Handleiding BINNENDICHTING EN KELDERRENOVATIE MET OLDROYD Xv Clear NOPPENBAAN OLDROYD THE ULTIMATE WATERPROOF INSULATING MEMBRANE SYSTEM
A. VOORBEREIDING Voor U een binnendichtingssysteem met Oldroyd Xv Clear membraan plaatst, dient U op enkele belangrijke punten te letten: Beslis welk afwerkingsmateriaal U zal gaan toepassen, gezien de grootte en eigenschappen van dit plaatmateriaal de afmetingen van het bevestigingsraster van de Brick plugs mee bepalen. Voorbeeld: boorpatroon voor de pluggen bij een voorzetwand van 6 m bij 2,4 m, uit te voeren in gipskartonplaten van 12 mm dikte en 1,20 m breedte: Ga na of er al dan niet waterinsijpeling kan zijn achter de noppenbaan. Zo ja, voorzie de mogelijkheid dit water te evacueren naar een afvoer of pompput met automatische pompinstallatie en alarm. Controleer of de ondergrond voldoende stevig en geschikt is voor de correcte bevestiging van de noppenbaan. Voorzie een adequate ventilatie in de droog te maken ruimte, bij voorkeur mechanisch. Wij raden aan de ventilatienorm NBN D 50-001 te volgen, alsook de Technische Voorlichtingsnota nr 192 van het Wetenschappelijk en Technisch centrum voor het Bouwbedrijf. Verwijder alle organisch materiaal van de ondergrond (bijvoorbeeld behangpapier) en behandel de muur met een fungicide of schimmeldodend middel indien nodig. Controleer zeker of er geen huiszwam of Serpula Lacrimans aanwezig is. Verwijder, in ondergrondse situaties, zéker alle houten binnenschrijnwerk zoals deuromlijstingen, raamkaders enz. zodat de noppenbaan continu kan doorlopen over de ondergrond. Hou rekening met het feit dat Oldroyd Xv Clear niet werd ontworpen om waterdruk op te vangen, maar wel voor de controle, beheersing en afvoer van insijpelend water en dit binnen de limieten van de eigenschappen van het membraan en het systeem. Vóór U met de plaatsing begint, voer de nodige structurele herstellingen en andere nodige werkzaamheden uit om te vermijden dat de noppenbaan tijdens de plaatsing beschadigd wordt. Let erop het op de vloer geplaatste membraan niet te beschadigen of te doorboren. Gebeurt dit toch, herstel dan met een stuk butyltape. B. GEREEDSCHAP Cuttermes en schaar, Rolmeter, Waterpasser (minstens 1 meter lang), Smetkoord en schietlood, Hamer (moker met vlakke kop), Rij van 2 meter, Warmeluchtpistool, Reinigingsdoeken en ontvetter, Boormachine en steenboren van 10 en 11 mm diameter C. GEBRUIK VAN BUTYLTAPES Wij raden aan een warmeluchtpistool te gebruiken voor het drogen en licht verwarmen van de noppenbaanrand net voor het aanbrengen van de butylkleefband, gezien deze werkwijze de hechting aanzienlijk verbetert. Zorg er tevens voor dat de butyltapes steeds met zuivere handen worden aangebracht en dat de noppenbaanrand niet vet en stofvrij is. Zo nodig een ontvetter en reinigingsdoeken gebruiken. 2
1. PLAATSEN VAN DE OLDROYD XV CLEAR NOPPENBAAN MET BRICK PLUGS. De Oldroyd Brick Plug werd speciaal ontworpen voor de bevestiging van de Oldroyd Xv Clear noppenbaan. De brick plug vervult twee functies: hij houdt het membraan vast tegen de ondergrond, én hij dient als schroefplug voor de bevestiging van het houten of metalen stijlwerk of andere bevestigingsbeugels voor bv. technieken enz. Voorboren met een 11 mm steenboor. Sommige ondergronden vereisen een boorgat van 10 mm diameter. 1.1 Aanbrengen van de brick plug: Boor doorheen de noppenbaan, in een nop. Breng vervolgens een Oldroyd brickplug met samendrukbare dichtingsring of compression seal aan in het boorgat. Hamer de brick plug in de ondergrond tot de ring minstens 30 % is samengedrukt. Hierdoor wordt het geheel van de bevestiging waterdicht. 1.2 Aanbrengen van de eerste noppenbaan: In nagenoeg alle situaties is het de noppenbanen aangewezen. verticaal ophangen van Snij de juiste hoogte van een rol. (Hou rekening met de aansluitingsdetails vloer-muur en eventueel muur-plafond). Breng een strook dubbelzijdige butylkleefband aan op de baan, op het kleefbandstrook en laat het beschermpapier langs de vrije zijde zitten. (langs één zijde van de baan bevindt zich een strook met X-structuur maar zonder noppen of kleefbandstrook. Langs de andere zijde bevindt zich een volledig vlakke strook of overlapstrook ) Presenteer de baan tegen de wand bij het gekozen vertrekpunt, met de kleefbandstrook langs de linker zijde. (Men werkt best van rechts naar links). Hang de baan balancerend op door bovenaan, doorheen het midden, een voorlopige bevestiging te voorzien met een brick plug. (Drijf de plug niet helemaal in de muur). Gebruik een schietlood of waterpasser om de baan loodrecht te hangen., Bepaal het bevestigingsraster in functie van de afwerking, en bevestig bovenaan met twee pluggen. Boor hiervoor gaten van minstens 8 cm diep in de ondergrond. Werk van boven naar onder en ga door met het aanbrengen van de brick plugs. Drijf de pluggen met de nodige omzichtigheid in de muur teneinde deze niet te beschadigen. 1.3 Aanbrengen van de volgende banen Breng de volgende baan tegen de muur, links van de eerste baan en bevestig balancerend op dezelfde wijze als hoger beschreven. Zorg ervoor dat de overlapstrook over de butylkleefband zit. Hang de baan loodrecht en bevestig bovenaan. Ga vervolgens te werk zoals hoger beschreven. Reinig de achterzijde van de overlapstrook. Maak het beschermpapier van de butylstrip los, op halve hoogte van de baan, en verwijder deze geleidelijk terwijl U aandrukt naar boven en naar onder. 3
Opm: Bijsnijden van de banen: snij steeds recht af volgens een voorgevormde vouw in het membraan. Snij nooit doorheen de noppen. Wanneer de banen moeten worden bijgesneden ontbreekt soms de kleefbandstrook of de overlapstrook. In dat geval wordt de dubbelzijdige butylstrip tussen de noppen aangebracht en goed aangedrukt. Zorg voor een overlap van minstens 10 cm. De butylband neemt de vorm van de noppen aan en zal, in combinatie met de butyl overseal tape van 75 of 200 mm breed voor een perfecte waterdichting zorgen. De banen kunnen ook koud tegen elkaar geplaatst worden, indien de situatie dit vereist. In dergelijk geval moet de dichting worden verzekerd door een 200 mm brede overseal tape over de naad te kleven. 2. AANSLUITING VLOER WAND Het is belangrijk dit detail goed te verzorgen. De Oldroyd Xv Clear noppenbaan, of in casu het Oldroyd Xs vlak membraan kunnen los op de vloer worden aangebracht. Dit laat toe Oldoryd Xv Clear of Oldroyd Xs toe te passen op oude keldervloeren zonder betondraagvloer. Naden en overlappen worden afgewerkt en gedicht zoals deze bij de wanden. In sommige gevallen dient men echter aan te sluiten op een bestaande vloer. 2.1 Wand en vloer bekleed met Oldoryd X membranen. Eerst worden de wanden uitgevoerd: de banen worden geplaatst over de volle hoogte van de wand. Vervolgens plaatst me de banen op de vloer, met een opstand van +/- 20 cm tegen het wandmembraan, ervoor zorgend dat het wandmembraan steeds achter het vloermembraan zit. Zorg ervoor dat de noppen in mekaar grijpen en dat het vloermembraan perfect op zijn plaats ligt voor U met dubbelzijdige butylkleefband de banen aan mekaar verlijmt. Pas daarna overkleven met overseal tape. Binnenhoeken: het vloermembraan kan worden gevouwen in de binnenhoek (zie foto) waarna de vouw met een stuk butylkleefband kan worden verzekerd. Buitenhoeken: het vloermembraan insnijden zodat het langs beide zijden van de buitenhoek 20 cm overlapt met het wandmembraan. Vervolgens verlijmen zoals hoger beschreven. In moeilijke gevallen kan u stukken butylkleefband van 200 mm breedte gebruiken om de naden van een buitenhoek te overkleven. 4
2.2 Enkel de wand wordt bekleed met Oldroyd XV Clear: aansluiting op bestaande vloer. OPM: Deze toepassing is niet mogelijk wanneer enig risico op insijpelend water bestaat. Het membraan fungeert hier enkel als vochtscherm/dampscherm voor een vochtige wand die met droogafbouw moet worden afgewerkt. Naargelang de situatie zijn verschillende oplossingen mogelijk. 2.2.1 De noppenbaan wordt aangebracht tot op het niveau van de afgewerkte vloer. In dit geval een strook van de vloer net naast de noppenbaan ontvetten en de aansluiting noppenbaan-vloer aftapen met overseal butyltape van 75 mm breedte, waarvan ½ op de noppenbaan en ½ op de vloer. Wanneer de voorzetwand geplaatst is zal de butylband niet meer zichtbaar zijn. 2.2.2 De noppenbaan wordt aangebracht tot op de constructievloer. Een strook van de vloer uithakken tot op de constructievloer. De noppenbanen aanbrengen tegen de muur tot op het niveau van de betonplaat. In het geval de chape op een waterdichte laag is geplaatst, deze laag met butylkleefband verlijmen aan de noppenbaan. De ontbrekende chape aanvullen met een waterafstotend rijnzand-cement mengsel en de vloer opnieuw afwerken. 2.3 Toepassing van de Oldroyd Aquadrain Perimeter Drainage Hierbij twee voorbeelden van de toepassing van de noppenbaan Xv Clear samen met de perimetrische drainagekanalen. Links met noppenbanen op wand én vloer, rechts met noppenbanen enkel op de wand. 3. BUIS- EN LEIDINGDOORGANGEN Butyl overseal tape van 200 mm breedte Wanneer het pleistermembraan moet worden opengesneden voor het doorvoeren van leidingen e.d., dient de snede zo klein mogelijk te worden gehouden. De dichting van de snede moet verzorgd worden zoals deze van koud tegen elkaar geplaatste naden, dus met tape van 200 mm breedte. 5
Op de plaats van de leidingdoorvoer zelf gaat men als volgt te werk: reinig de doorvoer. Snij een stuk overseal tape van 200 mm breedte af met een lengte van minstens 4 x de diameter van de doorvoer. Teken in het midden van het stuk tape de diameter van de doorvoer af, en snij deze open volgens bijgaand schema om een kraag te vormen. Verwijder het schutpapier en plaats de tape over de doorvoer rondom de leidingdoorgang. Druk stevig aan tegen de noppenbaan. Bevestig rond de leiding nog een strook kleefband van 75 mm breedte. 4. INSIJPELEND WATER Wanneer geweten is of kan voorzien worden dat zich waterinsijpeling zal voordoen achter de noppenbaan of doorheen de vloer, dient men de nodige voorzorgen te nemen. Afhankelijk van de af te voeren hoeveelheid water dient men het water af te voeren naar een pompput, al dan niet via aquadrain afvoerkanaaltjes onder het vloermembraan. Verzakkingen in de vloer waar water zou kunnen stagneren dienen te worden uitgevuld vóór de plaatsing van het vloermembraan. De pomp dient steeds bereikbaar te zijn voor onderhoud, en ze dient voorzien te zijn van een alarmsysteem, een terugslagklep en, indien nodig, een batterij-aangedreven backup pomp. Meer informatie op www.sbsolutions.eu 5. VOORZETWANDSYSTEEM Maak gebruik van de standaard hulpstukken voor voorzetwanden van de fabrikant van bv gipskartonplaten. Schroef op de brick plugs een plooibare montagebeugel of afstandhouder. Bevestig de stijlen in deze regelbare beugels. BELANGRIJKE OPMERKING: Deze handleiding geeft slechts enkele van de meest voorkomende gevallen bij toepassing van Oldroyd Xv Clear membranen. Elk project dient het voorwerp uit te maken van een grondige constructieve studie. Onze adviezen, in woord, geschrift of dmv proef m.b.t. technische toepassingen, worden te goeder trouw verstrekt. Dit productinformatieblad is met de grootst mogelijke zorg opgesteld. Wij kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, van welke aard of omvang ook, welke door het gebruik van deze gegevens of van het desbetreffend product zou kunnen worden veroorzaakt. Verdeeld in Benelux door: SB SOLUTIONS BVBA Drie Sleutelstraat 74 B-9300 Aalst Tel + 32 53 41 70 13 Fax +32 53 41 70 12 www.sbsolutions.eu e-mail: info@sbsolutions.eu 6