ADVIES Ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verschillende wijzigingen betreffende tewerkstellingssteun 28 maart 2019 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02 205 68 68 Fax : 02 502 39 54 www.esr.brussels
Aanvrager Minister Didier Gosuin Aanvraag ontvangen op 15 maart 2019 Aanvraag behandeld door Commissie Economie - Werkgelegenheid - Fiscaliteit - Financiën Aanvraag behandeld op Elektronische procedure Advies uitgebracht door de Plenaire zitting van 28 maart 2019
Vooraf Dit ontwerpbesluit heeft betrekking op technische wijzigingen betreffende twee uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en heft de toeslag «kinderopvang» op die is voorzien door het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, waarbij het de werknemers die uiterlijk op 30 juni 2019 in dienst zijn getreden wordt toegelaten om dit voordeel te behouden. Wat de wijzigingen betreft die aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden werden aangebracht, streeft het ontwerpbesluit ernaar om de toekenningsvoorwaarden betreffende de Activa-voorziening als volgt uit te breiden : - Werkzoekenden die geslaagd zijn voor alle competentiecertificeringsproeven m.b.t. een beroep, zullen na afloop van deze proeven rechtstreeks toegang hebben tot de Activavoorziening. Hierdoor zullen zij dezelfde rechten hebben als andere categorieën werkzoekenden die tot nu toe van een vrijstelling genoten met betrekking tot de periode van niet-tewerkstelling om van deze maatregel te kunnen genieten, krachtens artikel 5, 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden. - De lijst van opleidingen die toegang geven tot de financiële stimuli die de onderneming in staat stellen de opleidingskosten van de «Activa»-werknemer te compenseren, wordt met name uitgebreid tot de opleidingen die door de sociale partners worden georganiseerd of erkend, op voorwaarde dat de begunstigden van Activa ten hoogste in het bezit zijn van een Getuigschrift lager secundair onderwijs (GLSO) en in het kader van een contract van onbepaalde duur zijn tewerkgesteld. Met betrekking tot het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2018 betreffende de premies om de alternerende opleiding te stimuleren, wil het ontwerpbesluit de ontvankelijkheidsvoorwaarden m.b.t. de premieaanvragen «mentor» uitbreiden. Het laat het immers toe dat deze premie ook betrekking heeft op de meerjarenovereenkomsten die tussen de leerling en de onderneming worden gesloten. Ter herinnering, deze premies worden toegekend aan de werkgever die over een exploitatiezetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt, voor elke mentor die minstens één en hoogstens vier leerlingen terzelfder tijd begeleidt. Tot slot worden artikelen 131septies/1 en 131septies/2, met betrekking tot de toeslag «kinderopvang» van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op 1 juli 2019 opgeheven. Deze voorziening blijft echter van toepassing voor werknemers die uiterlijk op 30 juni 2019 in dienst zijn getreden. Deze werkhervattingstoeslag kan worden toegekend aan de sociaal verzekerde die zijn werk in loondienst hervat of die zich als zelfstandige in hoofdberoep vestigt, indien hij aan de voorwaarden van artikelen 131septies/1 en 131septies/2 voldoet. Pagina 3/5
Advies 1. Algemene beschouwingen De Raad neemt akte van de wijzigingen die aan de twee uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden aangebracht, teneinde de voorwaarden voor toegang tot de tewerkstellingssteun uit te breiden, in overeenstemming met de prioriteiten die in de Strategie Go4Brussels2025 en het Opleidingsplan 2020 werden bepaald. 2. Bijzondere beschouwingen 2.1 Erkenning van competenties De Raad is verheugd over de uitbreiding van de Activa-voorziening ten gunste van werkzoekenden die geslaagd zijn voor alle competentiecertificeringsproeven m.b.t. een beroep, door te worden vrijgesteld van de periode van niet-tewerkstelling van minstens 312 dagen van de achttien kalendermaanden die de indiensttreding van de werkzoekende bij een onderneming voorafgaan. Niettemin herhaalt de Raad, zoals hij dit heeft uitgedrukt in het kader van zijn advies betreffende het voorontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Franse gemeenschap, het Waalse gewest en de Franse gemeenschapscommissie betreffende de erkenning van competenties 1, zijn wens dat er een impactanalyse met betrekking tot deze voorziening zou worden uitgevoerd om met name het gebruik van deze titels bij aanwerving, het inschakelingspercentage van de gecertificeerde personen bij de tewerkstelling, het type werkgevers dat er beroep op doet, enz., te kennen. 2.2 Voorwaarden voor toegang tot de Activa-voorziening De representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties verwijzen naar hun beschouwingen die ze in de bijdrage van de Raad van 3 mei 2017 hebben geformuleerd en naar het advies van 15 juni 2017 2 inzake het ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden. Deze hadden betrekking op hun bezorgdheid over de beperkingen van de toegangsvoorwaarden van de werkgever tot de Activa-voorziening, die in artikelen 3 en 13 van het besluit van 14 september 2017 zijn voorzien (aanwerving voor minstens 6 maanden en halftijds ; heraanwerving met behoud van steun onmogelijk binnen de 30 maanden). Ze zijn immers van oordeel dat deze beperkingen bijzonder nadelig zijn voor de zelfstandigen, starters en ondernemingen uit sectoren met cyclische aanwervingen (handel, bouw, horeca, ). De representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties vinden de voorwaarde van een minimale aanwervingsduur van 6 maanden overbodig. De aanwerving van de werkzoekende is immers al financieel bevorderd in de tijd, gelet op de progressiviteit van de steun die is voorzien : slechts 13% van het totaalbedrag van de steun van 15.900 worden gedurende de eerste 6 maanden toegekend, vervolgens 87%. Meer bepaald in verband met de verbintenissen van de Regering in de Small Business 1 A-2018-058-ESR 2 A-2017-043-ESR Pagina 4/5
Act om de aanwervingen in de KMO s te ondersteunen, herhalen ze hun vraag om de voorwaarden voor toegang tot de Activa.Brussels-steun te versoepelen, door meer bepaald werkgevers die een werkzoekende als uitzendkracht voor redenen van inschakeling aanwerven in staat te stellen om van deze maatregel te genieten, en dit in samenhang met artikel 16 van de ordonnantie van 23 juni 2017 betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van hun kant ondersteunen de representatieve werknemersorganisaties het beginsel en de voorwaardelijkheden voor de toegang tot de Activa-voorzieningen. Ze zijn immers van mening dat deze van dien aard zijn om bij te dragen tot de verbetering van de kwaliteit van de banen die via deze openbare voorziening voor tewerkstellingssteun worden gecreëerd. Bovendien zijn de representatieve werknemersorganisaties van mening dat, in termen van administratieve complexiteit, een Activa-dossier invullen voor prestaties van korte termijn of van uitzendarbeid uiterst zwaar is, zowel voor de werkgevers als voor de werknemers en de verschillende instellingen voor uitbetaling en administratief beheer van de steun. Voor het overige verwijst de Raad naar zijn advies van 15 juni 2017 inzake het voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden. 2.3 Kinderopvangtoeslag De Raad neemt akte van de intrekking van de kinderopvangtoeslag voor werklozen. De Raad herinnert er echter aan dat het aantal plaatsen voor kinderen in crèches en de toegankelijkheid ervan voor werklozen twee fundamentele elementen blijven om de beschikbaarheid van deze personen op de arbeidsmarkt, en in het bijzonder voor vrouwen, te ondersteunen. De Raad dringt er bijgevolg op aan dat de kinderopvangtoeslag zou worden vervangen door een doeltreffendere voorziening om deze noodzaak te ondersteunen. * * * Pagina 5/5