Raadvande EuropeseUnie Brussel,12september2014 (OR.en) NOTA hetvoorziterschap degroepbelastingvraagstukken-indirectebelasting(energiehefing)

Vergelijkbare documenten
RICHTLIJN 2003/96/EG VAN DE RAAD van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 87. RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2003 (08.04) (OR. en) 8084/03 LIMITE FISC 59

RICHTLIJN 2003/96/EG VAN DE RAAD van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

PUBLIC. Brussel, 3 oktober 2002 (11.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12652/02 LIMITE FISC 249

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

PUBLIC. Brussel, 22 juli 2002 (16.08) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 10979/02 LIMITE FISC 205

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

BIJLAGE II. Verlaagde belastingniveaus en belastingvrijstellingen bedoeld in artikel 18, lid 1

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juni 2009 (15.06) (OR. en) 10893/09 Interinstitutioneel dossier 2007/0238(CNS) FISC 86

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 januari 2003 (09.01) (OR. fr) 5105/03 FISC 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Wet belastingen op milieugrondslag

Definitielijst HG- Certificatensysteem

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 februari 2015 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

2. Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 5 juli 2006 advies uitgebracht. Het advies van het Europees Parlement wordt verwacht.

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 september 2014 (OR. en)

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2402 VAN DE COMMISSIE

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/186. Amendement. Corinne Lepage, Jens Rohde namens de ALDE-Fractie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 7 juni 2010 (OR. en) 2009/0138 (COD) PE-CONS 23/10 AGRI 209 POSEICAN 7 POSEIDOM 7 POSEIMA 7 CODEC 506

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013)

Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE G/1 - OVERZICHT ACCIJNZEN

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0177(COD) Ontwerpverslag Jarosław Wałęsa (PE v01-00)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN 2009/55/EG VAN DE RAAD

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

GEMEENSCHAPPELIJKE BELEIDSLIJNEN Aanvraagtermijn overleg:

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 07/03/2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER. 27 DECEMBER Programmawet (1)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2001/111/EG VAN DE RAAD van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (PB L 10 van , blz.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2014 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2006 (21.11) (OR. en) 15383/06. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0165 (CNS) FISC 140

Transcriptie:

ConseilUE Raadvande EuropeseUnie Brussel,12september2014 (OR.en) Interinstitutioneeldossier: 2011/0092(CNS) PUBLIC 13116/14 LIMITE FISC129 ENER389 ENV753 NOTA van: aan: nr.vorigdoc.: Betreft: hetvoorziterschap degroepbelastingvraagstukken-indirectebelasting(energiehefing) 9379/14FISC77ENER173ENV421 VoorstelvooreenrichtlijnvandeRaadhoudendewijzigingvanRichtlijn 2003/96/EGtotherstructureringvandecommunautaireregelingvoorde belastingvanenergieproductenenelektriciteit Voordedelegatiesgaatindebijlageeencompromistekstvanhetvoorziterschapbetrefendehet Commisievoorsteloverdebelastingvanenergieproductenenelektriciteit,diedoordeGroep belastingvraagstukkenop22september2014zalwordenbesproken. Dewijzigingenindecompromistekstzijnvetgedruktenonderstreept;zijzijnaangebrachtinde meestrecentecompromistekstvanhetvoorziterschap(doc.9379/14fisc77ener173 ENV421).Schrappingenzijnmet[.]aangegeven. Hetvoorziterschapheeftindecompromisteksteennieuweaanpakvoordeminimumbelastingniveausvoorgestelddie,samenmetenkelekernelementenvanhetvoorstel,op2oktobertijdensde volgendevergaderingvandegroepophoogniveauverderzalwordenbesprokenmethetoogop hetbereikenvaneenpolitiekakkoordtijdensderaad(ecofin)inoktober. 13116/14 oms/mak/as 1 DGG2B LIMITE NL

Het voorzitterschap presenteert zijn voorstellen voor de minimumbelastingniveaus voor energieproducten en elektriciteit in bijlage I (tabellen A, B, C, D, E en F). In bijlage II (tabellen A1, A2, A3, [...] B, C1, C2, C3, C4, C5, C6, D en E) worden nadere bijzonderheden gegeven over de manier waarop de in bijlage I vermelde minimumbelastingniveaus zijn bepaald. 13116/14 oms/mak/as 2 DG G 2B LIMITE NL

BIJLAGE Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/96/EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit Artikel 1 Richtlijn 2003/96/EG wordt als volgt gewijzigd: 1) Artikel 1 wordt vervangen door: "Artikel 1 De lidstaten heffen belasting op onderstaande producten overeenkomstig deze richtlijn: a) energieproducten; b) andere producten dan energieproducten, indien bestemd voor gebruik, aangeboden voor verkoop of gebruikt als motorbrandstof; c) andere producten dan energieproducten, indien bestemd voor gebruik, aangeboden voor verkoop of gebruikt als additief of vulstof in motorbrandstof; d) andere koolwaterstoffen dan energieproducten, indien bestemd voor gebruik, aangeboden voor verkoop of gebruikt voor verwarmingsdoeleinden; e) elektriciteit. Punt d) is niet van toepassing op turf." 13116/14 oms/mak/as 3

2) Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 1. Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities: a) "energieproducten": producten van de GN-codes: i) 1507 tot en met 1518, indien deze zijn bestemd om als motor- of verwarmingsbrandstof te worden gebruikt; ii) 2701, 2702 en 2704 tot en met 2715; iii) 2901 en 2902; iv) 2905 11 00 die niet van synthetische oorsprong zijn, indien deze zijn bestemd om als motor- of verwarmingsbrandstof te worden gebruikt; v) 3403; vi) 3811 vii) 3817 00; viii) 2909 19 10 en 3826 00 10; ix) 2207, 2208 90 91 en 2208 90 99, indien deze bestemd zijn voor gebruik als motor- of verwarmingsbrandstof en vrijgesteld zijn overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder a) of b), van Richtlijn 92/83/EG; x) 2909 19 90, 3823 19 10 tot en met 3823 19 90, 3824 90 97 en 3826 00 90, indien deze bestemd zijn om als motor- of verwarmingsbrandstof te worden gebruikt; 13116/14 oms/mak/as 4

xi) 2804 tot en met 10 00, indien deze zijn bestemd om als motor- of verwarmingsbrandstof te worden gebruikt; b) "elektriciteit": elektriciteit van GN-code 2716; c) "biomassa": de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval; d) "belastingniveau": het totaal van alle geheven indirecte belastingen (belasting over de toegevoegde waarde, hierna BTW, uitgezonderd), rechtstreeks of onrechtstreeks berekend over de hoeveelheid energieproducten en elektriciteit op het tijdstip van uitslag tot verbruik; e) "GN-codes": codes van de gecombineerde nomenclatuur van Verordening (EG) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(*). 2. Wanneer de verordening bedoeld in lid 1, onder e), van dit artikel wordt vervangen of wanneer een wijziging van de gecombineerde nomenclatuur een wijziging vereist van de codes in deze richtlijn, stelt de Commissie in overeenstemming met artikel 27 en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter een gedelegeerde handeling vast om de codes te wijzigen van de gecombineerde nomenclatuur van de producten in deze richtlijn of om de verwijzing in lid 1, onder e), van dit artikel te wijzigen teneinde deze af te stemmen op de toepasselijke versie van de gecombineerde nomenclatuur. Die gedelegeerde handeling mag niet leiden tot wijzigingen in de minimumbelastingniveaus als bedoeld in deze richtlijn, noch tot toevoeging of verwijdering van energieproducten en elektriciteit. 13116/14 oms/mak/as 5

3. Voor de toepassing van de punten i), iv), ix), x) en xi) van lid 1, onder a), van dit artikel, de punten b), c) en d) van artikel 1, lid 4, van artikel 4 en de punten a), g), i) en j) van artikel 20, lid 1, worden producten die bestemd zijn voor levering geacht bestemd te zijn voor gebruik als motor- of verwarmingsbrandstof wanneer de leverancier ervan op de hoogte is, of redelijkerwijs ervan op de hoogte moet zijn, dat de ontvanger voornemens is de producten te gebruiken of voor verkoop aan te bieden als motor- of verwarmingsbrandstof. 4. Producten als bedoeld in punt i) van lid 1, onder a) van dit artikel en punt a) van artikel 20, lid 1, worden niet geacht bestemd te zijn voor gebruik als motor- of verwarmingsbrandstof indien zij worden geleverd aan een producent van producten van GN-code 3826 00 10 als bedoeld in punt viii) van lid 1, onder a), van dit artikel en artikel 20, lid 1, onder h). (*) PB L 304 van 31.10.2012, blz. 1. " 3) Artikel 3 wordt vervangen door: "Artikel 3 1. Deze richtlijn is niet van toepassing op: a) outputbelasting op warmte en de belasting op producten van de GN-codes 4401 en 4402; b) de volgende vormen van gebruik van energieproducten en elektriciteit: energieproducten gebruikt voor andere doeleinden dan motor - of verwarmingsbrandstof, duaal gebruik van energieproducten. Een energieproduct kent een duaal gebruik wanneer het zowel als verwarmingsbrandstof als voor andere doeleinden dan motor- of verwarmingsbrandstof wordt gebruikt. Het gebruik van energieproducten voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procedés wordt als duaal gebruik beschouwd; 13116/14 oms/mak/as 6

elektriciteit die voornamelijk wordt gebruikt voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procedés; elektriciteit die meer dan 50% van de kosten van een product veroorzaakt. De "kosten van een product" worden gedefinieerd als de som van de totale aankoop van goederen en diensten plus de personeelskosten plus het verbruik van vast kapitaal op het niveau van het bedrijf als gedefinieerd in artikel 11. Deze kosten worden berekend op basis van het gemiddelde per eenheid. Onder "elektriciteitskosten" wordt verstaan: de feitelijke aankoopwaarde van de elektriciteit of de productiekosten van de elektriciteit, indien deze in het bedrijf wordt gegenereerd; mineralogische procedés. Onder "mineralogische procedés" worden verstaan de procedés die in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden zijn ondergebracht onder code DI 23 "Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten" van de NACE-nomenclatuur(*). 2. Artikel 20 is evenwel van toepassing op energieproducten die worden gebruikt als bedoeld in punt b) van het eerste lid van dit artikel. (*) PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1." 4) Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4 1. De belastingniveaus die de lidstaten toepassen op energieproducten en op elektriciteit mogen niet onder de in de tabellen A, B, C, D, E en F van bijlage I bij deze richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus liggen. 13116/14 oms/mak/as 7

2. De in de tabellen A, B, C, E en F van bijlage I bedoelde minimumbelastingniveaus zijn bepaald op basis van twee referentiecomponenten, een aan energie gerelateerde en een aan CO 2 gerelateerde component, gespecificeerd in de tabellen A1, A2, A3, [...] B, C1, C2, C3, C4, C5, C6, D en E van bijlage II. 3. De lidstaten kunnen hun nationale belastingniveaus uitdrukken als één enkele belasting of als afzonderlijke belastingen, of in andere eenheden dan de eenheden die worden gebruikt om de minimumbelastingniveaus in bijlage I aan te geven, op voorwaarde dat, na omzetting in deze eenheden, de minimumniveaus van deze richtlijn worden aangehouden. De lidstaten mogen hun nationale belastingniveaus berekenen zonder te verwijzen naar de tabellen in Bijlage II. Wanneer volume-eenheden worden toegepast, wordt het volume gemeten bij een temperatuur van 15 C. Voor gasvormige producten wordt het volume gemeten bij een temperatuur van 15 C en een druk van 101,325 kilopascal. 4. De energieproducten waarvoor in deze richtlijn geen minimumbelastingniveaus zijn vastgesteld en die bestemd zijn voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als motor- of verwarmingsbrandstof, worden belast tegen de nationale belastingniveaus van de gelijkwaardige motor- of verwarmingsbrandstof waarvoor in deze richtlijn minimumbelastingniveaus worden gespecificeerd, naar gelang van het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Andere producten dan energieproducten die bestemd zijn voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als motorbrandstof, worden belast tegen de nationale belastingniveaus van de gelijkwaardige motorbrandstof waarvoor in deze richtlijn minimumbelastingniveaus worden gespecificeerd. [...] [...] Andere additieven of vulstoffen voor motorbrandstoffen [...] dan water (GN-codes 2201 en 2851 00 10) worden belast tegen de nationale belastingniveaus van de motorbrandstof waaraan zij worden toegevoegd of waarvoor zij als toevoeging bestemd zijn. [...] 13116/14 oms/mak/as 8

Andere koolwaterstoffen dan energieproducten, indien deze bestemd zijn voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt voor verwarmingsdoeleinden, worden belast tegen de nationale belastingniveaus van het gelijkwaardige energieproduct waarvoor in deze richtlijn minimumbelastingniveaus worden gespecificeerd. Lid 4 laat de toepassing van artikel 5 onverlet. 5. Wanneer een deel van een in artikel 1 genoemd product uit biomassa of uit van biomassa gemaakte producten bestaat, kunnen de lidstaten, onder door hen vast te leggen voorwaarden, dit deel behandelen als een afzonderlijk product, onafhankelijk van de GN-code van het gehele product. In het geval van biobrandstoffen en vloeibare biomassa geldt bovengenoemde alinea alleen indien het betrokken product voldoet aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (*). (*) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16." (5) Artikel 5 wordt gewijzigd door na het vierde streepje het volgende streepje in te voegen: "-wanneer de gedifferentieerde belastingniveaus gekoppeld zijn aan energieproducten uit afval, residuen, non-food cellulosemateriaal, en lignocellulosisch materiaal als bedoeld in artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (*). [" - voor de volgende vormen van gebruik: plaatselijk openbaar personenvervoer (taxi's inbegrepen), afvalinzameling, strijdkrachten en overheidsadministraties, gehandicapten, ziekenauto's, elektrische voertuigen;] (*) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16." 13116/14 oms/mak/as 9

6) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: a) lid 1 wordt vervangen door: "1. Onverminderd artikel 8, worden vanaf [1 januari 2016], [...] 1 januari 2019 en 1 januari 2022, de minimumbelastingniveaus voor motorbrandstoffen vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel A." b) lid 2 wordt vervangen door: "2. De lidstaten mogen onderscheid maken tussen commerciële en niet-commerciële aanwending van gasolie gebruikt voor voortbeweging, op voorwaarde dat het belastingniveau voor commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging niet daalt onder het minimumbelastingniveau voor gasolie als voorgeschreven in tabel A van bijlage I bij deze richtlijn, niettegenstaande de in deze richtlijn bepaalde afwijkingen voor dit gebruik." c) lid 4 wordt geschrapt. 7) In artikel 8 wordt lid 1 vervangen door: "1. De minimumbelastingniveaus voor producten die als motorbrandstof worden gebruikt voor de doeleinden van lid 2 van dit artikel worden met ingang van [1 januari 2016] vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel B." 13116/14 oms/mak/as 10

8) Artikel 9 wordt vervangen door: "Artikel 9 Onverminderd artikel 9 bis en artikel 11, worden met ingang van [1 januari 2016], 1 januari [...] 2019 en 1 januari [...] 2022 de minimumbelastingniveaus voor verwarmingsbrandstoffen vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel C." 9) Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd: "Artikel 9 bis Met ingang van [1 januari 2016] worden de minimumbelastingniveaus voor verwarmingsbrandstoffen die worden gebruikt in installaties die vallen onder en niet uitgesloten zijn van de EU-regeling voor de handel in emissierechten in de zin van Richtlijn 2003/87/EG vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel E. [...] Bij de vaststelling van de nationale belastingniveaus voor deze doeleinden worden de minimumtarieven van bijlage I, tabel E, gemiddeld voor elk bedrijf gerespecteerd. Deze niveaus zijn niet hoger dan het nationale belastingniveau dat wordt toegepast voor de in artikel 11 van deze richtlijn omschreven doeleinden." 10) Artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10 Met ingang van [1 januari 2016] worden de minimumbelastingniveaus voor elektriciteit vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel D." 13116/14 oms/mak/as 11

11) Artikel 12 wordt geschrapt. 12) Artikel 11 wordt artikel 12. 13) Het volgende artikel 11 wordt ingevoegd: "Artikel 11 1. In de in lid 2 uiteengezette gevallen die niet onder het bepaalde van artikel 9 bis vallen, worden met ingang van [1 januari 2016] de minimumbelastingniveaus voor energieproducten die worden gebruikt voor verwarming of voor de doeleinden van artikel 8, lid 2, onder b) en c), en de minimumbelastingniveaus voor elektriciteit vastgesteld zoals beschreven in bijlage I, tabel F. Bij de vaststelling van de nationale belastingniveaus voor deze doeleinden worden de minimumtarieven van bijlage I, tabel F, gemiddeld voor elk bedrijf gerespecteerd. 2. Dit artikel is van toepassing in de volgende gevallen: a) energie-intensieve bedrijven; Onder "energie-intensief bedrijf" wordt verstaan een zakelijke eenheid als bedoeld in artikel 12 waar hetzij de aankoop van energieproducten en elektriciteit ten minste 3,0% van de productiewaarde uitmaakt, hetzij de verschuldigde nationale energiebelasting ten minste 0,5% van de toegevoegde waarde bedraagt. Binnen deze definitie kunnen de lidstaten restrictievere concepten toepassen, waaronder definities van omzetwaarde, proces en sector. Onder "de aankoop van energieproducten en elektriciteit" wordt verstaan de feitelijke kosten van de door het bedrijf aangekochte of gegenereerde energie. Hieronder vallen alleen de kosten van elektriciteit, verwarming en de energieproducten die worden gebruikt voor verwarmingsdoeleinden of voor de doeleinden van artikel 8, lid 2, onder b) en c). De kosten omvatten alle belastingen, uitgezonderd aftrekbare btw. 13116/14 oms/mak/as 12

Onder "productiewaarde" wordt verstaan de omzet inclusief rechtstreeks aan de prijs van het product gekoppelde subsidies, vermeerderd of verminderd met de veranderingen in voorraden gereed product, onderhanden werk en goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop, en verminderd met de aankoop van goederen en diensten voor wederverkoop. Onder "toegevoegde waarde" wordt verstaan de totale aan btw onderworpen omzet inclusief uitvoer, verminderd met de totale aan btw onderworpen inkoop inclusief invoer; b) indien overeenkomsten zijn aangegaan met zakelijke eenheden als bedoeld in artikel 12 of met verenigingen van dergelijke zakelijke eenheden, of indien regelingen inzake verhandelbare vergunningen of gelijkwaardige maatregelen worden toegepast, voor zover deze leiden tot verbeteringen in energie-efficiëntie en/of doelstellingen in verband met de vermindering van CO2-emissies, grosso modo gelijkwaardig aan wat zou zijn bereikt indien de normale EU-minimumbelastingniveaus in acht waren genomen. Onder "regelingen inzake verhandelbare vergunningen" wordt verstaan andere regelingen inzake verhandelbare vergunningen dan de Unieregeling in de zin van Richtlijn 2003/87/EG." 13116/14 oms/mak/as 13

14) Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door: "Naast de algemene bepalingen van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG(*) betreffende vrijgesteld gebruik van belastbare producten, en onverminderd andere Uniebepalingen, verlenen de lidstaten voor onderstaande producten vrijstelling van belasting, op voorwaarden die zij vaststellen met het doel een juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstelling te verzekeren en fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen: b) punt c) wordt vervangen door: "c) energieproducten die worden geleverd voor gebruik als brandstof voor de vaart op communautaire wateren (met inbegrip van visserij) en niet voor gebruik aan boord van particuliere pleziervaartuigen, en elektriciteit, zowel elektriciteit die aan boord van een vaartuig wordt opgewekt, als elektriciteit die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen op hun ligplaats in een haven." (*) PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12." 13116/14 oms/mak/as 14

15) Artikel 15 wordt vervangen door: "Artikel 15 1. Onverminderd andere communautaire bepalingen, kunnen de lidstaten onder fiscaal toezicht gehele of gedeeltelijke belastingvrijstellingen of -verlagingen toepassen op: a) belastbare producten die onder fiscaal toezicht worden gebruikt bij proef- [en demonstratie]projecten voor de technologische ontwikkeling van milieuvriendelijker producten of met betrekking tot brandstoffen uit hernieuwbare bronnen; b) elektriciteit: - afkomstig van zon, wind, golven, getijden of aardwarmte; - afkomstig van waterkracht, opgewekt in waterkrachtcentrales; - opgewekt uit biomassa of uit van biomassa afkomstige producten; - opgewekt uit methaan dat vrijkomt in verlaten kolenmijnen; - opgewekt uit brandstofcellen; c) energieproducten en elektriciteit die worden gebruikt voor warmtekrachtkoppeling; d) elektriciteit, opgewekt uit warmtekrachtkoppeling, op voorwaarde dat de installaties voor warmtekrachtkoppeling milieuvriendelijk zijn. De lidstaten mogen nationale definities van "milieuvriendelijke" warmtekrachtkoppeling (of warmtekrachtkoppeling met hoog rendement) toepassen totdat de Raad op basis van een verslag en een voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen een gemeenschappelijke definitie aanneemt; 13116/14 oms/mak/as 15

e) energieproducten en elektriciteit die worden gebruikt voor het vervoer van goederen en personen per spoor, metro, tram en trolleybus [...]; f) energieproducten die worden geleverd voor gebruik als brandstof voor de vaart op binnenwateren (met inbegrip van visserij) en niet voor gebruik aan boord van particuliere pleziervaartuigen, en aan boord van een vaartuig opgewekte elektriciteit; g) voor verwarming gebruikte aardgas, kolen en vaste brandstoffen, en elektriciteit, indien deze gebruikt worden door huishoudens en/of door organisaties die door de betrokken lidstaat als liefdadige instellingen worden erkend. Gehele of gedeeltelijke belastingvrijstellingen of -verlagingen kunnen toegepast worden voor alle energieproducten die voor verwarming worden gebruikt door huishoudens en/of door organisaties die door de betrokken lidstaat als liefdadige instellingen worden erkend. Wanneer het gaat om liefdadige organisaties kunnen de lidstaten de vrijstelling of verlaging beperken tot het niet-zakelijk gebruik. Indien gemengd gebruik plaatsvindt, wordt de belasting geheven naar evenredigheid van elk type gebruik. Als een gebruik van weinig belang is, kan het als nihil worden behandeld; 13116/14 oms/mak/as 16

i) lpg dat wordt gebruikt voor voortbeweging, tot en met [31 december 2022]; j) aardgas en biogas die worden gebruikt voor voortbeweging, tot en met [31 december 2022]; k) motorbrandstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging, de ontwikkeling, het testen en het onderhoud van luchtvaartuigen en schepen; l) motorbrandstoffen die worden gebruikt bij baggerwerken in bevaarbare waterlopen en in havens; m) energieproducten van GN-code 2705 die worden gebruikt als verwarmingsbrandstof; 2. De lidstaten kunnen het belastingbedrag dat de verbruiker heeft betaald voor de elektriciteit die wordt opgewekt met de in lid 1, onder b), bedoelde middelen, volledig of gedeeltelijk aan de producent teruggeven. 3. Tot en met 31 december 2022 kunnen de lidstaten een tot een nultarief verlaagd belastingniveau toepassen op energieproducten die worden gebruikt voor de landbouw, de tuinbouw, de visteelt en de bosbouw. Vóór 1 januari 2023 stelt de Commissie een verslag op, op basis waarvan de Raad onderzoekt of de eerste alinea moet worden gewijzigd wat het toepasselijke tijdschema of het toepasselijke belastingniveau betreft." 13116/14 oms/mak/as 17

16) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd: a) Lid 1 wordt als volgt gewijzigd: i) de inleidende zin wordt vervangen door: "Tot 1 januari 2023 kunnen de lidstaten, onverminderd lid 5 van dit artikel, onder fiscaal toezicht, belastingvrijstelling verlenen of een verlaagd belastingtarief hanteren voor de in artikel 1 van onderhavige richtlijn bedoelde producten voor zover die zijn samengesteld uit een of meer van onderstaande producten, of deze bevatten en voor zover, wat biobrandstoffen en vloeibare biomassa als gedefinieerd in artikel 2, onder h) en i), van Richtlijn 2009/28/EG betreft, die producten voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van laatstgenoemde richtlijn:" ii) de derde alinea wordt geschrapt. b) de leden 4, 6 en 8 worden geschrapt. 17) De artikelen 17 en 18 worden vervangen door: "Artikel 17 1. Onverminderd artikel 4, lid 1, kunnen de lidstaten een tot een nultarief verlaagd belastingniveau toepassen op energieproducten en elektriciteit als gedefinieerd in artikel 2, die worden gebruikt door energie-intensieve bedrijven als gedefinieerd in artikel 11, lid 2, onder a). 2. Onverminderd artikel 4, lid 1, kunnen de lidstaten een tot 50% van de minimumniveaus in deze richtlijn verlaagd belastingniveau toepassen op energieproducten en elektriciteit als gedefinieerd in artikel 2 die worden gebruikt door zakelijke eenheden als gedefinieerd in artikel 12 die geen energie-intensieve bedrijven zijn als gedefinieerd in artikel 11, lid 2, onder a). 13116/14 oms/mak/as 18

3. Bedrijven die gebruik maken van de in de leden 1 en 2 bedoelde mogelijkheden, gaan overeenkomsten, regelingen inzake verhandelbare vergunningen of gelijkwaardige regelingen aan als bedoeld in artikel 11, lid 2, onder b). De overeenkomsten, regelingen inzake verhandelbare vergunningen of gelijkwaardige regelingen moeten leiden tot doelstellingen inzake de terugdringing van CO 2 -emissies of tot een grotere energie-efficiëntie die grosso modo gelijkwaardig is aan wat zou zijn bereikt indien de normale EUminimumbelastingniveaus in acht waren genomen. Artikel 18 1. Spanje mag bepalen dat de niveaus van belasting die door een autonome gemeenschap worden toegepast hoger mogen zijn dan de overeenkomstige nationale belastingniveaus (regionale differentiatie). De toepasselijke regels moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: (a) het belastingniveau dat door een autonome gemeenschap wordt toegepast, mag niet meer dan 15% hoger zijn dan het overeenkomstige nationale belastingniveau; (b) voor zover tijdens een overbrenging uit een andere lidstaat naar Spanje van energieproducten ingevolge een accijnsschorsingsregeling in Spanje een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden of wordt geacht te hebben plaatsgevonden in de zin van artikel 10 van Richtlijn 2008/118/EG die met de verschuldigdheid van accijns gepaard gaat, mag de persoon die voor de betaling zekerheid heeft gesteld in overeenstemming met artikel 18 van die richtlijn, niet aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van het verschil tussen het door een autonome gemeenschap toegepaste belastingniveau en het nationale niveau, tenzij die persoon aan de onregelmatigheid of de overtreding heeft deelgenomen. 13116/14 oms/mak/as 19

2. Frankrijk mag bepalen dat de niveaus van belasting die op het niveau van de Franse regio's worden toegepast hoger mogen zijn dan de overeenkomstige nationale belastingniveaus (regionale differentiatie). De toepasselijke regels moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: a) het belastingniveau dat door een regionale overheid wordt toegepast mag niet meer dan 15% hoger zijn dan het overeenkomstige nationale belastingniveau; b) voor zover tijdens een overbrenging uit een andere lidstaat naar Frankrijk van energieproducten ingevolge een accijnsschorsingsregeling in Frankrijk een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden of wordt geacht te hebben plaatsgevonden in de zin van artikel 10 van Richtlijn 2008/118/EG die met de verschuldigdheid van accijns gepaard gaat, mag de persoon die voor de betaling zekerheid heeft gesteld in overeenstemming met artikel 18 van die richtlijn, niet aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van het verschil tussen het door een regionale overheid toegepaste belastingniveau en het nationale niveau, tenzij die persoon heeft deelgenomen aan de onregelmatigheid of de overtreding. 3. Portugal mag op in het autonome gebied der Azoren en het autonome gebied Madeira verbruikte energieproducten en elektriciteit lagere niveaus van belasting toepassen dan de bij deze richtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus, als compensatie voor de vervoerskosten die uit het insulaire karakter en de geografische versnippering van deze gebieden voortvloeien. 13116/14 oms/mak/as 20

4. Griekenland kan op gasolie gebruikt voor voortbeweging en op benzine die worden verbruikt in de departementen Lesbos, Chios, Samos, de Dodekanesos en de Cycladen, alsmede op de volgende eilanden in de Egeïsche Zee: Thassos, de noordelijke Sporaden, Samothraki en Skiros, niveaus van belasting toepassen die tot 0,6 EUR per GJ lager zijn dan de bij deze richtlijn vastgestelde minimumtarieven. [5. Lidstaat (Lidstaten) X mag (mogen) voor in (de) artikel(en)... (artikelen 7 en/of 8 en/of 9) bedoelde vormen van gebruik tot 1 januari 20XX een overgangsperiode toepassen voor de verhoging van hun belastingniveaus tot de in deze richtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus inzake...(beschrijving van (een) specifiek(e) energieproduct(en)). ] " 18) De artikelen 18 bis en 18 ter worden geschrapt. 19) Artikel 20 wordt vervangen door: "Artikel 20 1. Alleen de volgende energieproducten zijn onderworpen aan de bepalingen van de hoofdstukken III, IV en V van Richtlijn 2008/118/EG: a) producten van de GN-codes 1507 tot en met 1518, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt; b) producten van de GN-codes 2707 10, 2707 20, 2707 30 en 2707 50; c) producten van de GN-codes 2710 12 tot en met 2710 19 68, 2710 19 91, 2710 19 99 en 2710 20 11 tot en met 2710 20 39. Voor producten van de GN-codes 2710 12 21, 2710 12 25, 2710 19 29, 2710 19 91 en 2710 19 99, zijn de hoofdstukken III, IV en V van Richtlijn 2008/118/EG echter uitsluitend van toepassing op commercieel bulkverkeer; d) producten van GN-code 2711 (met uitzondering van 2711 21 en 2711 29); e) producten van GN-code 2901 10; 13116/14 oms/mak/as 21

f) producten van de GN-codes 2902 20, 2902 30, 2902 41, 2902 42, 2902 43 en 2902 44; g) producten van GN-code 2905 11 00 die niet van synthetische oorsprong zijn, indien deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof; h) producten van de GN-codes 2909 19 10 en 3826 00 10; i) producten van de GN-codes 2207, 2208 90 91 en 2208 90 99 indien deze bestemd zijn voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof en indien zij vrijgesteld zijn overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder a) of b), van Richtlijn 92/83/EG; j) producten van de GN-codes 2909 19 90, 3823 19 10 tot en met 3823 19 90, 3824 90 97 en 3826 00 90, indien deze bestemd zijn om als verwarmingsbrandstof of motorbrandstof te worden gebruikt; k) producten van de GN-codes 3811 11 10, 3811 11 90, 3811 19 00 en 3811 90 00. 2. De lidstaten kunnen uit hoofde van bilaterale of multilaterale overeenkomsten voor sommige of alle in lid 1 van dit artikel bedoelde producten sommige of alle bepalingen van de hoofdstukken III, IV en V van Richtlijn 2008/118/EG buiten toepassing laten, voor zover deze producten niet onder de artikelen 7, 8 en 9 van deze richtlijn vallen. Dergelijke overeenkomsten hebben geen gevolgen voor de lidstaten die er geen partij bij zijn. Al deze bilaterale overeenkomsten worden gemeld aan de Commissie, die de andere lidstaten op de hoogte stelt." 20) Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1 worden de woorden "Richtlijn 92/12/EEG" en "artikel 2, lid 3," vervangen door respectievelijk "Richtlijn 2008/118/EG" en "artikel 4, lid 4"; b) lid 2 wordt geschrapt; c) in de eerste en de vierde alinea van lid 5 wordt "Voor de toepassing van de artikelen 5 en 6 van Richtlijn 92/12/EEG" vervangen door "Voor de toepassing van de artikelen 2 en 7 van Richtlijn 2008/118/EG"; 13116/14 oms/mak/as 22

d) lid 3 wordt vervangen door: "3. Het verbruik van energieproducten en elektriciteit binnen een bedrijf dat energieproducten produceert, wordt niet beschouwd als een belastbaar feit waardoor belasting verschuldigd wordt, op voorwaarde dat dit verbruik voor dergelijke productie is bestemd. De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat het verbruik van energieproducten die niet binnen een dergelijk bedrijf worden geproduceerd, en van elektriciteit, wordt beschouwd als een belastbaar feit waardoor belasting verschuldigd wordt. Verbruik voor doeleinden die geen verband houden met de productie van energieproducten en met name met de voortbeweging van motorvoertuigen, wordt beschouwd als een belastbaar feit waardoor belasting verschuldigd wordt." 21) In artikel 24 wordt lid 2 vervangen door: "2. Voor de toepassing van dit artikel worden verstaan onder "normale reservoirs": de door de fabrikant of door een derde blijvend in of aan een motorvoertuig aangebrachte reservoirs die volgens de registratiedocumenten of het keuringbewijs van het voertuig aan de toepasselijke technische en veiligheidseisen voldoen en waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt, zowel voor de voortbeweging van het voertuig als, in voorkomend geval, de werking van koelsystemen en andere systemen tijdens het vervoer. Als normale reservoirs gelden ook in of aan motorvoertuigen aangebrachte gasreservoirs die het rechtstreeks verbruik van gas als brandstof mogelijk maken, alsmede de reservoirs die zijn aangesloten op andere systemen waarmee die voertuigen eventueel zijn uitgerust; 13116/14 oms/mak/as 23

de door de fabrikant of een derde blijvend in of aan een container voor speciale doeleinden aangebrachte reservoirs die volgens de registratiedocumenten van de container aan de toepasselijke technische en veiligheidseisen voldoen en waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt voor de werking tijdens het vervoer van koelsystemen en andere systemen waarmee containers voor speciale doeleinden zijn uitgerust. Onder "container voor speciale doeleinden" wordt verstaan elke container die is uitgerust met aangepaste koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen." 22) In artikel 25 wordt lid 2 vervangen door: "2. Indien de door de lidstaten toegepaste belastingniveaus zijn uitgedrukt in andere meeteenheden dan die welke in de artikelen 7 tot en met 11 voor elk product nader worden omschreven, delen de lidstaten ook de overeenkomstige belastingniveaus na omrekening in deze eenheden mee." 23) Artikel 27 wordt vervangen door: "Artikel 27 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om de in artikel 2, lid 2, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd. 2. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan kennisgeving aan de Raad. 3. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in de artikelen 27 bis en 27 ter neergelegde voorwaarden." 13116/14 oms/mak/as 24

24) De volgende artikelen 27 bis, 27 ter en 27 quater worden ingevoegd: "Artikel 27 bis Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie 1. De Raad kan de in artikel 2, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. 2. Voor zover de Raad een interne procedure over een besluit tot intrekking van de bevoegdheidsdelegatie is begonnen, streeft hij ernaar de Commissie binnen een redelijke termijn voordat het definitieve besluit wordt genomen, hiervan op de hoogte te brengen onder vermelding van de gedelegeerde bevoegdheden die mogelijk worden ingetrokken en de eventuele redenen daarvoor. 3. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt onmiddellijk van kracht of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 27 ter Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen 1. De Raad kan binnen een termijn van [drie] maanden na de datum van kennisgeving bezwaar maken tegen de gedelegeerde handeling. 2. Indien de Raad bij het verstrijken van deze termijn geen bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum. 13116/14 oms/mak/as 25

Indien de Raad de Commissie heeft medegedeeld geen bezwaar te zullen maken, kan de gedelegeerde handeling voor het verstrijken van de termijn worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden. 3. Indien de Raad bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De Raad vermeldt de redenen voor het bezwaar tegen de gedelegeerde handeling. Artikel 27 quater Informatie aan het Europees Parlement De Commissie stelt het Europees Parlement in kennis van de door haar vastgestelde gedelegeerde handelingen, de mogelijke bezwaren die daartegen worden gemaakt of de intrekking van de bevoegdheidsdelegatie door de Raad." 25) Artikel 29 wordt vervangen door: [...]"Artikel 29 Om de vijf jaar en voor het eerst eind [[...] 2020], legt de Commissie aan de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor. In het verslag van de Commissie worden onder meer het minimumniveau van COCO 2 - gerelateerde belasting, het effect van innovatie en de technologische ontwikkelingen, met name ten aanzien van energie-efficiëntie, het gebruik van elektriciteit in het vervoer en de rechtvaardiging voor de vrijstellingen en verlagingen die in deze richtlijn zijn neergelegd, waaronder voor brandstof die voor de lucht- en zeevaart wordt gebruikt, onderzocht. In het verslag wordt rekening gehouden met de goede werking van de interne markt, de reële waarde van de minimumniveaus van belasting en de bredere doelstellingen van het Verdrag. 13116/14 oms/mak/as 26

[...]"[...] 26) Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze richtlijn. 27) De bijlagen II en III worden geschrapt. Artikel 2 1. De lidstaten dienen uiterlijk op [31 december 2015] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel waarin wordt aangegeven in welke nationale bepalingen de bepalingen van deze richtlijn zijn verwerkt. Zij passen die bepalingen toe vanaf [1 januari 2016]. Wanneer de lidstaten de in de eerste en derde alinea bedoelde bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, vaststellen. 13116/14 oms/mak/as 27

Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter 13116/14 oms/mak/as 28

BIJLAGE I Tabel A - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VOOR DE DOELEINDEN VAN ARTIKEL 7 PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIV EAU [1.1.2016] MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2019] MINIMUMBELASTINGNIVE AU [1.1.2022] / GJ / GJ / GJ Groep 1 Benzine 361,62 /1000 l 11,03 381,28 /1000 l 11,63 400,95 /1000 l 12,23 Gasolie 333,96 /1000 l 9,49 365,63 /1000 l 10,39 397,31 /1000 l 11,29 Kerosine 335,72 /1000 l 9,46 367,65 /1000 l 10,36 399,58 /1000 l 11,26 LPG 140,63 /1000 kg 3,06 145,23 /1000 kg 3,16 149,83 /1000 kg 3,26 Aardgas 105,25 /1000 m 3 2,97 108,79 /1000 m 3 3,07 112,33 /1000 m 3 3,17 Groep 2 Duurzame biobrandstoffen * 7,00 * 7,00 * 7,00 gebruikt in motoren met elektrische ontsteking i Duurzame biobrandstoffen * 7,00 * 7,00 * 7,00 gebruikt in motoren met compressieontsteking i Biogas N.v.t. 2,30 N.v.t. 2,40 N.v.t. 2,50 (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG * Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. 13116/14 oms/mak/as 29

TABEL B - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VANAF [1 januari 2016] VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VOOR DE DOELEINDEN VAN ARTIKEL 8, LID 2 PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIVEAU / GJ Gasolie 36,57 /1000 l 1,04 Kerosine 35,93 /1000 l 1,01 LPG 41,73 /1000 kg 0,91 Aardgas 29,14 /1,000 m 3 0,82 Duurzame biobrandstoffen i * 0,20 Biogas N.v.t. 0,20 (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (*) Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. 13116/14 oms/mak/as 30

(j) TABEL C TABEL C - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VOOR VERWARMINGSBRANDSTOFFEN VOOR DE DOELEINDEN VAN ARTIKEL 9 (ZAKELIJK GEBRUIK) PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2016] MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2019] MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2022] / GJ / GJ / GJ Gasolie 21,00 /1000 l 0,60 21,00 /1000 l 0,60 21,00 /1000 l 0,60 Zware stookolie 15,00 /1000 kg 0,38 15,00 /1000 kg 0,38 15,00 /1000 kg 0,38 Kerosine 11,18 /1000 l 0,32 11,43 /1000 l 0,32 11,69 /1000 l 0,33 LPG 13,84 /1000 kg 0,30 14,13 /1000 kg 0,31 14,42 /1000 kg 0,31 Aardgas 10,26 /1000 m 3 0,29 10,46 /1000 m 3 0,30 10,65 /1000 m 3 0,30 Cokes 10,01 /1000 kg 0,35 10,28 /1000 kg 0,36 10,55 /1000 kg 0,37 Harde/bitumineuze steenkool 8,42 /1000 kg 0,35 8,64 /1000 kg 0,36 8,87 /1000 kg 0,37 Bruinkool 4,30 /1000 kg 0,36 4,42 /1000 kg 0,37 4,54 /1000 kg 0,38 Olieleisteen 3,30 /1000 kg 0,37 3,40 /1000 kg 0,38 3,49 /1000 kg 0,39 Duurzame biobrandstoffen i * 0,20 * 0,20 * 0,20 Biogas N.v.t. 0,20 N.v.t. 0,20 N.v.t. 0,20 MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VOOR VERWARMINGSBRANDSTOFFEN VOOR DE DOELEINDEN VAN ARTIKEL 9 (NIET-ZAKELIJK GEBRUIK) PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2016] MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2019] MINIMUMBELASTINGNIVEAU [1.1.2022] / GJ / GJ / GJ Gasolie 21,00 /1000 l 0,60 21,00 /1000 l 0,60 21,00 /1000 l 0,60 Zware stookolie 17,91 /1000 kg 0,45 18,53 /1000 kg 0,46 19,15 /1000 kg 0,48 Kerosine 15,26 /1000 l 0,43 15,77 /1000 l 0,44 16,28 /1000 l 0,46 LPG 18,49 /1000 kg 0,40 19,07 /1000 kg 0,41 19,65 /1000 kg 0,43 Aardgas 13,44 /1000 m 3 0,38 13,83 /1000 m 3 0,39 14,23 /1000 m 3 0,40 Cokes 14,33 /1000 kg 0,50 14,87 /1000 kg 0,52 15,41 /1000 kg 0,54 Harde/bitumineuze steenkool 12,04 /1000 kg 0,50 12,49 /1000 kg 0,52 12,95 /1000 kg 0,54 Bruinkool 6,23 /1000 kg 0,52 6,47 /1000 kg 0,54 6,71 /1000 kg 0,56 Olieleisteen 4,83 /1000 kg 0,54 5,02 /1000 kg 0,56 5,21 /1000 kg 0,59 Duurzame biobrandstoffen i * 0,20 * 0,20 * 0,20 Biogas N.v.t. 0,20 N.v.t. 0,20 N.v.t. 0,20 Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (*) Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. 13116/14 oms/mak/as 31

PRODUCT Elektriciteit GN-code 2716 TABEL D - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VANAF [1 januari 2016] VOOR ELEKTRICITEIT - ARTIKEL 10 MINIMUMBELASTINGNIVEAU / MWh / GJ 0,54 0,15 TABEL E - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VANAF [1 januari 2016] VOOR VERWARMINGSBRANDSTOFFEN VOOR DE DOELEINDEN VAN ARTIKEL 9 BIS PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIVEAU / GJ Gasolie 10,6 /1000 l 0,30 Zware stookolie 12,0 /1000 kg 0,30 Kerosine 10,6 /1000 l 0,30 LPG 13,8 /1000 kg 0,30 Aardgas 10,6 /1,000 m 3 0,30 Cokes 8,6 /1000 kg 0,30 Harde/bitumineuze steenkool 7,2 /1000 kg 0,30 Bruinkool 3,6 /1000 kg 0,30 Olieleisteen 2,7 /1000 kg 0,30 Duurzame biobrandstoffen i * 0,30 Biogas N.v.t. 0,30 (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG * Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. 13116/14 oms/mak/as 32

TABEL F - MINIMUMBELASTINGNIVEAUS VANAF [1 januari 2016] VOOR ELEKTRICITEIT, VERWARMINGSBRANDSTOFFEN EN MOTORBRANDSTOFFEN DIE VOOR ANDERE DOELEINDEN DAN DE VOORTBEWEGING VAN VOERTUIGEN WORDEN GEBRUIKT - ARTIKEL 11 PRODUCT MINIMUMBELASTINGNIVEAU / GJ Gasolie 21,00 /1000 l 0,60 Zware stookolie 15,48 /1000 kg 0,39 Kerosine 12,75 /1000 l 0,36 LPG 14,51 /1000 kg 0,32 Aardgas 10,62 /1,000 m 3 0,30 Cokes 13,48 /1000 kg 0,47 Harde/bitumineuze steenkool 11,33 /1000 kg 0,47 Bruinkool 6,01 /1000 kg 0,51 Olieleisteen 4,76 /1000 kg 0,54 Duurzame biobrandstoffen i * 0,30 Biogas N.v.t. 0,30 Elektriciteit 0,54 / MWh 0,15 (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG * Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. 13116/14 oms/mak/as 33

Producten Dichtheid (kg/1000 l) Calorische onderwaar de (GJ/ 1000 kg) CO 2 - emissiefac tor (t CO 2 /TJ) [1]* [2]** [3]*** [4] TABEL A1 - Methode voor het berekenen van minimumtarieven voor motorbrandstoffen - 1/1/2016 CO 2 - Tarief van Tarief van emissiefac aan CO 2 aan tor (t gerelateerde energie Waarde van aan CO 2 CO 2 /GJ) component gerelateerd gerelateerde component in ( /t CO 2 ) e component =[3]/1000 ( /GJ) [5] [6] [7] A=(1)x(2)x(4)x(5)/1000 /1000 l B=(2)x(4)x(5) /1000 kg C=(1)x(2)x(4)x(5) /1000 m 3 Waarde van aan energie gerelateerde component in [8] D=(1)x(2)x(6)/1000 /1000 l E=(2)x(6) /1000 kg F=(1)x(2)x(6) /1000 m 3 BIJLAGE II Minimumbelastingniveau 01.01.2016 [9] =[7]+[8] / GJ [10] G=(9)/[(1)x(2)/1000] H=(9)/(2) I = (9)/[(1)x(2)] Groep 1 Benzine 745 44 69,3 0,0693 12 10,2 27,259848 334,356 361,6158 /1000 l 11,0316 Gasolie 832 42,3 74,1 0,0741 12 8,6 31,29414912 302,66496 333,9591 /1000 l 9,4892 Kerosine 810 43,8 71,9 0,0719 12 8,6 30,6104184 305,1108 335,7212 /1000 l 9,4628 LPG N.v.t. 46 63,1 0,0631 12 2,3 34,8312 105,80 140,6312 /1000 kg 3,0572 Aardgas 0,75 47,2 56,1 0,0561 12 2,3 23,83128 81,42 105,2513 /1000 m 3 2,9732 Groep 2 Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met elektrische 7,0 7,0000 ontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met 7,0 7,0000 compressieontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Biogas N.v.t. 50 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,3 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,3000 (*) Onderzoek GCO, behalve voor kerosine, waarvoor de waarde is verstrekt in een publicatie van het IEA (**) Richtlijn 2012/27/EG van het Europees Parlement en de Raad (***) Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (****) Calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 (*****) Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG 13116/14 oms/mak/as 34

Producten Dichtheid (kg/1000 l) Calorische onderwaar de (GJ/ 1000 kg) [1]* [2]** [3]*** [4] TABEL A2 - Methode voor het berekenen van minimumtarieven voor motorbrandstoffen - 1/1/2019 CO 2 - CO 2 - Tarief van Tarief van emissiefac emissiefac aan CO 2 aan energie tor (t tor (t gerelateerd gerelateerde Waarde van aan CO 2 - Waarde van aan energie CO 2 /TJ) CO 2 /GJ) e component gerelateerde component in gerelateerde component in component ( /GJ) =[3]/1000 ( /t CO 2 ) [5] [6] [7] A=(1)x(2)x(4)x(5)/1000 /1000 l B=(2)x(4)x(5) /1000 kg C=(1)x(2)x(4)x(5) /1000 m 3 [8] D=(1)x(2)x(6)/1000 /1000 l E=(2)x(6) /1000 kg F=(1)x(2)x(6) /1000 m 3 Minimumbelastingniveau 01.01.2019 [9] =[7]+[8] / GJ [10] G=(9)/[(1)x(2)/1000] H=(9)/(2) I = (9)/[(1)x(2)] Groep 1 Benzine 745 44 69,3 0,0693 12 10,8 27,259848 354,0240 381,2838 /1000 l 11,6316 Gasolie 832 42,3 74,1 0,0741 12 9,5 31,294149 334,3392 365,6333 /1000 l 10,3892 Kerosine 810 43,8 71,9 0,0719 12 9,5 30,610418 337,0410 367,6514 /1000 l 10,3628 LPG N.v.t. 46 63,1 0,0631 12 2,4 34,8312 110,4000 145,2312 /1000 kg 3,1572 Aardgas 0,75 47,2 56,1 0,0561 12 2,4 23,83128 84,9600 108,7913 /1000 m 3 3,0732 Groep 2 Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met elektrische 7,0 7,0000 ontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met 7,0 7,0000 compressieontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Biogas N.v.t. 50 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,4 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,4000 (*) Onderzoek GCO, behalve voor kerosine, waarvoor de waarde is verstrekt in een publicatie van het IEA (**) Richtlijn 2012/27/EG van het Europees Parlement en de Raad (***) Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (****) Calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 (*****) Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG 13116/14 oms/mak/as 35

Producten Groep 1 Dichtheid (kg/1000 l) Calorische onderwaar de (GJ/ 1000 kg) [1]* [2]** [3]*** [4] TABEL A3 - Methode voor het berekenen van minimumtarieven voor motorbrandstoffen - 1/1/2022 CO 2 - CO 2 - Tarief van Tarief van emissiefac emissiefac aan CO 2 aan energie tor (t tor (t gerelateerd gerelateerde Waarde van aan CO 2 - Waarde van aan energie CO 2 /TJ) CO 2 /GJ) e component gerelateerde component in gerelateerde component in component ( /GJ) =[3]/1000 ( /t CO 2 ) [5] [6] [7] A=(1)x(2)x(4)x(5)/1000 /1000 l B=(2)x(4)x(5) /1000 kg C=(1)x(2)x(4)x(5) /1000 m 3 [8] D=(1)x(2)x(6)/1000 /1000 l E=(2)x(6) /1000 kg F=(1)x(2)x(6) /1000 m 3 Minimumbelastingniveau 01.01.2022 13116/14 oms/mak/as 36 [9] =[7]+[8] / GJ [10] G=(9)/[(1)x(2)/1000] H=(9)/(2) I = (9)/[(1)x(2)] Benzine 745 44 69,3 0,0693 12 11,4 27,259848 373,6920 400,9518 /1000 l 12,2316 Gasolie 832 42,3 74,1 0,0741 12 10,4 31,29414912 366,0134 397,3076 /1000 l 11,2892 Kerosine 810 43,8 71,9 0,0719 12 10,4 30,6104184 368,9712 399,5816 /1000 l 11,2628 LPG N.v.t. 46 63,1 0,0631 12 2,5 34,8312 115,0000 149,8312 /1000 kg 3,2572 Aardgas 0,75 47,2 56,1 0,0561 12 2,5 23,83128 88,5000 112,3313 /1000 m 3 3,1732 Groep 2 Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met elektrische 7,0 7,0000 ontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Duurzame biobrandstoffen gebruikt in motoren met 7,0 7,0000 compressieontsteking i * **** N.v.t. N.v.t. N.v.t. - - ***** Biogas N.v.t. 50 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,5 N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2,5000 (*) Onderzoek GCO, behalve voor kerosine, waarvoor de waarde is verstrekt in een publicatie van het IEA (**) Richtlijn 2012/27/EG van het Europees Parlement en de Raad (***) Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (****) Calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 (*****) Het belastingniveau in EUR/1000 l voor duurzame biobrandstoffen wordt berekend op basis van de calorische onderwaarde als vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG. (i) Dit geldt alleen voor producten die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG