6,4. Werkstuk door een scholier 4286 woorden 23 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Vergelijkbare documenten
Werkstuk Aardrijkskunde Nieuw-Zeeland

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Naam: FRANKRIJK en recreatie


Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Leesboekje de seizoenen

Werkstuk wizard Hulpvragen

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

Jouw idealen in Utrecht Verkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Argentinië. Inleiding. Geografie

Praktische opdracht Economie Broeikaseffect

Thema 5 Weer en klimaat

Het begin van de winter

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

inhoudsopgave voorwoord Blz. 2 inleiding Blz. 3 hoofdstukken Blz. 4 nawoord Blz. 11 bibliografie Blz. 12

Landengids voor: Landengids

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder

Daarbij stierven 200 duizend mensen.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

: 8270 km2 (1/4e van Nederland).

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Antwoorden. 1 helder. 3 goed fout. 4 eigen antwoord. 5 Het was een heldere dag. We liepen over. 2 noordelijk. kopieerblad Woordenschat 7.

Naam AUSTRALIË emigratie en Aboriginals

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

Jouw idealen in de provincie Basisverkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Werkstuk Aardrijkskunde Zuid-Afrika

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij?

Bedreigingen. Broeikaseffect

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

9,4. Werkstuk door Robbin 1688 woorden 14 juni keer beoordeeld. Nederlands. Moldavië INHOUDSOPGAVE. inleiding blz 2

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Inleiding Waarom dit onderwerp?

Les 1. de top. De berg. Het dal. De beek

Europa. De plannen van D66 voor Europa Begrijpelijke versie. Tekst: D66 en Merel van Beeren

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting.

IJSLAND: EEN LAND VAN WATER EN VUUR

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Week 1. Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links.

hoog staat de zon? De zon in Noord-Europa Wat ga je leren? Begrippen

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Een tsunami, de kracht van water? Lespakket voor de leerling

Project Afrika-Azië. Week 1ABC: Noord-Afrika

8 4 Streken en klimaten

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lees de tekst hieronder. Er staan geen leestekens: geen hoofdletters, geen punten en geen komma s in het verhaal.

Naam: WATER. pagina 1 van 8

UW BESTEMMING: NIEUW ZEELAND 30-daagse privé reis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

De eigenlijke top van de Teide zelf mag in deze tijd van het jaar niet beklommen worden omdat er te veel ijs ligt. Tot de refuge mag je wel komen.

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

= een beestje met 8 poten. Een spin kan een web maken. = een plant met scherpe stekels.

Wat doe je in deze les? Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen niveau B

Contentcatalogus *** Leeractiviteitenbank voor het basisonderwijs (LAB) Contentcatalogus Leeractiviteitenbank voor het basisonderwijs Pagina 1

c) Waarom denk jij dat straten en vliegvelden a) Wat is het onderwerp van dit artikel? b) In welk werelddeel ligt Costa Rica?

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

nieuws afbeeldingen Alexander en Samuel Cultuur Klimaat Yeti MASALI Inhoud puzzel 4 quiz Einde 6 yeti klimaat 1 cultuur 1 bergen 2 flora fauna visie

1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot.

Naam: INDIA EN ARMOEDE

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

Vakoverstijgend taalonderwijs met IPC

Vissen op prehistorische botten

Galápagos-eilanden. Inleiding. Inhoudsopgave. 1. Algemeen

Kustlijn van de Noordzee

Loof-en naaldbomen. Naam :

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

e-book: gebonden versie: De continenten Dit boek gaat over het continent Australië. Het is speciaal gemaakt voor

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Weerkundig jaarverslag 2017

VAKANTIE NOVEMBER 2015 MADEIRA

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 4286 woorden 23 september 2006 6,4 196 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Hoofdstuk 1: De ontdekking 1.1 Mythe of realiteit 1.2 Abel Tasman en James Cook 1.3 Van Britse kolonie tot zelfstandig land Hoofdstuk 2: Het weer 2.1 Inleiding 2.2 Geografie 2.3 Klimaat 2.4 Temperatuur 2.5 Regen 2.6 Sneeuw 2.7 Onweer, hagel en windhozen 2.8 Wind 2.9 Zonneschijn Hoofdstuk 3:Het landschap 3.1 bergen bossen en de natuur 3.2 Spuitend water en kokende modder 3.3 De kust Hoofdstuk 4: De bevolking 4.1 de moari's 4.2 houten huizen 4.3 koningin en president Hoofdstuk 5: De economie 5.1 landbouw 5.2 industrie 5.3 toerisme Literatuurlijst https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 1 van 11

INLEIDING Zo heb ik het gemaakt Ik ging eerst naar de bieb om boeken te halen over landen. Twee boeken had ik gevonden. Er stonden erg veel landen in en ik had alle landen opgeschreven. De landen die ik niet zó leuk vond had ik weggestreept bijvoorbeeld Nederland, België en Duitsland vond ik niet leuk omdat ze buurlanden zijn en meestal maken veel kinderen dan hun werkstuk over die landen. Ik wou ik origineels. Er bleven van de veertig, dertig over. Dus had ik nog wat landen weggestreept zoals: Vietnam, China en Japan. Er bleven vijftien over en daar kon ik geen keuze uitmaken. Dus ik had, een tip van mijn vader, de werelddelen erbij gezet. Landen uit Europa vond ik niet zo leuk; kans dat veel kinderen die ook zouden doen. Uiteindelijk na veel denken besloot ik Nieuw-Zeeland te doen. Wat heb ik geleerd Ik denk wel dat het een goede keus was om Nieuw-Zeeland te kiezen. Er waren erg veel dingen van Nieuw- Zeeland die ik niet wist, bijvoorbeeld dat er vulkanen en geisers zijn en dat een Nederlander Nieuw- Zeeland had ontdekt. Ik wist bijvoorbeeld ook niet dat er ook een dier bestond dat Kiwi heet. Ik vind het grappig dat het dier kiwi en de vrucht kiwi allebei van Nieuw-Zeeland afkomstig zijn. En ook dat er ook mensen armoedig leven: houten huizen en zo. Ik zou graag een keer naar Nieuw-Zeeland op vakantie willen, buiten het feit dat die vliegreis erg duur zal zijn! De inhoud. In hoofdstuk één vertel ik over de geschiedenis van Nieuw-Zeeland en over de ontdekking. En over Abel Tasman en James Cook. In hoofdstuk twee over het weer, hoeveel zon, regen, windhozen, sneeuw en nog veel meer. Ik heb ook een tabel van internet erbij gedaan over de hoeveelheid regen in bepaalde tijden. Hoofdstuk drie gaat over het landschap waarin staat dat er geisers, grote, uitgestrekte, lange bossen zijn en ook nog vulkanen. Hoofdstuk vier gaat over het land zelf zoals de volken; de moari's en hoe ze leven. Ook van alles over de koningin en president. Hoofdstuk vijf gaat over de landbouw, boerderijen, wijngaarden en zo, de industrie en toerisme ook nog. Waarom Nieuw-Zeeland Ik vind het een land met erg veel informatie en veel verschillende foto's en omdat het aan de andere kant van de wereld is, er is veel over te vertellen en omdat Lord of the Rings daar ook wordt gemaakt (de film) en ik vind dat en erg mooie film. Verder leek het mij erg origineel! HOOFDSTUK 1: De ontdekking 1.1 Mythe of realiteit? https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 2 van 11

De vroegste geschiedenis van Nieuw-Zeeland is gehuld in een mengsel van feit een mythe. Omstreeks het jaar 925 zou de Polynesische zeevaarder Kupe Nieuw-Zeeland ontdekt hebben. Door de laaghangende bewolking werd het land door hem Aotearoa genoemd: "het land van de lange witte wolken". Hij bekeek en onderzocht de eilanden en keerde daarna weer terug naar de Hawaiki-eilanden met enthousiaste verhalen. Sommigen nemen aan dat Hawaiki een van de Society Islands in Oost-Polynesië was. Pas rond 1200 gingen de Maori's weer terug naar Nieuw-Zeeland, als gevolg van overbevolking, ziektes en stammenoorlogen op Hawaiki. Toch was Nieuw-Zeeland al enkele honderden jaren bewoond door stammen die afkomstig waren van de eilanden uit Oost-Polynesië. Ze werden Moriori's genoemd en waren waarschijnlijk rond 700 naar Nieuw-Zeeland en de Chatham-eilanden overgestoken. Het waren jagers en vissers en in beperkte mate landbouwers. Zij zijn grotendeels verantwoordelijk geweest voor het uitsterven van de moa, een grote vleugelloze vogel. De Moriori's die op de Chatham-eilanden gingen 'verhuizen' werden pas in de 19e eeuw bedreigd. Door te weinig wapens waren de Moriori's op Nieuw-Zeeland kansloos tegen de gewelddadige Maori's. In 1933 stierf de laatste volbloed Moriori. 1.2 Abel Tasman en James Cook In 1642 kreeg de Nederlander Abel Tasman opdracht om het "Zuidland" of de "terra incognita Australis" op te sporen en te onderzoeken. Hij kreeg die opdracht van gouverneur-generaal Anthony van Diemen en de Raad van Indië. In augustus 1642 vertrokken de twee schepen de "Heemskerck" en de "Zeehaen" uit Batavia, Indonesië eerst naar Mauritius om goederen af te leveren en om voedsel, water en brandhout in te slaan. Vanaf acht oktober koerste Tasman richting het huidige Australië en arriveerde eerst op een onbekend land dat "Diemensland" genoemd werd later het tegenwoordige eiland Tasmanië bleek te zijn. Australië zelf kregen ze niet te zien maar enkele weken later op 13 december 1642 zag Tasman als eerste Europeaan de westkust van het Zuideiland van Nieuw-Zeeland, "een groot hoog verheven landt". Hij vervolgde zijn reis richting noorden en ontmoette op 19 december een groepje vijandige Maori's die een aantal van zijn "matrozen" doodden. Het nieuw ontdekte land werd "Statenland" genoemd en later veranderde in Nieuw- Zeeland, ter ere van de provincie Zeeland waar zoveel zeehelden vandaan kwamen. Abel Tasman zeilde verder naar het noorden langs de westkust van het Noordeiland. De noordkaap van Nieuw-Zeeland werd de Kaap Maria van Diemen genoemd. Er werden nog wat eilandjes ontdekt en daarna koers gezet naar Batavia, waar Tasman op 15 juni 1643 aankwam. De VOC was teleurgesteld in de resultaten die Tasman geboekt had en hijzelf rapporteerde dat de bevolking zo vijandig was dat handeldrijven er vooralsnog niet inzat. Meer dan een eeuw later maakte de Britse ontdekkingsreiziger James Cook tussen 1768 en 1774 twee reizen rondom de wereld. Hij ontdekte op 7 oktober 1769 de oostkust van het Noordeiland met zijn schip de "Endeavour". Verder ontdekte hij de doorgang tussen het Noord- en Zuideiland en hij knoopte wel goede betrekkingen aan met de Maori's. De Hollanders en de Britten toonden verder echter weinig interesse in Nieuw-Zeeland en richtten zich nog steeds op respectievelijk Nederlands-Indië en India. 1.3 Van Britse kolonie tot zelfstandig land https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 3 van 11

Nieuw Zeeland werd in 1840 een Britse kolonie.de Britten besloten om de kolonisatie van Nieuw-Zeeland gestructureerd aan te pakken. Hiertoe werd in 1840 de New Zealand Company opgericht door Edward Gibbon Wakefield. Besloten werd om de grond tegen vastgestelde prijzen te verkopen en met het geld werd de overtocht van de emigranten bekostigd. Dit was zo aantrekkelijk dat binnen een paar maanden alle grond verkocht was. Toen de eerste kolonisten arriveerden bleek er echter meer grond verkocht te zijn dan er in werkelijkheid voorhanden was. De Britse regering sprong in de bres en ging op grote schaal land kopen waardoor de kolonisatie alsnog voltooid werd en de New Zealand Company kon worden opgeheven. In 1856 kreeg Nieuw-Zeeland een zekere mate van autonomie. Intussen voelden de Maori's zich door de steeds grotere aankopen van grond door de regering in het nauw gebracht, terwijl de blanke bevolking, de groeiende spanning onder de Maori's voelend, vreesde te zullen worden uitgeroeid. De Britten bleven tot 1947 de baas in Nieuw Zeeland. In1947 werd Nieuw-Zeeland onafhankelijk. Het is een democratisch land en wil graag bij de Verenigde Staten, West Europa en Australie horen. HOOFDSTUK 2: HET WEER 2.1 Inleiding Nieuw zeeland heeft een zeeklimaat met in het noorden subtropische eigenschappen. Door de combinatie van bergen en een warme zee valt plaatselijk veel regen. In de bergen ligt eeuwige sneeuw en zijn er gletsjers. Hier heerst een hooggebergteklimaat. In sommige beschutte dalen op het zuideiland heerst een landklimaat 2.2 Geografie Nieuw-Zeeland bestaat uit een Noordeiland en een iets groter Zuideiland. Verder heeft het land enkele kleine eilanden ten zuiden van de twee Hoofdeilanden. Dit zijn het Stewarteiland, de Chat-hameilanden en een aantal onbewoonde eilanden zoals Campbell, Bounty, Antipodes, Auckland, Snares en Kermadec. Nieuw-Zeeland is acht keer zo groot als Nederland en ligt op 1400 kilometer afstand van de evenaar. Tussen het meest noordelijke punt op het Noordeiland en het meest zuidelijke punt op het Stewart eiland zit een afstand van 1600 kilometer. De maximumbreedte op het noordeiland bedraagt 450 kilometer. Wellington is de meest zuidelijkste hoofdstad ter wereld. Driekwart van de oppervlakte van Nieuw-Zeeland ligt boven de 200 meter hoogte. Nieuw Zeeland heeft bijna 225 bergtoppen met hoogtes van meer dan 2300 meter. Veel toppen hebben eeuwige sneeuw. De meeste bergen op Noordeiland zijn van vulkanische oorsprong. De belangrijkste kraterkegels zijn de Mount Egmont (2518 meter), de Ruapehu (2797 meter), de Ngauruhoe (2291 meter) en de Tongariro (1986 meter). Sommige vulkanen zijn actief. De hoogste bergtop is Mount Cook (3766 meter) in de Nieuw-Zeelandse Alpen op het Zuideiland. Andere hoge bergen zijn Mount Dampier (3440 meter) en de Mount Tasman (3499 meter). De Nieuw-Zeelandse Alpen liggen een aantal spectaculaire gletsjers. De grootste gletsjer is de Tasmangletsjer met een lengte van 28 kilometer (2800 meter). https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 4 van 11

2.3 Klimaat De seizoenen zijn in Nieuw-Zeeland tegenovergesteld als in Nederland. Het is zomer van december tot en met februari en winter van juni tot en met augustus. Van het noorden naar het zuiden wordt het steeds kouder. Nieuw Zeeland heeft een zeeklimaat met in de bergen een hooggebergteklimaat. In het noorden is het subtropisch. De grens hiervan is niet scherp. De aanwezigheid van een bergketen dicht aan zee heeft grote gevolgen voor het klimaat. Het weer komt uit het westen. Vochtige luchtmassa's hebben duizenden kilometers over zee afgelegd en ineens zijn daar de bergen van Nieuw Zeeland. De verschillen zijn over korte afstand duidelijk waarneembaar. In sommige binnengebieden heerst klimaat dat veel wegheeft van een landklimaat. Hier varieert de temperatuur per seizoen en per dag enorm. De plaats Ophir heeft een temperatuurverschil van 55 C. Ook slaat het weer in de bergen snel om. 2.4 Temperatuur De gemiddelde temperatuur neemt af van 15 graden in het noorden tot 10 graden in het zuiden. Op de bergtoppen vriest het altijd. In de zomer is het in het noorden overdag 23 graden. Aan de oostkant van de bergen op beschutte plaatsen wordt het soms in de zomer 30 graden. In zeer uitzonderlijke situaties wordt het warmer en de hoogste temperatuur die in Nieuw Zeeland werd gemeten kwam voor op 7 februari 1973. Toen steeg de temperatuur op drie verschillende plaatsen op het zuidelijke eiland tot 42.4 graden(!). Het noordelijke eiland kwam die dag niet hoger dan 39.2 graden in Ruatoria. De verschillen in vorstdagen zijn enorm over kleine afstand. Het Albert Park in Auckland heeft een keer in de afgelopen 65 jaar een minimum temperatuur lager dan nul graden meegemaakt. Iets verderop en iets hoger vriest het altijd. Meer landinwaarts komt ook meer vorst voor. Op de hogere gedeeltes van het noordeiland vriest het 's winters regelmatig. De laagste temperatuur die hier werd gemeten was -13.6 graden op 7 Juli 1937. Het zuidelijk eiland heeft meer vorstdagen en de laagste waarde werd gemeten op 3 juli 1995. Toen daalde de temperatuur tot -21.6 graden. 2.4 Regen Nieuw zeeland heeft veel te maken met stijgregens. Vochtige lucht wordt over een warme zee aangevoerd en omhoog gestuwd tegen bergen van soms drie kilometer hoogte. Gemiddeld over het hele land valt jaarlijks tussen de 600 en 1500 millimeter per jaar. Achter de hoge bergen in de schaduwzijde valt 300 millimeter per jaar. Op de natste plaats in de Southern Alps valt jaarlijks 8000 millimeter. Neerslag valt in alle seizoenen. Behalve in het noorden waarin de winter 2x zoveel regen valt als in de zomer. Op het noordelijke eiland valt op 130 dagen per jaar meer dan 1 millimeter neerslag (hagel, wind, regen). Aan de oostzijde is dit op 110 dagen. Op het zuideiland valt aan de oostzijde op 80 dagen per jaar neerslag en aan de west- en zuidzijde op 200 dagen per jaar. Vooral Stewart Island heeft veel regendagen. https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 5 van 11

De hoogste etmaalaftapping kwam voor in Hokitika op 21-22 januari 1994. Toen viel 682 millimeter regen. Jaarlijks valt hier 6000 millimeter neerslag. PERIODE HOEVEELHEID IN MM LOCATIE DATUM 10 minuten 34 Tauranga 17-04-1948 1 uur 107 Whenuapal 19-02-1966 12 uur 473 Hokitika 22-01-1994 24 uur 682 Hokitika 21/22-01-1994 48 uur 1049 Cropp River 12/13-12-1995 1 maand 2927 Cropp River 12-05-1995 1 jaar 16617 Cropp River 1998 365 dagen 18442 Cropp River 29-10-1997 29-10-1998 2.6 Sneeuw Het noordelijke eiland ligt de eeuwige sneeuwgrens boven de 2500 meter. In de winter daalt deze tot rond de 600 meter hoogte. De eeuwige sneeuw is op het zuidelijke eiland te vinden boven de 2000 meter hoogte. Op sommige plaatsen aan de westkant is dit op 300 meter hoogte, omdat daar de Franz-Josef en Foxgletsjers uitmondden. In het binnenland en aan de oostzijde van het zuidelijke eiland is sneeuwval heviger en vaker aanwezig dan op lagere hoogtes. Aan het lager gelegen oostkust sneeuwt het op enkele dagen per jaar. Soms blijft de sneeuw hier ook op zeeniveau liggen. 2.7 Onweer hagel en windhozen Aan de westkust blijft sneeuw nooit liggen op zeeniveau. Onweer komt op 15 tot 20 dagen per jaar voor. Vooral aan de noord- en westzijde van het land is dit het geval. Aan de oostkust van het zuidelijke eiland onweert het op slechts 5 dagen per jaar. Jaarlijks wordt het land ergens getroffen door negen zware hagelbuien. In sommige jaren zijn dit er 20 per jaar. De zware hagelbuien komen in het hele land voor. Er is een voorkeur voor de omgeving van Christchurch, Napier en Nelson. De meeste hagelbuien hebben kleine stenen, maar schade is goed mogelijk. Zeker voor de wijnbouwgebieden van Nieuw Zeeland. Wind- en waterhozen worden op 20 dagen per jaar waargenomen en hangen samen met de onweersbuien. 2.8 Wind De overheersende windrichting is westelijk. Reden is dat het land ten zuiden van een hogedrukgordel ligt en ten noorden van de altijd lage luchtdruk boven. In sommige maanden waait een oostenwind. In het noorden van het land is de wind doorgaans zuidwestelijk. De bergen op het zuidelijke eiland blokkeren de westenwind. Veel lucht wordt ook omhooggedreven door de bergen, waardoor aan de andere zijde een droge waait. Dit is op beide eilanden het geval. Op het zuidelijke eiland staat deze bekend als Nor'wester. In de straat Cook tussen de twee eilanden in waait juist een hardere wind. Het is vergelijkbaar met een schoorsteeneffect. In Wellington is het winderig. Op gemiddeld 173 dagen per jaar bereikt de windkracht https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 6 van 11

stoten tot 60 kilometer per uur. Het in een baai verscholen Nelson komt tot 35 kilometer per uur. Vooral de oostkant valt zeewind op, omdat de windrichting afwijkend is van het heersende windveld. De zeewind ontstaat door het temperatuurverschil tussen land en zee en de beschutting die de bergen bieden tegen de overheersende westenwinden. In Canterbury komt door de zeewind net zoveel een oostenwind, als de gebruikelijke westenwind. Orkanen bereiken Nieuw Zeeland niet vaak. Als dit toch het geval is dan wordt vooral het noorden getroffen. Meestal gaat het om restanten die een grote hoeveelheid regen met zich meebrengen, maar door het koudere zeewater van 18 graden heeft de orkaan al veel kracht verloren. 2.9 Zonneschijn De zonnigste plaatsen zijn Blenheim en Whakatane in het noorden. Jaarlijks schijnt de zon hier 2350 uur per jaar. Het grootste deel van het land heeft jaarlijks 2000 uur zon. Zelfs het regenrijke westen haalt nog 1800 zonuren per jaar. In het zuiden schijnt de zon 1700 uur per jaar. Nieuw Zeeland heeft veel uren zon gedurende de wintermaanden. Opvallend is dat het doorgaans minder zonnige zuideiland absolute recordhouder is. In 1931 scheen in Nelson de zon 2711 uur. Belangrijkste reden is dat in de winter meer regen valt in de zonnige gebieden op het noordeiland. Recordhouder daar is Napier aan de oostkust met 2588 uur zon, gemeten in 1994. Hoofdstuk 3: HET LANDSCHAP 3.1 bergen bossen en de natuur. Nieuw-Zeeland is een bergachtig land waar het veel regent. Driekwart van het land ligt meer dan tweehonderd meter boven de zeespiegel. Op enkele plaatsen liggen hoge bergen bedekt met sneeuw. Op het Zuidereiland liggen de Zuidelijke Alpen. Daar ligt de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Het is 3754 meter hoog! In de Zuidelijke Alpen liggen gletsjers, dikke plakken ijs die langzaam naar beneden schuiven en daar smelten. De grootste gletsjer is ruim dertig kilometer lang. Op alle eilanden liggen uitgestrekte bossen. De bomen zijn het hele jaar groen. Want Nieuw-Zeelandse bomen laten hun bladeren niet in een keer vallen, zoals in Nederland de bomen in de herfst. In de bossen is het vochtig. Mossen en varens groeien daar dan ook heel goed. In Nieuw-Zeeland leven dieren die nergens anders in de wereld voorkomen. Bijvoorbeeld de kiwi. Deze vogel is ets groter dan een kip en kan niet vliegen. Toch is Nieuw-Zeeland eigenlijk arm aan plantensoorten en diersoorten. de enige zoogdieren die er oorspronkelijk voorkwamen, waren twee soorten vleermuizen.dat is ook de reden waarom de Nieuw-Zeelanders veel dieren hebben ingevoerd. Bijvoorbeeld herten, konijnen, zwanen en honingbijen. Vaak had dit een slechte invloed op de oorspronkelijke natuur. Er zijn zeven nationale parken en 1300 natuurreservaten. Deze natuurgebieden zijn beschermd, omdat er zeldzame planten en dieren voorkomen. Door de vele https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 7 van 11

regen en de smeltende gletsjers is er een groot aantal rivieren. De Nieuw-Zeelanders gebruiken deze rivieren om elektriciteit op te wekken. Driekwart van alle elektriciteit in het land komt van deze- gratiswaterkracht. 2.2 Spuitend water en kokende modder In Nieuw-Zeeland komen regelmatig aardbevingen voor. De meeste bevingen zijn heel licht. Mensen merken ze niet eens op. Maar soms zijn er krachtige. Die veroorzaken veel schade. Nieuw-Zeeland ligt boven op een breuk, een scheur in de aardkorst. Langs deze breuk schuiven stukken aardkorst heel traag langs elkaar. Daardoor ontstaan er af en toe aardbevingen. Op een breuk is de aardkorst dunner dan op andere plekken. Er ontstaan daardoor mooie natuurverschijnselen. Bijvoorbeeld de vulkanen op het Noordereiland. Twee daarvan zijn nog actief. Ze spugen af en toe aswolken uit. Dan is het oppassen, want soms volgt er een uitbarsting. Bij een uitbarsting worden rotsblokken zo groot als auto's de lucht in geslingerd. Lava en kokende modder stromen dan van de hellingen omlaag. Er liggen daarom geen dorpen in de buurt. In het vulkanengebied komen ook kokende modderpoelen, warmwaterbronnen en geisers voor. Sommige geisers spuiten hun hete water wel dertig meter hoog de lucht in. 2.3 De kust Nieuw-Zeeland heeft in totaal 15.000 kilometer kronkelige kust. De westkust is voor het grootste deel rotsachtig. Aan de oostkust liggen enkele rotsachtige schiereilanden. Daar leven zeehonden en pinguïns. De kust van het Zuidereiland heeft smalle, steile inhammen. Deze fjorden hebben enorme rotswanden die vanuit de zee omhoog rijzen. Vanaf deze steile rotsen kletteren watervallen met een oorverdovend lawaai in zee. Nieuw-Zeeland heeft ook veel zandstranden. Op het Noordereiland zijn sommige zandstranden wel honderd kilometer lang. Maar er zijn ook kleine strandjes. Met wat geluk heb je een zandstrand helemaal voor jezelf. Hoofdstuk 4: DE BEVOLKING 3.1 De Maori's Nieuw-Zeeland is dunbevolkt. Het heeft nog geen vier miljoen inwoners. Dat is erg weinig voor zo'n groot land. Vergelijk dat maar eens met Nederland, waar zestien miljoen mensen wonen. Bovendien is Nederland ook nog eens achtmaal kleiner dan Nieuw-Zeeland. Nieuw-Zeeland heeft een gemengde bevolking. Die bestaat voornamelijk uit twee groepen: de blanken van Europese afkomst en de Maori's. de meeste blanken zijn van Britse afkomst. Hun voorouders kwamen uit Groot-Brittannië, toen Nieuw-Zeeland nog een kolonie was. Na 1945 kwamen er ook andere Europese emigranten. Tussen 1950 en 1965 emigreerden veel Nederlanders naar Nieuw-Zeeland. Zij hoopten aan de ander kant van de wereld een beter bestaan te kunnen opbouwen. Want in Nederland waren de vooruitzichten toen niet zo goed. Nieuw-Zeeland heeft nu ongeveer 30.000 inwoners van Nederlandse afkomst. Veel Nederlanders komen er nu niet meer bij. https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 8 van 11

Tegenwoordig komen de meeste emigranten uit Azië en van eilanden in de Grote Oceaan. De donkere mensen die Tasman bij zijn aankomst in 1642 op het strand zag, waren Maori's. Dit volk woonde al zo'n duizend jaar in Nieuw-Zeeland. De Maori's waren er ooit in grote kano's naartoe gevaren. Zij kwamen van eilanden ergens in de Grote Oceaan. Niemand weet van welke. De Maorí's noemden hun nieuwe land,het land van de lange witte wolk' Er wonen nu ongeveer 300.000 Maori's in Nieuw-Zeeland. Dat is twaalf procent van de totale bevolking. Hun aantal neemt snel toe. Want Maori's hebben vaak grote gezinnen. Vier of vijf kinderen is heel gewoon. De Maori's voelen zich één volk. Ze hebben heel andere gewoonten dan de blanken. Ze zijn bijvoorbeeld gewend om heel veel dingen samen te doen. In ieder dorp of stadswijk staat wel een ontmoetingshuis. De Maori's komen daar bijeen om te vergaderen, te feesten en te rouwen. De Maori's hebben dezelfde rechten als alle andere Nieuw- Zeelanders. Ze kunnen het ook goed met hun blanke landgenoten vinden. De kinderen spelen met elkaar en gaan samen naar school en naar sportclubs. Veel Maori's trouwen met een blanke. 3.2 Houten huizen Het Noordereiland heeft de meeste bewoners. Auckland is verreweg de grootste stad. Daar wonen bijna een miljoen mensen. Een andere grote plaats is Wellington. Dat is de hoofdstad van het land. In die grote steden zie je nauwelijks flats en rijtjeshuizen. Bijna alle Nieuw-Zeelanders wonen in een vrijstaand huis met een grote tuin eromheen. Vrijwel alle huizen zijn van hout. Stenen woningen zijn zeldzaam. Een houten huis heeft voordelen. Ten eerste is zo'n huis snel in elkaar gezet. De bewoners kunnen er al na een paar weken in. Ten tweede is zo'n huis goedkoop. Zeker in een land met zoveel bos. Ten slotte kan een houten huis beter tegen een aardbeving dan een woning van steen. Bij een trilling komen er al snel scheuren in stenen muren. Bij een houten huis is de schade snel hersteld. Het klimaat leent zich ook goed voor houten huizen. Want winters met strenge kou komen maar zelden voor in het land. Als het koud is, gaan de elektrische kachels aan. In ieder vertrek van het huis is er wel een. De meeste huizen hebben alle kamers op de begane grond. Soms is er nog een verdieping met slaapkamers. Huizen met zolders zijn zeldzaam. De huizen zijn vaak sober ingericht. Nieuw-Zeelanders hoeven ook niet al te veel spulletjes in huis te hebben. Want het grootste deel van het jaar zijn ze buiten. In hun grote tuin of in de vrije natuur. Ze dragen het liefst vrijetijdskleding. Veel mannen gaan in een korte broek naar het werk. 3.3 Koningin en president Nieuw-Zeeland is een zelfstandig land. Het mag zelf beslissingen nemen en hoeft aan geen ander land te gehoorzamen. Dat was vroeger anders. Het land was van 1840 tot 1907 een kolonie van Groot-Brittannië. Nieuw-Zeeland heeft nog steeds een goede band met Groot-Brittannië. Zo is het lid van het Gemenebest. Dat is een verbond van landen, bestaande uit Groot-Brittannië en zijn vroeger koloniën. De leden van het Gemenebest beschouwen de Britse koningin nog steeds als hun eigen vorstin. Zo komt het dat haar afbeelding op alle Nieuw-Zeelandse bankbiljetten en munten staat. Als de Britse koningin jarig is, viert het hele land feest. Maar ze heeft geen macht in Nieuw-Zeeland. Het land is net als Nederland een https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 9 van 11

democratie. De bevolking heeft invloed op de manier waarop hun land geregeerd wordt. Er zijn iedere drie jaar verkiezingen. Alle inwoners van achttien jaar en ouder kunnen dan hun stem uit brengen. Ze hoeven geen Nieuw-Zeelander te zijn, maar moeten wel op één van de eilanden wonen. Een Nederlander die op het Noordereiland woont, mag dus wel stemmen. De grootste politieke partij vormt de regering en levert de president. Hoofdstuk 5: DE ECONOMIE 4.1 landbouw. Veel grond wordt voor de veeteelt gebruikt. Vooral de schapenhouderij is belangrijk. In het land lopen ongeveer veertig miljoen schapen rond! Dat zijn tien schapen tegenover elke inwoner! En in het voorjaar, met al die lammetjes, zijn er bijna zeventig miljoen schapen! Tel maar eens na hoeveel schapen dat zijn tegenover elke inwoner! Op het Noordereiland worden ook koeien gehouden. Die zorgen voor vlees, melk, boter, kaas en natuurlijk mest. Er zijn ook akkerbouwgebieden voor graan en aardappels. In een aantal gebieden wordt fruit geteeld. Onder andere appels, peren, nectarines en kiwi's. Van Nieuw-Zeelandse druiven worden goede wijnen gemaakt. Veel landbouwproducten zijn bestemd voor de export. Met de verkoop aan andere landen verdient Nieuw- Zeeland veel geld. Vooral aan wol, lamsvlees, boter, appels en kiwi's verdient het land veel geld. Kijk maar eens op de groente-afdeling in een supermarkt. De kans is groot dat je daar Nieuw-Zeelandse kiwi's en appels ziet liggen. Op beide eilanden zijn uitgestrekte dennenbossen aangeplant. Het hout uit deze bossen wordt vooral gebruikt op huizen te bouwen. 4.2 industrie In de bodem zitten weinig grondstoffen die geschikt zijn om zo te gebruiken of om producten ervan te maken. Alleen op het Zuidereiland wordt dan heel wat steenkool uit de bodem gehaald. En in de Tasmanzee wordt naar aardolie en gas geboord. In Nieuw-Zeeland is daarom weinig industrie. Want grondstoffen invoeren zijn veel te duur. Voor industrie heeft Nieuw-Zeeland ook te weinig inwoners. Er wonen niet genoeg mensen aan wie de fabrieken hun producten kunnen verkopen. De winkels moeten luxe goederen invoeren. Bijvoorbeeld radio's, televisies, koelkasten, camera's, bromfietsen en natuurlijk auto's. Dat maakt die spullen erg duur. Een gloednieuwe auto is voor veel mensen érg duur. Er zijn wel fabrieken die voedingen en levensmiddelen produceren. Denk aan bakkerijen, zuivelfabrieken, (melk, boter en kaas dus) bierbrouwerijen en frisdrankindustrie. Weinig industrie heeft ook een voordeel: omdat er bijna geen vervuiling door fabrieken is, is de lucht daar erg schoon. 4.3. toerisme. Nieuw-Zeeland trekt veel toeristen. Dat komt omdat er nergens anders in de hele wereld de natuur op een kleine plek zó verschillend is. Wandelaars kunnen lange tochten maken over bergen en vulkanen en door fjorden en bossen. https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 10 van 11

Kanovaarders kunnen op de wild stromende rivieren hun behendigheid oefenen. De kustlijn is populair bij zeilers, surfers en kajakvaarders. Op zee kun je zwaardvissen vangen en zwemmen met dolfijnen. Een boot brengt je dan naar een plek op zee waar deze dieren voorkomen. Daar mag je dan een paar minuten met ze zwemmen. Andere activiteiten zijn met elastieken koord aan de benen van een brug afspringen, in een groot plastic bal van een heuvel afrollen en parachutespringen. Voor een actieve vakantie ben je in Nieuw- Zeeland dus op het juiste adres! Veel mensen verdienen een goede boterham aan toerisme. Zij werken bijvoorbeeld in winkels, hotels en restaurants. Of ze zijn natuurgids, zeilinstructeur, autoverhuurder of skileraar. Jammer dat Nieuw-Zeeland zo ver weg ligt! LITERATUURLIJST. Titel Schrijver 1. Nieuw Zeeland Jan Willem Driessen 2. Hangmappen Knipselkrant voor de jeugd Schrijvers staan niet vermeld (stukjes uit kranten, tijdschriften enz) 3 Internet. http//basisonderwijs.pagina.nl http//bibliotheek.pagina.nl http//werkstuk.pagina.nl www.vwkweb.nl, vereniging van weerkundigen De plaatjes zijn gezocht met behulp van de volgende zoekmachines: Alta vista Google https://www.scholieren.com/verslag/25386 Pagina 11 van 11