20

Zolang de maatregelen niet zijn ingevoerd, mag er alleen worden gewerkt als er voldoende bescherming wordt geboden. Als gewerkt wordt met ademhalingsbescherming, dan zijn extra pauzes noodzakelijk. Bij het vaststellen van het aantal extra pauzes moet rekening worden gehouden met fysieke en klimatologische omstandigheden. Er moet zo kort mogelijk worden gewerkt met ademhalingsbescherming. De OR, PVT of, bij het ontbreken van een OR of PVT, belanghebbende werknemers worden op de hoogte gesteld van de overschrijding en mogen hun oordeel geven over de maatregelen. Zij hebben recht op inspraak bij het vaststellen van extra pauzes als er ademhalingsbescherming wordt gedragen. Visuele inspectie Na afloop van de werkzaamheden moet op de betreffende arbeidsplaats een visuele inspectie plaatsvinden. Er mag geen asbest te zien zijn. De eindinspectie moet worden uitgevoerd volgens hoofdstuk 7 van de norm NEN 2990:2005nl. In de bijlage is een lijst met aandachtspunten voor de visuele controle opgenomen. De werkgever bepaalt wie de visuele inspectie uitvoert. Dat kan een eigen opgeleide werknemer zijn of een externe deskundige. 3.4 Risicoklasse 2 Als er sprake is van risicoklasse 2, dan zijn alle maatregelen uit risicoklasse 1 verplicht plus aanvullende maatregelen. Werkzaamheden in risicoklasse 2 mogen dus in principe door het bedrijf zelf worden uitgevoerd (mits aan alle voorwaarden is voldaan). Wij raden echter vanwege de complexiteit van alle maatregelen aan hiervoor een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf in te schakelen. Aanvullende maatregelen Er moeten aanvullende maatregelen worden genomen, waaronder in ieder geval de volgende: - er moeten passende ademhalingsbescherming en persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld. Het gebruik ervan is verplicht. - er moeten waarschuwingsborden worden aangebracht (zie onder); - verspreiding van asbeststof buiten de ruimte moet worden voorkomen (containment). De OR, PVT of (als er geen OR of PVT is) belanghebbende werknemers mogen hun oordeel geven over de maatregelen. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 11 van 20

Werkvolgorde Asbest en asbesthoudende producten moeten als het mogelijk is eerst worden verwijderd, voordat begonnen wordt met ander werk. Dit hoeft niet als het risico op blootstelling aan asbest hierdoor juist groter wordt. Werkplan Voor aanvang van het werk moet door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf (BRL 5050) een schriftelijk werkplan worden opgesteld. Dit bevat: - doeltreffende op de specifieke situatie toegespitste maatregelen; - de resultaten van het inventarisatierapport (als een dergelijk rapport verplicht is); - de naam van degene die de eindbeoordeling uitvoert; - een beschrijving van de maatregelen; - een beschrijving van de aard, duur en plaats van de werkzaamheden en van de werkmethode; - een beschrijving van de werktuigen, machines, toestellen en van de overige hulpmiddelen; - het aantal asbestwerkers. Het werk wordt uitgevoerd conform het werkplan. Het werkplan moet aanwezig zijn op de arbeidsplaats. Hygiënische beschermingsmaatregelen - er zijn doelmatige wasgelegenheden en doucheruimten; - er wordt een drietraps-ontsmettingsprocedure gevolgd in een decontaminatie-unit; - er zijn aparte zones voor eten en drinken; - er wordt geschikte werkkleding ter beschikking gesteld; - werkkleding wordt gescheiden opgeborgen van overige kleding; - de werkkleding mag alleen buiten het bedrijf of de inrichting komen om het te laten reinigen in adequaat uitgeruste wasserijen. Een adequate uitgeruste wasserij beschikt onder meer over: o zakken die in de wasmachine oplossen of een procedure waarbij de zakken uitsluitend onder water worden geopend; o procedures en voorzieningen om de kans op ongewilde besmetting teniet te doen; o procedures en voorzieningen om besmet afvalwater te filteren voor het wordt afgevoerd. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 12 van 20

- de werkkleding wordt dan vervoerd in gesloten verpakking; - de beschermende uitrusting moet op een aangewezen plaats worden bewaard en na ieder gebruik worden gereinigd en gecontroleerd. Een defecte uitrusting mag niet worden gebruikt. Eindbeoordeling Na afloop van de werkzaamheden (na het reinigen van de arbeidsplaats) moet een eindbeoordeling worden uitgevoerd conform NEN 2990:2005, voordat met andere werkzaamheden wordt gestart. In een binnenruimte bestaat de eindbeoordeling uit een visuele inspectie gevolgd door een eindmeting. De concentratie asbestvezels moet lager zijn dan 0,01 vezel per cm³ (referentieperiode 2 uur). De visuele inspectie wordt uitgevoerd door een bedrijf dat in bezit is van een RvA-accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004. De monsterneming moet worden uitgevoerd door een medewerker van een laboratorium dat een RvA-accreditatie heeft op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17025 of door een gecertificeerde arbeidshygiënist. In de buitenlucht bestaat de eindbeoordeling alleen uit een visuele inspectie die wordt uitgevoerd door een bedrijf dat in het bezit is van een RvA-accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004. Als het gaat om asbesthoudende grond, dan wordt bij de visuele inspectie vastgesteld of de concentratie asbest lager is dan 100 mg per kg droge stof. De visuele inspectie wordt uitgevoerd door een bedrijf dat in bezit is van een RvA-accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004. Arbeidsgezondheidskundig onderzoek Zolang een werknemer blootgesteld wordt aan asbest, wordt hij in de gelegenheid gesteld om minimaal eens in de drie jaar een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Voor de werknemers die vallen onder de CAO voor de bouwnijverheid en aanverwante CAO s is dit geregeld via het Gericht Periodiek Onderzoek (GPO) asbest. Dit GPO valt zoveel mogelijk samen met het PAGO. Als het resultaat van de GPO hiertoe aanleiding geeft, dan moet de werkgever maatregelen nemen om schade aan de gezondheid te voorkomen. Medisch toezicht moet na beëindiging van de asbestblootstelling worden voortgezet als een deskundige of een arbodienst dit nodig vindt. Registratie De gegevens van alle werknemers die blootgesteld worden aan asbest worden opgenomen in een register. Het gaat om de aard en de duur van de arbeid en om de mate van blootstelling. Deze gegevens kunnen worden ingezien door een gecertificeerde bedrijfsarts of door de arbodienst. Bovendien heeft iedere werknemer inzicht in de persoonlijke gegevens in zijn dossier. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 13 van 20

De OR, PVT of, bij het ontbreken daarvan, belanghebbende werknemers mogen gegevens (geanonimiseerd) inzien. 3.5 Risicoklasse 3 Bij risicoklasse 3 zijn alle maatregelen uit risicoklasse 1 en 2 verplicht. Daarnaast is een verzwaarde eindbeoordeling noodzakelijk. Dit wil zeggen dat er ook een eindbeoordeling plaatsvindt in de ruimten naast de arbeidsplaats waar asbestblootstelling plaatsvindt. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 14 van 20

4. Sloop- en verwijderingwerkzaamheden 4.1 Inleiding Voor bepaalde werkzaamheden gelden extra verplichtingen. Het gaat om de volgende werkzaamheden: het slopen van een bouwwerk of object waarvan de opdrachtgever het vermoeden heeft dat er asbest in kan zitten; het verwijderen van asbest uit een bouwwerk of object; het opruimen van materialen of producten na een incident, wanneer de opdrachtgever weet dat er asbest in zit. 4.2 Asbestinventarisatie Opdrachtgever Een opdrachtgever (ook een particuliere opdrachtgever) moet in bezit zijn van een asbestinventarisatierapport voor de in 4.1 genoemde activiteiten. Deze verplichting geldt niet voor: - een object of bouwwerk dat na 1 januari 1994 is gebouwd; - rem- en frictiematerialen; - wegen als bedoeld in het Besluit asbestwegen Wms. - het verwijderen van (maximaal 35 m 2 per perceel) geschroefde, asbesthoudende platen (niet zijnde dakleien) uit een woning of bijgebouw (woning mag niet voor beroep of bedrijf worden gebruikt); - het verwijderen van asbesthoudende vloertegels of vloerbedekking uit een woning of bijgebouw (woning mag niet voor beroep of bedrijf worden gebruikt); - het verwijderen van (maximaal 35 m 2 ) geschroefde, asbesthoudende platen (niet zijnde dakleien) van een vaartuig (het vaartuig mag niet voor beroep of bedrijf worden gebruikt). De opdrachtgever moet (een kopie van) de asbestinventarisatie verstrekken aan de partij die de werkzaamheden gaat uitvoeren. Bij risicoklasse 2 en 3 is de opdrachtgever aanvullend verplicht de werkzaamheden te laten uitvoeren door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestverwijdering (BRL 5050, t.z.t. SC 530). Uitvoerende partij De werkgever die de volgende werkzaamheden uitvoert, moet in het bezit zijn van een asbestinventarisatie: - het slopen van een bouwwerk of object waarvan hij weet dat er asbest in zit; - het verwijderen van asbest uit een bouwwerk of object; - het opruimen van materialen of producten na een incident. Let op: als er geen inventarisatie is, maar hij heeft het vermoeden dat er asbest aanwezig is, moet er alsnog een inventarisatie worden uitgevoerd. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 15 van 20

Dit geldt niet als het gaat om: - objecten of bouwwerken van na 1 januari 1994; - waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, mantelbuizen, voorzover onderdeel van ondergrondse, openbare gas-, water- en rioolleidingnet; - rem- en frictiematerialen; - geklemde vloerplaten onder verwarmingstoestellen; - asbesthoudende verwarmingstoestellen; - beglazingskit die is verwerkt in de constructie van kassen; - pakkingen uit verbrandingsmotoren; - pakkingen of delen uit procesinstallaties dan wel verwarmingstoestellen met een nominaal vermogen < dan 2250 kilowatt. - wegen als bedoeld in het Besluit asbestwegen Wms. Op grond van de inventarisatie wordt vastgesteld in welke risicoklasse de werkzaamheden vallen. De resultaten van de inventarisatie en de indeling in risicoklasse moeten worden opgenomen in een inventarisatierapport. Dit rapport en de inventarisatie moeten zijn opgesteld door een bedrijf dat in bezit is van het certificaat asbestinventarisatie (BRL 5052, t.z.t. SC 540). Een kopie van het rapport moet worden overhandigd aan het bedrijf dat het asbest verwijdert. Het certificaat asbestinventarisatie of een afschrift daarvan moet aanwezig zijn op de arbeidsplaats. Meestal zal de opdrachtgever het inventarisatierapport, dat hij heeft moeten laten maken, aan de werkgever overhandigen. Gebeurt dit echter niet, dan zal de werkgever zelf alsnog een asbestinventarisatierapport moeten laten opstellen.. 4.3 Deskundigheid Als er sprake is van risicoklasse 2 of 3, dan worden de volgende werkzaamheden verricht door een bedrijf dat in bezit is van een certificaat asbestverwijdering (BRL 5050, t.z.t. SC 530): het slopen van een bouwwerk of object waarvan de opdrachtgever weet dat er asbest in zit; het verwijderen van asbest uit een bouwwerk of object; het opruimen van materialen of producten na een incident, wanneer de opdrachtgever weet dat er asbest in zit; het reinigen van de arbeidsplaats na bovengenoemde handelingen. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor bouwwerken of objecten die op of na 1 januari 1994 zijn vervaardigd. Ook gelden de volgende verplichtingen: het asbestverwijderingsbedrijf moet voor aanvang van het werk in bezit zijn van een inventarisatierapport; Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 16 van 20

minstens één persoon in dienst van het asbestverwijderingsbedrijf moet gecertificeerd zijn voor het toezicht houden op het werken met asbest (SC 510, DTA-C); de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door of onder toezicht van iemand die gecertificeerd is als DTA-C; alle andere personen moeten in het bezit zijn van het certificaat vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest; als het gaat om asbesthoudende grond, dan moet een gecertificeerde arbeidshygiënist of gecertificeerde veiligheidskundige het werk begeleiden. afschriften van alle certificaten en van het inventarisatierapport moeten op de bouwplaats aanwezig zijn. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 17 van 20

5. Asbesthoudend afval 5.1 Opslag asbesthoudend afval Asbesthoudend afval moet netjes worden opgeslagen zodat er geen asbest meer vrijkomt. De volgende regels gelden: asbest moet gescheiden van niet-asbesthoudend materiaal worden verzameld; het asbesthoudend materiaal moet in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal worden ingepakt; het verpakkingsmateriaal moet direct worden afgesloten en opgeslagen in een afgesloten opslagplaats; als het materiaal te groot is voor niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal, dan moet het in een afgesloten container worden opgeslagen; het verpakkingsmateriaal moet voorzien zijn van een etiket (zie 2.3); asbesthoudend materiaal moet binnen twee weken worden afgevoerd naar een bedrijf dat een vergunning heeft om asbesthoudend afval te accepteren. 5.2 Verpakking en vervoer van bulkmaterialen Bulkmaterialen verontreinigd met asbesthoudende materialen moeten zodanig verpakt zijn en worden vervoerd, dat er geen asbesthoudende materialen vrijkomen in de omgeving. De volgende eisen gelden: de vrachtwagen van het type kipper, is voorzien van een lekdichte laadruimte met een stofdicht afsluitsysteem in de vorm van hydraulisch aangedreven kleppen met rubberen afdichting die vanuit de cabine kan worden bediend; de afsluiting van een laadruimte is zodanig robuust dat in geval van een calamiteit geen lading verloren gaat; de concentratie hechtgebonden asbest in grond, bagger, puin, puingranulaat, water, asbest- of crocidoliethoudende afvalstoffen of materialen is lager dan 10 gram per kilogram droge stof; de concentratie niet-hechtgebonden asbest in grond, bagger, puin, puingranulaat, water, asbest- of crocidoliethoudende afvalstoffen of materialen is lager dan 1 gram per kilogram droge stof; de gehaltebepalingen worden uitgevoerd conform NEN 5705:2001, NEN 5897:2005 of NEN 5896:2003; er worden tijdens het laden, lossen en vervoeren zodanige bronmaatregelen genomen, dat verstuiving of aërosolvorming visueel niet zichtbaar is. Dit is het geval als het vochtgehalte (via vernevelen) van de bulkmaterialen minimaal 10% is. Bij het lossen van bagger wordt geen bakkenzuiger gebruikt; cabines zijn voorzien van een overdrukfilter- en klimaatregelinginstallatie. De overdruk bedraagt minimaal 100 Pascal en maximaal 300 Pascal. Het debiet ligt tussen 12,5 en 120 kubieke meter lucht per uur. De installatie is voorzien van een systeem dat storingen signaleert; Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 18 van 20

voordat de vrachtwagen het werk- en het losterrein verlaat, wordt aanhangend vuil verwijderd door de vrachtwagen nat te reinigen. het werkwater wordt opgevangen en gefilterd voordat het wordt geloosd of gerecirculeerd. na het legen van de laadruimte worden restanten zorgvuldig verwijderd, bij voorkeur door nat reinigen; bij reinigingswerkzaamheden worden arbeidsbeschermende maatregelen genomen; tijdens het laden en lossen blijft de chauffeur in de vrachtwagen met een gesloten cabine; de chauffeur stelt zich op grond van vervoersdocumenten op de hoogte van de aard en samenstelling van de vracht. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 19 van 20

Bijlage Aandachtspunten bij de visuele controle gebaseerd op NEN 2990:2005 nl Aandachtspunten bij visuele controle Er mogen geen verpakt afval en/of andere losse obstakels aanwezig zijn die de inspectie belemmeren. De te inspecteren oppervlakken moeten droog en stofvrij zijn. Er moet gecontroleerd worden of alle te verwijderen asbesthoudende materialen ook daadwerkelijk zijn verwijderd. Niet verwijderbaar asbesthoudend materiaal moet van te voren in het werkplan staan beschreven. Fixatie mag alleen bij niet zichtbare vezelrestanten. Deze fixatie mag pas na de vrijgave worden aangebracht. Folie mag wel worden bespoten. Er moet een zeer nauwkeurige visuele inspectie plaatsvinden van bouwdelen/constructiedelen waarvan asbesthoudend materiaal is verwijderd. Er mogen geen restanten zijn achtergebleven. Visuele inspectie bij een buitensanering beperkt zich tot het saneringsgebied De toplaag van de bodem moet worden beoordeeld tot op een afstand van 5 meter van het bouwwerk of de constructie waaruit asbest is verwijderd. Bij zware regen, sneeuw of vorst is visuele controle praktisch onmogelijk. Bij sanering op agrarische bedrijven moet de situatie voorafgaande aan de sanering schriftelijk in het werkplan zijn vastgelegd. Eindinspectie in kruipruimten Natte kruipruimte moeten worden geïnspecteerd in overeenstemming met een buitensanering (geen luchtmonsters). Droge kruipruimten moeten worden beschouwd als een containment. Eindinspectie na een sanering met glovebag of couveusezak Visuele inspectie van de plaats waar asbest is verwijderd. Asbest, wat mag en wat moet? Pagina 20 van 20