Inspectierapport BSO Kievit (BSO) Langendijk 31 5045GT Tilburg Registratienummer 178794739 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 28-10-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 23-11-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Ouderrecht... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang (bso) Kievit is gehuisvest in een opgeknapte, speciaal voor 8+ kinderen ingerichte, oude boerderij. De Boerderij is opgedeeld in een aantal 'thema' kamers, zoals bijvoorbeeld een game room, theater en een bar. Bij bso Kievit kunnen maximaal 80 kinderen worden opgevangen. Met ingang van 2 november 2015 worden er op deze locatie kinderen opgevangen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Op het moment van inspectie was zichtbaar dat de diverse ruimtes opnieuw werden ingedeeld. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van 23 mei 2012 worden overtredingen geconstateerd op de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid, de opvang in groepen en het instellen van een oudercommissie. In het nader onderzoek van 10 december 2012 wordt de risico-inventarisatie en de opvang in groepen opnieuw beoordeeld. De overtreding met betrekking tot de risico-inventarisatie is opgelost. De opvang in groepen staat beschreven maar moet nog geïmplementeerd worden in de praktijk. Uit de reguliere inspectie op 27 augustus 2013 blijkt dat de overtreding op de opvang in groepen is opgelost. Er is ondanks werving door de houder, geen oudercommissie ingesteld. Tijdens de jaarlijkse inspectie uitgevoerd op 4 december 2014 stelt de toezichthouder vast dat BSO Kievit voldoet aan alle getoetste voorwaarden met uitzondering van het instellen van een oudercommissie. Tijdens de huidige inspectie uitgevoerd op 28 oktober 2015 stelt de toezichthouder vast dat de directeur in gesprek is met een aantal ouders met betrekking tot het instellen van een oudercommissie. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Mogelijk is handhaven op het instellen van een oudercommissie weinig zinvol omdat de directeur op het moment van inspectie in gesprek is met een aantal ouders die interesse hebben om zitting te nemen in de oudercommissie. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten bespreken hun ervaringen met de leidinggevende; de leidinggevende vertaalt het naar verbeteringen in het beleidsplan. Momenteel wordt het pedagogisch beleidsplan herschreven omdat er met ingang van 2 november 2015 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar worden opgevangen. Emotionele veiligheid De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. In contact met het kind wordt die kennis gebruikt. De beroepskrachten hebben vanzelfsprekend en gepast lichamelijk contact met kinderen. Zij hebben een professionele werkhouding in situaties die vragen om cq horen bij lichamelijk contact (troosten, op schoot nemen, aanhalen, arm om de schouder) Bij iedere vorm van fysieke intimiteit laat de beroepskracht zich leiden door de reactie van het kind. De beroepskrachten houden rekening met de onzekerheid, onhandigheid of overgevoeligheid die past bij de overgang van 'middenbouw-schoolkind' naar pre-puber en sluiten hier op een respectvolle manier aan met hun reacties. Praktijk Een meisje zit aan tafel, zij huilt. De beroepskrachten informeren wat er aan de hand is. In eerste instantie reageert het meisje niet, vervolgens geeft zij aan dat ze tandpijn heeft. Beide beroepskrachten kijken, geven advies (even spoelen, kauwgom, tanden poetsen) maar het meisje wil niets. Ze blijft huilen. De beroepskrachten geven aan dat ze graag willen helpen maar dat het meisje dan wel mee moet werken. Vervolgens zeggen beide beroepskrachten dat het meisje hen mag roepen als ze iets nodig heeft. Even later huilt het meisje opnieuw en vertelt dat ze haar moeder die ochtend maar even gezien heeft en dat ze nog tandpijn heeft. De beroepskracht stelt voor om moeder even te bellen. Het meisje fleurt zichtbaar op en geeft aan dat ze dit een goed idee vindt. De beroepskracht belt naar moeder en legt de situatie uit. Het meisje praat even met haar moeder en krijgt vervolgens van een van de beroepskrachten een halve paracetamol (besproken met moeder) Bij BSO Kievit wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie De beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als dit nodig is of de situatie onveilig wordt. Zij geven op een passende manier steun zodat het kind de betreffende situatie weer zelf aan kan. Zij helpen het kind ook om zelf tot een oplossing te komen. 4 van 12
De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. De beroepskrachten maken het mogelijk dat kinderen privacy zoeken of creëren, in een rustig deel van de groepsruimte. Of: er is een vaste plek gereserveerd waar kinderen alleen of in een groepje ongestoord kunnen spelen. Praktijk De kinderen kunnen gebruik maken van diverse ruimtes, zij mogen zonder toezicht gebruikmaken van alle ruimtes. Kinderen boven de 8 jaar mogen zonder toezicht op de bovenverdieping spelen. Er zijn voldoende hoekjes en ruimtes beschikbaar waar kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen/chillen. Bij BSO Kievit wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars kennis en kunde. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Bij BSO Kievit wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. De beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij sommige activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen taken en inbreng om programmaonderdelen uit te voeren. Ieder kind krijgt naar eigen vermogen de kans om hierin te delen. Bij BSO Kievit wordt de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Website Huisregels/groepsregels 5 van 12
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag In verband met de continue screening zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) beoordeeld. De aanwezige beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie De aanwezige beroepskrachten beschikken over een passend diploma. Opvang in groepen Momenteel is er nog sprake van 2 basisgroepen: Tureluur, dit is een instroomgroep Grutto Met ingang van 2 november worden er bij deze BSO kinderen opgevangen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De beroepskrachten geven aan dat dan ook de groepssamenstelling wordt aangepast. Aan de indeling van de groepen wordt nu de laatste hand gelegd. Deze indeling is tijdens de huidige inspectie niet beoordeeld. Op de dag van inspectie (woensdag in de herfstvakantie) waren er 8 kinderen aanwezig en werd er 1 beroepskracht ingezet. Een andere beroepskracht was boventallig ingezet. De directeur heeft met de vaste beroepskracht in de ochtend geopend en gesloten. De getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie werden er voldoende beroepskrachten ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Uit de presentielijst en het rooster blijkt dat er in week 43 ook voldoende beroepskrachten zijn ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. De getoetste voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht-kindratio voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (per mail) Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Website Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (dag van inspectie en week 43) 6 van 12
Personeelsrooster (dag van inspectie en week 43) 7 van 12
Ouderrecht Oudercommissie De directeur geeft aan momenteel in gesprek te zijn met een aantal ouders die mogelijk zitting willen nemen in de oudercommissie. Het zou gaan om 2 ouders. Er is nog geen oudercommissie ingesteld, de directeur is in gesprek met een aantal ouders die interesse hebben. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (per mail) 8 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Kievit Website : http://www.kinderstadtilburg.nl Aantal kindplaatsen : 80 Gegevens houder Naam houder : Cultuur BSO Kievit B.V. Adres houder : Piushaven 6 Postcode en plaats : 5017AN Tilburg KvK nummer : 62841386 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : A van Lokven Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 28-10-2015 Opstellen concept inspectierapport : 09-11-2015 Zienswijze houder : 23-11-2015 Vaststelling inspectierapport : 23-11-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-11-2015 Verzenden inspectierapport naar : 24-11-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 15-12-2015 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Ik heb het inspectierapport nog eens goed gelezen. Heb alleen nog een opmerking over het instellen van een oudercommissie : Op dit moment ben ik daar mee bezig en er is alweer een ouder, die interesse heeft getoond. Dat zijn in totaal dus 3 ouders. Het is zo dat er op dit moment geen oudercommissie is, maar dat ik de verwachting heb dat die, binnen niet al te lange tijd, ingesteld zal worden. Berrie Kolmans locatiedirecteur 12 van 12