INSULINEPOMP. Gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
INSULINEPOMP. Handleiding

ACCU-CHEK. Spirit Combo. Gebruiksaanwijzing. De insulinepomp INSULINEPOMP. d Menu-toets. a Omhoog-toets. f OK-toets.

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen

Insulinepomp- therapie bij kinderen

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

AR280P Clockradio handleiding

Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4"D

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Gebruiksaanwijzing INSULINEPOMP

TTS is er trots op deel uit te maken van

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Gebruiksaanwijzing INSULINEPOMP

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

Portier afstandsbediening

Aviva Combo BLOEDGLUCOSEMETER. Uitgebreide Gebruiksaanwijzing

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19

Gebruikershandleiding. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de telefoon in gebruik neemt!

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al?

Charging base handleiding

FLEXERIA AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKERSHANDLEIDING TC-GTA100 GTA t f

Bee-Bot Oplaadbare, kindvriendelijk, programmeerbare vloerrobot

Gebruiksaanwijzing Accu Chek Insight insulinepomp

Acyclon AP1350. Inhoud verpakking: Controleer de inhoud van de verpakking. U moet aantreffen:

GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823

gebruikershandleiding Elektronisch slot met noodsleutel think safe

Gebruikershandleiding

Insulinepomp- therapie bij kinderen

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

Handleiding Quick start

TC 60/8. Handleiding

Innovation Protection Conseil

Pomp-app Veelgestelde vragen

Bedieningen Dutch - 1

Infusomat Space P: Aanzetten pomp en plaatsen van een IV set. Instellen van het VTBI (Volume To Be Infused) moet het VTBI niet ingesteld worden.

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp. Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd :17:35

Byzoo Sous Vide Turtle

Elektrische muurbeugel

Nokia Stereoheadset WH /1

Gebruikershandleiding voor Nokia Display-hoofdtelefoon HS Uitgave 1

Handleiding. Gebruiks waarschuwingen. Stap 1. Aansluiten controller

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Maverick ET 732 Handleiding

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

JBY 08 O Digitale badthermometer Gebruikshandleiding

GM-200 HYDROMETER INLEIDING PRODUCTEIGENSCHAPPEN

Nokia Music Speakers MD-3

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding Uitgave 2

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

Spanning Capaciteit (mm) (mm) (g) (V) (mah) PR10-D6A PR70 1,4 75 5,8 3,6 0,3 PR13-D6A PR48 1, ,9 5,4 0,83 PR312-D6A PR41 1, ,9 3,6 0,58

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4

Nokia Lader- en Datakabel CA-126

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Module nr

TENS. Pijncentrum Tel mensen zorgen voor mensen

Gebruikershandleiding (NL)

Nokia Mini Speakers MD /1

Packard Bell Easy Repair

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

Byzoo Sous Vide Hippo

Programmeer- en bedieningsinstructies

MS Semen Storage Pro

MultiSport DV609 Nederlands

Handleiding LifeGuard

Gebruikershandleiding

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Oplossingen voor niet-functionerende Bridgemate Pro

Inleiding. Intelligent Targeting System (ITS) overzicht SYSTÈME INTELLIGENT DE DÉTECTION DE CIBLE

SmartHome Huiscentrale

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

Extra handset met lader. Gebruiksaanwijzing

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

OptiPen Pro 1. informatiebrochure

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

CADD Solis VIP pomp. uw behandeling thuis

Gebruiksaanwijzing Guide de l utilisateur Bedienungsanleitung User s Manual FXA-90

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

TYRECONTROL A-186. Gebruikershandleiding (NL)

Beknopte instructies Gallery 210 ES

Oplossingen voor niet-functionerende Bridgemate

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver.

Art-No NL Handleiding

SmartHome Huiscentrale

Insulinepomptherapie was nog nooit zo eenvoudig.

Nokia Mini Speakers MD /1

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

VOORDAT U DE HEADSET VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Verkorte Gebruiker Handleiding

Transcriptie:

INSULINEPOMP Gebruikershandleiding

De Accu-Chek Spirit in het kort Display Toets Menu Omhoog Omlaag Toets Vinkje Infusieset Adapter Ampul Deze gebruikershandleiding geldt voor versie 2.XX van de Accu-Chek Spirit.

Beste Accu-Chek Spirit-gebruiker, Gefeliciteerd met uw nieuwe Accu-Chek Spirit-insulinepomp. De Accu-Chek Spirit werkt met unieke, persoonlijke instellingen. Daarom is het belangrijk dat u, uw arts of uw diabeteszorgteam de volgende informatie invult: Serienummer van uw Accu-Chek Spirit-insulinepomp Insuline (naam/soort) Accu-Chek Spirit-trainingslocatie Datum(s) Trainer Belangrijke adressen Neem voor spoedeisende hulp en/of informatie over de insulinepomptherapie contact op met (arts/zorgteam): Telefoon 1

Neem contact met ons op voor hulp en/of aanvullende informatie over de Accu-Chek Spirit-insulinepomp: Gedistribueerd in Nederland door: Roche Diagnostics Nederland BV Postbus 1007 1300 BA Almere, Nederland Telefoon 0800 022 05 85 Fax +31 (0)36 53 94 874 almere.dc@roche.com www.accu-chek.nl Gedistribueerd in België door: Roche Diagnostics Belgium S.A. Schaarbeeklei 198 1800 Vilvoorde, België Gratis nummer 0800 93 626 Telefoon +32 2 247 47 47 Fax +32 2 247 46 80 info@accu-chek.be www.accu-chek.be 2

Inhoud 1 Inleiding...9 1.1 Voor wie is deze handleiding geschreven?...9 1.2 Gebruik van deze gebruikershandleiding...10 1.3 Veilig werken met uw Accu-Chek Spirit-insulinepomp...10 1.4 Gebruiksdoeleinden van de Accu-Chek Spirit-insulinepomp. 11 2 Voordat u begint...13 2.1 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het apparaat en voor uw veiligheid...13 2.1.1 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de installatie...13 2.1.2 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot hygiëne...15 2.1.3 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot correct gebruik...16 2.1.4 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik...18 2.1.5 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot gevaren uit de omgeving...21 2.1.6 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veilig batterijgebruik...22 2.1.7 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen bij het dragen van de insulinepomp...23 2.2 Garantie...24 3 De Accu-Chek Spirit-insulinepomp...25 3.1 Display...25 3.2 Achtergrondverlichting...26 3.3 Toetsen en toetscombinaties...26 3.4 KeyLock...29 3.5 Scrollen...30 3.6 Scherm STATUS...31 3.7 Alarmsignalen...31 3.8 RUN- en STOP-stand...32 3.9 STOP-waarschuwing...33 3

Inhoud 4 Accessoires, wegwerpartikelen en software...35 4.1 Steriele producten...36 4.1.1 Ampul...37 4.1.2 Infusiesets...38 4.2 Adapter...39 4.3 Batterij...40 4.4 Batterijdeksel...41 4.5 Batterijsleutel...42 4.6 Eerste hulp...43 4.7 Software...44 5 De pomp voorbereiden voor het gebruik...45 5.1 Batterij plaatsen en vervangen...45 5.2 Opstartprocedure...49 5.2.1 Ampul voorbereiden...52 5.2.2 Ampul vullen..................................54 5.3 De ampul, adapter en infusieset plaatsen...58 5.3.1 De ampul, adapter en infusieset aansluiten...58 5.3.2 Ampul plaatsen...60 5.4 Infusieset vullen...64 5.5 De infusieplaats voorbereiden...66 5.6 Infusieset vervangen...69 5.7 Ampul en infusieset vervangen...72 5.8 De adapter vervangen...74 5.9 Informatie over het dragen van de pomp...74 6 Gebruiksmenu selecteren (STANDAARD, GEAVANCEERD of PERSOONLIJK)...75 6.1 De drie niveaus van de Accu-Chek Spirit...75 6.2 Door de menu s navigeren...76 6.2.1 Scrollen...77 6.2.2 Cyclisch bladeren...77 6.2.3 Achterwaarts bladeren...77 6.2.4 Mogelijkheden om functieschermen af te sluiten...77 6.2.5 Een gebruikersmenu selecteren...78 4

Inhoud 7 Gebruikersmenu STANDAARD...83 7.1 Datum en tijd instellen...83 7.2 Basale hoeveelheid...87 7.2.1 Basaalprofiel instellen...88 7.2.2 Een basale hoeveelheid per uur kopiëren...90 7.2.3 Basale hoeveelheid en bolus...91 7.3 Insulinetoediening starten...92 7.4 Insulinetoediening stoppen...93 7.5 Bolus instellen...95 7.5.1 Standaardbolus...96 7.5.2 Een snelle standaardbolus instellen...97 7.5.3 Snelle standaardbolus annuleren...99 7.5.4 Een scroll standaardbolus instellen via het menu...100 7.5.5 Een via het menu ingestelde scroll standaardbolus annuleren...101 7.6 Tijdelijke basale hoeveelheid (TBR)...102 7.6.1 Tijdelijke basale hoeveelheid instellen...103 7.6.2 Tijdelijke basale hoeveelheid annuleren...105 7.7 Standaard setup menu...107 7.7.1 Functie KeyLock...108 7.7.2 Volume van piepsignalen aanpassen...110 7.7.3 Alarmsignalen...111 7.7.4 Automatisch uit...112 7.7.5 Batterijtype...113 7.7.6 Beeldstand...114 7.8 Gegevensgeheugen bekijken (INFORMATIE)...115 7.8.1 Bolusoverzicht bekijken...115 7.8.2 Alarmgeheugen bekijken...117 7.8.3 Overzicht van dagelijks insulineverbruik bekijken...117 7.8.4 Overzicht van tijdelijke basale hoeveelheden bekijken.. 118 7.8.5 Resterende looptijd bekijken...119 7.8.6 Infoscherm...120 5

Inhoud 8 Gebruikersmenu GEAVANCEERD...121 8.1 Vertraagde bolus...122 8.1.1 Een vertraagde bolus instellen...123 8.1.2 Een vertraagde bolus annuleren...124 8.2 MultiWave-bolus...126 8.2.1 Een MultiWave-bolus programmeren...127 8.2.2 Een MultiWave-bolus annuleren...129 8.3 Basaalprofielen...................................131 8.3.1 Aanvullend basaalprofiel instellen...132 8.3.2 Basaalprofiel selecteren...132 8.4 Alarmklok...134 8.5 Setup menu, geavanceerd...135 8.5.1 Tijdnotatie...135 8.5.2 Datumnotatie...136 8.5.3 Bolusstap...137 8.5.4 Vulhoeveelheid...138 8.5.5 Basaalprofielen blokkeren...139 8.5.6 Taal...140 8.5.7 Displaycontrast...141 9 Datatransmissie...143 10 Alarmen en fouten...147 10.1 Alarmen...149 10.1.1 Alarm A1: AMPUL BIJNA LEEG...149 10.1.2 Alarm A2: BATT. BIJNA LEEG...150 10.1.3 Alarm A3: CONTROLEER DATUM EN TIJD...150 10.1.4 Alarm A4: ALARMKLOK...151 10.1.5 Alarm A5: LOOPTIJD...151 10.1.6 Alarm A6: TBH AFGEBROKEN (tijdelijke basale hoeveelheid geannuleerd)....152 10.1.7 Alarm A7: TBH EINDE (tijdelijke basale hoeveelheid beëindigd)...153 10.1.8 Alarm A8: BOLUS AFGEBROKEN.................153 6

Inhoud 10.2 Fouten...154 10.2.1 Fout E1: AMPUL LEEG...154 10.2.2 Fout E2: BATTERIJ LEEG.......................155 10.2.3 Fout E3: AUTOMATISCH UIT...155 10.2.4 Fout E4: VERSTOPPING...156 10.2.5 Fout E5: EINDE LOOPTIJD...159 10.2.6 Fout E6: MECHANISCHE FOUT...160 10.2.7 Fout E7: ELEKTRON. FOUT...161 10.2.8 Fout E8: STROOM UITVAL...162 10.2.9 Fout E10: AMPUL FOUT...163 10.2.10 Fout E11: SLANG NOG VULLEN...164 10.2.11 Fout E12: DATA ONDERBROKEN...165 10.2.12 Fout E13: TAAL FOUT...166 11 Problemen oplossen...167 12 Leven met de Accu-Chek Spirit-insulinepomp...171 12.1 Aanbevelingen voor dagelijks gebruik...171 12.1.1 Korte onderbreking van de insulinepomptherapie...171 12.1.2 Voortzetting van de insulinepomptherapie...172 12.1.3 Onderbreking van de insulinepomptherapie gedurende een langere periode...172 12.2 Weersinvloeden...173 12.3 De insulinepomp en water...174 12.3.1 Dagelijkse situaties...174 12.3.2 Onbedoeld contact met water...175 12.3.3 Wat te ondernemen na contact met water...175 12.3.4 Andere vloeistoffen...176 13 Onderweg met de Accu-Chek Spirit-insulinepomp...177 13.1 Elektromagnetische velden en gevaarlijke gebieden...177 13.2 Sport...178 13.3 Reizen...178 14 Onderhoud van de Accu-Chek Spirit-insulinepomp...179 14.1 Systeemcontrole...179 14.2 Onderhoud en reiniging...181 14.2.1 De Accu-Chek Spirit-insulinepomp reinigen...181 14.2.2 Batterijen...181 7

Inhoud 14.3 De Accu-Chek Spirit-insulinepomp opbergen...183 14.4 Als u de insulinepomp hebt laten vallen...183 14.5 Reparatie...185 14.6 Verwerking...186 15 Technische gegevens...187 15.1 Algemene technische gegevens...187 15.2 Technische normen betreffende elektromagnetische emissie...192 15.3 Technische normen betreffende elektromagnetische immuniteit...193 15.4 Configuratieparameters...198 16 Bijlagen...201 16.1 Afkortingen...201 16.2 Piepsignalen en melodieën...203 16.3 Trilsignalen...204 16.4 Symbolen...205 16.4.1 Algemene symbolen...205 16.4.2 Symbolen op het display...207 16.5 Steriele producten en accessoires...210 16.5.1 Steriele producten...210 16.5.2 Accessoires...211 17 Verklarende woordenlijst...213 18 Index...219 19 Overzicht van alarmen... 225 8

Inleiding 1 Inleiding 1.1 Voor wie is deze handleiding geschreven? U bent een sterk gemotiveerde diabetespatiënt en u wilt graag samen met uw arts en/of uw zorgteam uw insulinetherapie tot een succes maken. Het is vanaf het begin van groot belang dat u E de tijd neemt om het gebruik van de insulinepomp te oefenen met een arts of verpleegkundige E de tijd neemt om regelmatig uw bloedglucosewaarde te meten, bijvoorbeeld met behulp van een Accu-Chek bloedglucosemeter (u kunt dan snel uw persoonlijke instellingen nagaan en vanaf het begin ervoor zorgen dat de juiste doseringen worden toegediend) De informatie in deze handleiding is bestemd voor u en voor artsen en verpleegkundigen. De handleiding bevat alle benodigde informatie om de Accu-Chek Spirit-insulinepomp veilig en efficiënt te kunnen gebruiken. Lees deze informatiehandleiding zorgvuldig door voordat u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp gebruikt, ongeacht uw ervaring met insulinepomptherapie. Raadpleeg altijd deze handleiding bij vragen of problemen met betrekking tot de Accu-Chek Spirit-insulinepomp. Roche Diagnostics werkt graag met u samen om uw diabetestherapie optimaal te laten verlopen. Roche Diagnostics doet geen aanbevelingen over uw diabetestherapie. U krijgt dus geen informatie over uw persoonlijke instellingen of over welke functies voor u geschikt zijn. Volg de instructies van uw arts of zorgteam altijd op. Voordat u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp gebruikt, wordt u door uw arts en/of zorgteam geïnstrueerd over de insulinepomptherapie en het gebruik van de Accu-Chek Spirit-insulinepomp. 9

Inleiding Het is tevens van belang dat er iemand in de buurt is (familielid of vriend) met kennis van diabetes en de Accu-Chek Spirit-insulinepomp, die in noodgevallen kan bijspringen. Als u vragen hebt, is het aan te raden contact op te nemen met de klantenservice, of met uw arts of zorgteam. U kunt er zo zeker van zijn dat er geen problemen zullen optreden met de Accu-Chek Spirit-insulinepomp. 1.2 Gebruik van deze gebruikershandleiding Opmerking In de gebruikershandleiding van de Accu-Chek Spirit worden alleen voorbeeldschermen gebruikt. De schermen op uw systeem kunnen iets anders zijn. Aan het einde van deze gebruikershandleiding vindt u een aantal tabellen met informatie en een overzicht van de definities die worden gebruikt. 1.3 Veilig werken met uw Accu-Chek Spirit-insulinepomp De Accu-Chek Spirit-insulinepomp voldoet aan de vereisten van de landelijke wetgeving voor medische apparatuur en voldoet aan, of overtreft zelfs, de internationale normen voor elektromagnetische compatibiliteit met betrekking tot het gebruik ervan. In hoofdstuk 1.4 wordt beschreven hoe u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp dient te gebruiken, over welke veiligheidsvoorzieningen de pomp beschikt en welke waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen gelden bij het dagelijkse gebruik van de insulinepomp. Tijdens het gebruik wordt de juiste werking van de insulinepomp permanent bewaakt en geregeld door het veiligheidssysteem (bestaande uit twee microprocessoren). Er worden dagelijks meer dan negen miljoen veiligheidscontroles uitgevoerd. Zodra een afwijking van de normale status wordt gedetecteerd, treedt een alarm (alarminstructie) of een fout (foutmelding) in werking. 10

Inleiding In hoofdstuk 10, Alarmen en fouten, en hoofdstuk 15, Technische gegevens, vindt u meer informatie over deze zaken. Opmerking Uw insulinepomp is een kostbaar medisch apparaat. U wordt daarom dringend aangeraden de insulinepomp op te nemen in uw inboedelverzekering, zodat het apparaat in geval van schade of verlies wordt vergoed. Neem voor meer informatie contact op met uw verzekeringsagent. 1.4 Gebruiksdoeleinden van de Accu-Chek Spirit-insulinepomp De Accu-Chek Spirit-insulinepomp is alleen op medisch voorschrift verkrijgbaar en is uitsluitend bedoeld om een continue onderhuidse toediening te verkrijgen van kortwerkende insuline of snelwerkend insulineanalogon in een concentratie van U100. Uw arts of het zorgteam schrijft voor welk type insuline dient te worden gebruikt voor de behandeling van uw insuline-afhankelijke diabetes mellitus. Gebruik de insulinepomp uitsluitend voor de toediening van kortwerkende insuline of snelwerkend insulineanalogon in concentraties van U100. 11

12

Voordat u begint 2 Voordat u begint 2.1 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het apparaat en voor uw veiligheid Voordat u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp gaat gebruiken, moet u zich op de hoogte stellen van de volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot installatie, hygiëne en veilig gebruik. Lees deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen grondig door voordat u begint. De waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in dit hoofdstuk en de rest van de handleiding zijn steeds duidelijk aangegeven. 2.1.1 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de installatie Als u een nieuwe Accu-Chek Spirit-insulinepomp gaat gebruiken, moet u eerst uw persoonlijke instellingen controleren voordat u insuline gaat toedienen. Als u dat niet doet, wordt mogelijk een onjuiste hoeveelheid insuline toegediend. Noteer de persoonlijke instellingen van uw huidige insulinepomp en zorg ervoor dat deze goed in de nieuwe Accu-Chek Spirit-insulinepomp worden ingesteld. Zorg ervoor dat de tijd en datum goed zijn ingesteld. Als u twijfelt over uw persoonlijke instellingen of weinig ervaring met dit apparaat hebt, neemt u contact op met uw arts of zorgteam voor controle van uw persoonlijke instellingen. De opstartprocedure mag niet worden onderbroken door op toetsen te drukken of door iets anders met de insulinepomp te doen. Het onderbreken van de opstartprocedure kan een defect aan de insulinepomp tot gevolg hebben. Als u de insulinepomp onjuist instelt, wordt mogelijk een onjuiste hoeveelheid insuline toegediend. U moet eerst uw persoonlijke instellingen in de insulinepomp instellen voordat u start met de 13

Voordat u begint insulinepomptherapie. Gebruik de insulinepomp niet als u uw persoonlijke instellingen niet kent. Als u twijfelt over uw persoonlijke instellingen of geen ervaren pompgebruiker bent, laat u de persoonlijke instellingen controleren door uw arts of zorgteam. Het tijdstip van de bolus, de toegediende hoeveelheid en het soort bolus kunt u het beste bepalen in overleg met uw arts of zorgteam. Zorg ervoor dat u weet welke koolhydraat-insulineverhouding voor u geldt en welke bolus ter correctie moet worden toegediend. Als de insulinepomp zich in de STOP-stand bevindt, wordt er geen insuline toegediend. Zet de insulinepomp in de RUN-stand om door te gaan met het toedienen van insuline. Controleer altijd of de datum- en tijdinstelling van de insulinepomp klopt als u de batterij hebt verwisseld. Als u de tijd en datum niet goed instelt, wordt mogelijk een onjuiste hoeveelheid insuline toegediend. Als er een time-out voor de insulinepomp optreedt voordat u een bolus hebt kunnen instellen, wordt er geen bolus toegediend. Controleer de omvang en het tijdstip van de toegediende bolussen in het bolusoverzicht en stel desgewenst een nieuwe bolus in. Als u niet het juiste batterijtype gebruikt in uw insulinepomp, wordt mogelijk het alarm A2: BATT. BIJNA LEEG niet tijdig weergegeven om u voldoende tijd te geven om de batterij te vervangen. Als u de stand van het display 180 draait, wordt de functie van de toetsen a en s eveneens omgedraaid. Gezien vanuit de stand van het display gebruikt u de toets a om omhoog te bladeren en de toets s om omlaag te bladeren. Deze wijziging geldt voor alle functies die worden bediend met a en s, inclusief het inschakelen van de achtergrondverlichting. De functie van de toetsen d en f blijft altijd hetzelfde, ongeacht de beeldstand. 14

Voordat u begint Als de datatransmissie tussen de pc en de insulinepomp wordt onderbroken,, kan de configuratie onvolledig zijn en treedt de fout E12: DATA ONDERBROKEN op. U kunt de insulinepomp pas in de RUN-stand zetten als de datatransmissie geheel is voltooid. 2.1.2 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot hygiëne De insulinepomp is geschikt voor gebruik met een Accu-Chek kunststofampul met een inhoud van 3,15 ml. De ampul is een steriel product en is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. In een ongeopende verpakking zijn de producten gegarandeerd steriel tot de vermelde vervaldatum. Gebruik het steriele product niet als de verpakking beschadigd is. Materialen voor eenmalig gebruik mogen niet opnieuw worden gebruikt. Het hergebruik van materialen voor eenmalig gebruik kan leiden tot defecten aan de insulinepomp, alsmede tot een onjuiste toediening van de insuline en/of infecties. Pak het product alleen met schone handen vast. Zorg ervoor dat de infusieset en met name de aansluitingen van de insulinepomp nooit in contact komen met ontsmettingsmiddelen, desinfecterende crèmes, zeep, parfums, deodorants, bodylotions of andere cosmetische middelen. Deze middelen kunnen schade aan de onderdelen veroorzaken. Breng het apparaat niet opzettelijk in aanraking met water. Bij opzettelijk contact met water moet de insulinepomp worden losgekoppeld en verwijderd. Controleer dagelijks of de insulinepomp en de steriele producten geen scheurtjes, barsten of andere beschadigingen vertonen en of het batterijdeksel en de adapter correct zijn afgesloten. Als er scheurtjes of barsten aanwezig zijn, kunnen 15

Voordat u begint substanties zoals water, stof, insuline of andere vreemde stoffen van buitenaf in de insulinepomp terechtkomen. Dit kan tot defecten leiden. Gebruik uitsluitend steriele producten en accessoires die zijn ontworpen voor gebruik met uw insulinepomp. Er zijn geen andere steriele producten en accessoires getest op compatibiliteit met de insulinepomp. Daarom kan het gebruik van deze producten een gevaar voor uw gezondheid opleveren. Draag altijd extra steriele producten en accessoires bij u. U kunt dan op elk gewenst moment een onderdeel vervangen. Materialen voor eenmalig gebruik (zoals ampullen en infusiesets) mogen niet opnieuw worden gebruikt. Anders ontstaat een vergroot risico op infecties, storingen en/of een onjuiste insulinetoediening. Verwijder altijd de ampul en adapter en zet de insulinepomp in de STOP-stand tijdens het reinigen. Druk tijdens het reinigen niet op de toetsen van de insulinepomp, aangezien u hiermee per ongeluk de instellingen van de pomp kunt wijzigen. Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen, sterke reinigingsmiddelen, bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen (messen, sleutels, schroevendraaiers, enzovoort) voor het reinigen van de insulinepomp aangezien deze de pomp kunnen beschadigen. 2.1.3 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot correct gebruik Om de insulinepomp goed te (leren) gebruiken hebt u de hulp van een ervaren arts of zorgteam nodig. Regelmatige bezoeken aan uw arts of zorgteam zijn absoluut noodzakelijk zolang u met de insulinepomp wordt behandeld. Wijzig de persoonlijke instellingen alleen in overleg met uw arts of zorgteam. Volg de instructies van uw arts of zorgteam altijd op. 16

Voordat u begint Voer zelf geen onderhoud of reparaties aan de insulinepomp uit. Gebruik ook geen smeermiddel voor het pompmechanisme. Neem als u vragen hebt contact op met de klantenservice. Gebruik nooit een scherp voorwerp of een vingernagel om een toets in te drukken. Hierdoor kan de behuizing van de insulinepomp beschadigd raken. Druk voorzichtig met uw vingertip op de toets. Zo voorkomt u mogelijke perforatie van de toets. Controleer elke dag minstens één keer hoeveel insuline er nog over is in de ampul. Controleer tevens voordat u naar bed gaat of de ampul voldoende insuline bevat om de nacht door te komen. Neem contact op met uw arts en/of zorgteam om een alternatieve behandeling te bespreken als u de insulinepomptherapie langere tijd onderbreekt. De bolusstap die in de insulinepomp kan worden ingesteld, is bepalend voor de snelle standaardbolushoeveelheid die u opgeeft met de toetsen a en s van de insulinepomp. Zorg dat de ingestelde bolusstap geschikt is voor uw therapie, zodat de insuline correct wordt toegediend. Gebruik de Accu-Chek Spirit-insulinepomp niet als u het display niet kunt lezen, de piepsignalen niet kunt horen of de trilsignalen niet kunt voelen. U wordt via het display, piepsignalen en trilsignalen gewezen op essentiële alarminformatie waarop de insulinepompgebruiker onmiddellijk actie dient te ondernemen. Als de gebruiker de insulinepompalarmen niet ziet, hoort of voelt, kan ernstig letsel of overlijden het gevolg zijn. Als de insulinetoediening om een bepaalde reden wordt onderbroken (bijvoorbeeld omdat de gebruiker de pomp heeft gestopt of door een technisch probleem met de insulinepomp, lekken van de ampul, verstopping van de slang of naald van de 17

Voordat u begint infusieset, of omdat de naald uit de infusieplaats is losgeschoten), moet u de insulinetoediening direct kunnen hervatten. Zorg er daarom voor dat u altijd een reservevoorraad steriele producten en accessoires (infusieset, insulineampul, batterijen) bij u hebt en draag tevens een insulinepen/-spuit met insuline bij u. Zonder insuline kan er diabetische keto-acidose ontstaan waardoor opname in het ziekenhuis nodig kan zijn. 2.1.4 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik Denk eraan dat een onderbreking van de insulinetoevoer (bijvoorbeeld ten gevolge van lekkages, verstoppingen of een kwaliteitsverlies van de insuline) of een storing in de insulinepomp een snelle stijging van de bloedglucosewaarde tot gevolg kan hebben. Hoewel de insulinepomp van een intern beveiligingssysteem is voorzien, kan het apparaat u niet waarschuwen als de infusieset lekt of als de kwaliteit van de insuline achteruit is gegaan. Gebruik geen adapters van andere insulinepompen (bijvoorbeeld H-TRON-/H-TRONplus-adapters) voor uw Accu-Chek Spirit. Als Fout E4: VERSTOPPING optreedt, moet u onmiddellijk uw bloedglucosewaarde controleren omdat de toediening van de insuline onderbroken is. Als uw bloedsuikerspiegel te hoog is, neemt u gepaste maatregelen overeenkomstig de instructies van uw arts of zorgteam. Draai de infusieset stevig op de adapter aan. Anders kan er insuline lekken. Draai de lueraansluiting van de infusieset niet verder aan dan mogelijk is. Gebruik in geen geval gereedschap. Als u de lueraansluiting te ver aandraait, kunnen er scheurtjes ontstaan waardoor er insuline kan lekken. 18

Voordat u begint De insulinepomp is niet in staat een lek in de infusieset te detecteren. Overdag moet u alle onderdelen van de infusieset elke drie uur controleren en ook voordat u gaat slapen voert u een controle uit. Als u insulineverlies constateert terwijl alle onderdelen goed vastzitten, moet u het lekkende onderdeel onmiddellijk vervangen. U moet uw bloedsuikerspiegel onmiddellijk meten, omdat de toediening van insuline mogelijk is onderbroken. Luchtbellen in de ampul of infusieset leiden tot de infusie van lucht in plaats van insuline. Uw lichaam krijgt dan niet de juiste hoeveelheid insuline toegediend. Fout E4: VERSTOPPING kan vertraagd worden weergegeven. Verwijder deze luchtbellen tijdens het vullen van de ampul en de infusieset. Zorg daarbij dat de infusieset is losgekoppeld van uw lichaam. Bij de opwarming van koude insuline komt mogelijk lucht vrij. Zorg dat de insuline op kamertemperatuur is als u de ampul of infusieset vult. Overdag moet u de ampul en de infusieset elke drie uur controleren op luchtbellen en ook voordat u gaat slapen voert u een controle uit. Verwijder de luchtbellen en vervang indien nodig de systeemonderdelen. Start de insulinetoediening pas als u de pomp volledig en op de juiste manier hebt geïnstalleerd (inclusief ampul, adapter en infusieset) en de persoonlijke instellingen die u van uw arts of zorgteam hebt gekregen, hebt ingesteld. Zorg ervoor dat de ampulruimte volledig droog is als u de functie VERVANG DE AMPUL uitvoert. Wanneer u de aandrijfstang terugdraait, kan er vloeistof in de insulinepomp terechtkomen. Dit kan storingen tot gevolg hebben. 19

Voordat u begint Als u in de insulinepomp een betrekkelijk lage basale hoeveelheid (0,1 eenheden/uur) instelt, kan dit ertoe leiden dat na verloop van tijd de fout E4: VERSTOPPING optreedt. Roche Diagnostics beveelt aan kunststofampullen te gebruiken als een lage basale hoeveelheid is vereist voor uw therapie. Vul de infusieset nooit wanneer deze op uw lichaam is aangesloten. Anders loopt u het risico dat de insuline ongecontroleerd wordt toegediend. Als u een afkoppelbare infusieset hebt, moet u eerst de slang van de infusieplaats verwijderen voordat u de infusieset vult. Volg altijd de instructies die bij de infusieset worden geleverd. Breng de aandrijfstang op de juiste plaats aan en draai aan de adapter totdat de stop van de ampul precies gelijk ligt met het uiteinde van de aandrijfstang om te voorkomen dat een vrije stroom van insuline ontstaat. Als de ampul en de aandrijfstang niet goed op elkaar zijn aangesloten en als u de insulinepomp op een hogere plek draagt dan de infusieplaats, kan er een vrije stroom van insuline van de ampul of de infusieset plaatsvinden. Neem contact op met de klantenservice als de aandrijfstang niet volledig terugdraait nadat de ampul is verwijderd. Nadat zich een fout heeft voorgedaan, bevindt de insulinepomp zich in de STOP-stand, zodat de toediening van de insuline wordt onderbroken. U kunt de toediening in stand houden door onmiddellijk te reageren volgens de instructies die voor elke foutcode worden gegeven. Zet de insulinepomp in de RUN-stand om door te gaan met het toedienen van insuline. De insulinepomp en bijbehorende steriele producten en accessoires bevatten kleine onderdelen die bij inslikken door een kind verstikkingsgevaar opleveren. Houd steriele producten en accessoires buiten het bereik van kinderen. 20

Voordat u begint 2.1.5 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot gevaren uit de omgeving Blijf uit de buurt van de elektromagnetische velden van radaren antenne-installaties, hoogspanningsbronnen, röntgenapparatuur, MRI-, CAT-scanners enzovoort. Gebruik de insulinepomp niet op dergelijke plekken. De insulinepomp kan defect raken onder invloed van een elektromagnetisch veld. Als u in zo n omgeving komt, moet u altijd eerst de insulinepomp verwijderen Anders zal de insulinetoediening waarschijnlijk direct stoppen en treedt de fout E7: ELEKTRON. FOUT treedt op. Zie paragraaf 10.2.7, Fout E7: ELEKTRON. FOUT, voor meer informatie. Gebruik de insulinepomp niet in hogedrukruimten of -kamers of op gevaarlijke plaatsen van welke classificatie dan ook (zoals plaatsen waarop explosieve of ontvlambare gassen of dampen kunnen voorkomen). Dit kan de insulinetoediening verstoren en/of tot gevaarlijke situaties leiden. De insulinepomp is bedoeld voor gebruik binnen normale barometrische omstandigheden van 70 tot 106 kpa (700 tot 1060 mbar). De pomp is niet geschikt voor hoogten van meer dan 3000 meter boven zeeniveau. Het product is niet getest voor gebruik op gevaarlijke locaties van welke classificatie dan ook. Als u in zo n omgeving komt, moet u altijd eerst de insulinepomp verwijderen De insulinepomp is niet getest in combinatie met andere elektronische medische apparatuur. Derhalve mag de Accu-Chek Spirit-insulinepomp niet in combinatie met andere elektronische medische apparatuur worden gebruikt, tenzij dit door de arts of het zorgteam wordt geadviseerd. 21

Voordat u begint De elektronische onderdelen van de insulinepomp en de batterij kunnen defect raken als u deze blootstelt aan temperaturen hoger dan +40 C en lager dan +5 C. Stel de insulinepomp niet bloot aan direct zonlicht. Voorkom dat de insuline en de insulinepomp oververhit raken. Voorkom dat de insulinepomp direct wordt blootgesteld aan een koude wind. Draag de insulinepomp bij koud weer onder uw kleren of direct op uw lichaam. Raadpleeg de instructies voor de insuline die u gebruikt voor meer informatie over de toegestane bewaartemperaturen voor de insuline. 2.1.6 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veilig batterijgebruik Zorg ervoor dat u altijd AA-reservebatterijen bij de hand hebt en let daarbij op het volgende. Bewaar de batterijen tot aan het gebruik altijd in de oorspronkelijke verpakking. Zorg ervoor dat de batterijen onderling niet in contact komen met elkaar of met andere metalen voorwerpen (bijvoorbeeld munten en sleutels) om vroegtijdige ontlading te voorkomen. Voor gebruik in de insulinepomp moet de batterij een bedrijfstemperatuur tussen +5 C en +40 C hebben. Gooi de batterij weg als deze is gevallen. Vervang de batterij alleen in een droge omgeving. Gebruik voor het los- of vastdraaien van het batterijdeksel uitsluitend de Accu-Chek Spirit-batterijsleutel. (Gebruik geen scherpe voorwerpen. Dit kan leiden tot beschadiging van de insulinepomp.) Draai niet te strak aan. Als u dat doet, kunt u het batterijdeksel of de behuizing van de insulinepomp beschadigen. Het deksel van de batterij zit goed op zijn plaats als het gelijk ligt met de behuizing van de insulinepomp. 22

Voordat u begint Gebruik de insulinepomp niet als het deksel van de batterij niet goed op zijn plaats zit. Raadpleeg paragraaf 5.1, Batterij plaatsen en vervangen, voor informatie over het vervangen van de batterij en het batterijdeksel. De levensduur van een batterij kan aanzienlijk korter zijn wanneer u andere AA-batterijen gebruikt dan de meegeleverde of aanbevolen batterijen van Roche Diagnostics. Ook kan de garantie in dat geval komen te vervallen. Het gebruik van andere batterijen kan bovendien leiden tot lekken en corrosie aan de contactpunten in de insulinepomp. Verwijder de batterij als u de insulinepomp gedurende langere tijd niet gebruikt. Dit verlengt de levensduur van de batterij. Het gebruik van oude of gebruikte batterijen kan een fout veroorzaken bij het opstarten van de insulinepomp. Vervang de batterij uitsluitend in een droge omgeving, controleer of de afdichting aanwezig is en of de batterij goed is geplaatst. Zo voorkomt u dat er water in de behuizing van de pomp kan binnendringen. 2.1.7 Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen bij het dragen van de insulinepomp Voorkom dat de insulinepomp tijdens het dragen in contact komt met voorwerpen die de toetsen van de pomp kunnen beschadigen of onbedoeld kunnen indrukken (bijvoorbeeld sleutelbos, knopen van kledingstukken, zakmes, munten). Als u de piepsignalen niet kunt horen, moet de insulinepomp worden teruggestuurd omdat u anders mogelijk niet tijdig wordt gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. Neem contact op met de klantenservice. 23

Voordat u begint Als u de trilsignalen niet kunt voelen, moet de insulinepomp worden teruggestuurd omdat u anders mogelijk niet tijdig wordt gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. Neem contact op met de klantenservice. Als de tekens, waarden of symbolen op het display niet volledig worden weergegeven, moet de insulinepomp worden teruggebracht omdat u anders mogelijk niet tijdig wordt gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. Neem contact op met de klantenservice. Kijk overdag minimaal één keer elke drie uur op het display van de insulinepomp, voordat u gaat slapen en met name als u om een bepaalde reden niet in staat bent piepsignalen te horen of trilsignalen te voelen. Anders wordt u mogelijk niet tijdig gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. Als de toetsen op de pomp niet correct functioneren of als u de toetsen niet herkent, moet u de insulinepomp loskoppelen en contact opnemen met de klantenservice. Als u nog vragen hebt over deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen, kunt u contact opnemen met de klantenservice. 2.2 Garantie Wijzigingen in of aanpassingen aan de apparaten die niet uitdrukkelijk door Roche Diagnostics zijn goedgekeurd, kunnen tot gevolg hebben dat u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp niet meer kunt gebruiken. 24

3 De Accu-Chek Spirit-insulinepomp De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Let op Controleer de insulinepomp en de steriele producten en accessoires ten minste eenmaal per dag op de aanwezigheid van scheurtjes of barsten. Doe dit met name wanneer u een van de producten hebt laten vallen. Gebruik het product niet als u scheurtjes of barsten hebt ontdekt. Als er scheurtjes of barsten aanwezig zijn, kunnen substanties zoals water, stof, insuline of andere vreemde stoffen van buitenaf in de insulinepomp terechtkomen. Dit kan tot defecten leiden. 3.1 Display De insulinepomp heeft een grafisch LCD-scherm (Liquid Crystal Display) met een hoge resolutie waarop u belangrijke actuele en historische informatie kunt aflezen. Kijk overdag minimaal één keer elke drie uur op het display van de insulinepomp, voordat u gaat slapen en als u om een bepaalde reden niet in staat bent piepsignalen te horen of trilsignalen te voelen. Anders wordt u mogelijk niet tijdig gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. U kunt de weergave op het display desgewenst 180 draaien en het beeldcontrast aanpassen. Zie de paragrafen 7.7.6, Beeldstand en 8.5.7, Displaycontrast, voor meer informatie. 25

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Let op Als de tekens, waarden of symbolen op het display niet volledig worden weergegeven, zet u de insulinepomp in de STOP-stand en verwijdert u de batterij een ogenblik om een systeemcontrole uit te voeren. De systeemcontrole wordt uitgevoerd zodra u de batterij hebt teruggeplaatst. Als de tekens, waarden of symbolen nog steeds onvolledig worden weergegeven, moet de insulinepomp worden teruggestuurd; anders wordt u mogelijk onjuist geïnformeerd. Zet de insulinepomp in de STOP-stand en neem direct contact op met de klantenservice. 3.2 Achtergrondverlichting De achtergrondverlichting is handig wanneer er te weinig licht is en u de insulinepomp wilt bedienen of informatie wilt aflezen. U drukt op a op het RUN-scherm of het STOP-scherm om de achtergrondverlichting in te schakelen. Dit kan ook als u door de menu s bladert. De achtergrondverlichting wordt automatisch geactiveerd wanneer een alarm of foutmelding wordt weergegeven. Als u vervolgens geen andere toetsen indrukt, gaat de achtergrondverlichting h na 20 seconden automatisch uit. Opmerking Schakel de achtergrondverlichting in als u een programmering wilt uitvoeren in een omgeving met te weinig licht. 3.3 Toetsen en toetscombinaties U kunt de insulinepomp instellen met behulp van de vier toetsen. Tijdens het gebruik krijgt u informatie in de vorm van piepsignalen, trilsignalen en meldingen op het display. 26

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Let op Gebruik nooit een scherp voorwerp of een vingernagel om een toets in te drukken. Hierdoor kan de behuizing van de insulinepomp beschadigd raken. Druk voorzichtig met uw vingertip op de toets. Zo voorkomt u mogelijke perforatie van de toets. Voor het gebruik van de insulinepomp hebt u de beschikking over vier toetsen en drie toetscombinaties. Elke toets en toetscombinatie heeft een specifieke functie: Toets Naam Functie d Menu bladeren door de menu s, functie- en infoschermen f Vinkje een menu selecteren wijzigingen opslaan en het functie- of infoscherm afsluiten het infoscherm weergeven a Omhoog een instelling verhogen of verlagen s Omlaag vooruitgaan of teruggaan in de infoschermen een standaardbolus instellen een standaardbolus annuleren de STOP-waarschuwing uitschakelen (houd a of s 3 seconden ingedrukt tot u een melodie hoort) a Omhoog de achtergrondverlichting inschakelen 27

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Als er een plusteken (+) tussen twee functietoetsen staat, moeten de twee toetsen tegelijk worden ingedrukt: Toetscombinatie Naam Functie d+a Menu en Omhoog een menu, functiescherm of infoscherm afsluiten. De menustructuur achterwaarts doorlopen. d+s Menu en Omlaag toetsen deblokkeren (houd beide toetsen gelijktijdig ingedrukt totdat u drie piepsignalen hoort als RUN actief is of één piepsignaal als STOP actief is). a+s a s a(s) Omhoog en Omlaag de basale hoeveelheid per uur naar het volgende uur/de volgende uren kopiëren. wanneer twee toetssymbolen door een spatie van elkaar worden gescheiden, drukt u op een van beide toetsen om de gewenste waarde in te stellen. u start een bepaalde programmering door op de toets a of s te drukken. U voert de aanbevolen instellingen uit door op de toets zonder haakjes te drukken, in dit geval toets a. Voor de alternatieve gegevens drukt u op de toets tussen haakjes, in dit geval de toets (s). Elke keer dat u op een toets drukt hoort u een piepsignaal, behalve als u het piepsignaal op 0 hebt ingesteld. Waarschuwing Als de toetsen op de pomp niet correct functioneren of als u de toetsen niet herkent, moet u de insulinepomp loskoppelen en contact opnemen met de klantenservice. 28

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Time-outsymbool g Voor de veiligheid en het gebruiksgemak is de insulinepomp voorzien van een time-outfunctie. Als u tijdens het instellen niet binnen 20 seconden op een toets hebt gedrukt h, keert u automatisch terug naar de uitgangsstand RUN of het STOP-scherm. Voor uw eigen veiligheid worden de wijzigingen die u hebt aangebracht voordat de time-out bij de insulinepomp optrad, niet opgeslagen. Het symbool g in deze handleiding verwijst naar de time-outfunctie. 3.4 KeyLock Symbool Piepsignalen Display Opmerking Een serie piepsignalen betekent dat alle Als u geen KeyLock- (drie in RUN-stand en vier de toetsen symbool ziet in het één in STOP-stand). zijn vergrendeld RUN-scherm (behalve de toets a of STOP, is de waarmee de achter- KeyLock-functie grondverlichting wordt uitgeschakeld. ingeschakeld). betekent dat alle vier de toetsen zijn ontgrendeld. Met de functie KeyLock kunt u alle vier toetsen van de insulinepomp blokkeren. Het is een extra beveiliging waarmee u kunt voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt bediend (bijvoorbeeld tijdens het slapen of sporten). Schakel in het menu STANDAARD SETUP MENU de functie KeyLock in om de toetsen te blokkeren. 29

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Als u de insulinepomp wilt instellen terwijl KeyLock is ingeschakeld, moet u de toetsen eerst ontgrendelen of de functie uitschakelen. Bij de instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan uitgegaan dat de KeyLockfunctie NIET is ingeschakeld. Voor het deblokkeren van de toetsen drukt u de toetsen d+s gelijktijdig in (u hoort drie piepsignalen in RUN en één piepsignaal in STOP). Houd deze toetsen drie seconden ingedrukt totdat u opnieuw drie piepsignalen (in RUN) of één piepsignaal (in STOP) hoort. 3.5 Scrollen Voor de instelling van een hogere of lagere waarde moet u normaal herhaaldelijk op de toets a of s drukken, omdat de waarde per keer maar met een kleine stap wordt verhoogd of verlaagd. In de meeste menu s kunt u echter de toets a of s ingedrukt houden (scrollen) tot de gewenste waarde wordt weergegeven. U kunt deze waarde zo nodig aanpassen door eenmaal op s of a te drukken. Als deze functie is geactiveerd, piept de insulinepomp eenmaal wanneer u gaat scrollen. Toets Piepsignalen Display Opmerking a Met een kort piepsignaal Als u op de toets drukt, U kunt een waarde s bij aanvang wordt de wordt de informatie wijzigen door op scrollfunctie aangegeven. op het display gewijzigd. de toets a of s te drukken. Elke keer dat u op de toets drukt, wordt de waarde met één stap verhoogd of verlaagd. 30

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp 3.6 Scherm STATUS U wordt via piepsignalen, trilsignalen en meldingen op het display geïnformeerd over de status van de insulinepomp. Als u op een toets drukt, krijgt u een piepsignaal te horen, ongeacht de instellingen van de alarmsignalen. U kunt de piepsignalen of de trilsignalen uitschakelen, maar niet beide signalen tegelijkertijd. U kunt ook het volume van de piepsignalen aanpassen. Zie paragraaf 7.7.2, Volume van piepsignalen instellen, paragraaf 7.7.3, Alarmsignalen, en paragraaf 16.2, Piepsignalen en melodieën, voor meer informatie. Opmerking Als het volume van de piepsignalen uitgeschakeld is, geeft de insulinepomp geen piepsignaal wanneer u op een toets drukt. Let op Kijk overdag minimaal één keer elke drie uur op het display van de insulinepomp, voordat u gaat slapen en als u om een bepaalde reden niet in staat bent piepsignalen te horen of trilsignalen te voelen. Anders wordt u mogelijk niet tijdig gewaarschuwd wanneer zich wijzigingen voordoen in de werking van de insulinepomp. 3.7 Alarmsignalen Alarmen en fouten worden gemeld via piep- en trilsignalen. U kunt de piepsignalen of de trilsignalen uitschakelen, maar niet beide signalen tegelijkertijd. Ten minste een van beide moet zijn ingeschakeld als eerste alarmsignaal. 31

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp 3.8 RUN- en STOP-stand Tijdens normaal gebruik bevindt de insulinepomp zich in de RUN-stand en wordt continu de door u ingestelde hoeveelheid insuline afgegeven (basale hoeveelheid). Het RUN-scherm is het startscherm, dat wordt weergegeven wanneer u de pomp in de RUN-stand hebt gezet. Nadat u een instelling hebt gemaakt of informatie hebt bekeken, keert u automatisch terug naar de uitgangsstand RUN. Dit scherm toont de tijd, het huidige basaalprofiel en de huidige basale hoeveelheid in eenheden per uur. Verder krijgt u op het RUN-scherm herinneringen te zien (bijvoorbeeld als de ampul bijna leeg is) en informatie over speciale functies die u hebt ingesteld (zoals een vertraagde bolus of toetsen geblokkeerd/gedeblokkeerd). basale hoeveelheid tijd huidige basale hoeveelheid per uur KeyLock ingeschakeld looptijd ampul bijna leeg batterij bijna leeg actief profiel basale hoeveelheid Zie paragraaf 7.3, Insulinetoediening starten, paragraaf 7.7.3, Alarmsignalen, en paragraaf 16.4, Symbolen, voor meer informatie over de definitie van deze symbolen. Sommige functies kunnen uitsluitend worden ingesteld in de STOP-stand (waarin geen insuline wordt toegediend). U kunt de ampul alleen vervangen in de STOP-stand. U moet de pomp altijd loskoppelen van de infusieplaats en in de STOP-stand zetten wanneer u de infusieset vult en/of gegevens verzendt. 32

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp Op het STOP-scherm ziet u de datum en tijd, het STOP-symbool, eventuele herinneringen (zoals batterij bijna leeg) en speciale functies (zoals toetsen geblokkeerd of gedeblokkeerd). Zie paragraaf 7.4, Insulinetoediening stoppen, voor meer informatie. tijd datum looptijd ampul bijna leeg batterij bijna leeg KeyLock uitgeschakeld 3.9 STOP-waarschuwing De STOP-waarschuwing wordt actief bij het omschakelen van de RUNstand naar de STOP-stand of bij het plaatsen van een batterij. Zo wordt u eraan herinnerd dat de insulinetoediening is onderbroken. Als de STOPwaarschuwing actief is, krijgt u elke minuut een lang piepsignaal te horen in combinatie met een trilsignaal. Als u de STOP-waarschuwing uitschakelt, wordt deze alarmfunctie onderdrukt. 33

De Accu-Chek Spirit-insulinepomp STOP-waarschuwing uitschakelen Actie Resultaat Houd a of s U hoort een melodie. Zorg ervoor dat u a of s lang drie seconden ingedrukt. De STOP-waarschuwing genoeg ingedrukt houdt. wordt uitgeschakeld. Anders wordt de STOP-waarschuwing niet onderdrukt en treedt deze opnieuw in werking. Het volume van het STOP-alarm wordt niet beïnvloed door het ingestelde volume voor piepsignalen. Dit alarm klinkt altijd op de maximumsterkte. De STOP-waarschuwing wordt opnieuw ingeschakeld bij het omschakelen van de RUN-stand naar de STOP-stand of bij het plaatsen van een batterij. De bediening van de insulinepomp is logisch en eenvoudig. Op de laatste pagina van deze gebruikershandleiding wordt een overzicht van deze functies weergegeven. 34

Accessoires, wegwerpartikelen en software 4 Accessoires, wegwerpartikelen en software Steriele Accu-Chek-producten, -accessoires en -software maken het Accu-Chek Spirit-insulinepompsysteem compleet. Deze producten zijn speciaal ontworpen voor een veilige en comfortabele insulinepomptherapie. Let op Gebruik uitsluitend steriele producten en accessoires die bestemd zijn voor gebruik met de insulinepomp. De juiste werking van de insulinepomp kan alleen worden gegarandeerd als u het apparaat samen met de speciale steriele producten van Accu-Chek en Accu-Chek Spiritaccessoires gebruikt. De steriele Accu-Chek-producten en -accessoires die zijn ontwikkeld voor de Accu-Chek Spirit-insulinepomp, zijn allemaal grondig getest en goedgekeurd voor gebruik met de insulinepomp. Er zijn geen andere steriele producten en accessoires getest op compatibiliteit met de insulinepomp. Daarom kan het gebruik van deze producten een gevaar voor uw gezondheid opleveren. Er moet een arts of zorgverlener aanwezig zijn wanneer u de Accu-Chek Spirit-insulinepomp, de steriele producten, de accessoires en de software voor de eerste keer gebruikt. Periodieke medische onderzoeken zijn vereist. Houd u altijd aan de instructies van uw arts of diabeteszorgteam en aan de gebruiksaanwijzing van de steriele producten en accessoires die u gebruikt. 35

Accessoires, wegwerpartikelen en software Let op Zorg ervoor dat u altijd extra steriele producten en accessoires bij u draagt. U kunt dan op elk gewenst moment een onderdeel vervangen. Materialen voor eenmalig gebruik (zoals ampullen en infusiesets) mogen niet opnieuw worden gebruikt. Anders ontstaat een vergroot risico op infecties, storingen en/of een onjuiste insulinetoediening. Raadpleeg onze brochures over steriele producten en de catalogus met accessoires voor meer informatie of neem contact op met de klantenservice. Waarschuwing De insulinepomp en bijbehorende steriele producten en accessoires bevatten kleine onderdelen die bij inslikken door een kind verstikkingsgevaar opleveren. Houd steriele producten en accessoires buiten het bereik van kinderen. 4.1 Steriele producten Steriele Accu-Chek-producten vormen een essentieel onderdeel van de Accu-Chek Spirit-insulinepomp en de insulinepomptherapie. De steriele producten zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Dit voorkomt problemen met de werking van het Accu-Chek Spiritsysteem. Ook voorkomt u zo infecties. 36

Accessoires, wegwerpartikelen en software 4.1.1 Ampul De insulinepomp is geschikt voor gebruik met een Accu-Chek kunststofampul met een inhoud van 3,15 ml. De ampul is een steriel product en is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. In een ongeopende verpakking zijn de producten gegarandeerd steriel tot de vermelde vervaldatum. Gebruik het steriele product niet als de verpakking beschadigd is. Waarschuwing Materialen voor eenmalig gebruik mogen niet opnieuw worden gebruikt. Het hergebruik van materialen voor eenmalig gebruik kan leiden tot defecten aan de insulinepomp, alsmede tot een onjuiste toediening van de insuline en/of infecties. Pak het product alleen met schone handen vast. Gebruik alleen de voorgeschreven ampullen. Het gebruik van andere ampullen kan een gevaar voor uw gezondheid opleveren en ertoe leiden dat de garantie niet meer geldig is. E Raadpleeg paragraaf 5.2.1, Ampul voorbereiden, paragraaf 5.3.1, De ampul, adapter en infusieset aansluiten en paragraaf 5.7, Ampul en infusieset vervangen, voor meer informatie. 37

Accessoires, wegwerpartikelen en software 4.1.2 Infusiesets De insulinepomp wordt via een Accu-Chek infusieset op uw lichaam aangesloten. Infusiesets vormen dus een essentieel onderdeel van de insulinepomptherapie. De insuline uit de ampul van de insulinepomp wordt via de infusieset toegediend in het onderhuidse weefsel. De canule of naald van de infusieset wordt meestal in de buik geplaatst. Infusiesets zijn verkrijgbaar in twee vormen: E afkoppelbaar E niet-afkoppelbaar Gebruik uitsluitend infusiesets met een lueraansluiting. Alle Accu-Chek infusiesets hebben een lueraansluiting. Het wordt aanbevolen alleen deze infusiesets te gebruiken voor de Accu-Chek Spirit-insulinepomp. De Accu-Chek infusiesets zijn PVC-vrij. Ze zijn gemaakt van huidvriendelijk materiaal dat geen reactie met de insuline aangaat. De slang van de Accu-Chek infusieset heeft een kleine diameter, zodat de set snel en zuinig kan worden gevuld en het verlies aan insuline tot een minimum kan worden beperkt. 38

Accessoires, wegwerpartikelen en software Roche Diagnostics biedt een ruim assortiment infusiesets: Normale slanglengte Volume met U100 insuline 30 cm/12" 7 eenheden 60 cm/24" 10 eenheden 80 cm/31" 13 eenheden 110 cm/43" 18 eenheden Raadpleeg de paragrafen 5.3.1, De ampul, adapter en infusieset aansluiten, 5.4, Infusieset vullen, 5.5, De infusieplaats voorbereiden, 5.6, Infusieset vervangen, en 4, Accessoires, wegwerpartikelen en software, voor meer informatie. 4.2 Adapter Luchtopeningen Afdichting buitenkant adapter Afdichting binnenkant adapter Met behulp van de adapter kunt u de ampul en de infusieset op elkaar aansluiten. Dankzij twee afdichtingen biedt deze een doeltreffende bescherming tegen het binnendringen van water in de ampulruimte van de insulinepomp. De luchtdruk wordt geregeld via de twee kleine luchtopeningen op de adapter. Als deze openingen dicht zitten of vuil zijn of als de afdichtingen versleten zijn of ontbreken, werkt de adapter niet meer naar behoren. De adapter dient na maximaal tien ampulwisselingen te worden vervangen. Zie de paragrafen 5.3.1, De ampul, adapter en infusieset aansluiten, en 5.8, De adapter vervangen, voor meer informatie. 39

Accessoires, wegwerpartikelen en software 4.3 Batterij De insulinepomp is ontworpen voor gebruik met AA-alkalinebatterijen met een minimumcapaciteit van 2500 mah. Gebruik geen lithiumbatterijen, zinkkoolbatterijen of nikkelcadmiumbatterijen (NiCd). Als u liever een oplaadbare batterij gebruikt, wordt u aangeraden NiMH-batterijen met een minimumcapaciteit van 1500 mah te gebruiken. Als u oplaadbare batterijen gebruikt, dient u altijd de batterijoplader te gebruiken die door de fabrikant wordt aanbevolen. Bij normaal gebruik (50 eenheden per dag; bedrijfstemperatuur 22 C ±3 C) geven alkalinebatterijen stroom voor ongeveer vier weken, en oplaadbare batterijen voor één week. Opmerking Als u van normale batterijen omschakelt naar oplaadbare batterijen (of vice versa), moet u het batterijtype in het STANDAARD SETUP MENU wijzigen. Zie paragraaf 7.7.5, Batterijtype, voor meer informatie. Let op De levensduur van een batterij kan aanzienlijk korter zijn wanneer u andere AA-batterijen gebruikt dan de meegeleverde of aanbevolen batterijen van Roche Diagnostics. Andere batterijen dan de aanbevolen batterijen zou kunnen leiden tot lekken en corrosie aan de contactpunten in de insulinepomp. Het is daarom mogelijk dat de garantie komt te vervallen als u andere batterijen gebruikt dan de batterijen die door Roche Diagnostics worden meegeleverd of aanbevolen. 40