Liturgie 17 februari 2019 6 e zondag na Epifanie In deze dienst vieren wij het Heilig Avondmaal Voorganger: ds. Bernard H. Baakman Ouderling van dienst: Ulbert Hofstra Organist: Marijn Slappendel Grote of Barbarakerk Aanvang: 10.00 uur
VOORBEREIDING Orgelspel: 'Allegro con brio' uit 'Sonate 4 in Bes' van F. Mendelssohn Welkom en mededelingen In stilte worden de tafelkaarsen aangestoken (hierna gaat de gemeente staan) Bemoediging: V: Onze hulp is in de naam van de Heer G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT. Drempelgebed: V: Heer, wij staan hier voor U, met ons geloof en onze twijfel, met onze kracht en onze zwakheid, met onze vreugde en ons verdriet. G: HEER, BEHOED ONS, KEER ONS NAAR U TOE EN SCHENK ONS DE ADEM VAN UW GEEST. AMEN. Aanvangslied: Psalm 92: 1 en 2 (de gemeente gaat zitten) Kyrie: Gloria: V: Laten we de Heer aanroepen om ontferming voor de nood van de wereld Na 'daarom bidden wij' zingt de gemeente telkens: HEER ONTFERM U, CHRISTUS ONTFERM U, HEER ONTFERM U V: Wij prijzen Gods naam, want sterker dan de dood is zijn liefde, en verder dan onze nood reikt zijn trouw. Glorialied: Lied 985 Groet: V: De Heer zij met u. G: OOK MET U ZIJ DE HEER. Gebed van de zondag Inleiding op de lezingen Moment met de kinderen De kinderen nemen hun lantaarns mee en gaan naar de kindernevendienst 2
DE SCHRIFTEN Lezing: Jesaja 6: 1-9 1 In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. 2 Boven hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. 3 Zij riepen elkaar toe: Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit. 4 Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook. 5 Ik schreeuwde het uit: Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien. 6 Toen nam een van de serafs met een tang een gloeiende kool van het altaar en vloog daarmee op mij af. 7 Hij raakte mijn mond ermee aan en zei: Nu zijn je lippen gereinigd. Je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan. 8 Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: Wie zal ik sturen? Wie kan namens ons gaan? Ik antwoordde: Hier ben ik, stuur mij. 9 Toen zei hij: Ga en profeteer het volgende tegen dit volk: Luister goed, maar begrijpen zul je het niet; kijk goed, maar inzien zul je het niet. Lied: Hoort hoe God met mensen omgaat Tekst: Henk Jongerius Melodie: Sussex 2. Hoort hoe God met mensen omgaat, hoe Hij Adam koning schiep die zou heersen over alles wat Hij in het leven riep. 3. Hoort hoe God met mensen omgaat, Hoe Hij onze Schepper is die ons maakt tot zijn getuigen dragers van zijn beeltenis. 3
4 10. Hoort hoe God met mensen omgaat hoe Hij van zich spreken laat die bij monde van profeten met ons is in woord en daad. 12. Hoort hoe God met mensen omgaat hoe Hij ons een Dienaar zond die met liefde als zijn wapen ons voorgoed aan zich verbond. 13. Hoort hoe God met mensen omgaat hoe wij Hem ter harte gaan die ook hier tot ons zal spreken als wij vragen naar zijn Naam. Evangelielezing: Lukas 5: 1-11 1 Toen hij eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond en het volk zich om hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, 2 zag hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen. 3 Hij stapte in een van de boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land weg te varen; hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de boot. 4 Toen hij was opgehouden met spreken, zei hij tegen Simon: Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen. 5 Simon antwoordde: Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen. 6 En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zo n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren. 7 Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot dat die hen moesten komen helpen; nadat dezen bij hen waren gekomen, vulden ze de beide boten met zo veel vis dat ze bijna zonken. 8 Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens. 9 Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; 10 zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten. Jezus zei tegen Simon: Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen. 11 En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en volgden hem. Lofprijzing: (staande) U KOMT DE LOF TOE, U HET GEZANG, U ALLE GLORIE, O VADER, O ZOON, O HEILIGE GEEST, IN ALLE EEUWEN DER EEUWEN. Verkondiging Lied: 612
GEBEDEN EN GAVEN Dankgebed, voorbeden met acclamatie De kinderen komen terug uit de kindernevendienst. Collecten: 1. Inloophuis 2. Voor de kerkdienst Hulp bij de collecte van Ilse en Deborah Boonstoppel Orgelspel: 'Adagio' BWV 564/II van J.S. Bach VIERING HEILIG AVONDMAAL Nodiging Beurtspraak: V: De Heer zij met u. G: OOK MET U ZIJ DE HEER. Tafelgebed V: Verheft uw hart. G: WIJ ZIJN MET ONS HART BIJ DE HEER. V: Brengen wij dank aan de Heer onze God. G: HIJ IS ONZE DANKBAARHEID WAARDIG G: U KOMT ONZE DANK TOE, HEER ONZE GOD, OVERAL EN ALTIJD, DOOR JEZUS ONZE HEER. V: Want Gij hebt ons geschapen tot een leven van liefde en lofzang, en toen wij U loslieten hebt U ons vastgehouden en ons terug geroepen van een doodlopende weg. U hebt ons bevrijd uit de macht van donker en dood en ons uitzicht gegeven op een toekomst van licht: vrijheid, vrede, vreugde, voor al uw geliefde mensen. Daarom, Heer onze God, scharen wij ons bij allen die U belijden als de God van hun leven vervuld als wij zijn met lof, liefde en ontzag. 5
Sanctus en Benedictus 6 V: Gezegend zijt Gij, God onze Vader, en gezegend is Jezus die komt in uw Naam. Want hij is tot het uiterste gegaan om ons voor U te behouden. Hij heeft voor ons uit de doortocht gemaakt door de engte van de dood naar de ruimte van het leven. Zo is hij onze herder, de hoeder van zijn volk. Laat uw Geest zijn woorden vervullen nu wij doen wat hij ons opdroeg: Hij heeft in de nacht van de overlevering het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, het gebroken en aan zijn discipelen gegeven, en gezegd: Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo heeft hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd: Drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls u die drinkt, tot mijn gedachtenis. G: ZIJN DOOD GEDENKEN WIJ, ZIJN OPSTANDING BELIJDEN WIJ, ZIJN TOEKOMST VERWACHTEN WIJ, KOM HEER JEZUS KOM,
V: Bijeen tot zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, met dit brood en deze beker en wij bidden U: gedenk het offer van de Zoon van uw liefde en aanvaard ons offer van lof en dank, zend uw Geest op ons neer, de Geest die levend maakt, en herschep ons tot mensen die uw Zoon laten voorgaan en niet ophouden U te belijden en elkaar te behoeden, De ogen gericht op uw Rijk dat komt. Gezegend zij Uw Naam, God onze God, in goede en in kwade dagen, voor altijd en eeuwig, door Jezus Christus onze Heer. Onze Vader. (wij geven elkaar daarbij een hand) Vredegroet (wij wensen elkaar de vrede van Christus en geven elkaar een hand) Agnus Dei Uitdelingswoorden Delen van brood en wijn Bij het doorgeven van het brood kun je zeggen: Lichaam van Christus Bij het doorgeven van de wijn kun je zeggen: Leven van Christus Bij het ontvangen van brood of wijn kun je zeggen: Amen 7
Orgelspel tijdens de rondgang van het brood: 'Andante tranquillo' uit 'Sonate 3 in A' van F. Mendelssohn Lied tijdens de rondgang van de wijn: Dankgebed Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. Als alles duister is ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. (Taizé) Slotlied: Komt laten wij van tafel gaan (uit liefste lied van overzee deel 2 Sytze de Vries) (staande) 2. Zo begenadigd laten wij ééndrachtig volgen in zijn spoor, in woord en daad getuigen zijn, Hij gaat in hoop en vrees ons voor 3. Met liefde zijn waar mensen zijn is ons geheim dat moet gedeeld het werk dat Hij heeft ingezet ons hier in handen heeft gespeeld 4. Geef ons de moed, Gij Levende, die pelgrimstocht weer aan te gaan De dag van morgen daagt ons uit om nu al vrolijk op te staan. Zegen, door de gemeente beantwoord met gezongen 'Amen' Orgelspel: 'Prelude in c-moll' van F. Mendelssohn 8 * Na de dienst is er koffie, thee of limonade