Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig Op tegenspraak Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 240b, geldigheid: 2015-09-23



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHARL:2013:9938

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:RBGEL:2017:1090

ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8672

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBGEL:2015:5702. Uitspraak

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats], wonende te [adres], [woonplaats].

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHARL:2015:9749

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBMNE:2016:978

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9186

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBGEL:2015:7710

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2017:2624

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBNNE:2013:4953

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBGEL:2013:1665

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:RBGEL:2016:3677

ECLI:NL:GHARN:2007:208

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig Op tegenspraak Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 240b, geldigheid:

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBNNE:2017:1929

ECLI:NL:RBALK:2003:AI0650

ECLI:NL:RBNNE:2017:610

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/ Print uitspraak. Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBGEL:2013:2580

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296


ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:GHSGR:2012:BV8447

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:RBNNE:2017:2890

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBASS:2009:BH3902

Transcriptie:

ECLI:NL:RBNNE:2015:4469 Instantie: Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 02-06-2015 Datum publicatie: 22-10-2015 Zaaknummer: 18.730079-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig Op tegenspraak Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 240b, geldigheid: 2015-09-23 Vindplaatsen: Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden parketnummer 18/730079-14 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 juni 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [woonadres]. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 mei 2015. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Pieters, advocaat te Sneek. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Supèr. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2008 tot en met het jaar 2013, in elk geval in het jaar 2008 en/of het jaar 2009 en/of het jaar 2010 en/of het jaar 2011 en/of het jaar 2012 en/of het jaar 2013 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2], in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, en/of (elders) in de provincie Fryslân/Friesland, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] ), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,

- verdachtes penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en vervolgens die [slachtoffer] in de anus geneukt en/of - de penis van die [slachtoffer] in verdachtes mond genomen en vervolgens de penis van die [slachtoffer] zogenoemd gepijpt en/of - de penis van die [slachtoffer] betast/aangeraakt en/of zogenoemd afgetrokken; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2008 tot en met het jaar 2013, in elk geval in het jaar 2008 en/of het jaar 2009 en/of het jaar 2010 en/of het jaar 2011 en/of het jaar 2012 en/of het jaar 2013 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2], in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, en/of (elders) in de provincie Fryslân/Friesland, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal, - de penis van die [slachtoffer] in verdachtes mond genomen en vervolgens de penis van die [slachtoffer] zogenoemd gepijpt en/of - de penis van die [slachtoffer] betast/aangeraakt en/of zogenoemd afgetrokken; 2. hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2008 en/of het jaar 2009 en/of het jaar 2010 en/of het jaar 2011 en/of het jaar 2012 en/of het jaar 2013 (tot en met 19 september 2013) te [pleegplaats 2], in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) op/met (een harde schijf van) een computer (van het merk HP Compac (beslagnummer 1528998) en/of het merk Toshiba (beslagnummer 1528999) en/of het merk HP Campac (beslagnummer 1529002) afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) in bezit gehad en/of heeft verworven (vanaf 1 januari 2010) en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft (vanaf 1 januari 2010), terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit: - het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of - het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, met de mond/tong en/of - het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of - het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, met de mond/tong en/of

- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) (in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten) van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden ((waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling) en/of - het masturberen (dicht) bij het lichaam/gezicht van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het spuiten van/zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het houden van een (stijve) penis dicht bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, al dan niet een gewoonte heeft gemaakt. In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. Vordering officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd: - veroordeling voor het onder 1. primair en 2. ten laste gelegde; - oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren; - oplegging van de bijzondere voorwaarde van het verlenen van medewerking aan incidenteel onderzoek naar de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op de computers die in zijn bezit zijn; - verbeurdverklaring van de drie inbeslaggenomen computers; - teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen videocamera en videoband; - toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van 6.844,10 onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Beoordeling van het bewijs Vrijspraak van het onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde Naar het oordeel van de rechtbank vindt de verklaring van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) dat verdachte seksuele handelingen met hem heeft verricht onvoldoende steun in de overige bewijsmiddelen om tot het wettig en overtuigend bewijs te kunnen komen van het onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde. Daarbij overweegt de rechtbank het volgende. [slachtoffer] heeft een verklaring afgelegd, waarin hij de in de tenlastelegging vermelde seksuele handelingen heeft beschreven. Verdachte heeft consequent ontkend dat hij deze seksuele handelingen met [slachtoffer] heeft verricht. Bij de in de aangifte beschreven seksuele handelingen is behalve [slachtoffer] en verdachte niemand aanwezig geweest.

Alleen [slachtoffer] 's jongere [jongere broer] (hierna: [jongere broer] ) zou [slachtoffer] en verdachte eenmaal hebben betrapt. Daarop zal hieronder nader worden ingegaan. De moeder van [slachtoffer] (hierna: de moeder) heeft een verklaring afgelegd over hetgeen [slachtoffer] en [jongere broer] haar hebben verteld. Verder heeft zij verklaard over de emoties die [slachtoffer] liet zien, toen hij zijn verhaal aan haar vertelde. [getuige 1] heeft alleen verklaard over hetgeen zij van de moeder heeft gehoord. [getuige 2] heeft alleen verklaard over de aanleiding waarom de moeder [slachtoffer] en [jongere broer] naar het mogelijke seksueel misbruik heeft gevraagd. Hoewel het grootste deel van de in de aangifte genoemde seksuele handelingen heeft plaatsgevonden in de woning van verdachte en [persoon], de oma van [slachtoffer] (hierna: de oma), waar op dat moment ook de vader van [slachtoffer] woonde, zijn de oma en [slachtoffer] 's vader niet als getuigen gehoord. Naar het oordeel van de rechtbank had dit wel voor de hand gelegen. Naar aanleiding van een seksueel getint voorval op 10 mei 2013 heeft de moeder aan [slachtoffer] en [jongere broer] gevraagd wat zij hadden gedaan. Toen beide jongens zeiden dat ze dit niet wisten, heeft zij gezegd dat ze wel wist waar het vandaan kwam. Toen de jongens haar vragend aankeken, heeft de moeder gezegd dat het bij [verdachte] (verdachte) vandaan kwam, waarop [slachtoffer] dit bevestigde. Toen zij hen later die dag vroeg wat [verdachte] met hen had gedaan, heeft [slachtoffer] haar verteld dat verdachte seksuele handelingen met hem heeft verricht. De rechtbank is - anders dan de officier van justitie - van oordeel dat de moeder (mogelijk onbewust en - naar de rechtbank aanneemt - met de beste bedoelingen) door deze manier van vragen stellen [slachtoffer] in de richting van verdachte heeft gestuurd. Het verhoor van [slachtoffer] heeft plaatsgevonden in een speciaal daarvoor ingerichte interviewruimte en is afgenomen door een speciaal daarvoor opgeleide zedenrechercheur/studioverhoorder. Nadat [slachtoffer] in eerste instantie niet of nauwelijks iets kon of wilde loslaten over hetgeen tussen hem en verdachte zou zijn gebeurd, heeft hij daar uiteindelijk - na veel doorvragen door de verhoorder - een verklaring over afgelegd. De rechtbank is - anders dan de officier van justitie - van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] op enkele belangrijke punten niet consistent is. Dit geldt in de eerste plaats voor het aantal keren dat het seksueel misbruik zou hebben plaatsgevonden. In eerste instantie heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte vaak aan zijn piemel heeft gezeten, later heeft hij verklaard dat dit ongeveer twaalf keer is gebeurd en uiteindelijk heeft hij dit aantal teruggebracht tot ongeveer vijf keer. Uit de verklaring van de moeder blijkt dat [slachtoffer] tegen haar heeft gezegd dat "het" 25 keer was gebeurd. Verder heeft [slachtoffer] verklaard dat hij niet meer weet hoe vaak verdachte met zijn piemel in zijn kont is geweest, terwijl dit volgens [slachtoffer] alleen op zijn kamer is gebeurd en hij eerder had verklaard dat daar slechts eenmaal iets is gebeurd. Ook heeft [slachtoffer] in zijn verklaring (behalve ten aanzien van het voorval op zijn zevende verjaardag) niet kunnen aangeven wanneer de seksuele handelingen zouden hebben plaatsgevonden. Voorts heeft [slachtoffer] in eerste instantie verklaard dat verdachte niet met iets anders dan diens hand aan zijn piemel heeft gezeten, terwijl hij later heeft verklaard dat verdachte ook met diens mond aan zijn piemel heeft gezeten. Verder heeft [slachtoffer] in eerste instantie verklaard dat verdachte nog op hem lag toen [jongere broer] hen betrapte en dat [jongere broer] dit toen aan de moeder

heeft verteld. Later heeft [slachtoffer] verklaard dat [jongere broer] heeft gezien dat verdachte zijn piemel liet zien en dat [jongere broer] dit aan de moeder en de oma heeft verteld. Dit terwijl [jongere broer] hen volgens [slachtoffer] slechts eenmaal heeft betrapt en dit dus over hetzelfde voorval moet gaan. Ook heeft [slachtoffer] in eerste instantie verklaard dat hij verdachte altijd hielp met het sjouwen van dozen, terwijl hij later heeft verklaard dat dit slechts eenmaal is gebeurd. De rechtbank acht deze inconsistenties opmerkelijk, gelet op de omstandigheden dat [slachtoffer] geen beperkingen heeft en ten tijde van het afleggen van de verklaring ruim tien jaar en acht maanden oud was en dat de verklaring betrekking heeft op gebeurtenissen waarvan de meeste korte tijd (enkele maanden) voor het verhoor zouden hebben plaatsgevonden. De verklaringen van [slachtoffer] en de moeder komen niet overeen ten aanzien van hetgeen [jongere broer] zou hebben gezien. [jongere broer] is daarover niet als getuige gehoord. [slachtoffer] heeft daarover verklaard dat verdachte op [slachtoffer] 's zevende verjaardag ( [datum 1] ) in [slachtoffer] 's slaapkamer met zijn piemel in [slachtoffer] 's kont is geweest en dat zij daarbij op zijn bed lagen. Verder heeft hij verklaard dat zijn [jongere broer] hem en verdachte heeft betrapt, terwijl verdachte nog bovenop hem lag, dat [jongere broer] verdachte toen in zijn blootje heeft gezien en dat [jongere broer] naar beneden is gegaan en het aan hun moeder heeft verteld. Later tijdens hetzelfde verhoor heeft [slachtoffer] verklaard dat [jongere broer] heeft gezien dat verdachte zijn piemel liet zien en dat [jongere broer] dit heeft verteld aan de moeder en de oma. De moeder heeft verklaard dat [jongere broer] haar op 10 mei 2013 heeft verteld dat hij verdachte samen met [slachtoffer] heeft betrapt boven aan de trap bij de oma, dat hij verdachte toen met blote piemel tegenover [slachtoffer] heeft zien staan en dat hij dit aan de oma heeft verteld. Verder heeft zij verklaard dat zij [slachtoffer] op zijn zesde of zevende verjaardag ( [datum 2] of [datum 1] ) heeft gevraagd waarom hij zo stil was en dat [slachtoffer] haar toen heeft verteld dat verdachte zijn piemel wilde zien en aan zijn piemel wilde zitten. De verklaringen van [slachtoffer] en zijn moeder zijn op twee belangrijke punten niet met elkaar in overeenstemming. In de eerste plaats heeft de betrapping door [jongere broer] volgens [slachtoffer] plaatsgevonden op zijn verjaardag in zijn eigen woning en heeft [jongere broer] dit (in ieder geval) aan hun moeder verteld, terwijl de betrapping volgens de verklaring van de moeder zou hebben plaatsgevonden in de woning van de oma (en verdachte) en [jongere broer] het volgens die verklaring alleen aan de oma heeft verteld. In de tweede plaats bestonden de seksuele handelingen op zijn verjaardag in zijn kamer volgens [slachtoffer] uit het in zijn kont brengen van de piemel van verdachte, terwijl hij blijkens de verklaring van de moeder aan haar heeft verteld dat verdachte zijn piemeltje wilde zien en aan zijn piemeltje wilde zitten. Volgens [slachtoffer] lag verdachte nog bovenop hem toen [jongere broer] hen betrapte, terwijl [jongere broer] volgens de moeder (op 10 mei 2013) aan haar heeft verteld dat verdachte en [jongere broer] tegenover elkaar stonden bij de trap. Volgens de verklaring van [slachtoffer] gaat het hier om één en hetzelfde voorval, terwijl het uitgaande van de verklaring van de moeder om twee verschillende voorvallen moet gaan. Verder geldt dat de moeder niet heeft verklaard dat [jongere broer] haar op [slachtoffer] 's zevende verjaardag (of op enig ander moment vóór 10 mei 2013) heeft verteld dat hij verdachte en [slachtoffer] heeft betrapt.

Gelet op de voorgaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen van het onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde. Daarom zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken. Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde De rechtbank past ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe. 1. De door verdachte op de terechtzitting van 19 mei 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Ik weet dat er foto's van naakte kinderen op mijn computer staan. Ik heb ook meteen tegen de politie gezegd dat er kinderporno op mijn computer stond. Ik was al vier of vijf jaar bezig met het downloaden van films. Ik wist dat er bij het downloaden van films kinderporno kon meekomen. Ik zocht bijvoorbeeld op "passion". Als je daarop zoekt, krijg je van alles mee. Ik pak dan de hele map en die download ik. Ik download de bestanden niet één voor één en controleer deze tevoren niet. 2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL02N3-2013050109, gesloten op 13 januari 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder: 2.1. een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2013050109-22, d.d. 9 januari 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte, wonende te [pleegplaats 2]: (Vraag verbalisant: Op de computers die wij bij jou in beslag hebben genomen, hebben wij kinderporno aangetroffen. Wat kun je hierover vertellen?) Kinderporno weet ik dat het erop staat. Ik weet dat er bepaalde downloadprogramma s op staan, zoals Arus (de rechtbank begrijpt Ares). Ik gebruik altijd mijn huiscomputer. Het is een grijs met zwarte HP. Mijn [broer verdachte] heeft een Toshiba laptop en er is nog een oude computer van mij thuis. Die oude van mij gebruikte ik meer als reserve. Als ik niet op mijn eigen kon gebruikte ik die. Als ik aan het downloaden ben met Ares, heb ik niet geselecteerd. Dus neemt die ook kinderporno mee. Ik wist dat er kinderporno op staat. Ik kon niet stoppen met downloaden. Ik wilde die films zien. Ik wist na zo n drie jaar wel dat ik een bepaald risico nam, maar ik ben niet gestopt. (Opmerking verbalisant: Je moet niet op zoek gaan naar kinderporno.) Dat wil ik ook niet meer. 2.2. een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R2-2013050109-4, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 3] : [verdachte] zou allemaal kinderporno op de computer hebben. [slachtoffer] heeft daar ook over verteld. De computer van [verdachte] staat in de woonkamer. [slachtoffer] vertelde mij dat er allemaal foto's van naakte kinderen op de computer staan. Voor dit incident heeft [slachtoffer] al een keer bij ons thuis een site opgevraagd waarbij hij zei: Kijk eens waar [verdachte] naar kijkt. Ik zag toen naaktfoto's van kinderen. Ik herinner mij alleen een meisje van maximaal 8 jaar.

2.3. een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek, nummer 2013050109 / KP 2013-93, d.d. 13 december 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten dan wel één van hen: In het opsporingsonderzoek contra [verdachte] werden (onder meer) de navolgende gegevensdragers in beslag genomen: computer, merk HP Compac, beslagnummer 1528998, en computer, merk HP Compac, beslagnummer 1529002. (Kopieën van) de op deze gegevensdragers aanwezige bestanden zijn ter beoordeling aan ons aangeboden. Vervolgens hebben wij een nader onderzoek ingesteld naar het aangetroffen beeldmateriaal. Bij het aantreffen van afbeeldingen hebben wij deze afbeeldingen beoordeeld op de mogelijke aanwezigheid van strafbaar (kinderpornografisch) materiaal. De bepaling van de kennelijke (zoals bedoeld in art. 240b Sr) leeftijden van de afgebeelde personen hebben wij gebaseerd op de algemeen bekende criteria en kenmerken betreffende lichaamskenmerken, lichamelijke ontwikkeling en ontwikkelingsstadia van uitwendige geslachtskenmerken. Alle door ons bepaalde leeftijden zijn derhalve een oordeel over de leeftijd die de afgebeelde persoon op die betreffende afbeelding lijkt te hebben. Indien op basis van hetgeen was afgebeeld niet een verantwoord oordeel kon worden gegeven dat de leeftijd van de afgebeelde persoon op die afbeelding kennelijk onder de 18 jaren was, is dat beeldmateriaal niet meegenomen in de telling van het aantal kinderpornografische bestanden. Vervolgens hebben wij, verbalisanten, vastgesteld dat in totaal 1.670 afbeeldingen voorkwamen die kinderpornografisch zijn. Het betreft hier 1.367 fotoafbeeldingen en 303 filmafbeeldingen. Deze afbeeldingen zijn bekeken en de inhoud daarvan is verwerkt in de bijgevoegde collectiescan, die als bijlage II bij dit proces-verbaal is gevoegd. Beschrijving van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal (Bijlage II). Voor zover wij in het vervolg van dit proces-verbaal relateren over verschillende, in de in beslag genomen afbeeldingen voorkomende, elementen zoals leeftijden en geslacht van de afgebeelde personen, verschillende afgebeelde seksuele handelingen e.d. en wij daarbij percentages noemen, betreft dit een gedane schatting gerelateerd aan de door ons beoordeelde hoeveelheid afbeeldingen. In deze collectiescan is doormiddel van het plaatsen van een X aangegeven welke vormen van seksuele handelingen zichtbaar waren op de films en fotobestanden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in een filmbestand sprake kan zijn van meerdere vormen van seksuele handelingen terwijl doorgaans op een pornografische afbeelding één handeling wordt weergegeven. De collectiescan geeft dan ook weer welke vormen van seksuele handelingen door ons op de kinderpornografische bestanden zijn waargenomen. Bijlage III bevat een overzicht van de aantallen kinderpornografische foto- en filmafbeeldingen. In de rij Accessible staan de normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbare bestanden ( accessible = aanwezig). De goederen met de beslagcodes 1528998 en 1529002 zijn onderzocht en daarop is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Over de collectie kinderpornografische afbeeldingen merken wij op dat er nagenoeg alleen meisjes te zien zijn. Het zijn meisjes in de leeftijd tussen ca. 5 en 17 jaar oud. In de categorie penetratie is zichtbaar dat er met een penis, mond/tong en een voorwerp, zowel oraal als anaal in het lichaam van een minderjarige, als door een minderjarige wordt gepenetreerd. In de categorie ontuchtige handelingen is het betasten/aanraken van en door een minderjarige van de geslachtsdelen en billen met een

vinger/hand, met de mond/tong zichtbaar. In de categorie poseren is zichtbaar dat minderjarigen, geheel en of gedeeltelijk naakt poseren waarbij de nadruk ligt op de geslachtsdelen en billen. In de categorie overige seksuele gedragingen is masturbatie en het houden van een penis dicht bij het lichaam/gezicht van een minderjarige zichtbaar. Van de aangetroffen afbeeldingen zijn een groot gedeelte ervan getekende afbeeldingen, die als zodanig wel als kinderpornografisch zijn beschouwd. 2.4. een als bijlage II bij het onder 2.3 vermelde proces-verbaal gevoegde zogenaamde "collectiescan aangetroffen kinderpornografisch materiaal", voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Een overzicht van de 1.367 kinderpornografische fotoafbeeldingen en 303 zichtbare kinderpornografische filmafbeeldingen, waarin een "x" is geplaatst voor de onderdelen die van toepassing zijn. In dit overzicht is een "x" geplaatst voor: - penetratie van het lichaam van een minderjarige, oraal met penis, vaginaal met penis, vinger/hand en mond/tong en anaal met penis; - penetratie door een minderjarige, oraal met penis en mond/tong en vaginaal met mond/tong; - ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten/aanraken van de geslachtsdelen van een minderjarige met penis, vinger/hand en mond/tong; - ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten/aanraken van geslachtsdelen door een minderjarige met mond/tong; - poseren door een minderjarige, met nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen, te weten geheel naakt, gedeeltelijk naakt, niet bij leeftijd passende kleding (lingerie etc), uitsnede afbeelding (o.a. inzoomen), make-up, onnatuurlijke omgeving, onnatuurlijke voorwerpen, striptease-act/houding, camerastandpunt en/of onnatuurlijke gedraging; - overige seksuele gedragingen, te weten masturbatie (dicht) bij lichaam/gezicht minderjarige, spuiten van / zichtbaar maken van sperma op lichaam minderjarige en/of houden van penis dichtbij lichaam minderjarige; - overige gegevens: leeftijd 12 tot 16 jaar (ongeveer 25%), jonger dan 12 jaar (ongeveer 75%), jongen (ongeveer 5%), meisje (ongeveer 95%) en virtueel/digitaal gemanipuleerd (ongeveer 70%). 2.5. een als bijlage III bij het onder 2.3 vermelde proces-verbaal gevoegde zogenaamde "evidence overview", voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Overzicht aantallen kinderpornografische foto- en filmbestanden. Op serienummer 1528998 stonden in "accessible" 969 KP foto's en 27 KP films. Op serienummer 1529002 stond in "accessible" 1 KP film. Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde De verdediging heeft zich onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van 26 oktober 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BO1713) en een aantal uitspraken van rechtbanken op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2. ten laste gelegde omdat verdachte geen opzet had op het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Daartoe is aangevoerd dat verdachte veel films downloadde. Hij zocht op bepaalde zoekwoorden en downloadde grote hoeveelheden

bestanden. Die bestanden kwamen terecht in een downloadfolder, hetgeen niets anders is dan een vergaarbak. Op het moment dat hij de bestanden downloadde, wist hij nog niet welke bestanden dat precies waren. Verdachte had dan ook geen wetenschap van de kinderpornografische aard van de afbeeldingen die als bijvangst in zijn downloadfolder terechtkwamen. Verdachte wist alleen dat het zo zou kunnen zijn dat er materiaal bij zat dat niet door de beugel kon. Verdachte heeft echter geen specifieke handeling verricht waaruit blijkt dat hij opzet had op het beschikken over de kinderpornografische afbeeldingen. Als verdachte dergelijke afbeeldingen tegenkwam, gooide hij ze weg. Dit wordt bevestigd doordat er ook kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen in de deleted items. Verdachte heeft de kinderpornografische afbeeldingen niet bekeken. De rechtbank overweegt naar aanleiding van dit verweer het volgende. Op drie in de woning van verdachte aangetroffen computers, te weten twee van het merk Compaq en één van het merk Toshiba, is een grote hoeveelheid kinderpornografische foto's en films aangetroffen. Een groot deel van deze kinderpornografische foto's en films bestond uit normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbare ("accessible") bestanden. De computer van het merk Toshiba is volgens verdachte van zijn broer. Nu uit de bewijsmiddelen het tegendeel niet is gebleken en ook niet is gebleken dat verdachte deze computer gebruikte, zal de rechtbank de op deze computer aangetroffen bestanden buiten beschouwing laten. De beide computers van het merk Compaq waren het eigendom van verdachte en werden ook door verdachte gebruikt. Verdachte had dan ook de beschikking over deze computers. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte de op deze computers in de vorm van "accessible" bestanden aangetroffen kinderpornografische foto's en films in zijn bezit heeft gehad. Verdachte heeft verklaard dat hij al lange tijd films downloadde en dat hij wist dat er bij het downloaden van die films kinderporno kon meekomen. Ook heeft verdachte verklaard dat hij wist dat op zijn (huis)computer kinderporno stond. Hieruit blijkt dat verdachte niet alleen wist dat de kans bestond dat hij naast legale films ook kinderpornografische afbeeldingen zou downloaden, maar dat hij ook wist dat dit daadwerkelijk was gebeurd. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij tezamen met de door hem gedownloade legale films tevens kinderpornografische foto's en films zou downloaden en deze daardoor zou verwerven en in zijn bezit zou krijgen. De omstandigheden dat verdachte - naar zijn zeggen - niet wist hoeveel kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer(s) stonden en dat hij deze niet heeft bekeken, doen er niet aan af dat hij deze afbeeldingen heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. De omstandigheid dat verdachte - naar zijn zeggen - (een deel van) pornografische afbeeldingen heeft weggegooid, nadat hij had geconstateerd dat deze op zijn computer stonden, doet er niet aan af dat hij is doorgegaan met het downloaden van films - ondanks de wetenschap dat hij op die manier ook kinderpornografische afbeeldingen downloadde - en dat hij - naar zijn eigen zeggen - wist dat er nog steeds kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer stonden. Het bovenstaande geldt naar het oordeel van de rechtbank zowel voor de "accessible" kinderpornografische bestanden op de computer van het merk HP, type Compac, met beslagnummer 1528998, als voor het "accessible" kinderpornografische bestand op de

computer van het merk HP, type Compac, met beslagnummer 1529002. De ene computer betrof de computer die verdachte heeft aangeduid als zijn huiscomputer, die hij (normaal gesproken) altijd gebruikte en de andere computer betrof de computer die verdachte gebruikte als de eerstgenoemde computer niet werkte. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk een groot aantal kinderpornografische foto's en films heeft verworven en in bezit heeft gehad. Daarom verwerpt de rechtbank het verweer. Gelet op het grote aantal "accessible" kinderpornografische bestanden (987) dat verdachte ten tijde van de inbeslagname van zijn computers in zijn bezit had en de lange periode (meerdere jaren) waarin hij dergelijke bestanden heeft gedownload acht de rechtbank tevens bewezen dat verdachte van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische bestanden een gewoonte heeft gemaakt, zoals bedoeld in artikel 240b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. Redengeving bewezenverklaring De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Bewezenverklaring De rechtbank acht het onder 2. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat: 2. hij in de periode omvattende de jaren 2008, 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 (tot en met 19 september 2013) te [pleegplaats 2], meermalen, telkens op/met (een harde schijf van) een computer van het merk HP Compac (beslagnummer 1528998) en/of het merk HP Compac (beslagnummer 1529002) afbeeldingen, te weten foto's en films bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad en heeft verworven, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: - het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of - het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, met de mond/tong en/of - het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of - het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, met de mond/tong en/of - het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze

perso(o)n(en) zich (vervolgens) (in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten) van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden ((waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling) en/of - het masturberen (dicht) bij het lichaam/gezicht van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het spuiten van/zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het houden van een penis dicht bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt. De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op: 2. een gewoonte maken van het verwerven en in bezit hebben van een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken. Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten. Strafbaarheid van verdachte De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. Strafmotivering Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft een gewoonte gemaakt van het downloaden van kinderpornografische foto's en films. Ondanks het feit dat hij wist dat hij - door de manier waarop hij legale films downloadde - ook kinderpornografie downloadde, is hij hier lange tijd mee doorgegaan, waardoor hij op zijn computers een grote hoeveelheid kinderpornografische foto's en films heeft verzameld. Daardoor heeft verdachte er aan meegewerkt dat het seksuele misbruik van kinderen dat op deze foto's en films is weergegeven in stand wordt gehouden en wordt bevorderd. Voorts is het algemeen bekend dat kinderen door betrokkenheid bij de op de

afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen, psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte in het verre verleden tweemaal is veroordeeld voor zedenmisdrijven. Hij is nooit eerder veroordeeld voor het verwerven of in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en sinds 1996 is hij überhaupt niet meer veroordeeld voor misdrijven. Verdachte is onderzocht door een psycholoog. Zij heeft geconcludeerd dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Wel laat hij volgens haar onrijpe, vermijdende en afhankelijke kenmerken zien. Op basis van het onderzoek kan de psycholoog geen uitspraak doen over de vraag of bij verdachte sprake is van pedofilie. De reclassering heeft de rechtbank geadviseerd om verdachte in geval van schuldigverklaring reclasseringstoezicht en een verplichte behandeling bij de polikliniek Forensische Psychiatrie op te leggen. De rechtbank zal verdachte een aanzienlijk lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, omdat zij het onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde - anders dan de officier van justitie - niet bewezen acht. Op grond van de door de rechtbank gehanteerde landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting geldt als uitgangspunt dat voor het bezit/verwerven van kinderporno een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, wordt opgelegd. Hoewel dit oriëntatiepunt in een geval als dit, waarbij sprake is van het een gewoonte maken van het verwerven en bezit hebben van kinderporno, eigenlijk niet van toepassing is, ziet de rechtbank toch aanleiding om daarbij aan te sluiten. Daartoe overweegt de rechtbank dat zij er - in navolging van de verklaring van verdachte - vanuit gaat dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen heeft gedownload als bijvangst van het downloaden van legale films. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden, als ook de door de officier van justitie geëiste voorwaarden dat verdachte medewerking zal verlenen aan incidenteel onderzoek naar de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op de computers die in zijn bezit zijn. In beslag genomen goederen De rechtbank acht de twee in beslag genomen computers van het merk HP, type Compac (beslagnummers 1528998 en 1529002), vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het feit met behulp van deze computers is begaan en zij (in combinatie met de daarop aangetroffen bestanden) van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen computer van het merk Toshiba (beslagnummer 1528999) moet worden teruggegeven aan [broer verdachte] (de broer van verdachte), nadat de daarop aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen daarvan

(definitief) zijn verwijderd. Daartoe overweegt de rechtbank dat zij niet bewezen acht dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen deze computer en het door verdachte gepleegde feit en dat deze computer ook niet aan verdachte toebehoort. De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen videocamera van het merk Samsung (beslagnummer 1529009) en band (tape) van het merk Panasonic (beslagnummer 1529017) moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. Benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde feit alsmede de gronden waarop deze berust. De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT: Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair en 1. subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het onder 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot: Een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen. Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 178 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd. Stelt als algemene voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; 3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen. Stelt als bijzondere voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 in Leeuwarden en zich vervolgens blijft melden zolang en zo frequent als de reclassering dit gedurende de proeftijd van drie jaren noodzakelijk acht; 2. dat de veroordeelde zich onder behandeling zal stellen van de polikliniek Forensische Psychiatrie van GGZ Friesland of een vergelijkbare instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd van drie jaren noodzakelijk acht; 3. dat de veroordeelde gedurende de proeftijd van drie jaren medewerking zal verlenen aan incidenteel onderzoek naar de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op de digitale gegevensdragers die in zijn bezit zijn. Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid. Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast. Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen computers van het merk HP, type Compac (beslagnummers 1528998 en 1529002). Gelast de teruggave aan [broer verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven computer van het merk Toshiba (beslagnummer 1528999), nadat de daarop aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen daarvan (definitief) zijn verwijderd. Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven videocamera van het merk Samsung (beslagnummer 1529009) en band (tape) van het merk Panasonic (beslagnummer 1529017). Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen. Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. I.M. Dölle en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 juni 2015. w.g. Lootsma-Oude Nijeweme VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT Dölle de griffier van de rechtbank Noord-Nederland, De Wit locatie Leeuwarden, Van Emst