Standaard FCI nr 167 / 22.01.1999 / F Vertaling aangeboden door BSC De Amerikaanse Cocker Spaniel De Amerikaanse Cocker Spaniel De Amerikaanse Cocker Spaniel is het kleinste lid van de " jachthondengroep". Hij heeft een fors, stoer, krachtig lichaam en een zuiver besneden en elegant hoofd, terwijl de hond geheel evenredig en van ideale hoogte is. Hij heeft een goede schofthoogte, rechte voorbenen met een ruglijn die licht afloopt naar een sterk gespierde achterhand. Hij kan een behoorlijke snelheid ontwikkelen en heeft een groot uithoudingsvermogen. Oorsprong De Engelse Cocker is de directe voorvader van dit aantrekkelijk ras. Tussen de beide Wereldoorlogen veranderde in Amerika de Cocker Spaniel zodanig van type dat op 11 september 1949 een eigen ras tot stand kwam. Hierdoor werd het onderscheid tussen de Engelse en Amerikaanse Cocker een feit. Er werd geen vreemd bloed ingekruist bij totstandkoming van de Amerikaanse Cocker Spaniel. De Ami is ingegeeld in de groep van de jachthonden en dikwijls is het jachtinstinct nog duidelijk aanwezig.
Indeling FCI Groep 8 : Wildapporteerhonden Opstoothonden van wild Waterhonden Sectie 2 : Opstoothonden van wild en in struikgewas Zonder bewijs van werk ( geen werkproef) Sociale omgang De Ami is een opgewekte, gevoelige en sociale hond, die lief is voor kinderen, ook de vriend van iedereen, eigenlijk een ideale gezinshond. De Ami heeft mensen nodig om gelukkig te zijn. Altijd goedgezind, een vrolijke kwispelaar. Door het onvoorstelbaar uithoudingsvermogen, is het een hond die uren kan wandelen. Hij is ook zeer geschikt voor gedrags- en gehoorzaamheidslessen en wedstrijden. De standaard Algemeen / karakter Hij heeft een natuurlijke elegantie en is helemaal niet bevreesd. Hoofd Een goed geproportioneerd hoofd, in evenredidheid met de rest van het lichaam. Voor de goede verhouding moet de afstand van de stop tot de punt van de neus, de helft zijn van de afstand van de stop over de kruin tot aan de schedelbasis. Hij straalt intelligentie, oplettendheid en zachtheid uit. Schedel Gewelfd, maar niet overdreven, zonder een neiging tot vlakheid. De wenkbrauwbogen zijn duidelijk aangegeven met een uitgesproken stop. De bottenpartij onder de ogen is goed besneden zonder opvulling bij de wangen. Neus De neusgaten zijn zeer goed ontwikkeld, wat typisch is voor een jachthond. Bij de zwarte en zwart met tan honden is de neuskleur zwart, bij de anderskleurigen mag de neus bruin, leverkleurig of zwart zijn. hoe donkerder, hoe beter. De kleur van de neus harmonieert met de kleur van de oogranden.
Voorsnuit Breed en diep met vierkante, even lange kaken. De bovenlip is vol met voldoende diepte om de onderkaak te bedekken. Gebit Sterke en volkomen gave tanden, niet te klein en een schaargebit vormend, d.w.z. de boventanden moeten juist over de ondertanden vallen en de tanden staan recht in de kaak. Ogen De oogbol is rond en vol en recht vooruit gericht. De vorm van de oogranden maakt dat het oog licht amandelvormig is. De oogleden moeten strak aansluiten en het oog mag niet uitpuilen. De kleur van de iris is donkerbruin en ook hier geldt, hoe donkerder, hoe beter. Oren Lobvormig, lang, met goede behaarde dunne oorlappen en aangezet in een lijn die niet hoger ligt dan het laagste deel van het oog. Hals De hals, die van een zodanige lengte is dat de hond de neus gemakkelijk naar de grond kan brengen, is gespierd en zonder keelhuidplooien. Voorhand De schouders liggen goed schuin en vormen een hoek van ongeveer 90 met de bovenarm, waardoor de hond in staat is zijn voorbenen gemakkelijk en goed te laten uitgrijpen. De schouders zijn scherp belijnd en niet beladen, maar zodanig gelegen dat de toppen van de schoft een hoek vormen die een ruime ribwelving toestaat. Achterhand De achterbenen hebben sterke botten en spieren, met een goede hoeking van het kniegewricht en krachtige, duidelijk aftekenende dijen. Het kniegewricht is sterk en zakt niet door, zowel in beweging als bij stilstand. De hakken zijn sterk en laag en van achteren gezien zijn de achterbenen evenwijdig aan elkaar, zowel in beweging als in stand.
Lichaam Het lichaam is kort, compact en zit stevig in elkaar en drukt kracht uit. De rug is stevig en loopt gelijkmatig, enigszins af van de schouder naar de aanzet van de staart. de heupen zijn breed en de achterhand goed gerond en gespierd. De borstkas is diep, het laagste punt ligt niet hoger dan de ellebogen en de voorzijde is voldoende breed om hart en longen genoeg ruimte te bieden, maar ook weer niet zo breed dat het voorwaarts bewegen erdoor wordt belemmerd. De ribben zijn diep en goed gewelfd. De Ami mag nooit een lange en lage indruk maken. Voeten Compact, groot, rond met hoornachtige zolen, niet naar binnen en niet naar buiten draaiend. De Hubertusklauwen mogen aan voor- en achterbenen worden verwijderd. Staart De staart is aangezet en werd gedragen in het verlengde van de ruglijn, of iets hoger, maar nooit recht omhoog zoals bij een Terriër en nooit zo laag dat de hond een bange indruk maakt. Als de hond in beweging is, is de beweging van de staart vrolijk. Nu een niet- gecoupeerde staart. Gang - beweging De Amerikaanse cocker, alhoewel de kleinste van de jachthonden, bezit een typerend jachthondengangwerk. Voor een goed gangwerk is er een eerste vereiste : evenwicht tussen voor- en achterhand. Hij moet stuwen met zijn sterke krachtige achterhand en de schouders en voorbenen moeten op de juiste wijze gebouwd zijn, zodat hij onbelemmerd en goed kan uitgrijpen bij het gaan. Bovenal is zijn gangwerk gecoördineerd, vloeiend en moeiteloos. De hond moet ruime gangen hebben en overdadige beweeglijkheid mag nooit worden aangezien voor een juist gangwerk. Vacht De vacht is zijdeachtig, glad of licht golvend en van een samenstelling, die een gemakkelijk onderhoud toestaat. Een overdadige of krullende of pluizige vacht dient bestraft te worden.
Kleur en aftekeningen -*De zwarte variëteit is éénkleurig zwart of zwart met tankleurige aftekeningen. Het zwart moet gitzwart zijn; een bruine of leverkleurige gloed in de vacht is ongewenst. Een weinig wit op borst en /of keel is toegestaan. Een witte vlek op een andere plaats leidt tot diskwalificatie. -* Andere éénkleurigen dan zwart of zwart met tan moeten een egale kleur hebben, al is lichter gekleurde bevedering toegestaan.. Een weinig wit op de borst en / of keel is toegestaan. Een witte vlek op en andere plaats leidt tot diskwalificatie. -* Bont bestaat uit twee of meer duidelijke kleuren, die voorkomen in duidelijk aangegeven aftekeningen. Eén van de kleuren moet wit zijn, ook bij de honden met tanaftekening. Het is wenselijk dat de tanaftekening op dezelfde plaatsen voorkomen als bij de zwarte en andere éénkleurige variëteiten. -* Schimmels horen tot de bonte variëteit en kunnen elk voorkomend schimmelpatroon hebben. Als de hoofdkleur 90% of meer bedraagt, leidt dit tot diskwalificatie. Tanaftekening : De kleur van de tan mag variëren van het lichtste crème tot het donkerste rood en mag 10% of minder van de kleur van de hond bedragen. Tanaftekeningen die meer dan 10% bedragen leiden tot diskwalificatie. Tanaftekeningen bij de zwarte of andere éénkleurige variëteiten bevinden zich op de volgende plaatsen: 1. een duidelijke vlek boven ieder oog 2. aan weerszijden van de voorsnuit en op de wangen 3. aan de binnenzijde van de oren 4. op de voeten en / of benen 5. onder de staart 6. op de borst ( niet verplicht; aan- of afwezigheid wordt niet bestraft) Niet duidelijk zichtbare of slechts vaag aangegeven tanaftekening worden bestraft. Tan op de voorsnuit dat over de neusrug samenvloeit wordt ook bestraft. Het ontbreken van tanaftekening bij de zwarte of andere éenkleurige variëteiten op een van de genoemde plaatsen leidt tot diskwalificatie.
Afmetingen De ideale schofthoogte voor een volwassen reu bedraagt 38 cm en voor een volwassen teef 35,5 cm. Een marge van 1,5 cm naar boven of beneden is toegestaan. Reuen die groter zijn dan 39,5 cm en teven groter dan 37 cm worden gediskwalificeerd. Volwassen reuen onder 37 cm en volwassen teven onder 34 cm worden bestraft Opmerking : De schofthoogte wordt bepaald door een loodlijn van de schoudertoppen naar de grond, waarbij de hond in een natuurlijke stand staat en zijn vooren achterbenen evenwijdig zijn aan deze loodlijn. Fouten Alle afwijkingen van bovenvermelde punten moet als fout aanzien worden en de mate waarin de fout wordt toegekend moet in verhouding staan tot het geheel. Diskwalificaties Kleur en aftekeningen * De bovenvermelde kleuren en aftekeningen zijn de enigen die toegelaten zijn. Alle andere kleuren of combinaties worden gediskwalificeerd. * Zwarte variëteit : Witte aftekeningen anders dan op voorborst en keel. * Andere éénkleurige variëteiten : Witte aftekening anders dan op voorborst en keel. * Tanaftekening : 1. tanaftekeningen die meer dan 10% bedragen 2. Ontbreken van tanaftekening op een van de daardoor aangewezen plaatsen bij een hond met tanaftekening. * Bonte variëteit : wanneer de hoofdkleur 90% of meer bedraagt * Hoogte : reuen meer dan 39,5 cm en teven boven 37cm. Opmerking Reuen behoren voor het oog duidelijk twee waarneembare testikels te hebben, welke volledig in het scrotum zijn afgedaald.