Witte Donderdag Thema: één van jullie zal mij verraden Op deze avond vierde Jezus met zijn discipelen het Joodse paasfeest (de cedermaaltijd) en stelde Hij de viering van de Maaltijd van de Heer in. Dit werd het Laatste Avondmaal, waar Jezus ook de voeten waste van de discipelen. En het brood deelde met Judas die hem verraadde. De liturgische kleur is wit. Dat is omdat deze dag een voorschot neemt op Pasen en de dopelingen van de Paasnacht vroeger vanaf de Donderdag witte kleren droegen. Het was een teken dat hun oude leven na 40 dagen van inkeer was afgeworpen en een nieuw leven begonnen was met hun volwassendoop, te vergelijken met onze belijdenis. Welkom en aansteken liturgiekaars. Ontmoetend Intochtslied: 75: 1, 5 U alleen, U loven wij, U loven wij, onze Heer, want uw naam zo rijk van eer is tot onze vreugd nabij. Men vertelt in heel het land Al de wond'ren van uw hand (gemeente staat) 't Is de Heer die in zijn hand een beker heeft die Hij vult in zijn heilig ongeduld, die Hij vult tot aan de rand met de wijn die schuimt als bloed, bruist in volle overvloed. Bemoediging: V: Onze hulp is in de naam van de opgestane Heer A: Die hemel en aarde gemaakt heeft V: die ons zijn vriendschap en betrokkenheid liet zien A: En ons bekleedde met licht van zijn liefde! V: Amen Groet: V: Genade zij U en vrede van God onze Vader en van de Here Jezus Christus, die vandaag zijn Maaltijd bereid heeft. A: Amen Korte inleiding (Gemeente gaat zitten) Gebed van toenadering en om verlichting met de Heilige Geest
Lied: 681 (2x) Rondom het woord 1 e Lezing: Exodus 12: 1 t/m 8 en 11 t/m 14 2 e Lezing: Johannes 13: 18b t/m 30 Lied van Jezus en Judas Stef Bos Ik zie de afstand In jouw ogen Jij doet alsof ik niet besta Wij hebben zij aan zij gestreden Nu staan wij tegenover elkaar Het is te laat Om te bepalen Wie welke fouten Heeft gemaakt De rechter heeft zich Teruggetrokken En deze zaak Verjaard verklaard We hebben elk een kant gekozen Dat is de prijs van de gewoonte De val van vanzelfsprekendheid Jij ziet alleen nog Wat je zien wilt Als je naar mij kijkt Het is misschien de loop der dingen Want elk vuur wordt ooit geblust Ik voel hoe wij elkaar ontwijken Wij wachten op De Judaskus Preek - Uitleg Rondom de tafel (Orde 2, Op de avond dat de uittocht) Inleiding Collecte bij de Maaltijd van de Heer
Lied: 972: 1 en 10 1. Hoe goed, o Heer, is t hier te zijn, bij woord en water brood en wijn, waar alles ons een dag voorspelt dat hel en dood zijn neergeveld. 10. Geloofd zij God die eeuwig leeft. Geloofd Hij die zijn leven geeft! Geloofd Hij die ons leven doet: één lichaam uit één vlees en bloed. Nodiging Als teken van zijn liefde en voor allen die hem zoeken nodigt de Heer ons aan zijn maaltijd. Want Hij heeft gezegd: Ik ben het brood des leven; wie in Mij gelooft, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. Lofprijzing: U komt onze dank toe, Heer onze God overal en altijd door Jezus, onze Heer. En gezegend is Jezus, die komt in uw naam. Want Hij die ten onder ging aan mensen als wij en die verdronken is, in de diepte van de dood, als een licht is Hij opgegaan het levenslicht voor allen die ten dode opgeschreven zijn. Inleiding tot deling: Hij, ons Paaslam heeft in de nacht van de overlevering het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken het gebroken en aan zijn leerlingen gegeven en gezegd: Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt doet dit tot mijn gedachtenis. Zo heeft Hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt tot mijn gedachtenis
Lied 395 2. Op de avond van het paasfeest heeft Hijzelf ons uitgelegd, dat het brood ons werd gegeven als een teken van zijn leven, dat Hij uitdeelt aan zijn mensen, dat heeft Hij gezegd. 3. Op die avond toen de beker werd gezegend door de Heer, zei Hij: wat jullie misdeden, dat is nu voorgoed verleden, je mag leven van vergeving, nu en telkens weer. 4. Op die maaltijd van het paasfeest, op de avond voor zijn dood zei Hij: zelf zal ik er bij zijn op het feest waar jullie vrij zijn, op de maaltijd die God aanricht, en dat feest wordt groot! Daarom gaan wij zo meteen rond met het brood en rond met de wijn, want iedereen mag leven en een vrolijk en bevrijd mens zijn. Lofprijzing: In de donkerte van de Goede Week Loven wij de God die doorbreekt in het licht! Vredesgroet We geven elkaar nu de hand en wensen elkaar de vrede van Jezus (met: de vrede van Jezus voor jou of sjaloom ) Instellingswoorden Laten wij dan nu samen Gods maaltijd vieren -Het brood dat wij breken, het lichaam van Christus, het brood uit de hemel. -De beker met wijn, het bloed van Christus, de wijn van het koninkrijk. Komt nu allen, want de maaltijd van de Heer staat klaar.
Deling van brood en wijn (onder orgelspel) Dankgebed Voorbeden met gebedsacclamatie: Lied 25c telkens na zo bidden wij zingend : Wegbereiding Slotlied: 536: 1, 3, 4 (gemeente staat) 1 Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen in de veertig dagen, de tien geboden en de veertig slagen, dit hele leven dat geen leven is. 3 Maar, Heer, de haard van uw aanwezigheid zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken. Gij waart met ons, Gij zult ons niet ontbreken, Gij Hogepriester in der eeuwigheid. 4 Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven. Ons is een loflied in de mond gegeven, sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan. Zegen van God, beantwoord met gezongen 3x Amen