Onderwijs- en examenregeling



Vergelijkbare documenten
[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding)

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Wereldgodsdiensten

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleiding Management van de Publieke Sector. OER Ma MPS d.d. 14 april Geldig vanaf 1 september 2015

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Vrijstellingsregeling voor Overstap van GNK Bachelor curriculum 2007 naar 2012

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling. Deel I - Bacheloropleiding Franse Taal en cultuur. Inhoud: 1. Algemeen. 2. Opbouw van de opleiding. 3.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september Masteropleiding Archeologie

Opleiding Geneeskunde (ongedeelde opleiding)

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling LST en MST (Bacheloropleidingen)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Onderwijs-en examenregeling geldig vanaf 1 september 2014

Onderwijs- en examenregeling

Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs in de eerste graad Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 31 augustus 2015

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Bacheloropleiding Bestuurskunde. OER Ba Bestuurskunde d.d. 14 april Geldig vanaf 1 september 2015

Onderwijs- en Examenregeling LST en MST (Bacheloropleidingen)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Faculty of Science, Leiden University. and. Faculty of Applied Sciences, Delft University of Technology

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en Examenregeling. Geldig vanaf Bacheloropleiding Biomedische wetenschappen

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

Onderwijs en Examenregeling LS&T / NanoScience (Masteropleiding)

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Onderwijs en Examenregeling NanoScience (Masteropleiding)

Onderwijs- en examenregeling (pag. 3 t/m 23) Opleiding Geneeskunde (ongedeelde opleiding)

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Onderwijs- en Examenregeling. Geldig vanaf Bacheloropleiding Biomedische wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

U I T S P R A A K

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (pag. 3 t/m 23) Regels en richtlijnen voor de examens (pag. 25 t/m 32) Bacheloropleiding Geneeskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

U I T S P R A A K

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

BIJLAGE E ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER IK

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (OER)

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013. Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen Life Science & Technology

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2012 Bacheloropleiding Geneeskunde Deze onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en is aangevuld met kwaliteitskenmerken zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. Overeenkomstig artikel 7.14 WHW beoordeelt de Raad van Bestuur van het LUMC de onderwijsen examenregeling regelmatig en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. De opleidingscommissie heeft op grond van artikel 9.18 WHW tot taak de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling jaarlijks te beoordelen. Inhoud 1. Algemene bepalingen 2. Beschrijving van de opleiding 3. Onderwijsprogramma 4. Tentamens en examens, vervolgopleiding 5. Toegang en toelating tot de opleiding 6. Studiebegeleiding en studieadvies 7. Overgangsbepalingen 8. Slotbepalingen Bijlage 1: De Onderwijsprogramma s Bijlage 2: Extra-curriculaire onderwijseenheden: Pre-master class Geneeskunde (PCMG) Bijlage 3: Overgangsbepalingen 2012-2013 Bachelor Onderwijs- en examenregeling

Hoofdstuk 1Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling 1.1.1 Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Geneeskunde hierna te noemen: de opleiding. 1.1.2 De opleiding wordt verzorgd door het Leids Universitair Medisch Centrum, hierna te noemen: het LUMC. Artikel 1.2 Begripsbepalingen 1.2.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. ECTS: het European Credit Transfer System; b. e-studiegids: de elektronische studiegids bevattende specifieke en bindende informatie over de opleiding. De e-studiegids maakt als bijlage deel uit van deze regeling; c. examen: de tentamens verbonden aan de tot de opleiding behorende onderwijseenheden, voor zover de examencommissie dat heeft bepaald met inbegrip van een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de wet; d. examencommissie: de examencommissie van de opleiding, ingesteld en benoemd krachtens artikel 7.12a van de wet; e. examinator: degene die door de examencommissie is aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens, krachtens artikel 7.12c van de wet; f. Leids universitair register opleidingen: het onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur gehouden register 1 van de door de Universiteit Leiden verzorgde opleidingen als bedoeld in artikel 7 van het Bestuurs- en beheersreglement; g. niveau: het niveau van een onderwijseenheid volgens de abstracte structuur zoals omschreven in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen¹; h. onderwijseenheid: een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet. De studielast van elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen 1. Het kaderdocument Leids universitair register opleidingen is te raadplegen op ww.onderwijs.leidenuniv.nl/onderwijsbeleid

verbonden; i. opleiding een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Aan elke opleiding is een examen verbonden. j. praktische oefening: een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13, tweede lid, onder d van de wet, in één van de volgende vormen: - het maken van een eindwerkstuk / scriptie - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, of - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden; k. Pre-University College: een onderwijsprogramma van de Universiteit Leiden voor een selecte groep van leerlingen uit de twee hoogste klassen van het VWO; l. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding (het eerste opleidingsjaar), als onderdeel van de opleiding, die is bedoeld in artikel 7.8 van de wet; m. student: degene die is ingeschreven aan de Universiteit Leiden voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; n. studiepunt: de eenheid waarmee volgens de wet de studielast van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt; volgens het ECTS is één studiepunt gelijk aan 28 uren studie; o. tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een bepaalde onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (overeenkomstig artikel 7.10 van de wet) door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator. Een tentamen kan uit meerdere

(summatieve) toetsen bestaan. De wijze waarop deze bijdragen aan de eindbeoordeling van de onderwijseenheid wordt beschreven in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie. p. werkdag: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de erkende feestdagen; q. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). q. doctoraalprogramma: de opleiding voor het doctoraal examen zoals bedoeld in de WHW; r. Commissie bijzondere toelatingen: toelatingscommissie van de opleiding, aangewezen ten behoeve van bijzondere toelatingen krachtens artikelen 7.24, 7.25, 7.28 (1.3 en 2.3) en 7.29 van de wet; s. voortgangstentamen: kennistentamen bestaande uit vier toetsen (voortgangstoetsen), gericht op het toetsen van kennis op basisartsniveau. De vier toetsen worden verspreid over een studiejaar afgenomen door vijf Nederlandse universitaire Geneeskundeopleidingen en leiden tot 1 beoordeling voor het voortgangstentamen t. voortgangstoets: een van de vier toetsen die samen het voortgangstentamen vormen u. formatieve toets: Een formatieve toets is een toetsmoment waarmee de student de gelegenheid wordt geboden zijn op dat moment verworven kennis, het inzicht en de vaardigheden van het blok te laten zien en kunnen daarom niet worden herkanst. Formatieve toetsen zijn er ter bevordering van de studievoortgang. v. summatieve toets: Een summatieve toets is een instrument waarmee de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student formeel worden beoordeeld en waarvan de beoordeling deel uitmaakt van het eindoordeel van de betreffende onderwijseenheid. Een summatieve toets kan worden herkanst. w. deeltoets: Een deeltoets is een summatieve toets die samen met een centraal afgelegd schriftelijk tentamen (veelal een eindtoets) het eindcijfer van een onderwijseenheid bepaalt. De wijze waarop de deeltoets bijdraagt wordt nader omschreven in de

Regels en Richtlijnen van de examencommissie. x. cohort: groep studenten die gelijktijdig aan de studie zijn begonnen vanaf het eerste jaar inclusief de studenten die later in deze groep zijn ingestroomd. y. Raamplan Artsopleiding 2009 het Raamplan 2009 beschrijft de gezamenlijke landelijke eindtermen van de opleiding tot arts. z. curriculum het opleidingsprogramma dat de student wordt aangeboden, waarvan een deel tot de verplichte leerstof behoort; aa. Curriculum 2007 het opleidingsprogramma dat aan bachelorstudenten (met enkele aanpassingen gedurende de looptijd) vanaf collegejaar 2007-2008 is aangeboden; ab. Curriculum 2012 het opleidingsprogramma dat aan bachelorstudenten vanaf collegejaar 2012-2013 wordt aangeboden; ac. collegejaar het academisch jaar dat start op 1 september van een jaar en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar; ad. studiejaar Aanduiding voor de plek in het curriculum waarin een opleidingseenheid gesitueerd is. De bacheloropleiding bevat drie studiejaren 1 t/m 3. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Gedragscode 1.3.1 Op het onderwijs van de opleiding zijn de regels zoals vastgelegd in de Gedragscode docenten en studenten binnen ICT en onderwijs 2 van toepassing, alsmede de (aanvullende) facultaire gedragsregels. 1.3.2 De gedragscode omgangsvormen docenten en studenten 3 is van toepassing en is bedoeld om een kader te scheppen voor een goed, veilig en stimulerend werk- en studieklimaat binnen de Universiteit Leiden, waarbij docenten en studenten op respectvolle wijze met elkaar omgaan en waarbij wederzijdse acceptatie en wederzijds vertrouwen belangrijke waarden zijn. 2. De Gedragscode docenten en studenten binnen ICT en onderwijs is vastgesteld door het College van Bestuur op 30 juni 2005 en is te raadplegen op www.reglementen.leidenuniv.nl/gedragscodes/gedragscode-ict en-onderwijs.html. 3 De gedragscode omgangsvormen docenten en studenten is vastgesteld door het College van Bestuur op 19 oktober 2010 en is te raadplegen op http://media.leidenuniv.nl/legacy/gedragscode-omgangsvormen.pdf

Hoofdstuk 2 Beschrijving van de opleiding Artikel 2.1 Doel van de opleiding De bacheloropleiding is de start van het opleidingscontinuüm van de arts. De eindtermen van de opleiding zijn neergelegd in het Raamplan Artsopleiding 2009. Het doel van de opleiding is om de bachelorstudenten op alle gebieden genoemd in het raamplan 2009, aantoonbare vorderingen te laten maken, zodanig dat de student aan wie de graad Bachelor Geneeskunde van het LUMC is verleend toegang heeft tot de masteropleiding geneeskunde van het LUMC. Artikel 2.2 Afstudeerrichtingen (niet van toepassing) Artikel 2.3 Eindkwalificaties Afgestudeerden van de opleiding hebben de eindkwalificaties bereikt zoals geformuleerd in hoofdstuk 8 van het Raamplan Artsopleiding 2009 en zijn terdege voorbereid op het voltooien van hun studie conform de overige bepalingen in dit Raamplan. Artikel 2.4 Inrichting van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. Artikel 2.5 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 studiepunten. Het eerste jaar van de opleiding heeft een studielast van 60 studiepunten en is een integraal onderdeel van de opleiding. Artikel 2.6 Aanvang van de opleiding; uniforme jaarindeling De opleiding vangt aan op 1 september. De uniforme jaarindeling 4 is niet van toepassing. g. Artikel 2.7 Examens van de opleiding Aan de opleiding is het bachelorexamen verbonden. Aan het eerste opleidingsjaar is geen examen verbonden. Voor de cohorten 2010 en eerder geldt dat ook het propedeutisch examen kan zijn afgelegd. Artikel 2.8 Voertaal Met inachtneming van de Gedragscode voertaal 5 is de voertaal Nederlands met uitzondering van een deel van het blokonderwijs in het tweede jaar waarin tijdens alle grootschalige onderwijsactiviteiten de voertaal Engels is en de student op basis van vrijwilligheid Engels- of Nederlandstalig werkgroeponderwijs volgt. Artikel 2.9 Kwaliteit De opleiding is geaccrediteerd door de NVAO 6 en voldoet aan de kwaliteitseisen die op nationaal en internationaal niveau aan opleidingen worden gesteld. Ook voldoet de opleiding aan de kwaliteitsstandaarden voor het onderwijs die zijn vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. 4 De uniforme semesterindeling, inclusief de toelichting hierop, is vastgesteld door het College van Bestuur op 14 oktober 2004 en gewijzigd op 12 januari 2010 5 De Gedragscode voertaal is vastgesteld door het College van Bestuur op 11 juli 2002 en is te raadplegen op www.reglementen.leidenuniv.nl/gedragscodes/gedragscode-voertaal.html. 6 Het Nederlands-Vlaamse Accreditatie Orgaan

Artikel 2.10 Reglement t.b.v. studenten geneeskunde in de klinische praktijk Op al het klinisch onderwijs (onderwijs met patiëntcontacten, resp. patiëntgebonden vaardigheden) is het Reglement t.b.v. de positie van studenten geneeskunde in de klinische praktijk 2010, vastgesteld door de Raad van Bestuur LUMC van toepassing. Dit reglement is te vinden op de onderwijswebsite van het LUMC. Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma Artikel 3.1 Verplichte onderwijseenheden 3.1.1 De opleiding omvat verplichte onderwijseenheden met een totale studielast van 180 studiepunten. Onderdeel van deze onderwijseenheden vormen de keuzevakken waaruit de student verplicht een keuze moet maken. 3.1.2 Met ingang van 1 september 2012 zijn de verplichte onderwijseenheden van het derde studiejaar gewijzigd. In bijlage 1 worden deze wijzigingen nader beschreven. Studenten kunnen tot en met 31 augustus 2013 hun bachelordiploma halen op basis van het Curriculum 2007 zonder deze wijzigingen. Daarna geldt voor alle studenten dat deze wijzingen onderdeel uitmaken van hun verplichte onderwijseenheden. 3.1.3 In 2012 start de opleiding met een herzien curriculum (Curriculum 2012), dat van toepassing is voor alle studenten die vanaf 1 september 2012 starten met de opleiding en voor studenten die hiernaar overstappen. De regelingen met betrekking tot deze overstap staan vermeld in bijlage 3.2. 3.1.4 In bijlage 1 en de e-studiegids worden de studielast, het niveau 7, de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderwijseenheden van het onderwijsprogramma nader omschreven. Artikel 3.2 Keuzevrijheid 3.2.1 Binnen de in 3.1.1 genoemde onderwijseenheden kan de student, afhankelijk van het curriculum waartoe hij werd toegelaten, onderwijseenheden kiezen met een totale studielast van 16 studiepunten, waarvan ten minste 8 studiepunten binnen de eigen opleiding/het eigen vakgebied. 3.2.2 Voor studenten die hun studie afronden na 31 augustus 2013 volgens het Curriculum 2007 (zie bijlage 1) geldt in afwijking van punt 3.2.1. dat ze onderwijseenheden kunnen kiezen met een totale studielast van 12 studiepunten, waarvan ten minste 8 studiepunten binnen de eigen opleiding/het eigen vakgebied. De examencommissie kan de student die al 8 studiepunten buiten de eigen opleiding / of het vakgebied heeft behaald op verzoek van de student toestaan om slechts 4 studiepunten binnen de eigen opleiding / het vakgebied te behalen. 3.2.3 De keuze van de onderwijseenheden behoeft de goedkeuring van de examencommissie. Bij de beoordeling van de keuze van de student baseert de examencommissie zich uitsluitend op de samenhang en het niveau van het gekozen pakket. Deze taak heeft de examencommissie gedelegeerd aan de coördinator keuzevakken. Deze goedkeuring is niet vereist indien het minorprogramma s met een omvang van 30 studiepunten betreft die als zodanig zijn opgenomen in het Leids universitair register opleidingen. 3.2.4 Naast de aan deze universiteit gedoceerde onderwijseenheden komen voor de invulling van de keuzeruimte onder goedkeuring van de examencommissie onderwijseenheden verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit dan wel van een andere rechtspersoon met geaccrediteerd initieel onderwijs in aanmerking. 7 Conform de abstracte structuur als omschreven in het Kaderdocument Leids universitair register opleidingen

3.2.5 Onderwijseenheden waaraan de student deelneemt in het kader van het Honours College kunnen niet gebruikt worden voor de keuzeruimte. 3.2.6 Een student die is ingeschreven voor de opleiding kan zelf een keuzeprogramma samenstellen uit onderwijseenheden die door een andere instelling dan het LUMC worden verzorgd waaraan een examen is verbonden. Hiervoor is toestemming nodig van de examencommissie uit de instelling die het meest van toepassing is. Indien nodig wijst het instellingsbestuur een examencommissie aan die met de beslissing is belast 8. Artikel 3.3 Extra-curriculaire vakken 3.3.1 Naast de in 3.1.1 of 3.1.2 en 3.2.1 of 3.2.2 genoemde onderwijseenheden biedt het LUMC een Pre-master class Geneeskunde (PMCG) aan. De PMCG onderwijseenheden zijn benoemd in bijlage 2. Per onderwijseenheid is de studielast (in ECTS), het niveau 7 en de eventuele ingangseisen vermeld. Artikel 3.4 Praktische oefeningen 3.4.1 Bij elk van de in bijlage 1 en de e-studiegids vermelde onderwijseenheden is in de bijbehorende Blackboard module aangegeven welke praktische oefeningen zij omvatten, welke de aard en de omvang is van de werkzaamheden van de student, alsmede of deelneming aan die praktische oefeningen verplicht is met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie vrijstelling van die verplichting te verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. 3.4.2 (niet van toepassing) Artikel 3.5 Deelname aan een onderwijseenheid 3.5.1 Deelname aan een onderwijseenheid vindt plaats in de volgorde van inschrijving, met dien verstande dat voor de bij de opleiding ingeschreven studenten plaatsing gegarandeerd is bij de onderwijseenheden die behoren tot het verplichte deel van de opleiding, mits aanmelding tot deelname voor aanvang van het onderwijsonderdeel heeft plaatsgevonden binnen de op Blackboard gepubliceerde termijn. 3.5.2 Voor deelname aan het keuzeonderwijs en de zorgstage kan de opleiding gebruik maken van loting. 3.5.3 Voor toelating tot de onderwijsonderdelen van jaar 2 geldt de voorwaarde dat in het eerste jaar 40 ECTS of meer zijn behaald. Indien de student in het eerste opleidingsjaar na een vol studiejaar minder dan 60 ECTS heeft behaald stelt de studieadviseur per student een studieplan op; dit studieplan is een dringend advies. 3.5.4 Voor toelating tot alle onderwijsonderdelen van jaar 3 geldt de voorwaarde dat het eerste opleidingsjaar, met een studielast van 60 ECTS, succesvol is doorlopen. Artikel 3.6 Opname van colleges Het is studenten niet toegestaan audio- of video-opnames van colleges te maken zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de betreffende docent. Indien toestemming wordt verleend, is de student slechts gerechtigd de opname voor eigen gebruik te benutten; verspreiding of publicatie van de opname op welke wijze dan ook is niet toegestaan. 8 Overeenkomstig artikel 7.3d van de WHW ( vrij onderwijsprogramma in het wetenschappelijk onderwijs ).

Hoofdstuk 4 Tentamens en examens, vervolgopleiding Artikel 4.1 Tentamengelegenheid 4.1.1 Per onderwijseenheid wordt minimaal twee maal per collegejaar de gelegenheid geboden tot het afleggen van een tentamen. Voor elk verplicht onderdeel van de studie worden ten minste drie tentamengelegenheden geboden. Dit geldt niet voor de keuzevakken. De tentamens van de keuzevakken bestaan uit individuele opdrachten of werkstukken en worden slechts eenmaal afgenomen. 4.1.2 Indien een onderwijseenheid een praktische oefening omvat, dan staat deelneming aan een tentamen als bedoeld in 4.1.1 uitsluitend open voor degene die met goed gevolg aan de praktische oefening heeft deelgenomen, behoudens de bevoegdheid van de examinator om anders te besluiten. 4.1.3 Indien het eindoordeel van een onderwijseenheid samengesteld wordt uit meerdere toetsen kan afgeweken worden van het aantal kansen zoals bedoeld in 4.1.1. 4.1.4 In overeenstemming met artikel 7.13, tweede lid sub h van de wet zijn op de onderwijswebsite van het LUMC (onderwijsroosters) de tentamendata opgenomen. 4.1.5 (niet van toepassing) 4.1.6 (niet van toepassing) 4.1.7 In bijzondere gevallen kan de examencommissie een extra herkansing toestaan, dit op verzoek van de student. 4.1.8 Indien een tentamen is behaald, vervalt het recht op herkansing. 4.1.9 Wordt zonder toestemming van de examencommissie toch aan een herkansing deelgenomen, dan vindt geen beoordeling plaats. De uitslag van de eerste toets blijft in stand. 4.1.10 Elk tentamen, als bedoeld in 4.1.1, mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste driemaal worden afgelegd. Wanneer het maximum van drie tentamens is bereikt, zonder dat het tentamen met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstige herkansing. Een verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend. 4.1.11 Elk studiejaar kent een voortgangstentamen. Dit tentamen bestaat uit vier voortgangstoetsen. De Examencommissie kan een student vrijstelling verlenen voor een voortgangstoets, die is gemist vanwege buitenlands verblijf voor studieactiviteiten. De Regels en Richtlijnen van de examencommissie geven een nadere uitwerking van de verplichtingen en beoordeling van het voortgangstentamen. Artikel 4.2 Verplichte volgorde 4.2.1 Voor toelating tot de Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor in jaar 3 (LKO B jaar 3) geldt dat aan 8 van de 10 werkgroepen van de Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor uit jaar 2 is geparticipeerd. Een voldoende voor de Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor tentamen uit jaar 2 is geen voorwaarde. 4.2.2 Voor de onderwijseenheden en de tentamens waarmee deze worden afgesloten die in een bepaalde volgorde moeten worden doorlopen, kan de examencommissie in bijzondere gevallen op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de student in individuele gevallen een andere volgorde bepalen. Artikel 4.3 Vorm van de tentamens Aangevuld en verder uitgewerkt in Regels en Richtlijnen van de examencommissie 4.3.1 Uiterlijk 2 maanden voor de aanvang van een onderwijsonderdeel wordt de vorm van het tentamen bekend gemaakt. Uiterlijk drie weken voor aanvang van het blok wordt bekend gemaakt uit welke onderdelen het tentamen bestaat. 4.3.2 In bijzondere gevallen kan op verzoek van de student de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd.

4.3.3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 4.3.4 De tentaminering vindt plaats in het Nederlands of, met inachtneming van de Gedragscode voertaal 5, in het Engels. 4.3.5 Er vindt een individuele beoordeling plaats in geval van presentaties, onderzoek, verslagen of andere onderwijsprestaties die in groepsverband worden verricht. Bij gespecificeerde groepsopdrachten wordt een groepscijfer gegeven dat individueel meetelt. Voorwaarde is dit geïndividualiseerde groepscijfer slechts een klein onderdeel (nooit meer dan 20%) uitmaakt van de eindbeoordeling. Artikel 4.4 Mondelinge tentamens 4.4.1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 4.4.2 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 4.5 Regels examencommissie 4.5.1 Conform artikel 7.12b, derde lid, van de wet stelt de examencommissie regels vast over de uitvoering van haar taken en bevoegdheden en over de maatregelen die zij in dat verband kan nemen. De examencommissie heeft daartoe regels en richtlijnen opgesteld. 4.5.2 De commissie draagt er zorg voor dat het recht van de student om beroep in te stellen tegen beslissingen van de examencommissie of de examinatoren is gewaarborgd. Artikel 4.6 Oordeel Aangevuld en verder uitgewerkt in Regels en Richtlijnen van de examencommissie 4.6.1 De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen het oordeel vast en reikt de student een daarop betrekking hebbende schriftelijke verklaring uit. 4.6.2 Resultaten van toetsen die deel uitmaken van het tentamen worden binnen vijftien werkdagen bekendgemaakt. Voor een deeltoets geldt dat de beoordeling vóór het afnemen van de eindtoets bekend moet worden gemaakt. Binnen vijftien werkdagen na de dag waarop een tentamen is afgenomen stelt de examinator het oordeel over dit afgenomen tentamen vast. De examinator verschaft met betrekking tot het eindcijfer de administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk van het oordeel aan de student. Tevens wordt de dan geldende procedure schriftelijk, middels de Blackboard module van de onderwijseenheid, aan de student medegedeeld. 4.6.3 De uitslag van het tentamen wordt uitgedrukt in een geheel of gebroken getal tussen 1 tot 10, beide grenzen inbegrepen. 4.6.4 Het tentamen is met goed gevolg afgelegd als de uitslag 6.0 of hoger is. 4.6.5 Het met voldoende resultaat deelnemen aan een praktische oefening kan gelden als het behalen van een tentamen in de zin van artikel 7.10 van de WHW. 4.6.6 Op de schriftelijke of digitale verklaring van het oordeel over een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht bedoeld in artikel 4.8 en op de beroepsprocedure. 4.6.7 Op diens verzoek wordt de student een schriftelijk bewijsstuk van het oordeel toegestuurd. 4.6.8 De examencommissie stelt regels op waaruit blijkt onder welke voorwaarden zij gebruik zal maken van de haar in art. 7.12b, derde lid, van de wet gegeven bevoegdheid om te bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg behoeft te worden afgelegd, en/of onder welke voorwaarden de resultaten van tentamens elkaar kunnen compenseren. Deze regels zijn, indien opgesteld, opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie.

4.6.9 Indien een onderwijseenheid een verplicht practicum of verplichte werkgroep omvat en een student toestemming heeft tóch aan het tentamen deel te nemen, worden de resultaten van het tentamen niet eerder vrijgegeven dan nadat de daaraan verbonden practica en werkgroepen met voldoende resultaat zijn afgelegd of is voldaan aan de door de blokcoördinator gestelde vervangende eisen. 4.6.10 Studenten dienen de in 4.6.9 genoemde practica en/of werkgroepen zo snel mogelijk maar uiterlijk in het daarop volgende collegejaar met een voldoende resultaat af te sluiten. 4.6.11 Studenten dienen zo snel mogelijk maar uiterlijk 1 november van het daaropvolgende collegejaar aan de in 4.6.9 genoemde vervangende eisen hebben voldaan. 4.6.12 Indien de student niet binnen de in 4.6.10 en 4.6.11 gestelde termijnen aan de gestelde verplichtingen heeft voldaan, vervalt het behaalde tentamenresultaat. Deze regel geldt alleen voor studenten die in 2012 of daarna aan de opleiding zijn begonnen. Artikel 4.7 Geldigheidsduur 4.7.1 Vanaf 1 september 2012 geldt voor elk tentamen en verleende vrijstelling een geldigheidsduur van 5 jaar. 4.7.2 Voor alle tentamens die zijn behaald tussen 1 september 2011 en 31 augustus 2012 geldt een geldigheidsduur van 5 jaar en voor tentamens die zijn behaald vóór 1 september 2011 een geldigheidsduur van 6 jaar. 4.7.3 De examencommissie kan, op verzoek van de examinandus, de geldigheidsduur met maximaal één jaar verlengen. 4.7.4 Artikelen 4.7.1, 4.7.2 en 4.7.3 gelden niet voor het voortgangstentamen. De geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegd voortgangstentamen in een studiejaar is vanaf augustus van dat jaar 2 jaar geldig, tenzij de Examencommissie beslist dat een langere geldigheidsduur van toepassing is. Artikel 4.8 Inzagerecht en nabespreking 4.8.1 Gedurende dertig dagen direct na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student recht op inzage in zijn beoordeelde werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie van zijn antwoorden verschaft. 4.8.2 Gedurende de in 4.8.1 genoemde termijn kan kennis worden genomen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, evenals zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Het antwoordmodel behorend bij de meerkeuzevragen worden op de dag van het tentamen op Blackboard gepubliceerd. 4.8.3 Op verzoek van de student vindt een nabespreking plaats. Deze mogelijkheid wordt tegelijkertijd met de uitslag van het tentamen bekend gemaakt. 4.8.4 De examencommissie heeft de bevoegdheid te bepalen of de nabespreking collectief dan wel individueel plaatsvindt. 4.8.5 De nabespreking geschiedt op een door de examencommissie te bepalen plaats en tijdstip. 4.8.6 Onverminderd hetgeen is vastgelegd in artikelen 4.8.3, 4.8.4 en 4.8.5 is de examinator verplicht een plenaire nabespreking te organiseren. De nabespreking dient plaats te vinden gedurende de eerste 5 werkdagen van de daarop volgende onderwijseenheid. Deze regel geldt niet voor de hertentamens. 4.8.7 In bijzondere gevallen kan op verzoek van de examinator, de examencommissie toestaan dat de nabespreking, zoals bedoeld in artikel 4.8.6, op een ander tijdstip of op andere wijze plaats vindt. 4.8.8 Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest voor de nabespreking bedoeld in 4.8.6. dan wordt hem een andere gelegenheid geboden, zo mogelijk binnen de in 4.8.1 genoemde termijn.

Artikel 4.9 Vrijstelling van tentamens en/of praktische oefeningen Aangevuld en verder uitgewerkt in Regels en Richtlijnen van de examencommissie 4.9.1 De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens of van deelneming aan praktische oefeningen, indien de student: een qua inhoud en niveau overeenkomstige onderwijseenheid van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid, dan wel aantoont door werk- of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken met betrekking tot de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel met goed gevolg het Pre-University College heeft voltooid; de examencommissie bepaalt in dit geval voor welke onderwijseenheid of welke onderwijseenheden vrijstelling wordt verleend. Het vrijstellingenbeleid vindt men terug op de onderwijswebsite van het LUMC 4.9.2 Indien het onderwijseenheden van de minor betreft neemt de verantwoordelijke examencommissie pas een beslissing over het al dan niet verlenen van een vrijstelling nadat de examencommissie van de opleiding die de minor verzorgt is gehoord. Artikel 4.10 Examen 4.10.1 De examencommissie reikt een getuigschrift uit wanneer blijkt dat de student aan alle eisen gesteld aan het behalen van het bachelorexamen heeft voldaan. De examencommissie beoordeelt maandelijks wie aan deze eisen heeft voldaan. De datum van het behalen van het examen wordt vastgesteld op de datum van het laatst behaalde tentamen dat deel uitmaakt van het bachelorexamen. 4.10.2 De examencommissie kan zelf een tot het examen behorend onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus instellen en de uitkomsten daarvan beoordelen. 4.10.3 De getuigschriften worden minimaal 2 maal per collegejaar ceremonieel uitgereikt op door de examencommissie vastgestelde data. Gedurende de rest van het jaar kan de student zijn getuigschrift ook zonder ceremonie ophalen bij de studentenadministratie. 4.10.4 Het getuigschrift wordt niet uitgereikt dan nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor de afgifte is voldaan. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Op het getuigschrift wordt vermeld dat de opleiding is verzorgd door de Universiteit Leiden. 4.10.5 In overeenstemming met de regeling als bedoeld in artikel 7.11, derde lid, van de wet kan degene die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 4.10.6 Aan het getuigschrift wordt een in het Nederlands en het Engels gesteld supplement toegevoegd dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Samen met het getuigschrift wordt een vertaling van het getuigschrift en een certificaat in het Latijn uitgereikt. 4.10.7 De examencommissie stelt regels op waaruit blijkt onder welke voorwaarden zij gebruik zal maken van de haar in art. 7.12b, derde lid, van de wet gegeven bevoegdheid om te bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg behoeft te worden afgelegd, en/of onder welke voorwaarden de resultaten van deeltentamens elkaar kunnen compenseren. Artikel 4.11 Graadverlening 4.11.1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad Bachelor verleend met de toevoeging «Science». 4.11.2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.

Artikel 4.12 Vervolgopleiding 4.12.1 Degene aan wie de graad Bachelor is verleend op grond van het examen binnen de bacheloropleiding Geneeskunde van het LUMC heeft voldaan aan de toelatingseis van de masteropleiding Geneeskunde bij het LUMC. 4.12.2 Indien een masteropleiding niet aansluit op de opleiding, dan kunnen er eisen worden gesteld aan de toelating. Deze eisen zijn vermeld in de Onderwijs- en examenregeling van de betreffende masteropleiding. Hoofdstuk 5 Toegang en toelating tot de opleiding Paragraaf 5.1 Rechtstreekse toegang Artikel 5.1 Rechtstreekse toegang 5.1.1 Rechtstreekse toegang tot de opleiding hebben degenen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 7.24, 7.25 en 7.28 van de wet. 5.1.2 Het College van Bestuur kan de toegang in bepaalde in de wet omschreven gevallen weigeren door gebruik te maken van zijn bevoegdheid krachtens de tweede en derde volzin van artikel 7.28, eerste lid, van de wet. Paragraaf 5.2 Toelating Artikel 5.2 Vervangende eisen oude stijl -VWO Voor de bezitter van een VWO-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998 geldende en krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs vastgestelde voorschriften worden eventuele deficiënties vervuld door het afleggen van toetsen op het niveau van het VWO-eindexamen. Om deficiënties vast te stellen dient men contact op te nemen met de studieadviseur van de opleiding. Artikel 5.3 Gelijkwaardige vooropleiding Degene die niet in het bezit is van een vwo-diploma maar niettemin krachtens de wet kan worden ingeschreven, kan een toets worden opgelegd in de vakken, genoemd in artikel 5.4 op het niveau van het vwo-eindexamen in het profiel dat directe toegang geeft. Artikel 5.4 Nadere vooropleidingseisen en deficiënties 5.4.1 Krachtens de Regeling nadere vooropleidingseisen HO 20079 zijn de volgende nadere vooropleidingseisen van toepassing. Deficiënties in de vooropleiding in de hierna genoemde vakken worden weggenomen door het afleggen van desbetreffende toetsen op het niveau van het vereiste VWO-eindexamenprofiel: Vak toets Engels landelijke toets Natuurkunde of Natuurkunde 1 landelijke toets Scheikunde of Scheikunde 1 landelijke toets Wiskunde A of B of Wiskunde B1 landelijke toets Biologie of Biologie 1+2 landelijke toets 5.4.2 De Commissie bijzondere toelatingen bepaalt de wijze waarop de toetsen worden afgenomen. 5.4.3 (niet van toepassing)

Artikel 5.5 Nederlandse taal 5.5.1 Bezitters van een buiten Nederland afgegeven diploma kunnen voldoen aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen NT2-II, of Nederlands niveau 3 + 4 (Talencentrum Universiteit Leiden). 5.5.2 De Commissie bijzondere toelatingen kan in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen van het onder 5.4.1 bedoelde examen. Artikel 5.6 Colloquium Doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: vak Niveau Nederlands VWO Engels VWO, of IELTS score 6.0; TOEFL: 213 (computer-based), 550 (paper-based) or 80 (internet-based); B2 level within CEF Natuurkunde of Natuurkunde 1 (Common European Framework of Reference for Languages). VWO Scheikunde of Scheikunde 1 VWO Wiskunde A of B of Wiskunde VWO B1 Biologie of Biologie 1+2 VWO Hoofdstuk 6 Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 6.1 Studievoortgangadministratie 6.1.1 De opleiding registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 6.1.2 De opleiding verschaft de student toegang tot een (elektronisch) overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. 6.1.3 Indien, naar het inzicht van de opleiding, de student noemenswaardige studievertraging oploopt ten opzichte van de nominale studievoortgang, dan wordt deze student gevraagd een studieplan voor de minimale duur van een jaar te overleggen waaruit onder meer blijkt welke tentamens hij voornemens is wanneer af te leggen en aan welke, voor de opleiding relevante extra-curriculaire activiteiten en door het College van Bestuur erkende nevenactiviteiten hij voornemens is deel te nemen. De opleiding attendeert de student op de mogelijkheid ondersteuning te krijgen bij het opstellen van een dergelijk studieplan. Artikel 6.2 Introductie en begeleiding 6.2.1 De opleiding draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 6.2.2 De opleiding biedt de student de mogelijkheid minimaal één maal per jaar met een tutor, een mentor of de studieadviseur de studievoortgang te bespreken. Artikel 6.3 Studieadvies 6.3.1 In het jaar van zijn eerste inschrijving krijgt elke student schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. De examencommissie is door de Raad van Bestuur gemandateerd tot het uitbrengen van het studieadvies. Voor informatie over het aantal malen dat en de tijdstippen waarop dit gebeurt, alsmede voor de consequenties die daaraan worden

of kunnen worden verbonden, wordt verwezen naar de Regeling bindend studieadvies Universiteit Leiden zoals die geldt in het betrokken collegejaar. 6.3.2 (niet van toepassing) 6.3.3 Een bindend negatief advies geldt uitsluitend voor de opleiding waarvoor de student ingeschreven staat. 6.3.4 Desgevraagd krijgt de student een mondelinge toelichting op het advies en informatie over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de faculteit en over eventuele andere opleidingsmogelijkheden. Artikel 6.4 Topsport Aan studenten die topsport bedrijven wordt de gelegenheid geboden hun studie zoveel als redelijkerwijs mogelijk is aan de eisen van hun sportieve bezigheden aan te passen. Om vast te stellen wie tot deze categorie behoren hanteert de opleiding de richtlijnen van het College van Bestuur. Artikel 6.5 Duurzame functiestoornis Aan studenten met een handicap of met een chronische ziekte wordt de gelegenheid geboden hun studie, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, aan de beperkingen die de functiestoornis met zich meebrengt aan te passen. Artikel 6.6 Buitenlands verblijf en stage Voor studenten die tengevolge van een door de examencommissie goedgekeurd buitenlands studieverblijf of een goedgekeurde stage aantoonbare studievertraging zouden ondervinden, wordt een regeling mogelijk gemaakt om de vertraging te beperken. Artikel 6.7 Professioneel gedrag Onprofessioneel gedrag wordt gemeld bij de Commissie Professioneel Gedrag. Deze commissie adviseert de examencommissie over mogelijke en verplichte begeleidingstrajecten die de student de gelegenheid biedt het professionele gedrag te verbeteren. Hoofdstuk 7 Overgangsbepalingen Artikel 7.1 Bepalingen betreffende eerder voor de opleiding ingeschreven studenten Met ingang van 1 september 2012 geldt voor alle studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven dat de Onderwijs- en examenregeling voor de duur van één jaar van kracht is. (Onder verwijzing naar artikel 8.1.3.). Artikel 7.2 Overstap van doctoraalprogramma naar bacheloropleiding 7.2.1 Studenten die zich eerder hebben voorbereid op het doctoraal examen kunnen in door de examencommissie te bepalen gevallen en onder door de examencommissie vast te stellen voorwaarden overstappen naar de bacheloropleiding. Deze voorwaarden worden gesteld met het doel de gestelde eindtermen en het beoogde civiele effect van het bachelordiploma te waarborgen. Daarbij zal worden getracht studievertraging zoveel mogelijk te beperken. Behaalde studieresultaten worden gewaardeerd volgens de omzettingstabel in bijlage 3. 7.2.2 Deze overstap kan op elk gewenst moment gedurende het studiejaar door de student worden gemaakt. 7.2.3 De in het doctoraal programma behaalde studieonderdelen worden in het diplomasupplement bij het bachelordiploma als vrijstelling vermeld.

7.2.4 Op studieonderdelen die de student heeft behaald in het doctoraalprogramma en die deel uitmaken van het masterprogramma dient separaat vrijstelling te worden aangevraagd. Hierop zijn de regels van het masterprogramma van toepassing. Artikel 7.3 Overstap van bacheloropleiding naar doctoraalprogramma Studenten die in 2007 of later met de studie geneeskunde zijn gestart kunnen geen aanspraak maken op een doctoraal diploma ook al is het vakkenpakket dat zij met goed gevolg hebben afgelegd inhoudelijk vergelijkbaar met het doctoraalprogramma. Artikel 7.4 Overstap van Bachelorprogramma aangeboden vóór 1 september 2012 naar Bachelorprogramma aangeboden ná 1 september 2012 Studenten die vóór 1 september 2012 met hun bacheloropleiding Curriculum 2007 zijn gestart, kunnen in door de examencommissie te bepalen gevallen en onder door de examencommissie vast te stellen voorwaarden overstappen naar het bachelorprogramma (Curriculum 2012) dat op 1 september 2012 van start gaat. De reeds behaalde studieresultaten worden gewaardeerd volgens de omzettingstabel die in de Blackboard module Curriculumherziening GNK wordt gepubliceerd. Voor de overgangsregeling wordt verwezen naar bijlage 3. Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 8.1 Wijziging 8.1.1 Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, lid van de Raad van Bestuur van het LUMC na voorafgaande instemming van de Studentenraad en gehoord het Opleidingsbestuur en Opleidingscommissie, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 8.1.2 Wijzigingen in deze regeling die van toepassing zijn voor een bepaald collegejaar moeten voor de aanvang van dat collegejaar zijn vastgesteld en op de daarvoor bepaalde wijze zijn gepubliceerd. Hiervan kan uitsluitend worden afgeweken als een snellere invoering van een wijziging strikt noodzakelijk is en als daarbij de belangen van de studenten redelijkerwijs niet worden geschaad. 8.1.3 Een wijziging kan niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige beslissing welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 8.2 Bekendmaking De opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling en van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. Artikel 8.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2012. Vastgesteld op 28 juni 2012 door de Decaan, lid van de Raad van Bestuur van het LUMC

Bijlage 1, De onderwijsprogramma s Bijlage 1.1 Verplichte onderwijseenheden Curriculum 2012 Overzicht onderwijseenheden met vakcode, aantal ECTS punten en aantal weken. Achter elk onderdeel staat vermeld of er praktijk onderdelen, practica/werkgroepen aan verbonden is. Praktijk onderdelen (po= praktijkonderdeel, p = practicum, w = werkgroep, nnv = nog niet vastgesteld, nvt = niet van toepassing) Jaar 1 Curriculum 2012 Vakcode cursus weken niveau ECTS praktijk 301116000Y Start tot Arts 7 100 6 w + po 301117000Y Van Mens tot Cel 6 100 8 p + w 301118000Y Van Cel tot Molecuul 5 100 6 w 301119000Y Academische en Wetenschappelijke Vorming 2 100 5 w + po 301120000Y Van Basis tot Homeostase 8 100 10 w 301121000Y Sturing en Stofwisseling 6 100 8 p+w + po 301122000Y Hersenen en Aansturing 6 100 8 w 301123000Y Lijn Beroepsvorming nvt 100 7 w + po 3011VGTJ1Y Voortgangstentamen niv 1 nvt 2 Totaal 60 NB De studiejaren 2 en 3 van het nieuwe curriculum zullen voor het eerst in respectievelijk de collegejaren 2013-2014 en 2014-2015 worden aangeboden. Derhalve zijn ze in dit onderdeel niet opgenomen.

Bijlage 1.2 Verplichte onderwijseenheden Curriculum 2007 Jaar 1 Curriculum 2007 Vakcode Cursus weken niveau ECTS praktijk 301 1010 00Y Arts en Patiënt 2,5 100 4 p + w 301 1021 00Y 301 1020 00Y Mens tot Molecuul of Mens tot Molecuul* 3 3 100 100 4 5 p + w 301 1030 00Y Functionele Morfologie 3 100 4 p + w 301 1040 00Y Morfologie van de Mens 3 100 5 p + w 301 1050 00Y Zenuwstelsel 4 100 5 p + w 301 1061 00Y Gezondheid, ziekte en gedrag 3 100 4 w 301 1070 00Y Volksgezondheid 3 100 4 p + w 301 1080 00Y Sturing en Regeling 3 100 4 p + w 301 1090 00Y Hart en Bloedsomloop 3 100 4 p + w 301 1100 00Y Ademhaling 3 100 4 p + w 301 1110 00Y Nieren 3 100 4 p + w 301 1120 00Y Maag, Darm, Lever 3 100 4 p + w 301 1130 00Y Zorgstage 3 100 4 p 301 1041 00Y Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor jaar 1 (LKO B1) nvt 3 p 301 1150 00Y EHBO** nvt 100 1 p p+w 3011VGTJ1Y Voortgangstentamen niv 1 nvt 2 geen * Aangeboden tot en met collegejaar 2009-2010 ** Voor Studenten uit cohort 2010 en 2011 die hun studie voltooien op basis van het Curriculum 2007 60

Jaar 2 Curriculum 2007 Vakcode Cursus weken niveau ECTS praktijk 301 2090 00Y Houding en Beweging 3 300 4 p + w 301 2100 00Y Trauma 3 300 4 p + w 301 2051 00Y 301 2050 00Y 301 2031 00Y 301 2032 00Y 301 2030 00Y Gen,Omgeving en Ziekte of Molecular and Cellular Aspect of Disease* Algemene Pathologie 1 + General Pathology 2 of General Pathology** 3 300 3 3 300 200 200 200 4 4 4 4 8 w p + w p + w 301 2070 00Y Pathofysiologie 3 300 4 p + w 301 2150 00Y Farmacologie nvt 200 2 P 301 2060 00Y Nieuwvorming 3 200 4 p + w 301 2020 00Y Immunology 3 200 4 p + w 301 2040 00Y Infectious Diseases 3 200 4 p + w 301 2080 00Y Psychopathologie 3 200 4 p + w 301 2110 00Y Wetenschappelijke Vorming 3 300 4 p + w 301 2120 00Y Keuzevak 3 variabe l 301 2130 00Y Keuzevak 3 variabe l 301 2140 00Y Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor jaar 2 (LKO B2) 301 2011 00Y 301 2010 00Y Borst Buik Bekken of Borst Buik Bekken*** 4 w 4 w lijn nnv 2 p nvt nnv 2 301 2160 00Y EHBO **** nvt nnv 1 p 3012VGTJ2Y Voortgangstentamen niv 2 nvt 2 geen * Aangeboden tot en met collegejaar 2008-2009 ** Aangeboden tot en met collegejaar 2008-2009 *** Alleen in combinatie met 301 2160 00Y **** Voor studenten uit de cohorten 2009 en eerder, tenzij 301 1150 00Y (jr.1) met voldoende resultaat is afgerond 1 60 p

Jaar 3 Curriculum 2007 Vakcode Cursus weken niveau ECTS praktijk 301 320000Y 301 301000Y Van Individu tot Populatie of Inleiding Klinische Geneeskunde* 3,5 3 300 300 4 4 p + w p + w 301 302100Y Buik 6 300 7 p + w 301 303000Y Borst 6 300 7 p + w 301 304000Y Nefrologie en Urologie 3 300 4 w 301 305000Y of 301 305100Y Endocriene Stoornissen of Endocriene Stoornissen en oogheelkunde (vanaf 2012) 3 300 4 w 301 306000Y Oncologie 3 300 4 w 301 307000Y Psychiatrische Ziekten 3 300 4 w 301 308000Y Bewegingsapparaat 3 300 4 p + w 301 309000Y Zintuigen en Zenuwstelsel 3 300 4 w 301321000Y 301 310000Y Levensfasen** of Keuzevak** 3 3 300 variabel 301 311000Y Keuzevak 3 variabel 4 nb 301 312000Y Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor jaar 3 (LKO B3) *** 4 4? nb lijn nnv 7 p + w 3013VGTJ3Y Voortgangstentamen niv 3 nvt 2 geen 301 313000Y Vroege Praktijk Contacten nvt nnv 1 p 60 * Aangeboden tot en met collegejaar 2011-2012. Voor dit vak kan in collegejaar 2012-2013 ter afronding nog een werkstuk worden ingeleverd, mits het vak in collegejaar 2011-2012 gevolgd is ** Studenten die hun bacheloropleiding afronden vóór 31 augustus 2013, mogen hun studie afronden zonder het vak levensfasen, met 4 keuzevakken *** LKO B3 zal vanaf collegejaar 2012-2013 aangevuld worden met termen uit de medische ethiek. Studenten tot en met cohort 2009 die hun bacheloropleiding afronden vóór 31 augustus 2013, mogen hun studie afronden met LKO B3 zonder deze termen. De Aanvullingen zullen geen onderdeel uitmaken van de hertentamens in collegejaar 2013-2014.

Bijlage 1.3 Herkansingenoverzicht curriculum 2007 Hieronder de herkansingsmogelijkheden voor tentamens van de onderwijsonderdelen van het Curriculum 2007 Studiejaar 1 Studiejaar 2 Studiejaar 3 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 Laatste keer onderwijs Curriculum 2007 Herkansingen in zomer 2012, jan 2013, mei 2013 Laatste keer onderwijs Curriculum 2007 Geen herkansingen Herkansingen in zomer 2013, jan 2014, mei 2014 Laatste keer onderwijs Curriculum 2007 Herkansingen in zomer 2014, jan 2015, mei 2015, zomer 2015

Bijlage 2 Extra-curriculaire onderwijseenheden: Pre-master class Geneeskunde (PMCG) 2.1 Pre-master class Geneeskunde (PMCG) Als gevolg van de harde knip tussen bachelor en master die per 1 september 2012 van kracht is mag een student die is ingeschreven als bachelor student geen mastervakken volgen. Dit kan leiden tot (onnodige) studie vertraging in geval een student nog een enkel bachelor vak moet doen. Om dit te voorkomen heeft het LUMC een Pre-Master Class Geneeskunde, PMCG, ontwikkeld die bestaat uit de vakken van het eerste masterjaar Geneeskunde waaraan studenten in de bachelorfase mogen deelnemen. De in het PMCG programma behaalde studieonderdelen worden in het diplomasupplement bij het masterdiploma als vrijstelling vermeld. vakcode Vak Weken ECTS 3010PMCG1Y Maatschappij en Gezondheidszorg 3 4 3010PMCG2Y Voortplanting en Seksualiteit 3 4 3010PMCG 3Y Kind en Jongere 6 7 3010PMCG 4Y De Oudere 3 4 3010PMCG 6Y Context Medisch Handelen 3 4 3010PMCG 5Y Veel Voorkomende Problemen 3 4 3010PMCG 7Y Lijn Klinisch Onderwijs Master jaar 1 (LKO M jaar 1) 3010PMCG 8Y Vroege Praktijk Contacten Master jaar 1 (VPC M jaar 1) lijn 3 lijn 2 3010VGTJ4Y Toetsen ten behoeve van Voortgangstentamen niv. 4 (VGT 4) 9 n.v.t. 2 3010PMCG 9Y Praktische Onderzoeksvaardigheden 10 3 4 Overzicht onderwijseenheden met vakcode, aantal ECTS punten en aantal weken. Achter elk onderdeel staat vermeld of er praktijk onderdelen, practica/werkgroepen aan verbonden zijn. Praktijk onderdelen (po= praktijkonderdeel, p = practicum, w = werkgroep, nnv = nog niet vastgesteld, nvt = niet van toepassing) Voor toelating tot het PMCG vak Lijn Klinisch Onderwijs (LKO) en de Vroege Praktijk (VPC) geldt dat: De Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor jaar 2 (LKO B jaar 2) met voldoende resultaat is afgesloten; Is geparticipeerd in de Lijn Klinisch Onderwijs Bachelor jaar 3 (LKO B jaar 3). Is geparticipeerd in de Vroege Praktijk Contacten Bachelor jaar 3 (VPC B jaar 3). 38 9 Het blok Praktische Onderzoeksvaardigheden (POV) hoeven de studenten niet voor de coschappen af te leggen, maar wordt wel aangeboden als onderdeel van de PMCG 2012 10 Aan deelname aan de toetsen die samen het voortgangstentamen (VGT) niveau 4 vormen zijn voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Regels en Richtlijnen van de examencommissie.

2.2 De wetenschapsstage geen onderdeel van de Pre-master class Geneeskunde De wetenschapsstage is een onderdeel van het masterprogramma Geneeskunde maar maakt geen deel uit van deze PMCG. Studenten mogen tijdens de bachelorfase een aanvang maken met wetenschappelijk onderzoek. Zij dienen, als zij voornemens zijn het betreffende onderzoek als wetenschapstage te doen, de goedkeuring daarvoor te verkrijgen van de wetenschapstage commissie. Deze goedkeurig kan worden verleend als de wetenschapstage voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. De eindbeoordeling van de wetenschapstage kan echter pas verkregen worden als de student als masterstudent is ingeschreven. Doordat de datum van het eindoordeel dan gegeven is in de masterfase kan de wetenschapstage als mastervak worden getypeerd en het cijfer op het masterdiploma worden vermeld. Indien de student om welke redenen dan ook (bv omdat hij reeds een wetenschapstage heeft gedaan in een eerdere studie) een wetenschapstage heeft afgerond voordat hij als masterstudent Geneeskunde is ingeschreven, dan kan hij op de gebruikelijke wijze de examencommissie verzoeken tot vrijstelling van de wetenschapstage van de masterfase.