Orde van dienst voor de morgendienst op Eerste Paasdag 2019 Met medewerking van Predikant : Ds.T.Pleizier Organist : dhr.t.oldenhuis Koortje o.l.v. mw.c.schep Plaats : Hervormde kerk Siddeburen Aanvang : 9.30 uur 1
Orgelspel Welkom en mededelingen van de kerkenraad Zingen: Gez.215 Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heil'ge dag na angst en vrees, halleluja! Die ten dode ging aan t kruis halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars 't leven gaf, halleluja! Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heem'len Heer, halleluja! Eng'len juub'len Hem ter eer, halleluja! Stil gebed. Votum en groet Koorzang: Lof zij God in de hoogste troon Ik wil zingen van mijn Heiland, van de opgestane Heer Laat iedereen het horen Gods schepping is herboren 2
Gebod : Ef. 5 : 8-21 Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid en beproef wat de Heere welbehaaglijk is. En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht. Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de Naam van onze Heere Jezus Christus. Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods. Zingen : Psalm 148: 6 Naam van den Heer, die heilig zijt, gezegend uw aanwezigheid. Ver boven aard en hemel gaat de luister van uw hoge staat. God is nabij en zeer verheven Hij doet zijn volk in ere leven. Daarom gij schepping wijd en zijd, verhoogt den Heer en weest verblijd! 3
Koorzang: Heer, dat ik zomaar komen mag Gebed Schriftlezing : Joh. 20 : 1-18 1 En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf weggenomen was. 2 Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben. 3 Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf. 4 En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in. 6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. 7 En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats. 8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde. 9 Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan. 10 De discipelen dan gingen weer naar huis. De verschijning aan Maria Magdalena 11 Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf, 12 en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; 13 en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen: Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben. 14 En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. 4
15 Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: Mijnheer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen. 16 Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester. 17 Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. 18 Maria Magdalena ging en berichtte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had. Zingen : Gez. 80 : 1,3 en 4 Wij gaan met die ander binnen, vrijwillig in 't donker graf. Het achtergebleven linnen doet hem het geloof herwinnen. Leggen wij onze twijfel af? O Heer, laat een engel komen, opdat van ons moede hart de steen worde weggenomen. O Heer, laat een engel komen, want wij zijn in onszelf verward. 5
Verkondiging Koorzang: Heb je het blijde nieuws al gehoord, de Heer is opgestaan, jubel het uit prijs de Heer. Wij vieren het feest van Pasen weer Geloofsbelijdenis Zingen : Gez. 479: 1,2,4 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, de_onzeekre zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht. Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker waar zich het zaad verloren gaf. En vele korrels vormen saam een kostbaar brood in uwe naam. Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet. Gebeden 6
Collecten Zingen : Psalm 150 Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen. Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen. Zegen 7