Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

Vergelijkbare documenten
Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Heuvelstraat 3 te Stokkum (gemeente Montferland)

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen rapport 2583

De Moer, plangebied De Hooivork (gemeente Loon op Zand)

Hunnissenstraat te Ell (gemeente Leudal) rapport 2130

Hogeweg 85 te Rossum, gemeente Maasdriel

De Kamp, Cothen. rapport 2089

Winterswijk, Spoorwegemplacement

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Ankeveen, A. Voetlaan. rapport 1633

Vier locaties (Woudmees, Dorpshuis, Gymzaal en Visnet) in Elst, gemeente Rhenen

Hoek Verkeersweg - Hoofdweg, Harderwijk rapport 3471

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Zwembad De Krommerijn te Utrecht

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Vianen, Plangebied Sluiseiland

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Rijnsloot te Cothen. rapport 2765

Baexem, Klooster Mariabosch (gem. Leudal) rapport 1009

Hoek Verkeersweg Hoofdweg, Harderwijk (gemeente Harderwijk)

Eelde, Kosterijweg (gem. Tynaarlo) rapport 515

De Vier Eiken, Oosteinde 14, Wapserveen, gemeente Westerveld

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Molenstraat 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35, Enschede (gemeente Enschede)

Alphen a/d Rijn, Polderflora. rapport 1039

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Baron van Nagellstraat/ Stationsweg te Harselaar rapport 2372

Groenlo Hartreize II fase 3 rapport 335

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Laakzone in de gemeente Nijkerk

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Volenbeekweg tussen 48 en 50, Ermelo rapport 3902

Aalten, IJzerlo, Dinxperlosestraatweg 145

Huis ter Heide (West), Sportpark (gemeente Zeist)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nekkeveld 5, Nijkerk. Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. J. Huizer

4 Archeologisch onderzoek

Perkpolder te Kloosterzande. rapport 2858

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

Bureau voor Archeologie Rapport 205. Hoefweg, Bleiswijk, gemeente Lansingerland: een booronderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Zuidzijde 58 te Bodegraven. rapport 2801

Locatie t Hofke 1 t/m 3 en De Gouwberg 9 en 11 te Rijsbergen, gemeente Zundert

Cuneraweg 362, 364 en 366 te Rhenen rapport 2357

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Weikesstraat 28 te Alem rapport 2098

Heesch - Beellandstraat

30 sept OU

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Doorn Oude Arnhemse Bovenweg 3 rapport 1821

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Aarlanderveen (gem. Alphen a/d Rijn), Zuideinde 20a/b rapport 1526

Reeverweg-West te Harfsen rapport 2122

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Montferland, Didam, Zandweg/Hoefijzer

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Frederik Hendrik Kazerne te Venlo rapport 1793

Buro de Brug Rapporten Archeologisch Bureauonderzoek en IVO-B Soesterengweg 22, Soest B09-31

Transect-rapport Sevenum, Vinkepas 16. Gemeente Horst aan de Maas (L)

Zandheuvelweg 4 te Baarn. rapport 3556

Cuneraweg 384 te Rhenen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Defensiemuseum te Soesterberg (gemeente Soest)

De Kouwe Noord/Bredeweg te Geffen rapport 2445

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Beekbergen, Dorpsstraat, gemeente Apeldoorn

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

Bureau voor Archeologie Rapport 268. Koninginneweg 2a, IJsselmonde, gemeente Rotterdam: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

Kloosterplantsoen/Jolandeplantsoen te IJsselstein

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Rotonde N318 Gendringseweg, Aalten rapport 2549

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Bureau voor Archeologie Rapport De Limiet 19-23, Vianen, gemeente Vianen: een booronderzoek

Bureau voor Archeologie Rapport 360. Bisschop Willebrandlaan 32, Zwolle, gemeente Zwolle: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

De Draai bouwveld 1j, Heerhugowaard rapport 3827

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Planlocatie Companjen te Oldebroek rapport 1820

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Circusterrein te Venray (gemeente Venray)

Inventariserend veldonderzoek verkennende fase Uitbreiding parkeerplaats Dorpstraat 28 te Harskamp, gem. Ede (Gld.)

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Transcriptie:

Wildemanstraat te Elst rapport 2766

Wildemanstraat, Elst, gemeente Rhenen Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek J. Holl

2 Colofon ADC Rapport 2766 Wildemanstraat te Elst, gemeente Rhenen Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteur: J. Holl In opdracht van: BOOT Organiserend Ingenieursburo ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 29 juni 2011 Foto s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Status onderzoek: definitief, 29-06-2011 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: E. Lohof ISBN 978-94-6064-757-4 ADC ArcheoProjecten Tel 033-299 81 81 Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Fax 033-299 81 80 Email info@archeologie.nl

3 Inhoudsopgave Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied 4 Samenvatting 5 1 Inleiding 7 2 Doelstelling en vraagstelling 7 3 Methodiek Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 8 3.1 Kader 8 3.2 Methode 8 4 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 9 4.1 Lithologische beschrijving 9 4.2 Interpretatie 9 5 Conclusies 10 6 Aanbeveling 10 Literatuur 11 Lijst van afbeeldingen en tabellen 11 Bijlage 1 Boorgegevens Bijlage 2 Boorkolommen

4 Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Provincie: Utrecht Gemeente: Rhenen Plaats: Elst Toponiem: Wildemanstraat Kadastrale gegevens: Rhenen, sectie H, nrs. 6293 & 5237 Kaartblad: 39E Oppervlakte plangebied Ca. 0,2 ha Coördinaten: 162.248/444.456; 162.303/444.456; 162.303/444.380; 162.248/444.380 Bevoegde overheid: Gemeente Rhenen Deskundige namens de bevoegde overheid: dhr. P.C. de Boer (regioarcheoloog Milieudienst Zuidoost-Utrecht) ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 47131 ADC-projectcode: 4130551 Periode van uitvoering: juni 2011 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-ybz-9wd

5 Samenvatting In opdracht van Boot Organiserend Ingenieursburo heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Wildemanstraat in Elst (gemeente Rhenen). In het plangebied zal woningbouw plaatsvinden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van een in 1995 door Asmussen en Odé uitgevoerd bureau- en booronderzoek en een in 2003 door Merkens uitgevoerd proefsleuvenonderzoek werden archeologische nederzettingssporen uit de IJzertijd verwacht. Volgens de opdrachtgever is het plangebied echter in het verleden sterk verstoord, waardoor deze resten mogelijk verloren zijn gegaan. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het plangebied is verstoord tot in de C-horizont. Verwacht wordt dat de bovenste 20 à 40 cm van de natuurlijke ondergrond recentelijk omgewerkt is. Het archeologische sporenniveau is hierbij naar verwachting zo goed als verloren gegaan. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.

6 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Tijd in jaren Nieuwe tijd Middeleeuwen: Late Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen Romeinse tijd: Laat-Romeinse tijd Midden-Romeinse tijd Vroeg-Romeinse tijd IJzertijd: Late IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege IJzertijd Bronstijd: Late Bronstijd Midden-Bronstijd Vroege Bronstijd Neolithicum (Jonge Steentijd): Laat-Neolithicum Midden-Neolithicum Vroeg-Neolithicum Mesolithicum (Midden-Steentijd): Laat-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Vroeg-Mesolithicum Paleolithicum (Oude Steentijd): Laat-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Vroeg-Paleolithicum Bron: Archeologisch Basis Register 1992 1500 - heden 450 1500 na Chr. 12 voor Chr. 450 na Chr. 800 12 voor Chr. 2000-800 voor Chr. 5300 2000 voor Chr. 8800 4900 voor Chr. tot 8800 voor Chr. 1050-1500 na Chr. 450-1050 na Chr. 270-450 na Chr. 70-270 na Chr. 12 voor Chr. - 70 na Chr. 250-12 voor Chr. 500-250 voor Chr. 800-500 voor Chr. 1100-800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 2000-1800 voor Chr. 2850-2000 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 5300-4200 voor Chr. 6450-4900 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 8800-7100 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr. 300.000 35.000 voor Chr. tot 300.000 voor Chr.

7 1 Inleiding In opdracht van Boot Organiserend Ingenieursburo heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Wildemanstraat in Elst (gemeente Rhenen, zie afb. 1 en 2). In het plangebied zal woningbouw plaatsvinden. Hierbij zal de bodem tot ca. 85 cm mv vergraven worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2 Doelstelling en vraagstelling Het plangebied is onderdeel van een groter plangebied, waarbinnen in de jaren 90 booronderzoek is uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende conclusies getrokken. Op grond van hetgeen reeds bekend is over de archeologie in de directe omgeving van het onderzoeksgebied, is verondersteld dat het onderzoeksgebied een hoge verwachting heeft voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Het door de Stichting RAAP uitgevoerde archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat aanwijzingen voor mogelijk waardevolle vindplaatsen aanwezig zijn in het plangebied (Bovendien zijn) op drie plaatsen zones aan te wijzen met 5 tot 10 aardewerkscherven per boring. Het betreft waarschijnlijk inheems aardewerk uit de IJzertijd (bijmenging van ouder prehistorisch aardewerk is niet uit te sluiten). Op deze locaties werd meestal een dikke humeuze bovenlaag aangetroffen (dikker dan 50 cm). De betekenis van de vondstconcentraties is vooralsnog onduidelijk, temeer omdat het in feite 'zwakke', vondstconcentraties betreft en er nergens een duidelijke 'cultuurlaag' werd aangeboord. Op vondstconcentratie A werden tevens enkele stukjes verbrande leem (roodleem) in het zeef residu aangetroffen. Verbrand leem kan duiden op de aanwezigheid van een huisplaats. De vondstconcentraties kunnen echter ook zijn ontstaan doordat het vondstmateriaal reeds in de IJzertijd met bemesting op het land is gebracht. Daar in het onderzoeksgebied in de meeste boringen een goed ontwikkelde (ongestoorde) B- horizont is aangetroffen, kunnen intacte en dus waardevolle archeologische grondsporen aanwezig zijn. Eventuele grondsporen kunnen zich natuurlijk ook buiten de aangegeven vondstconcentraties bevinden. Aangenomen kan worden dat bij bodemingrepen die dieper reiken dan 50 cm onder het maaiveld, waar dan ook in het onderzoeksgebied, eventuele nederzettingssporen verloren zullen gaan. 1 In afb. 3 is weergegeven hoe diep de humeuze bovengrond ten tijde van dit booronderzoek was op de locatie van het huidige plangebied. In het noordoosten was de bovengrond meer dan 50 cm dik, in het zuiden 30 à 50 cm dik en in het noordwesten was de bodem verstoord. Tijdens een proefsleuvenonderzoek ter plaatse van één van de tijdens het vooronderzoek aangetroffen vondstclusters (buiten het huidige plangebied) is gebleken dat archeologische sporen aanwezig waren in het hele onderzoeksgebied, dus ook buiten de vondstclusters. 2 Vandaar dat ook in het plangebied, hoewel gelegen buiten een dergelijk vondstcluster, archeologische sporen uit de IJzertijd verwacht worden. Volgens de grondeigenaren is de bodem in het plangebied in het verleden echter omgewerkt, waardoor de archeologische waarden mogelijk verloren zijn gegaan. De huidige woonwijk is aangelegd nadat het hierboven genoemde booronderzoek is uitgevoerd, waarbij de bodem mogelijk verstoord is geraakt. In overleg met de regio-archeoloog is besloten eerst een verkennend booronderzoek te doen, met als doel het bepalen van de intactheid van het bodemprofiel. Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend booronderzoek. Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: 1 Asmussen & Odé 1995. 2 Meurkens 2006.

8 - Is er in het plangebied een intact potentieel vondst- en/of sporenniveau aanwezig en zo ja, komt dit overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte niveau? - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologische waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologische waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Het booronderzoek is uitgevoerd op 16 juni 2011 door: J. Holl (prospector) en E. Lohof (senior prospector). 3 Methodiek Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.1 Kader De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.2 Landbodems, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak. De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. 3.2 Methode In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen. Er zijn vijf boringen verspreid over het plangebied uitgevoerd. De boringen zijn uitgevoerd met een 7 cm Edelmanboor tot 25 cm in de C-horizont tot gemiddeld circa 100 cm en maximaal 110 cm onder het maaiveld. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG- TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd. 3 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie en ingemeten met behulp van een meetlint. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden (10,4 à 10,8 m +NAP). 3 Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989.

9 4 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 4.1 Lithologische beschrijving De locatie van de boringen is weergeven in afb. 4. De boorgegevens worden gepresenteerd in Bijlagen 1 en 2. Het onderste pakket bestaat matig grof, zwak siltig, matig grindig zand. Dit zand is kalkloos, geel van kleur en bevat roestvlekken. De top van dit pakket bevindt zich op een diepte van 60 à 90 cm mv. Hierboven bevindt zich een vlekkerig pakket, bruin of grijs, matig fijn, zwak siltig zand. Dit zand is eveneens matig grindig en kalkloos, is humeus en bevat puinresten. In boring 5 is een fragment industrieel wit, recent aardewerk aangetroffen. 4.2 Interpretatie Op basis van de in (de omgeving van) het plangebied reeds uitgevoerde onderzoeken werden archeologische resten uit de IJzertijd verwacht. Tijdens het booronderzoek bleek echter dat de bodem is omgewerkt tot in de C-horizont. Tijdens het booronderzoek dat in 1995 in het plangebied is uitgevoerd, is in het grootste deel van het huidige plangebied een humeuze bovengrond van 30 à 50 cm mv aangetroffen. In het noordoosten was de humeuze bovengrond dikker dan 50 cm en in het noordwesten was een verstoord bodemprofiel aangetroffen. Tijdens het huidige onderzoek is in de boringen 3, 4 en 5 (waar in 1995 een 30 à 50 cm dikke humeuze bovengrond aanwezig was) is de C-horizont op 60 à 70 cm mv aangetroffen, terwijl deze in boring 1 (waar in 1995 een meer dan 50 cm dikke bovengrond aanwezig was) op 90 cm mv aanwezig was. Aangezien op AHN-beelden geen aanwijzingen voor afgraving of ophoging te zien zijn, kan hieruit de conclusie getrokken worden dat de bovenste 20 à 40 cm van de natuurlijke ondergrond recentelijk omgewerkt is. Vandaar dat wordt verwacht dat daarmee archeologische sporen zo goed als verloren zijn gegaan.

10 5 Conclusies De in de Inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Is er in het plangebied een intact potentieel vondst- en of sporenniveau aanwezig en zo ja, komt dit overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte niveau? Het plangebied is verstoord tot in de C-horizont. Verwacht wordt dat de bovenste 20 à 40 cm van de natuurlijke ondergrond recentelijk omgewerkt is. Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling hiervan? Op basis van in (de omgeving van) het plangebied uitgevoerde onderzoeken werden archeologische sporen uit de IJzertijd verwacht. Vanwege recente verstoringen wordt echter verwacht dat deze sporen zo goed als verloren zijn gegaan. In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? n.v.t. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? n.v.t. Indien de eventuele archeologische waarden niet kunnen worden behouden: Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? n.v.t. 6 Aanbeveling ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

11 Literatuur Asmussen, P.S.G. & O. Odé, 1995: Gemeente Rhenen; Archeologisch onderzoek Elst t Bosje. Amsterdam (RAAP-Rapport, 121). Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport, NITG 05-043-A). Meurkens, L., 2006: Elst Het Bosje (gemeente Rhenen); Resultaten van een inventariserend veldonderzoek. Leiden (Archol Rapport, 63). Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104. Delft. Lijst van afbeeldingen en tabellen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Dikte van de bovengrond tijdens het booronderzoek in 1995 Afb. 4 Boorpuntenkaart Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

12 Afb. 1 Locatie van het plangebied

13 Afb. 2 Detailkaart van het plangebied

14 Afb. 3 Dikte van de bovengrond tijdens het booronderzoek in 1995 4 4 Rasmussen & Odé 1995.

15 Afb. 4 Boorpuntenkaart

16 Bijlage 1 Boorgegevens nummer bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort bijmenging zandmediaan kleur kalkgehalte nieuwvormingen antropogene bijmengingen bodemhorizonten overig 0 60 zand zwak siltig; matig humeus; matig grindig matig fijn donker-; bruin-; grijs; kalkloos weinig puinresten weinig grijze vlekken; omgewerkte grond 60 90 zand zwak siltig; matig grindig matig fijn licht-; grijs-; bruin; kalkloos weinig grijze vlekken; omgewerkte grond 90 100 zand zwak siltig; matig grindig matig grof licht-; oranje-; geel; kalkloos weinig roestvlekken C-horizont 0 30 zand zwak siltig; matig humeus; matig grindig matig fijn donker-; grijs; kalkloos weinig puinresten bouwvoor 30 80 zand zwak siltig; matig grindig matig fijn bruin-; grijs; kalkloos weinig puinresten veel grijze vlekken; omgewerkte grond 80 110 zand zwak siltig; matig grindig matig grof geel; kalkloos weinig roestvlekken C-horizont 0 30 zand zwak siltig; matig humeus; matig grindig matig fijn donker-; bruin-; grijs; kalkloos spoor puinresten bouwvoor 30 70 zand zwak siltig; zwak humeus; matig grindig matig fijn bruin-; grijs; kalkloos weinig grijze vlekken; omgewerkte grond 70 100 zand zwak siltig; matig grindig matig fijn oranje-; geel; kalkloos weinig roestvlekken C-horizont 0 40 zand zwak siltig; matig humeus; matig grindig matig fijn donker-; grijs; kalkloos spoor puinresten omgewerkte grond; weinig grijze vlekken 40 70 zand zwak siltig; zwak humeus matig fijn grijs-; bruin; kalkloos weinig grijze vlekken; omgewerkte grond 70 95 zand zwak siltig; matig grindig matig grof oranje-; geel; kalkloos weinig roestvlekken C-horizont 0 15 zand zwak siltig; matig humeus matig fijn donker-; grijs; kalkloos bouwvoor 15 60 zand zwak siltig; zwak humeus; matig grindig matig fijn bruin-; grijs; kalkloos 60 90 zand zwak siltig; matig grindig matig grof oranje-; geel; kalkloos weinig roestvlekken C-horizont weinig bruine vlekken; omgewerkte grond; onderin inustrieel wit aw

'Bijlage 2 Boorkolommen' opname: 1 opname: 3 0 lithologie kleur horizont 0 lithologie kleur horizont dobrgr 30 dobrgr 60 ligrbr 90 100 liorge C 70 100 brgr orge C opname: 2 opname: 4 0 lithologie kleur horizont 0 lithologie kleur horizont 30 dogr 40 dogr 80 110 brgr ge C 70 95 grbr orge C ADC ArcheoProjecten Rapport 2766 Wildemanstraat, Elst

'Bijlage 2 Boorkolommen' opname: 5 0 lithologie kleur 15 dogr horizont naast de boorkolommen. De gebruikte lettercodes zijn: C = C horizont: Minerale of moerige horizont die weinig of niet is veranderd door bodemvorming, waarbij een O-, A-, E- of B-horizont wordt gevormd. Doorgaans zijn de bovenliggende horizonten uit soortgelijk materiaal ontstaan. 60 brgr 90 orge C Legenda (getekend volgens NEN5104) zand, zandig leem, siltig grind, grindig veen, humeus omgewerkt De kleur van het sediment staat in kleine letters rechts van de kolommen. Achtereen volgens worden de intensiteit, de bijkleur en de hoofdkleur vermeld. Minimaal wordt de hoofdkleur vermeld. De gebruikte codes zijn: li = licht br = bruin ge = geel gr = grijs or = oranje De bodems zijn beschreven volgens de handleiding bodemgeografisch onderzoek van het DLO-Staringcentrum. Daarin worden horizonten (in hoofdletters gecodeerd) en kleine-letter toevoegingen onderscheidden. De codes staan rechts ADC ArcheoProjecten Rapport 2766 Wildemanstraat, Elst