Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 22 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek meteen gearresteerd

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 april 2014 Onderwerp Anti-homowet Oeganda

Landelijk Bureau. afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EH DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beoordeling. h2>klacht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058

Datum 8 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over overlast en geweld door bepaalde groepen asielzoekers in asielzoekerscentra

Datum 9 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over 'De enorme toename van criminaliteit in Kampen door asielzoekers

ECLI:NL:RBDHA:2016:14397

ECLI:NL:RBDHA:2016:11497

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

We constateren een jaar na de ingrijpende wijziging van het LHBTI-asielbeleid in juli 2018 dat:

Datum 31 januari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over bericht dat burgemeesters af willen van kansloze asielzoekers

Er zijn vier aanmeldcentra in Nederland: Schiphol, Ter Apel, Den Bosch en Zevenaar.

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

WI 2018/9 Horen en beslissen in zaken waarin lhbt-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 november 2017 in de zaak tussen

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

1. Beschikbare capaciteit bij de Nationale Politie voor de aanpak van mensenhandel 2. De Kabinetsreactie op het AMV rapport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Datum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken

Deze vragen werden ingezonden op 27 mei 2013 met kenmerk 2013Z10369.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 13 december 2016 Onderwerp Maatregelen t.a.v. (overlastgevende) asielzoekers uit veilige landen van herkomst

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

Vraag 1: Kent u de berichtgeving over het stijgende aantal asielaanvragen van Kosovaren in Nederland? 1)

AANVRAAGFORMULIER MEDISCH ONDERZOEK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 27 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht kansloze aangiftes bij mensenhandel

Deze vragen werden ingezonden op 19 maart 2013 met kenmerk 2013Z05428.

Geacht college, Met vriendelijke groet, mr. D.C. van Eeten Gemeentesecretaris gemeente Heumen

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 28 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Meer migranten claimen slachtoffer van mensenhandel te zijn"

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

5 Verlenging individuele beslistermijn

Datum 10 september 2014 Onderwerp Eerste reactie van het kabinet op het advies van de ACVZ inzake staatloosheid

Terugkeerproces Armeense kinderen. Plan van aanpak

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14697.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

IND-WERKINSTRUCTIE nr. 2006/25 (IMO Asiel)

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

van de Raad voor rechtsbijstand Bij brief van 23 april 2012, ontvangen door het secretariaat van de Klachtencommissie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Datum 2 november 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Omtzigt over het telefonisch intrekken van bezwaren

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127

Per fax van 18 augustus 2010 heeft de gemachtigde van klager een aanvulling op haar klaagschrift aan de commissie toegezonden.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast

Werkinstructie SUA. Openbaar. Directeuren IND cc DDMB Hoofddirecteur IND. WI 2019/1 Het beoordelen van asielaanvragen van verwesterde vrouwen

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 oktober 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 1 mei 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht COC wil dat Nederland Amerikaanse haatprediker weert

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

U vraagt asiel aan in Nederland. Waarom is het belangrijk dat u de brochure goed doorleest?

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 20 maart 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Migratie Directie Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv Ons kenmerk 2362675 Datum 13 november 2018 Onderwerp Aanpassing in beoordeling LHBTI en bekeerlingen Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Tijdens het algemeen overleg op 12 september jl. heb ik de Kamer toegezegd om een brief te sturen over de wijze waarop de aangepaste werkinstructies ten aanzien van de beoordeling van asielverzoeken van lhbti's en bekeerlingen door de IND worden toegepast. U vroeg mij om daarbij specifiek in te gaan op de vraag of de IND de werkinstructies op de juiste wijze uitvoert en om tevens in te gaan op de vraag waarom er geen comité van deskundigen in het leven is geroepen om advies te geven in zaken van lhbti-asielzoekers en bekeerlingen. U verzocht mij om daarbij een relatie te leggen met het begrip deskundige zoals dat in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt gehanteerd. Ook verzocht u mij om u te informeren over de manier waarop de toepassing van de aangepaste werkwijze gemonitord wordt en over de evaluatie dan wel de beoogde einddatum van de pilot in Den Bosch inzake het horen van lhbti s en bekeerlingen. Tenslotte zal ik nader ingaan op een aantal onderwerpen waarvoor het COC voorafgaand aan het algemeen overleg bij uw Kamer aandacht heeft gevraagd, voor zover deze gerelateerd zijn aan de inhoud dan wel toepassing van de nieuwe werkinstructie. Uitvoering werkinstructie door de IND Bij de beoordeling van lhbti- en bekeringszaken zal de nadruk in het gehoor liggen op vragen over persoonlijke ervaringen en betekenisgeving. Een asielzoeker kan zo makkelijker zijn authentieke eigen verhaal vertellen. Belangrijkste aanpassing in de werkinstructie voor lhbti s is dat de termen bewustwordingsproces en zelfacceptatie zijn geschrapt. Deze termen zijn niet langer het zwaartepunt in de geloofwaardigheidsbeoordeling. Hiermee is sprake van een verbetering van de methode waarmee de IND de geloofwaardigheid beoordeelt en motiveert. De aanpassing van de werkwijze die de IND hanteert bij de beoordeling van asielverzoeken van lhbti s en bekeerlingen houdt overigens geen beleidswijziging in. Het gaat erom dat er sprake is van een verbetering in de wijze van beoordeling van asielverzoeken. In de werkinstructie bekeerlingen wordt bijvoorbeeld onderkend en beschreven dat een bekering op verschillende manieren tot stand kan komen. Ook is er nadrukkelijker aandacht voor afvalligheid en wordt er niet meer verwacht dat een vreemdeling zich voorafgaand aan zijn bekering heeft verdiept in verschillende kerken en/of stromingen binnen een kerk. Voor wat betreft asielzaken die voor de publicatie van de nieuwe werkinstructie zijn gestart geldt dat, indien de overwegingen in een asielzaak van een lhbti vrijwel uitsluitend zagen op het bewustwordingsproces en/of op zelfacceptatie, een aanvullend gehoor of besluit nodig kan zijn. Als dit niet het geval is zal de vreemdeling nieuwe feiten moeten aanvoeren om te komen tot een

mogelijke herbeoordeling. Bij opvolgende aanvragen waarbij de seksuele gerichtheid voor het eerst naar voren gebracht wordt, wordt getoetst aan de nieuwe werkinstructie. De IND zal de vreemdeling niet vragen om zijn bewustwordingsproces te schetsen of aannemelijk te maken dat er sprake is van zelfacceptatie. Overigens kan het, gezien het individuele karakter van een asielaanvraag, voorkomen dat deze termen ook in de toekomst nog worden gebruikt, bijvoorbeeld in een beschikking of rechtszaak. Een authentiek verhaal of een uitgebreid persoonlijk relaas kan immers met zich meebrengen dat iemand overtuigend over zijn bewustwordingsproces heeft verteld of over de wijze waarop hij zijn seksuele gerichtheid heeft geaccepteerd. Deskundigen Ik vind het van belang dat verklaringen van derden bij de IND kunnen worden ingediend en dat ook gemotiveerd wordt waarom een dergelijke verklaring wel of niet meegewogen wordt in de beoordeling. Onder het indienen van verklaringen door derden versta ik uitdrukkelijk ook partners of belangenorganisaties. De IND motiveert, op grond van de nieuwe werkinstructies voor lhbti s en bekeerlingen, meer nog dan voorheen op welke wijze de verklaringen van derden bij de beslissing op het asielverzoek zijn meegenomen. De Awb geeft, in artikel 3.5, de mogelijkheid om als adviseur een persoon of college in te stellen, dat bij of krachtens wettelijk voorschrift belast is met het adviseren over door een bestuursorgaan te nemen besluiten. Het gaat dan om situaties waarin een bestuursorgaan zelf niet in staat is om, zonder gebruik te maken van een deskundigenadvies, een zorgvuldig besluit te nemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het inwinnen van medisch advies. Waar het asielverzoeken van lhbti s en bekeerlingen betreft is het belangrijk dat zowel de seksuele gerichtheid als de vraag of iemand bekeerling is geen losse elementen zijn die apart kunnen worden beoordeeld. De toets moet altijd plaatsvinden als onderdeel van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling waarbij alle relevante feiten en omstandigheden door de IND moeten worden betrokken. De IND moet daartoe een integrale afweging maken: dit betreft niet alleen de geloofwaardigheid maar ook bijvoorbeeld de actuele situatie in het land van herkomst. Het gehele dossier moet in samenhang worden bezien. Dit blijkt duidelijk uit de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van begin dit jaar 1, waarin het Hof concludeerde dat de beslissingsautoriteit, in Nederland de IND, verantwoordelijk blijft voor de asielbeslissing en dat daarom noch de IND, noch de rechter zich uitsluitend mag baseren op een deskundigenadvies en dat de beslissingsautoriteit noch de rechter aan een deskundigenadvies zijn gebonden. Ook uit Europese regelgeving volgt dat het de taak van de beslissingsautoriteit is om, met de vereiste deskundigheid en de waarborgen waarmee de bestuurlijke procedure is omgeven, een besluit te nemen op een verzoek om internationale bescherming. Deze verantwoordelijkheid als zodanig kan niet worden overgedragen of uitbesteed aan een externe deskundige. Ik vind daarom dat het instellen van een op basis van een wettelijk voorschrift ingesteld college van deskundigen voor zaken van lhbti s en/of bekeerlingen geen toegevoegde waarde heeft. De IND is immers als enige verantwoordelijk voor het besluit op het asielverzoek en moet daartoe een integrale afweging maken. Wel hecht ik eraan dat derden, bijvoorbeeld partners of belangenorganisaties, verklaringen kunnen indienen bij de IND. Voor wat betreft verklaringen van derden geldt dat de IND deze met name beoordeelt op de aanwezigheid van nieuwe feitelijke informatie. Een verklaring van een derde heeft voor de IND dan 1 Arrest van het Europese Hof van Justitie d.d. 25-01-2018 Pagina 2 van 6

ook vooral meerwaarde als het gaat om eigen waarnemingen van derden die nieuwe feitelijke informatie bevatten, of een bevestiging van feitelijke informatie die al door de vreemdeling naar voren was gebracht. Louter een andere interpretatie van het asielrelaas of een alternatieve beoordeling van de geloofwaardigheid zal niet voldoende zijn. Evaluatie pilot Den Bosch In mijn brief over de beoordeling van de geloofwaardigheid van bekeerlingen en lhbti s 2 werd uw Kamer geïnformeerd over een pilot in aanmeldcentrum Den Bosch. Sinds begin 2018 wordt hier een werkwijze gehanteerd waarin een groep medewerkers met meer dan gemiddelde expertise in lhbti- en bekeringszaken ingezet wordt bij asielverzoeken waarbij het op voorhand duidelijk is dat het om een lhbti- of bekeringszaak gaat. Positief onderdeel van de pilot is dat een groep medewerkers die meer dan gemiddeld expertise heeft opgebouwd in lhbti- of bekeringszaken een rol heeft in het signaleren van knelpunten en het verspreiden van kennis en best practices. Anderzijds is inmiddels duidelijk dat de pilot logistieke uitdagingen met zich meebrengt, omdat vaak niet van tevoren bekend is of een asielzoeker een asielverzoek op grond van bekering of seksuele gerichtheid zal doen. De evaluatie van de pilot zal voor het zomerreces worden afgerond. Ik zal uw Kamer hierover berichten. Monitoren van beleid Tijdens het algemeen overleg kwam al aan de orde dat ik veel belang hecht aan de in deze brief behandelde onderwerpen. Hierover vindt dan ook periodiek intern overleg plaats. De IND medewerkers hebben voorlichting ontvangen over de toepassing van de nieuwe werkinstructies en ik heb de IND verzocht om, onder andere via de lhbti- en bekeringscoördinatoren, de juiste toepassing van de nieuwe werkinstructies te monitoren. Daarnaast kunnen besluiten van de IND door de rechter in beroep en hoger beroep worden getoetst. Tevens krijg ik signalen van uw Kamer en/of van belangenorganisaties als er knelpunten zijn in de (wijze van) toepassing van beleid. Vragen COC ter voorbereiding op algemeen overleg Het COC heeft uw Kamer, voorafgaand aan het algemeen overleg, schriftelijk een aantal suggesties doen toekomen. Onderstaand treft u mijn reactie aan. Zelfidentificatie en voordeel van de twijfel Het COC vraagt om zelfidentificatie uitgangspunt te maken van de beoordeling van het asielverzoek dan wel minimaal tot zwaartepunt van het beleid te maken. Tevens zou in de werkinstructie een passage moeten staan over het voordeel van de twijfel. Als reactie hierop wil ik nogmaals benadrukken dat iedereen die wordt vervolgd vanwege seksuele gerichtheid goede bescherming moet krijgen. Het draagvlak voor asielbescherming kan echter alleen behouden blijven als die asielbescherming enkel wordt geboden aan hen die die bescherming echt nodig hebben. Ook het Europese Hof van Justitie gaat niet zover dat de enkele verklaring van iemand die stelt dat hij lhbti is voldoende is om deze verklaring geloofwaardig te achten. Een dergelijke werkwijze kan misbruik in de hand werken. Daarom wil ik in het beleid niet opnemen dat zelfidentificatie het uitgangspunt is bij het bepalen van de geloofwaardigheid van het asielverzoek van lhbti s en wil ik zelfidentificatie evenmin tot zwaartepunt van het beleid inzake de beoordeling benoemen. Voor de algemene werkwijze inzake de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas wordt verwezen naar werkinstructie 2014/10; hierin wordt ook verwezen naar de situaties waarin het voordeel van de 2 19637-2414 d.d. 4 juli 2018 Pagina 3 van 6

twijfel geldt. Als iemand zijn seksuele gerichtheid als asielgrond aanvoert geldt deze, zoals gebruikelijk bij de door een vreemdeling aangevoerde asielgrond, in het gehoor als het uitgangspunt van het te verrichten onderzoek. Dit is nog eens extra verduidelijkt in de werkinstructie. Dit vind ik voldoende; ik wil niet nog een extra bepaling inzake het voordeel van de twijfel opnemen voor lhbti s. Overigens stelt ook de UNHCR ten aanzien van het voordeel van de twijfel niet dat de enkele stelling dat iemand lhbti is altijd voor waar moet worden aangenomen. UNHCR stelt dat: If the applicant s account appears credible, he or she should, unless there are good reasons to the contrary, be given the benefit of the doubt 3. Het gaat dus ook dan om situaties waarin het verhaal van de vreemdeling in grote lijnen als geloofwaardig kan worden beschouwd. LHBTI-vijandige situatie in land van herkomst in relatie tot schaamtegevoel Naar de mening van het COC wordt er in de werkinstructie nog teveel van uitgegaan dat een lhbti-vijandige situatie in een land van herkomst tot gevolg heeft dat iemand zich schaamt voor zijn seksuele gerichtheid. Het zou inderdaad niet aanvaardbaar zijn om van lhbti s te verwachten dat zij negatief over zichzelf denken als de situatie in het land van herkomst voor hen ongunstig is. De werkinstructie veronderstelt daarom ook niet dat een lhbti in het land van herkomst per definitie negatief over zichzelf denkt omdat zijn seksuele geaardheid in het land van herkomst niet geaccepteerd wordt. Het gaat erom dat de vreemdeling die afkomstig is uit een land waar men lhbti gerichtheid niet accepteert en waar lhbti zijn wellicht ook strafbaar is gesteld, zich voor de vraag gesteld ziet wat het betekent om anders te zijn dat hetgeen de maatschappij/de wet verwacht/verlangt en op welke wijze hij daaraan invulling wil geven, los van de vraag of een lhbti zelf wel of geen problemen heeft met zijn geaardheid. De IND zal hiernaar vragen, in het kader van de geloofwaardigheid, maar ook om te bepalen of er een risico is op vervolging. Stereotypen komen nog voor in IND beslispraktijk Ik ben het ermee eens dat stereotypen of vooroordelen niet mogen worden gebruikt en al zeker niet ten nadele van de vreemdeling bij de beoordeling van een asielverzoek. Daarom vind ik het van belang dat in de werkinstructie duidelijk verwoord staat dat de beoordeling niet gebaseerd mag zijn op vooroordelen. De IND moet uitgaan van de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de asielzoeker. Indien de vreemdeling zelf stereotypen naar voren brengt mag daarop uiteraard wel doorgevraagd worden. Ook het Europese Hof van Justitie heeft, naar aanleiding van door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gestelde vragen, geconcludeerd dat een beoordeling die louter gebaseerd is op stereotype zienswijzen onverenigbaar is met de beoordeling van de feiten betreffende een specifieke persoon. In de werkinstructie staat hierbij als voorbeeld genoemd het beoordelen van de kennis van de betrokken asielzoeker inzake belangenverenigingen voor lhbti s. Overigens zijn de IND medewerkers ermee bekend dat stereotype beelden niet ten nadele van de asielzoeker mogen worden gebruikt. Gebruik van de term standaardantwoorden COC vraagt waarom in de werkinstructie het woord standaardantwoorden wordt gebruikt. Deze term zou blijk geven van wantrouwen jegens asielzoekers. Naar mijn mening valt uit deze tekst geen wantrouwen ten opzichte van asielzoekers af te leiden. Deze tekst is opgenomen om extra te benadrukken dat het van belang is om het individuele, persoonlijke en authentieke verhaal van de 3 UNHCR Handbook 2008 Pagina 4 van 6

asielzoeker boven tafel te krijgen. Hiermee kan bijvoorbeeld ook de asielzoeker die zich schaamt om in te gaan op zijn persoonlijke verhaal geholpen worden om zijn verklaringen nader te onderbouwen en persoonlijker te maken. Daarnaast wordt de IND bij asielverzoeken in het algemeen, dus niet specifiek bij asielverzoeken van lhbti s, soms geconfronteerd met verhalen die door smokkelaars of reisagenten aan de vreemdeling zijn meegegeven. Ik zie dan ook geen aanleiding om deze tekst uit de werkinstructie te schrappen. Beleid maakt het mogelijk asielzoeker terug de kast in te sturen Het COC vraagt waarom er nog vragen in de werkinstructie staan over de wijze waarop een lhbti-asielzoeker in het land van herkomst invulling wil geven aan zijn seksuele gerichtheid? Daarmee worden asielzoekers terug de kast ingestuurd. Ik wil benadrukken dat het uiteraard in strijd zou zijn met beleid en jurisprudentie om iemand terug de kast in te sturen. Deze passage in de werkinstructie beoogt dit zeker niet. Met een recente aanpassing in de Vreemdelingencirculaire 4 beoog ik nogmaals te benadrukken dat van een lhbti-asielzoeker niet gevraagd mag worden om in het land van herkomst terughoudendheid te betrachten. De wijze waarop de vreemdeling bij terugkeer de gerichtheid zal uiten, speelt echter wel een rol bij de beoordeling welke risico s daaraan kleven. Bij de beoordeling van de individuele situatie van de vreemdeling geldt het uitgangspunt dat de vreemdeling zijn seksuele gerichtheid in zijn land van herkomst niet verborgen hoeft te houden, ook niet in de situatie dat de vreemdeling voorafgaand aan zijn vertrek uit het land van herkomst zijn gerichtheid verborgen heeft gehouden. Uitgangspunt hierbij is dat iemand zijn gerichtheid feitelijk zal uiten en relaties zal aangaan op een manier die niet wezenlijk anders is dan van heteroseksuelen in het betreffende land van herkomst is geaccepteerd. Dit is de zogenoemde ondergrens bij de beoordeling. Als de vreemdeling aangeeft zijn seksuele gerichtheid te willen uiten op een wijze die verder gaat dan deze ondergrens toetst de IND de aannemelijkheid van deze uiting en toetst de IND de wijze waarop de vreemdeling voornemens is in zijn land van herkomst zijn seksuele gerichtheid te uiten. In de situatie dat de seksuele gerichtheid wel geloofwaardig geacht wordt maar de verdergaande wijze waarop de vreemdeling deze wil uiten niet, gaat de IND na of het invulling geven aan de seksuele gerichtheid conform de ondergrens tot vervolging zou leiden. In die situatie komt de vreemdeling in aanmerking voor een vergunning, ook als een deel van de verklaring (het uiten van de gerichtheid op een wijze die verder gaat dan de ondergrens ) als niet aannemelijk wordt beschouwd. Voorts gaat de IND er bij de beoordeling van het risico op vervolging vanuit dat de directe omgeving van de vreemdeling op de hoogte is of zou kunnen geraken van de seksuele gerichtheid. Met de hierboven genoemde verduidelijking van de Vreemdelingencirculaire beoog ik nogmaals te benadrukken dat van een lhbti asielzoeker niet gevraagd mag worden om in het land van herkomst terughoudendheid te betrachten. Nederlandse tolk Ten aanzien van de mogelijkheid om bij een gehoor desgewenst een Nederlandse tolk in te schakelen in plaats van een tolk uit het land van herkomst, merk ik allereerst op dat voor veel talen geldt dat deze niet worden gesproken door een Nederlandse tolk, althans zo vat ik dit verzoek op door een tolk die Nederlands van geboorte is. Ook ga ik er niet vanuit dat een van origine buitenlandse tolk minder betrouwbaar zou zijn dan een Nederlandse tolk. In het algemeen overleg van 12 september heb ik bovendien aangegeven dat de onafhankelijkheid van tolken op diverse manieren is gewaarborgd. Ik wees hierbij 4 WBV 2018/10 Pagina 5 van 6

op de gedragscode voor IND-tolken. Daarin staat dat de tolk respectvol moet omgaan met iedere persoon met wie deze tolk beroepsmatig in contact komt. In de gedragscode staat ook dat bijvoorbeeld discriminatie op basis van seksuele oriëntatie, genderidentiteit en religie niet is toegestaan. In selectiegesprekken met tolken besteedt de IND daar ook specifiek aandacht aan. Daarnaast bestaat ook te allen tijde de mogelijkheid om een bejegeningsklacht in te dienen mocht een individuele tolk naar het oordeel van de vreemdeling over de schreef zijn gegaan. De IND heeft daarvoor een klachtenprocedure. En lukt het de IND niet om tot een vergelijk te komen, dan kan de klacht worden voorgelegd aan de klachtencommissie van het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers. Dat kan uiteindelijk tot doorhaling of uitschrijving leiden. Hiermee zijn er diverse waarborgen om mogelijke problemen met tolken te voorkomen en om als ze toch voorkomen, daar actie op te ondernemen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Mark Harbers Pagina 6 van 6