Hetboek1Samuël WegaaneennieuwefasebekijkenindegeschiedenisvanhetvolkIsraël.Hetisdefasevan dekoningen.godstaatnietmeerinrechtstreekseverbindingmethetvolkd.m.v.de priesterdienst,maarinindirectezind.m.v.profetenendekoningen.zoalshetdekoning vergaat,zovergaathethetvolk. In1SamuëlbegintdegeschiedenisvanSaulenDavid.HetslotvanhetboekRuthlietons ziendatergeenleiderwasvoorhetvolk.iedereendeedwatgoedwasinzijneigenogen. HetisaltijdGodsverlangengeweestdeKoningtezijnindehartenvanzijnvolk.Inuiterlijke zinheefthijdaarvooreenkoningnodigdiehemvolledigistoegewijd.hetvolkwildeweleen uiterlijkekoning,maarnietdatdeheerkoningoverhenzouzijn. DeHEREzeidetotSamuël:Luisternaarhetvolk,inalleswatzijtotuzeggen,wantnietú hebbenzijverworpen,maarmijhebbenzijverworpen,datikgeenkoningoverhenzouzijn. 8:7 Godliethetvolkwaarschuwen(8:9 18)maarhetvolkweigerdeteluisteren.Ingenade voorzaggoduiteindelijktochineenkoningdiehemkonvertegenwoordigen,eenmannaar zijnhart(13:14):david. InEgypteende woestijn InKanaänonderde Richteren InKanaänonderde koningen InAssyriëen Babylonin ballingschap OnderFaraoen Mozes OnderRichteren Onderkoningen Ondervreemde overheersers 660jaar 360jaar 460jaar 160jaar Pentateuch Jozua Ruth 1Samuël 2 Kronieken Ezra Esther DevroegeJoodsecanonheeftdeboeken1en2Samuëlals1boek.Desamenvattingvan dezebeideboekenis: Eli,dearken Samuël 1Sm1 SamuëlenSaul 9 SaulenDavid 16 David,koning overjuda 2Sm2 David,koning overheelisraël 524 De3hoofdpersonenvanditboekzijnSamuël,SaulenDavid. Samuël( GehoorddoorGod ):SamuëlwordtgezienalsdetweedegroteleidernaastMozes inhetoudetestament(mozesenaäronwarenonderzijnpriesters,samuëlonderhendie zijnnaamaanriepen;zijriepentotdehereenhijantwoorddehun.ps99:6;maardehere zeidetotmij:alstondmozesmetsamuëlvóórmij,danzoumijnzielzichtochniettotditvolk neigen:wegmethen,uitmijnogen,laathenheengaan!jr15:1).dezelaatstetekstlaatzien datsamuëlzelfsmetmozesdefunctiehadvanpriesternamenshetvolkvoorgod.samuël wasdelaatsterichtervanhetvolkendeeerstevaneennieuweordevanprofeten (1Sm3:20).
Enaldeprofeten,vanSamuëlafenvervolgens,zovelenerhebbengesproken,hebbenook dezedagenaangekondigd.hd3:24 Saul( Gevraagd,geleend ):WasdeeerstekoningvanIsraël,gekozenalseenjongemanuit destamvanbenjamin.fysiekeenreus(1sm10:23);quakaraktereerlijk,genereusen verlegen,bescheiden.hoewelgodhemdetroongaf,diskwalificeerdehijzichzelfdriemaal alsdejuistekoningvoorisraël. GoedepuntenvanSaul Vervallenuiteindelijkin Indrukwekkendeverschijning9:2 Trots18:8 Initiatiefrijk11:7 Rebellie20:31 Moed13:3 Roekeloosheid14:24 Geestvervuld11:6 Bezetdoorbozegeest16:14 SauliseentreffendvoorbeeldvanwatPaulusschrijftaandeGalaten:Zijtgijzó onverstandig?gijzijtbegonnenmetdegeest,eindigtgijnumethetvlees(3:3)?wassaul eengelovigedieeindigdein hetvlees ofwashijnooitechtmetzijnhartbekeerd?daarover lopendemeningenuiteen.ikgeloofzelfdathijeentypeisvandeennooitechtbekeerdis geweest. David( Geliefde ):EenmannaarGodshartdiegedurende70jaar deraadgodsheeft gediend(hd13:34). DegrootstekoningdieIsraëlheeftgekend.Eenmanvolpassie,actie, gevoeligheid,poëzie,loyaliteit,gerechtigheid,moed,vrijgevigenzachtmoedigheid.maar liefst58keerwordtnaarhemverwezeninhetnt.ondankszijnvreselijkezondemet BatsebaendemoordopUria,blijftzijneerlijkheid,bekeerlijkheidenberouwvolleharteen voorbeeldvoorons. Saul David Salomo ScheuringvanNoordelijkrijk Zuidelijkrijk hetrijkweggevoerd weggevoerd 1043 1011 971 931722586 Assyrische Babylonische ballingschap ballingschap BovenstaandetabelisergbelangrijkomdegeschiedenisvanIsraëlgoedteverstaan.Hetrijk scheurdeintweeëninjudaenisraël.beidenwerdenuiteindelijkweggevoerdin ballingschap. Deindelingvanhetboek 1.Samuël sgeboorteenroeping(1:1 4:1a) ElkanaenHannakunnengeenkinderenkrijgenenontvangenopgebedvanHannaeenzoon: Samuël.DezewordtnazijnjongstekinderjarenaandeHEERopgedragenomdiensttedoen indetempel.
DaaromstaikhemaandeHEREaf;zolanghijleeft,zijhijaandeHEREafgestaan.Enhijboog zichdaarvoordehereneer.1:28 Vanaf2:11lezenweoverdeslechtheidvanEli szonen.zeontheiligdendetempelopeen vreselijkemanier(2:22!).eliwasnietbijmachteomerietsaantedoen.eenmangods spreekthetoordeeluitoverhethuisvaneli(2:27v.).inhoofdstuk3begintderoepingvan Samuël. 2.DearkvandeHEER(4:1b 7:2) DeIsraëlietendachtenwerkelijkdatdefysiekeaanwezigheidvandearkvandeHEERhen overwinningenzoubezorgenzondereenhartdatootmoedigwasnaardeheertoe.deark vielindehandenvandefilistijnenwaarhetgroteschadeaanrichtteendeplagenvangod overdefilistijnenafriep. ZwaardruktedehanddesHERENopdeAsdodietenenHijverbijsterdehen:Hijsloeghenmet builen,zowelasdodalshetomliggendegebied.5:6 UiteindelijksturendeFilistijnendearkterugnaarIsraëlwaarhij20jaarverbleefinKirjath Jearim. 3.Samuëlderichter(7:3 8:22) SamuëlriephetvolkopzichtebekerentotdeHEER.ToenIsraëldatdeedbevrijddeGodhen uitdehandenvandefilistijnen(7:7 14).InHfst8komthetverzoeknaarSamuëlomeen koning,waarnahijhetvolkwaarschuwt. 4.Sauldekoning(9:1 12:25) Saul,zoekendnaardeezelinnenvanzijnvader,werduitgekozenomkoningtezijn. TerwijlhijzichomkeerdeomvanSamuëlwegtegaan,schonkGodhemeenanderhart.Enal degenoemdetekenengeschieddenopdiedag.toenzijdaartegibeakwamen,zie,een schareprofetentradhemtegemoet;degeestgodsgreephemaanenhijgeraakteonderhen ingeestvervoering.enallendiehemvanvroegerkenden,zagenhoehijmetdeprofeten profeteerde;enmenzeidetotelkander:watistochdezoonvankisoverkomen?issaulook onderdeprofeten?10:9 11 ToendeAmmonietenJabesinGileadbedreigden,riepSauleenlegerbijelkaarverdreefde Ammonieten.DezeoverwinningwasaanleidingtotgrotefeestvreugdeendankaanGod,en hetvolkbevestigdehetkoningschapvansaulvoorde2 e keer(11:14 15).InHfst12lezenwe eenafscheidsredevansamuëlwaarinhijhetvolkophethartdruktgodteblijvendienen: EnSamuëlzeidetothetvolk:Vreestniet;welhebtgijalditkwaadbedreven,maarwijktniet langervandehereaf,dientdeheremetuwgansehart.gijzultnietafwijkenachterde ijdelheden,diebatennochreddenkunnen;slechtsijdelheidzijnzij.wantdeherezalzijnvolk nietverstoten,omderwillevanzijngrotenaam.dehereheeftimmersverkozenutotzijn volktemaken.watmijbetreft,hetzijverrevanmij,datiktegendeherezouzondigendoor optehoudenvoorutebidden;ikzaludegoedeenrechtewegleren.vreestslechtsdehere
endienthemtrouwmetuwgansehart,wantziet,welkegrotedingenhijonderugedaan heeft.maarindiengijtochkwaaddoet,zultgijzowelalsuwkoningweggevaagdworden. (12:20 25) 5.Saulafgewezen(13:1 15:35) Sauliseen type vandemensdieineigenkrachtgodwildienen.hijisuiterlijkeengelovige, maaruiteindelijkwilhijgodnietechtgehoorzamenalsheteropaankomt.vanafdeze hoofdstukkenlaatsaulzijnwareaardzien. 1. Hijneemtderolvanpriesteroveromhetvolktepaaien(13:8 14).Samuëlhad gezegddathij7dagenmoestwachten,maarsaulsongeduldbrengthemertoezelf hetoffertebrengen. 2. Hijzweerteendwazeeed(14:24 26)diehijlateropeendwazemanierprobeertuit tevoeren. 3. HijvoerdeGodsopdrachtnietuitomdeAmelekietenenalleswatzebezatenomte brengen.saulspaardedebesteexemplarenvandeschapenenderunderenomdie aandeheerteofferen(15:9)waaropgodspraktotsamuël: ToenkwamhetwoorddesHERENtotSamuël:HetberouwtMij,datIkSaultotkoningheb aangesteld,wanthijheeftzichvanmijafgekeerdenmijnbevelennietuitgevoerd.hierop ontroerdesamuëlhevigenhijrieptotdeheredegehelenacht.(15:10 11) 6.Davidgezalfd(16:1 17:58) Davidiseen type vandemensdiezichonderwerptaangodenzolijktopchristus,diede grote David is.hijisdegenediegodheeftuitgekozenomdewarekoningtezijnvanzijn volk.davidiszozeereentypevanchristusdatgoddenaamdavidgebruiktalshijspreekt overdekomendemessias(ez34:23,24,zieookez37:24,25).davidiseentypevanchristus diekoningisterwijlnognietalzijnvijandenaanhemzijnonderworpen.ditzalzijninhet Vrederijk(zie1Ko15:25waarinstaatdatJezuskoningmoetzijntotdatalzijnvijandenaan zijnvoetenzijnonderworpen.daarnazalhijde Salomo zijn,waarvredeengerechtigheid opaardezalwonenenallevijandenzullenzijnverslagen). SamuëlleertdatGodhethartaanzietenniethetuiterlijkvandemens(16:8).Treffendishet datdegeestvangoddavidaangrijptnazijnzalvingterwijleenbozegeestsaulaangrijpt (16:13 14).DavidgaataanhethofdeciterbespelenzodatdebozegeestvanSaulwijkt (16:23). InHfst17blijktdekrachtvanDavidsvertrouweninGod;hijverslaatGoliath,eentypevan satan. 7.DavidvluchtvoorSaul(18:1 21:9) SaulsaanvankelijkeliefdevoorDavid(16:21)verandertinhaatvanwegedienslofvanhet volk(18:8,9).saulbegontevrezenvoorzijntroon.davidsluiteenbijzonderevriendschap metdezoonvansaul,jonathan(18:1).saulprobeertvanafnudavidtedoden.hijroeidede stadnobuittoenhijontdektedatdepriestervannobdavidvanvoedselhadvoorzien(21:1 9;22:7 19).AanheteindvanHfst20nemenDavidenJonathanafscheid. 8.Davidalsvluchteling(21:10 28:2) DavidmoestvuchtenvoorSaul,maarDavidbleefzijnloyaliteitaanSaulbetuigendoorhem tesparenalshijhemhadkunnendoden.saulreageerdesteedsweermetspijt,maardie
sloegalsnelweerominmoordzucht.inhfst25trouwtdavidmetabigaïl,devrouwvan Nabal(dieDavidopeengrovemanierbehandeldeenkortdaarnastierf).Davidsluitzich vervolgensaanbijdefilistijnen(27:1 3)omaanSaulteontkomen.Achis,dekoningvan Gath,gafDaviddestadZiklag.EnDavidwerdAchis ondergeschikte(formeel).david gebruiktedeveiligerelatiemetdefilistijnenominhetgeheimzijnpositieinjudaende Negevteversterken.Hijvernietigdedenomadischestammenindatgebied,brachtdebuit naarachisenlietachisindewaandathijdejudeërshadberoofd.uiteindelijkvertrouwden devorstenvandefilistijnendavidnietenverwijderdenhemuithetlegervoordelaatste veldslagtegensaul. 9.DelaatstedagenvanSaulsregering(28:3 31:13) SaulsgrotezondeinHfst28isdathijeenmediumbezoektomdegeestvanSamuëluitde doodopteroepen.hijiswanhopigopzoeknaarraadvoorzijnlaatsteveldslag.samuël verschijntinderdaad,totgroteontsteltenisvanhetmedium,enkondigtheteindeaanover Saul: DeHEREheeftgedaan,zoalsHijdoormijndienstgesprokenhad:deHEREheefthet koningschapuituwhandgescheurdenaanuwnaaste,aandavid,gegeven.omdatgijnaar deherenietgeluisterdhebtenzijnbrandendetoornoveramalekniethebtdoenkomen, daaromheeftdehereuopdezedagditaangedaan.deherezalookisraëlmetuinde machtderfilistijnengeven,enmorgenzultgijmetuwzonenbijmijzijn.ookhetlegervan IsraëlzaldeHEREindemachtderFilistijnengeven. InhetlaatsteHfstvanditboeksterftSaulinderdaad,zoalsaangekondigddoorSamuël.Hij valtinzijneigenzwaardensterft(hoewelerin2sm1eenanderverslagstaatwaarbijsaul alsnoginlevenwasnadezedaadengedoodwerddooreenisraëliet).daarbijstiervenook driezonenvansaul,onderwiejonathan.defilistijnenhingenhetlijkvansaulaandemuur vanbet SanenlegdenzijnwapenrustingindetempelvanAstarte.Zoeindigthettrieste levenvaneenman,diezijnroepingnietwaarheeftgemaakt.