Behandeling met botuline-toxine A bij kinderen
In overleg met de behandelend kinderuroloog heeft u besloten een botuline-toxine A (BTA) te laten uitvoeren bij uw kind. Dit gebeurt tijdens een kijkoperatie die plaatsvindt in het Kinderurologisch Centrum van het Radboudumc. In deze folder leest u wat de ingreep inhoudt en hoe u daarna uw kind thuis verzorgt. Informatie over de algemene gang van zaken rondom de operatie en het verblijf van uw kind op de Verkoeverafdeling (uitslaapkamer) vindt u in de brochure Behandeling en onderzoek onder anesthesie bij kinderen. Heeft u na het lezen van deze folders nog vragen dan kunt u altijd terecht bij de behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling. Wat is botuline-toxine A? Botuline-toxine A is een medicinale stof ( gif ) die de signaaloverdracht van zenuwvezels naar spieren onderbreekt. De werking van BTA kunt u vergelijken met het doorknippen van de telefoonlijn bij u thuis: als de lijn wordt doorgeknipt kunt u geen telefoongesprek meer voeren. Bij BTA: als BTA in een spier wordt gespoten kan die spier geen signaal meer ontvangen en verlamd daardoor. In de kinderurologie wordt BTA gebruikt voor de behandeling van een overactieve blaasspier. Een overactieve blaasspier kan verschillende oorzaken hebben. Na een BTA-injectie in de blaasspier verdwijnen bij de meeste patiënten klachten die het gevolg zijn van een overactieve blaas. Afdeling Urologie van het Radboudumc gebruikt voor het botuline-toxine de productnamen Botox en Dysport. U moet zich goed realiseren dat de behandeling van overactieve blaasklachten met Botuline Toxine A officieel niet is geregistreerd in Nederland. Dit houdt in dat de effectiviteit en de veiligheid van de toepassing van het middel voor de blaas nog niet is beoordeeld door de registratieautoriteiten. Tot nu toe zijn er weinig bijwerkingen gemeld en gezien de geringe hoeveelheid die toegediend wordt, is de verwachting dat er niet veel gemeld zullen worden. Hoe wordt BTA toegediend? Voor het juiste effect moet BTA direct in de blaasspier gespoten (geïnjecteerd) worden en wel op 10 tot 25 plaatsen in de blaas. Hiervoor gebruikt de kinderuroloog een lange injectienaald. Deze wordt door een blaaskijker (cystoscoop) op de juiste plaatsen geprikt. Op elk van die 10-25 plaatsen wordt een zeer kleine 1
hoeveelheid BTA geïnjecteerd. Omdat de injecties pijnlijk kunnen zijn geschiedt de ingreep onder algehele anesthesie (verdoving, narcose). Wat kunt u van de ingreep verwachten? De behandeling geeft nauwelijks bijwerkingen. Soms kan na injectie de urine iets bloederig zijn. Ook treden er soms wat griepverschijnselen op. Soms krijgt uw kind na de ingreep een blaaskatheter voor 24 uur om de urine af te voeren. Het effect van de behandeling is vaak al na ongeveer drie dagen te merken. De behandeling is effectief afhankelijk van de reden voor de injecties bij de meeste patiënten. BTA werkt gedurende zes tot twaalf maanden. Als het is uitgewerkt kan de behandeling herhaald worden. Vaak werkt BTA zo goed, dat uw kind nadien niet meer spontaan kan plassen. Voorafgaande aan de behandeling zal daarom veelal uw kind geleerd worden zichzelf te katheteriseren. De ingreep zal meestal pas plaatsvinden als uw kind zelfkatheterisatie onder de knie heeft. Opname / operatie Uw kind komt op de dag van opname of soms een dag voor opname op de afdeling. In principe blijft uw kind een nacht na de ingreep opgenomen en gaat de volgende dag naar huis. Soms is het mogelijk dezelfde dag nog naar huis te gaan indien uw kind al heel vroeg aan de beurt is. De kinderuroloog zal dit met u bespreken tijdens de middagvisite. Aandachtspunten Uw kind mag dezelfde dag gewoon baden of douchen Als uw kind fit is mag het weer naar school gaan, buiten spelen, zwemmen, fietsen en sporten. Wel moet u goed in gaten houden of uw kind een blaasontsteking krijgt. Dan moet u contact opnemen met de huisarts. Medicijnen Tijdens de operatie wordt bij het begin antibiotica gegeven. Daarna kan bij de meeste kinderen de thuismedicatie weer worden hervat. 2
Pijnbestrijding Het kan zijn dat uw kind de eerste dagen na de ingreep nog pijn heeft. Dan is het belangrijk dat uw kind pijnmedicatie krijgt zoals beschreven in de folder Behandeling of onderzoek onder anesthesie bij kinderen. De kinderuroloog zal u hierover meer vertellen. Complicaties Het kan voorkomen dat uw kind: Koorts krijgt. Pijn blijft houden bij het plassen. Pijn houdt ondanks gebruik van paracetamol. De eerste twee tot vier dagen na de ingreep bloederige urine heeft. Dit laatste is meestal het gevolg van de injecties en of de blaaskatheter en gaat bijna altijd vanzelf over. Het katheteriseren niet lukt. Bij één van bovengenoemde klachten is het raadzaam contact op te nemen met het ziekenhuis. U overlegt dan met de kinderuroloog of verpleegkundige van de verpleegafdeling of de polikliniek hoe u uw kind het beste kunt verzorgen. Als het nodig is, kan de geplande controleafspraak op de polikliniek worden vervroegd. Controle Meestal zes weken na ontslag heeft uw kind een controleafspraak bij de kinderuroloog. Als uw kind nog spontaan kan/mag plassen, moet uw kind proberen met een volle blaas te komen. Uw kind moet dan voordat er een echo wordt gemaakt op een speciaal toilet (flow) plassen. Afspraak annuleren Wilt u een afspraak annuleren? Dit kan nu direct via het invullen van het contactformulier. http://www.radboudumc.nl/afspraakurologie 3
Informatie opnameplanning: Voor informatie over de opnameplanning kunt u tussen 14.00-15.30 uur bellen met telefoonnummer: 024-361 36 46. 4
09-2015-6958 Adres Radboudumc Amalia kinderziekenhuis Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Polikliniek Kinderen en Jeugdigen, Gebouw Vrouw en Kind Begane grond, route 787 Contact 024-366 85 06 Medische en verpleegkundige vragen: verpleegafdeling Q2S: 024-361 38 80 of na kantooruren: 024-361 39 24 Informatie opnameplanning: 024-361 36 46 (tussen 14.00-15.30 uur) Radboud universitair medisch centrum Radboud universitair medisch centrum