Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Vergelijkbare documenten
Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog

Natura 2000 gebied 4 Duinen Terschelling

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000-gebied Duinen Ameland. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Programma publieke avond 26 januari 2012

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek

Natura 2000 gebied Markiezaat

ONTWERPBESLUIT DUINEN VLIELAND

Natura 2000 gebied Savelsbos

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni (handout)

Natura 2000-gebied Duinen Schiermonnikoog. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

ONTWERPBESLUIT SCHOORLSE DUINEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

ONTWERPBESLUIT DUINEN DEN HELDER-CALLANTSOOG

ONTWERPBESLUIT KOP VAN SCHOUWEN

Natura 2000-gebied Duinen Terschelling. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

Natura 2000 gebied 13 Alde Feanen

Natura 2000 gebied Grevelingen

Natura 2000-gebied Duinen Den Helder Callantsoog

Natura 2000-gebied Duinen Vlieland. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Natura 2000 gebied 92 Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998.

ONTWERPBESLUIT KENNEMERLAND-ZUID

Natura 2000 gebied 27 Drents-Friese Wold & Leggelderveld

Natura 2000 gebied 128 Brabantse Wal

Effecten van de herontwikkelingsplannen op het terrein van. het Zeehospitium te Katwijk aan Zee op het. Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide

Noordhollands Duinreservaat

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura 2000-gebied Schoorlse Duinen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Natura 2000-gebied Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 111 Hollands Diep

Natura 2000-gebied Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Gemeente Ameland. Hotel Nes. Voortoets in het kader van de herziene Natuurbeschermingswet ir. H.G. van der Aa

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

DUINEN TERSCHELLING. Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding binnen Natura2000

ONTWERPBESLUIT MEIJENDEL & BERKHEIDE

Concept BP N2000 Schiermonnikoog mei Inleiding pag. 1 t/m Instandhoudingsdoelen pag. 9 t/m 28

ONTWERPBESLUIT MANTELING VAN WALCHEREN

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling. Documentcode: 14M3041.RAP001.AC

Het bestemmingsplan West-Terschelling in relatie tot Natura2000 en de Floraen faunawet. Een voortoets.

Duinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5

Natura 2000-gebied Coepelduynen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Vakantiepark Klein Vaarwater T.a.v.: Bestuur Coöperatief Recreatieoord Klein Vaarwater Klein Vaarwaterweg ME BUREN AMELAND

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Vlieland (3) Datum December 2015 Status Concept-ontwerpbeheerplan

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Ameland (5) Datum Januari 2016 Status Ontwerpbeheerplan

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4

Motivaties in het beheer van de duinen

Natura 2000-gebied Manteling van Walcheren

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Texel (2) Datum Januari 2016 Status Ontwerpbeheerplan

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen

Datum: 1 juli 2013 Van: Eric van der Aa en Evert Stellingwerf (Rho Adviseurs voor leefruimte)

Effectenanalyse FBP Noord-Holland Natura 2000-gebieden. Oktober 2009

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Achtergrondinformatie Natura 2000-gebieden

De plaatsing van een demontabel strandpaviljoen op het Noordzeestrand van Vlieland; een ecologische beoordeling. P.J.Zumkehr.

ONTWERPBESLUIT DUINEN GOEREE & KWADE HOEK

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen

Ontwerp Natura 2000 Beheerplan Terschelling. Periode

Natura 2000 gebied 35 - Wieden

Natura 2000 gebied Voordelta

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Algemeen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Natura 2000 gebied 133 Kampina & Oisterwijkse Vennen

Duinen en Lage Land Texel

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau

De inrichting van stelling 12H te Vlieland tot museumbunker: een ecologische beoordeling.

Passende beoordeling mechanische winning van pieren door VOF Zeeaashandel Arenicola op de Vlakte van Kerken (Waddenzee)

Transcriptie:

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003057 + NL9802001 Beschermd natuurmonument: - Beheerder: Domeinen, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat. It Fryske Gea, particulieren Provincie: Friesland Gemeente: Ameland Oppervlakte: 2.012 ha Gebiedsbeschrijving Het gebied Duinen Ameland wordt landschappelijk gekenmerkt door een uitgestrekt duingebied dat zich over de gehele lengte van het eiland uitstrekt. In het oosten en in de noordwesthoek groeit het eiland aan, ter hoogte van Nes en Buren vindt kustafslag plaats. Het gebied heeft een grote diversiteit aan milieutypen als gevolg van de grote variatie in nat versus droog, zoet versus zout en kalkhoudend versus kalkarm. In het oosten zijn de duinen relatief kalkrijk en is de verstuivingsdynamiek hoog, waardoor de hier gelegen Kooiduinen en Oerderduinen soortenrijk zijn. In het westen zijn het laagveenmoeras van de Lange Duinen, de heideterreinen en de korstmosrijke, oude duinkoppen bij Hollum bijzonder. In de binnenduinrand is een groot areaal aan natte duinheiden aanwezig met kraaihei en dophei. Het gebied omvat ook een paar kleine boscomplexen die bestaan uit aangeplant naald- en loofbos en spontane opslag. Begrenzing Het Habitatrichtlijngebied en het Vogelrichtlijngebied vallen geheel samen met de begrenzing van het Natura2000-gebied, dat een oppervlakte beslaat van 2.040 ha. Dit cijfer betreft de bruto-oppervlakte omdat bij de berekening geen rekening is gehouden met niet op de kaart, tekstueel uitgesloten delen. Het in hoofdstuk 2 genoemde (voormalige) beschermde natuurmonument valt voor een klein deel binnen de begrenzing van Duinen Ameland (7 ha). Het grootste deel van dit natuurmonument is gelegen binnen het aangrenzende Natura 2000-gebied Waddenzee. De begrenzingen van het Vogelrichtlijngebied en van het Habitatrichtlijngebied (zoals aangemeld) zijn op de kaart op enkele technische punten verbeterd: Verharde openbare wegen en bebouwing aan de rand van het gebied zijn zo mogelijk buiten de begrenzing gebracht. De begrenzing is waar mogelijk gelegd langs topografisch herkenbare lijnen, zoals wegen, perceelscheidingen en de overgang van kwelder naar duin. Onlogische verschillen (< 25 ha) tussen Vogel- en Habitatrichtlijngebied zijn opgeheven door de meest ruime grens aan te houden. Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 1

Natura 2000 database Habitattypen Code Habitattype H2110 Embryonale duinen H2120 Witte duinen H2130 Grijze duinen H2140 Duinheiden met kraaihei H2160 Duindoornstr uwelen H2170 Kruipwilgstruwelen H2190 Vochtige duinvalleien Habitatrichtlijnsoorten Soortnr Soort H1903 Groenknolorchis Vogelrichtlijnsoorten Soortnr Soort A063 Eider - b A081 Bruine kiekendief - b A082 Blauwe kiekendief - b A119 Porseleinhoen - b A222 Velduil - b A338 Grauwe klauwier - b Voorstel voor toevoegen aan de database: H2150 Duinheiden met struikhei 1 H6230 Heischrale graslanden 1 A021 Roerdomp b 5 A277 Tapuit - b 6 A295 Rietzanger - b 6 Voorstel voor het verwijderen uit de database: A001 Roodkeelduiker - n 25 A034 Lepelaar - b 20 A062 Topper - n 25 A065 Zwarte zee-eend - n 25 A132 Kluut - b 20 A141 Zilverplevier - n 25 A143 Kanoet - n 25 A149 Bonte strandloper - n 25 A157 Rosse grotto - n 25 A176 Zwartkopmeeuw - b 20 A183 Kleine mantelmeeuw - b 20 A193 Visdief - b 20 A194 Noordse stern - b 20 A195 Dwergstern - b 20 Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 2

Kernopgaven 2.01 Witte duinen en embyonale duinen: Ruimte voor natuurlijke verstuiving: witte duinen H2120 en embryonale duinen H2110 o.m. van belang als habitat voor kleine mantelmeeuw A183, dwergstern A195, bontbekplevier A137 en strandplevier A138. 2.02 Grijze duinen: Uitbreiding en herstel kwaliteit van grijze duinen *H2130, ook als habitat van tapuit A277, velduil A222 en blauwe kiekendief A082, door tegengaan vergrassing en verstruweling. 2.05 Open vochtige duinvalleien, inclusief vochtige duinbossen: Behoud oppervlakte en herstel kwaliteit van vochtige duinvalleien (kalkrijk) H2190_B. Behoud vochtige duinvalleien H2190 als habitat van roerdomp A021, lepelaar A034, blauwe kiekendief A082, velduil A222, noordse woelmuis *H1340, nauwe korfslak H1014 en groenknolorchis H1903 (vergroting oppervlakte is vrijwel overal gedaan). Op Terschelling en Schiermonnikoog meer ruimte voor duinbossen (vochtig) H2180_B. 2.08 Gradiënt binnenduinrand: Herstel hydrologie/vochtgradiënt duinbossen (binnenduinrand) H2180_C, heischrale graslanden *H6230 en blauwgraslanden H6410 (Schouwen, Texel, Terschelling, Schiermonnikoog, langs vastelandskust én Goerree en Voorne). Op Texel mede t.b.v. noordse woelmuis *H1340. Instandhoudingsdoelen Algemene doelen Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie. Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de ecologische samenhang van het Natura 2000 netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie. Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende natuurlijke habitats en soorten. Behoud en waar nodig herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van de ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd. Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd. Habitattypen H2110 Embryonale wandelende duinen Behoud oppervlakte en kwaliteit. Het habitattype embryonale duinen is momenteel in goede kwaliteit en over voldoende oppervlakte aanwezig. Gezien de afbakening in de begrenzing tussen de Waddeneilanden en Waddenzee of Noordzeekustzone is het areaal op de Waddeneilanden niet zeer groot. Het betreft een habitattype waarvan de exacte locatie en de oppervlakte jaarlijks sterk kunnen wisselen ten gevolge van erosie- en sedimentatieprocessen. H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria ( witte duinen ) Behoud oppervlakte en kwaliteit. Het habitattype witte duinen is momenteel aanwezig. Behoud van de kwaliteit (verstuiving) in de zeereep is tevens van belang voor verbetering kwaliteit van achtergelegen duingraslanden, kwelders en duinvalleien. Gezien de afbakening in de begrenzing tussen de Waddeneilanden en Waddenzee of Noordzeekustzone is het areaal op de Waddeneilanden relatief groot. Het betreft een habitattype waarvan de Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 3

exacte locatie en de oppervlakte jaarlijks sterk kunnen wijzigen ten gevolge van erosieen sedimentatieprocessen. H2130 H2140 H2150 H2160 H2170 H2190 *Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie ( grijze duinen ) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit grijze duinen, kalkarm (subtype A) en grijze duinen, heischraal (subtype C). Behoud oppervlakte en kwaliteit grijze duinen, kalkrijk (subtype B). Het habitattype grijze duinen is momenteel over verreweg het grootste deel van het oorspronkelijke oppervlakte sterk vergrast, vooral op de westelijke deel van het eiland. Landelijk verkeert het habitattype in een zeer ongunstige staat van instandhouding en geldt als doel uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. Voor het grijze duinen, kalkrijk (subtype B) levert het gebied slechts een geringe bijdrage. In de toekomst kan het gebied een zeer grote bijdrage gaan leveren voor het subtype grijze duinen, kalkarm (subtype A). Voor het subtype grijze duinen, heischraal (subtype C) liggen de mogelijkheden vooral in kwaliteitsverbetering in de binnenduinrand. *Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit duinheiden met kraaihei, vochtig (subtype A) en behoud oppervlakte en kwaliteit duinheiden met kraaihei, droog (subtype B). De habitattypen duinheiden met kraaihei, vochtig (subtype A) en duinheiden met kraaihei, droog (subtype B) zijn momenteel over een zeer groot oppervlakte aanwezig waardoor het gebied een zeer grote bijdrage aan het landelijke doel voor beide subtypen van dit habitattype levert. Omdat de landelijke staat van instandhouding matig ongunstig is vanwege de kwaliteit (weinig jonge stadia), wordt verbetering van de kwaliteit nagestreefd. Het gebied levert een zeer grote bijdrage aan het landelijke doel. *Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea) Behoud oppervlakte en kwaliteit. Het habitattype duinheiden met struikhei is momenteel in goede kwaliteit aanwezig over een gering oppervlakte. Omdat de landelijke staat van instandhouding gunstig is wordt behoud van oppervlakte en kwaliteit nagestreefd. Duinen met Hippophaë rhamnoides Behoud oppervlakte en kwaliteit. Het habitattype duindoornstruwelen is momenteel in goede kwaliteit over slechts een klein oppervlakte aanwezig. Uitbreiding van dit habitattype kan een bedreiging vormen voor onder meer habitattype H2130 grijze duinen. Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae) Behoud oppervlakte en kwaliteit. Enige achteruitgang in oppervlakte ten gunste van habitattype H2190 vochtige duinvalleien is toegestaan. Het habitattype kruipwilgstruwelen is momenteel in goede kwaliteit en over voldoende oppervlakte aanwezig, veelal in mozaïek met andere duinvalleibegroeiingen van habitattype H2190 vochtige duinvalleien. Vochtige duinvalleien Behoud oppervlakte en kwaliteit vochtige duinvalleien, open water (subtype A), en vochtige duinvalleien, hoge moerasplanten (subtype D), behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit vochtige duinvalleien, ontkalkt (subtype C) en uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B). Het habitattype vochtige duinvalleien is momenteel in goede kwaliteit en over voldoende oppervlakte aanwezig wat betreft de duinvalleien, maar binnen de diversiteit is het subtype vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B) ondervertegenwoordigd. Ontwikkeling van jonge, kalkrijke successiestadia is bijvoorbeeld mogelijk op recent ontstane groene stranden. Het gebied levert een zeer grote bijdrage aan het landelijke Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 4

doel voor de subtypen vochtige duinvalleien, ontkalkt (subtype C) en vochtige duinvalleien, hoge moerasplanten (subtype D). H6230 Soorten H1903 *Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. Oppervlakte-uitbreiding heischrale graslanden is gewenst gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding. Mogelijkheden voor uitbreiding doen zich op meerdere plekken voor in de binnenduinrand. Groenknolorchis Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit biotoop voor uitbreiding populatie. De groenknolorchis is momenteel nog slechts sporadisch aanwezig op het eiland, doordat jonge, kalkrijke duinvalleien zeldzaam zijn geworden. Voor duurzaam behoud zijn telkens opnieuw jonge successiestadia van habitattype H2190 vochtige duinvalleien noodzakelijk. Broedvogels A021 Roerdomp Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 2 paren. In de 80-er jaren broedden maximaal 6 paren (1987). Daarna fluctueerde het aantal tussen 0 en 3; In de periode 2001-2003 broedden jaarlijks 2-3 paren op Ameland. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio Waddeneilanden ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. A063 A081 A082 Eider een populatie van tenminste 100 paren. Na de vestiging van de eider in het open duin in de 30-er jaren was de soort aanvankelijk zeer schaars. Vanaf de 50-er jaren zijn de aantallen toegenomen tot ruim 200 paren in het begin van de 80-er jaren (maximaal 275 in 1984). Daara fluctueerde het aantal tussen de 100 en 235. Vervolgens trad een afname op met in 2003 nog slechts 25 paren. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is als doel uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied geformuleerd. Het gebied kan voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie gaan leveren. Bruine kiekendief Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 40 paren. Na de hervestiging van de bruine kiekendief als regelmatige broedvogel in de natte duinvalleien aan het eind van de zeventiger jaren is de populatie steeds verder toegenomen tot een maximum van 45 paren in 2001. Gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding is behoud voldoende. Het gebied heeft voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie. Blauwe kiekendief een populatie van ten minste 20 paren. Vanaf de vestiging in het open duin in 1940, is de blauwe kiekendief toegenomen tot maximaal 26 paren in 1990. Vanaf halverwege de 90-er jaren heeft een sterke terugval opgetreden. In de periode 2000-2003 zijn jaarlijks 3 tot 5 paren waargenomen. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is als doel uitbreiding omvang en/of Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 5

verbetering kwaliteit leefgebied geformuleerd. Het gebied kan voldoende draagkracht gaan leveren voor een sleutelpopulatie. A119 A222 A277 A295 A338 Porseleinhoen Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een een populatie van 2 paren. De porseleinhoen is altijd een zeer schaarse broedvogel geweest van vochtige duinvalleien met hooguit enkele paren. Ondanks de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is uitbreiding van de populatie niet noodzakelijk gezien het geringe areaal potentieel biotoop. Het gebied kan onvoldoende draagkracht leveren voor een sleutelpopulatie. Velduil een populatie van ten minste 20 paren. Tot begin 90-er jaren was de velduil een broedvogel van het open duin in fluctuerende aantallen, doch zonder een eenduidige trend. De broedvogelaantallen wisselden met de stand van de veldmuis (Ameland is het enige Waddeneiland waar veldmuizen voorkomen). Een absoluut topjaar was 1989 met 42 paren. In daljaren zakte het aantal onder de 20 paren. Vanaf halverwege de 90-er jaren is een sterke terugval opgetreden met een voorlopig minimum van 2 paren in 2002. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is als doel uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied geformuleerd. Het gebied kan voldoende draagkracht gaan leveren voor een sleutelpopulatie. Tapuit een populatie van ten minste 100 paren. Vermoedelijk was het aantal broedparen van de tapuit in het open duin stabiel tot eind 80-er jaren (120-140 paren). Daarna volgde echter een sterke afname. Toch is het momenteel het belangrijkste broedgebied in Nederland (met 56 paren in 2001, 39 in 2002 en 35 in 2003). Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is als doel uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied geformuleerd. Het gebied kan voldoende draagkracht gaan leveren voor een sleutelpopulatie. Rietzanger Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 230 paren. De rietzanger is vermoedelijk pas een broedvogel van de natte duinvalleien sinds halverwege de vorige eeuw. In de 80-er jaren werd het gewenste niveau voor een sleutelpopulatie overschreden (bijv. 264 paren in de Lange Duinen in 1987). Voor de periode 1999-2003 wordt het gemiddeld aantal paren geschat op 230. Gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding is behoud voldoende. Het gebied heeft voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie. Grauwe klauwier een populatie van ten minste 1 paar. De grauwe klauwier is van oudsher een broedvogel van het gevarieerde duinlandschap in aantallen die altijd onder het niveau van een sleutelpopulatie bleven (maximaal 30 paren begin 70-er jaren). Daarna was de populatie stabiel tot eind 80-er jaren waarna een geleidelijke, doch continue, afname inzette. In 1998 werd het laatste broedgeval vastgesteld. Herstel van een sleutelpopulatie (40 paar) lijkt, gezien de algehele tendens in Nederland onmogelijk. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is als doel uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied geformuleerd. Het gebied kan onvoldoende draagkracht leveren voor een sleutelpopulatie, maar draagt Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 6

wel bij aan de draagkracht in de regio Waddeneilanden ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. Synopsis Habitattypen Staat van instandhouding Relatieve bijdrage stelling oppervlakte stelling kwaliteit H2110 Embryonale duinen + - = = H2120 Witte duinen - + = = H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) -- - > > H2130_B Grijze duinen (kalkarm) -- + = = H2130_C Grijze duinen (heischraal) -- - > > H2140_A Duinheiden met kraaihei (vochtig) - ++ = > H2140_B Duinheiden met kraaihei (droog) - ++ = = H2150 Duinheiden met struikhei + + = = H2160 Duindoornstruwelen + + = = H2170 Kruipwilgstruwelen + - = (<) = H2190_A Vochtige duinvalleien (open water) - + = = H2190_B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) - + > > H2190_C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) - ++ = > H2190_D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) - ++ = = H6230 Heischrale graslanden - - + > > Soorten Staat van instandhouding Relatieve bijdrage stelling leefgebied stelling populatie H1903 Groenknolorchis - - - > > Broedvogelsoorten Staat van instandhouding Relatieve bijdrage stelling leefgebied stelling populatie A021 Roerdomp - - - = = A063 Eider - - - > > A081 Bruine kiekendief + + = = A082 Blauwe kiekendief - - + > > A119 Porseleinhoen - - - = = A222 Velduil - - + > > A277 Tapuit - - + > > A295 Rietzanger - - = = A338 Grauwe klauwier - - - > > 1 Op basis van recente informatie blijkt het habitattype thans voor te komen in het gebied. 5 Aantal thans hoger dan 1% van Nederlandse broedpopulatie of bijdrage van gebied noodzakelijk t.b.v. sleutelpopulatie. 6 Herstel van een technische fout in database 2004. 20 Soort vervalt t.g.v. herbegrenzing binnen Natura 2000. 25 Soort vervalt t.g.v. herbegrenzing binnen Natura 2000. Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 7

Natura 2000 gebiedendocument werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 8