5,5. Werkstuk door een scholier 3442 woorden 21 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave:

Vergelijkbare documenten
5,8. Werkstuk door een scholier 1563 woorden 2 juli keer beoordeeld. Inhoud

nederlandse naam Franse naam manchot du Cap Engelse naam African penguin wetenschappelijke naam Spheniscus demersus Klasse vogels Verspreidingsgebied

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

Pinguïns. Inhoud. Waarom de naam? Bouw van een pinguïn

in ZOO Antwerpen: zwartvoetpinguïns halen bij het zwemmen een snelheid van 7,4 km/u cm De zwartvoetpinguïns komen voor aan de Atlantische

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

Er zijn achttien verschillende soorten pinguïns. Ze lijken allemaal op elkaar. Aan hun koppen kun je het

Pinguïns. Otto Plantema. Antarctica. In zones waarin gevist wordt. Figuur 1. en Geelkuifpinguïn zijn circumpolaire

Henrik Nie. kroost. (Verschenen in Vogels no 1, jan/feb 2001) ZOMER AAN DE ANDERE

KONINGSPINGUÏN pag 1 DIERENPASPOORT VAN DE. WETENSCHAPPELIJKE NAAM: Aptenodytes patagonicus. Ik ben een: vogel. Aantal jongen: 1 jong

Werkstuk Biologie Zee-otter

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

Bijlage VMBO-GL en TL

Werkstuk Aardrijkskunde Nieuw-Zeeland

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Weidevogels en watervogels

Kaartenset gewervelde dieren

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8 DOE-HET-ZELF LES. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

dieren in de dierentuin

5,4. Werkstuk door Sanne 729 woorden 8 januari keer beoordeeld. De orka. Dier

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8 DOE-HET-ZELF LES. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

Apen. Inhoud. Orang-oetan. Gibbons. 1. Orang-oetan. 2. Gibbons 3. Handen en voeten 4. Bavianen 5. Zuid-Amerikaanse apen 6. Chimpansees 7.

6.4. Boekverslag door V woorden 11 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave. Inleiding. Groep van het dierenrijk

Giraffe. Inhoud. Hoefachtigen. Hoefachtigen

Galápagos-eilanden. Inleiding. Inhoudsopgave. 1. Algemeen

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

DE IJSBEER. Super speurneus

Met vogels op trektocht

Antarctica wordt omringt door 3 Oceanen ; de Indische oceaan, de Grote oceaan en de Atlantische oceaan.

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

Afdeling Vertebrata Gewervelde dieren/chorda-dieren. Orde Anseriformes Watervogels/Eendvogels. Familie Anatidae Eendachtigen. Geslacht Anas Eenden

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

WOLF. Huilend roofdier

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Werkstuk door M woorden 15 juni keer beoordeeld. Wat zijn Pterosauriërs Inleiding:

En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

L I EDBIJLAGE. Liedbijlage Insecten

Thema 3 Dieren en planten

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Werkstuk Biologie De Pandabeer

Kijk uit! Pas OP! LEERlingenblad van:... speurles. basisonderwijs groep 4, 5 & 6

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8. Met deze speurtocht loop je door de hele dierentuin. Beantwoord de vragen, verzamel alle letters en raad het geheime woord!

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA

Bijlage VMBO-GL en TL

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

ZOEKTOCHT VOOR SCHOLEN

Gebruiksaanwijzing leerdagboek

11. o f e. d i. Apenrots Leeuwenterras Kleine-Zoogdierenhuis Uilenruïne Californische zeeleeuwen Insectarium

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

ZOEKTOCHT VOOR SCHOLEN

Antarctic Peninsula - Walvis spotten

Kleine Zwaan. Reuzenstern

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

Zoektocht voor scholen

Spreekbeurt de grote Toppereend

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Mens, natuur & milieu

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Cruise naar de spectaculaire Rosszee (met helikopters)

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Sprinkhanen en krekels

RATELSLANGEN PEKARI S

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 De kracht van prentenboeken

Leuke weetjes, puzzels, een kleurplaat en meer!

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Praktische opdracht Biologie De Haai

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Reis informatie. Falkland Islands - South Georgia - Antarctica

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

Slang. Door Pamela & Eliza

kort gras tot ±40 jaar mannetjes kg, vrouwtjes kg ±17 maanden 1 jong bijna bedreigd één per keer gevoelig

DE WOLF. Huilend roofdier

Veel bezoekers van de dierentuin blijven geboeid voor het verblijf van één van de

De orka. De geschiedenis van de orka. Kenmerken van de orka

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee!

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 3442 woorden 21 april 2003 5,5 226 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave: 1: Voorgeschiedenis 2: Oriëntatie 3: Lichaamstaal 4: Buit (wat eten ze) 5: Vijanden 6: Anatomie 7: Kort overzicht van alle soorten 8: Speciaal (de Baronpinguïn) Evolutie Over de vraag of pinguïns zich ontwikkeld hebben van niet-vliegende voorouders dan wel of het vogels zijn die in de loop der tijd hun vliegkunst verloren, werd door ornithologen heftig over gedebatteerd. Vandaag wordt algemeen aangenomen dat de pinguïnvinnen omgebouwde vleugels zijn, en ze wel degelijk van vliegende vogels afstammen. Gedetailleerd onderzoek van de beenderstructuur en de samenstelling van eiwitten heeft namelijk het bewijs geleverd dat ze verwant zijn met de Procellariiformes, of om met de Nederlandse naam te spreken: de albatrossen, stormvogels en stormmeeuwen. En in tegenstelling met wat vroeger werd aangenomen, zijn ze dus niet verwant met de uitgestorven vliegonbekwame reuzenalk hoewel ze er heel sterk op lijken. Bijzonder is het feit dat pinguïns hun ontwikkeling afsloten onder toenmalig tropische voorwaarden. De theorie, dat Antarctica al ongeveer 15 miljoen jaar met ijs bedekt is, werd eerst in de antarctische zomer van 1990/1991 door een team van wetenschappers, onder leiding van Prof. Webb van de Ohio State Universiteit gedaan. Zij vonden versteende bladeren in een steenwoestijn, enkel 400 km van de Zuidpool verwijderd, wat bewijst dat, in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, "het witte continent" voor drie miljoen jaar nog met bomen bedekt was. Samen met nog andere aanwijzigingen, wijst dit erop dat de antarctische ijsvlakte een onrustige geschiedenis achter zich heeft en naarmate de verandering in het aardklimaat zich steeds samentrok en terug uitbreidde. Fossielen Men heeft tot hiertoe enkel op het Zuidelijk Halfrond, in die streken waar ook nu nog pinguïns leven, pinguïnfossielen teruggevonden. Slechts door criminologische fijnarbeid kon men de vondsten aan pinguïns toewijzen, omdat het om bovenarm- en voetknoken gaat. Gelukkig gaat het hierbij juist om die https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 1 van 10

beenderen die de evolutie van vliegen naar leven in het water duidelijk stellen. De meeste van de 32 fossiele soorten werden in Nieuw-Zeeland en Argentinië teruggevonden. Enkele stammen ook uit Zuid-Afrika en Noord-Australië. Opvallend is dat er in Antarctica maar op één plaats, namelijk, Seymour Eiland, soortgelijke fossielen werden gevonden. Hieruit kan men concluderen dat de wieg van de pinguïns in het zeegebied rond Nieuw- Zeeland ligt. Ook nu nog leeft meer dan de helft van de 17 soorten in deze sub-tropische tot matig-warme wateren. Slechts de keizerspinguïn en zijn "lakei", de adélie, komen enkel op Antarctica voor. Verlies van vliegkunst Pinguïns zijn vogels die in de loop van hun evolutie het vliegen verleerd hebben. Ze zijn niet de enige vogels, want ook emoes, de bekende struisvogel en loopvogels als kiwi s en wekas, en ook de kormoran van de Galapagos-eilanden kunnen niet vliegen. Vliegende vogels hebben extreem lichte beenderen, buisvormig en hol, wat het gewicht van de vogel vermindert, wat nodig is bij het vliegen. Bovendien hebben ze een systeem van luchtzakken, die ingebouwd zijn in sommige lichaamsdelen, zodat de gestroomlijnde vorm, nodig om de wrijving bij het vliegen te verminderen, bewaard blijft. Toch zijn er hier grenzen, door toenemend gewicht wordt de vliegkunst sterk bepaald, zodat de grens om te kunnen vliegen bij ongeveer 15 kg ligt. Hoe zwaarder de vogel des te langer moet de "startbaan" zijn. Zo ontwikkelden de struisvogels zich bv. tot loopvogels, en de pinguïns, hoewel ze slecht lopen, tot echte vliegkunstenaars in het water. Hoewel vliegen natuurlijk voordelen biedt bij trekvogels, het zoeken naar voedsel of het vluchten voor rovers, kan het verlies van de vliegkunst ook zijn voordelen hebben. Om terug te komen op het beenderenstelsel, de beenderen van een pinguïn zijn niet met lucht gevuld en extreem licht, maar zwaar en vol merg. Bovendien heeft het systeem van luchtzakken gedeeltelijk moeten wijken ten voordele van een reuzegrote maag, zodat ze tot een derde van hun lichaamsgewicht kunnen opnemen aan voedsel. Dit heeft tot gevolg dat een pinguïn niet, zoals bv. een zwaan, op het water drijft maar grotendeels onder water is met enkel zijn kop, hals en rug boven water. Voordeel hiervan is dat een pinguïn, op zoek naar voedsel, diep kan duiken wat voor andere vogels niet mogelijk is, en toch door het luchtzakkensysteem geen problemen heeft bij het opduiken. Door het feit dat ze in het water leven kan men ook andere kenmerken verklaren. Vliegende vogels zijn bij het starten en landen aangewezen op de opwaartse krachten die inwerken op hun vleugels en staart. Die moeten dus horizontaal staan, terwijl de poten verticaal t.o.v. de grond zijn om hun gewicht nog te dragen of op te vangen. Zodoende moeten de poten zich in het midden van hun lichaam bevinden, ook omdat ze als "aandrijfpaddels" dienen in het water. Bij pinguïns daarentegen werd de gestroomlijnde vorm verbeterd doordat deze poten ver naar achter staan. Zij hebben die "paddels" niet meer nodig, maar gebruiken hun poten als hoogteroer, terwijl de korte staart als zijdelings roer dient. Ze moeten niet meer landen, maar stellen zich eenvoudig rechtop als ze uit het water komen. Vooral bij rotspringers is het pijlsnel uit het water schieten en rechtop op een rots of ijsschots landen heel spectaculair. Zo ontwikkelden hun vleugels zich tot "onder water vleugels". Ze zijn kort, zeer smal, met vaste, korte maar elastische veren die hun "vliegkunst in het water" sterk verbeterden. Pinguïns hebben het vliegen niet meer nodig om aan voedsel te komen en kunnen veel dieper https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 2 van 10

(keizerspinguïns tot zelfs 500 m diep en dwergpinguïns ongeveer 30 m) en langer duiken dan de vliegende zeevogels. Dit biedt hun het voordeel dat ze vis kunnen vangen waar geen concurrentie van andere vogels bestaat. Ontdekking van de pinguïns De ontdekking van de pinguïns hangt samen met de ontwikkeling van de scheepsbouw en de daarop volgende ontdekkingsreizen. Als einde de vijftiende eeuw het galjoen gebouwd werd, had men een schip ter beschikking dat ook zeereizen op open zee mogelijk maakte. Zo vertrokken Portugese en Spaanse zeevaarders om verre landen te ontdekken. Omdat dergelijke reizen meerdere jaren duurden en er nog geen conserven bestonden, was men wel verplicht om aan land te gaan om de voedsel- en watervoorraden aan te vullen. Met grote waarschijnlijkheid was de Portugese ontdekkingsreiziger Bartholomeu Diaz de eerste Europeaan die een pinguïn zag. Hij bereikte in 1488 als eerste de "Kaap de Goede Hoop" aan de Zuidspits van Afrika, maar vermeldde de pinguïn nergens in zijn aantekeningen. Alvero Vello, die met Vasco Da Gama in 1497 om "Kaap de Goede Hoop" zeilde, is de eerste die melding maakt over pinguïns in zijn reisdagboek, hoewel hij ze "otilicarios" noemde zoals de alken in het noorden. "Ze zijn zo groot als eenden, maar kunnen niet vliegen omdat ze aan de vleugels geen veren bezitten. Deze vogels, waarvan we er zoveel slachtten als we konden, schreeuwen als ezels..." Dat pinguïns niet vliegen kunnen klopt natuurlijk wel, maar bij de veren aan de vleugels heeft hij waarschijnlijk niet goed gekeken. Dit eerste contact leidde tot een vier en een halve eeuw durende vervolging en decimering. Gelukkig werd hij niet volledig uitgeroeid zoals de reuzenalk. Spijtig genoeg hebben de zeevaarders wel iets achtergelaten wat een echte bedreiging voor de pinguïns betekende : namelijk ratten. Meer dan 100 jaar later werd in de "Nieuwe Wereld" de eerste Zuid-Amerikaanse pinguïn ontdekt. In 1519 werd hij vermeld in het dagboek van Antonio Pigafetta, een reisgezel van Magelhaen. Ook hij beschreef ze als ganzen, met het voordeel dat ze niet alleen lekker smaken maar ook gemakkelijk te vangen zijn, omdat ze niet snel kunnen wegrennen. Oriëntatie Pinguïns kunnen navigeren als de beste. Keizerspinguïns zijn bv niet alleen in staat om grote afstanden op ijs af te leggen en daarbij doelgericht een nabijgelegen ijskant te vinden, maar ook kunnen ze na een lang verblijf op zee zonder moeite de weg naar de kolonie terugvinden. Om zich te oriënteren moeten ze dus in staat zijn om bepaalde kenmerken, (zoals bergen en ijsbergen) van het landschap te herkennen en te onthouden. Maar in Antarctica zijn er regelmatig sneeuwstormen, die het zicht sterk verkleinen, en op zee bevinden ze zich ook dikwijls op nieuw, onbekend terrein. Daarom kunnen gehoor, magneet- en reukzin als navigatiemiddelen dienen, zoals ook bij andere vogelsoorten werd ontdekt. Vele vogels kunnen heel goed ruiken en zo een bepaald landschap herkennen. Door het geruis van de branding weten ze waar de kust ligt. Hun magneetzin is zo sterk dat ze als kompas en kaart dienen. Maar bovendien ook zo gevoelig dat ze door de magneetveldsterkte kunnen bepalen waar ze zijn en in welke richting ze moeten. https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 3 van 10

Lichaamstaal Zijn deze pinguïns misschien jaloers op onze mensenbegroeting? Natuurlijk niet, maar ik vond ze heel geschikt om duidelijk te maken dat ook pinguïns met hun lichaam veel kunnen uitdrukken. Evenals mensen en ook veel andere dieren beschikken pinguïns over een soort "taal": een selectie van houdingen, bewegingen en geluiden, die (tenminste voor pinguïns) heel herkenbaar zijn en waarmee een pinguïn zijn bedoelingen duidelijk kan maken. Anders zouden partners elkaar niet meer terugvinden of zou een ruzie, ontstaan om een broedhol of wat nestmateriaal, al gauw in een bloederig gevecht ontaarden Met zoveel soortgenoten bij elkaar in een kolonie is het belangrijk dat de dieren elkaar goed kennen en begrijpen. 1. Balken: Met deze roep geeft de pinguïn aan dat hij eigenaar is van het nest waarbij hij staat. 2. Slangenroep: Een paar balkt samen terwijl zij de koppen en halzen langs elkaar draaien. Gebeurt veel in de periode waarin de paarband gevormd wordt en helpt bij het verstevigen van die band 3. Imponeren: De vogels lopen met de snavel naar beneden, tegen de borst gedrukt. Met gespreide vleugels draaien de vogels om elkaar heen en proberen indruk te maken op elkaar en uit te zoeken of de ander als partner of als indringer moet worden beschouwd. 4. Buigen: Voorovergebogen, met de snavel naar de grond gericht en met trillende koppen staan deze twee vogels elkaar het hof te maken. 5. Snavelgevecht: Als bij het imponeren de andere vogel als tegenstander wordt beschouwd, komt het gauw tot een snavelgevecht. Hoog opgericht slaan de vogels met de snavels tegen elkaar. Om hun ogen tegen de snavelslagen te beschermen, worden ze vaak half toegeknepen. 6. Dreigen: Draaiend met zijn kop keert de vogel zijn tegenstander zijn wangen toe. De veren van die wangen zijn opgezet om het zwart-witte patroon nog opvallender te maken. De snavel wordt vaak dreigend vooruit gestoken. Bovenstaande "taal" is specifiek voor/van de Afrikaanse pinguïns. Toch is de basis voor de meeste soorten gelijk. Eén van de opvallendste houdingen is het "ekstatisch oprichten". Hierbij richt de pinguïn zich op, verdraait z'n ogen, wijst met de snavel met wijd-gestrekte hals naar de lucht, beweegt de vleugels langzaam heen-en-weer en schreeuwt dan zo luid hij kan. https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 4 van 10

Afhankelijk van de soort brullen ze als volgt : keizers- en koningspinguïns trompetten terwijl kuifpinguïns een geluid voortbrengen dat doet denken aan een slecht-geoliede kar. Andere schreeuwen dan weer als een ezel of een aap. In elk geval klinken die geluiden in onze oren alsof ze allemaal dringend keeltabletjes nodig hebben. Wanneer men met behulp van een sonogram het stembeeld bekijkt merkt men dat elk dier z'n eigen specifiek geluid voortbrengt. Zo kunnen ze ook in een kolonie van duizenden dieren, waar een oorverdovend geluid heerst, toch hun eigen partner terugvinden zolang ze maar luid genoeg brullen en goed genoeg luisteren. Opvallend is dat in dergelijke kolonies wanneer één vogel brult, er in een cirkel van enige meters de rest zwijgt, zodat tijdens de paringstijd iedereen toch z'n partner kan terugvinden. Dit ekstatisch oprichten geldt ook als waarschuwing voor de anderen dat een welbepaald nest van hem is. En als een paartje zich gevonden heeft, brullen ze gezamenlijk nog wat harder als begroeting (slangenroep). Buit (wat eten ze?) Voornamelijk eten pinguïns vis. Afrikaanse pinguïns eten hoofdzakelijk ansjovis, aangevuld met sardines. Natuurlijk zullen ze andere zwermen vis die toevallig voor hun bek komen niet weigeren. Ook kreeften en inktvisjes staan mee op het menu. Door de overbevissing is de ansjovis echter zelden geworden in Zuid-Amerika. De meest direct verwante soorten (humboldt-, magelhaen- en galapagospinguïns) alsook de dwerg- en geeloogpinguïns hebben voornamelijk vis op hun menu. De grootste soort, de keizerspinguïn, eet voornamelijk de Pleuragramma, een ijsvis die sterk op onze haring lijkt, en krill en inktvissen. De koningspinguïn eet soms inktvissen maar meestal kleine (ongeveer 4 cm) zwermvissen, die men lichtgevende sardines noemt. Deze lichtgevende sardines stijgen s nachts tot het wateroppervlak en overdag zwemmen ze op een diepte van ongeveer 200 à 300 meter. Omdat pinguïns s nachts echter niet genoeg zien, moeten de koningspinguïns dus diep duiken. De drie kleinere soorten (Pygoscelis: adélie-, ezels- en kinbandpinguïns) eten hoofdzakelijk krill. Krill is een verzamelnaam (uit de Noorse taal afkomstig) voor verschillende soorten kleine, planktonische kreeftachtige diertjes, ook lichtgevende garnalen genoemd. Deze voeden zich met fytoplankton. Deze krill is trouwens de belangrijkste voedselbron in Antarctica, want ook walvissen en robben leven voor een groot deel hiervan. Krill komt in grote zwermen voor (van enkele meters tot enige kilometers afmetingen) met tot wel 1000 diertjes per km³, oftewel meerdere duizend ton per zwerm. De kuifpinguïns, die in de gematigde tot sub-antarctische breedtegraden leven, voeden zich met op krill gelijkende kreeftjes maar versmaden ook een onvoorzichtige inktvis of vis niet. Vijanden Natuurlijke vijanden Zoals alle dieren vormen ook pinguïns een deel van de voedselketen, dat wil zeggen dat ook zij bepaalde vijanden hebben die hen jagen en opeten. In deze kringloop wordt niet gejaagd uit plezier maar enkel om https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 5 van 10

zichzelf en z'n jongen van voedsel te voorzien. Omdat meestal de zwakkere dieren gevangen worden, is dit een vorm van natuurlijke selectie. Men kan deze vijanden onderverdelen naarmate ze pinguïns op het land of in het water jagen. Natuurlijk zijn er ook organismen die parasiteren op de levende pinguïns door beten en steken en aldus aanleiding zijn voor infecties en ziekten. Menselijke vijanden Bovendien speelt ook de houding van de mens een grote rol in deze wereld. Wij hebben regelmatig een zeer negatieve invloed op de voedselketen en men kan ons beschouwen als de grootste vijand van de natuur. Anatomie Röntgenopname en skelet Dit is een röntgenopname van een afrikaanse pinguïn. De witte vlek in bereik van hals/borst is een identificatie-chip, zoals ook bij honden wordt gebruikt. Hieronder vind je enkele foto s van het skelet van een pinguïn En hier zijn nog wat andere diverse plaatjes van de Pinguïn. Kort overzicht van de verschillende soorten Genus Aptenodytes (Vleugelloze duiker): De grote pinguïns. Het zijn de grootste en kleurrijkste pinguïns met schitterend oranje/gele oorlappen en keelmarkering. Keizerspinguïns (Emperor) zijn een van de twee soorten die enkel op Antarctica voorkomen. Het zijn de enige vogels die nooit voet op droog vasteland zetten. De mannelijke pinguïns broeden het enkele ei uit op hun voeten gedurende de Antarctische winter (juni-september). Leg: eind mei, Broedtijd: 62 tot 64 dagen. Keizerspinguïns worden zelden in gevangenschap gezien. Latijnse naam: Aptenodytes forsteri Grootte: ca. 115 cm Gewicht: ca. 27 tot 41 kg Verspreiding: kust van Antarctica, zuidelijk Antarctica Peninsula Populatie: 135 000 tot 175 000 paren Koningspinguïns (King) vindt men op subantarctische eilanden rond de Zuidelijke Oceaan. Ze zijn in vele dierentuinen te bekijken, maar een van de bekendste is wel in Edinburgh dierentuin in Schotland, waar ze dagelijks door de dierentuin wandelen. Latijnse naam: Aptenodytes patagonicus https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 6 van 10

Grootte: ca. 94 cm Gewicht: ca. 13,5 tot 16 kg Verspreiding: Macquarie, Marion, Prince Edward, Kerguelen, Crozet, South Georgia, South Sandwich. Populatie: meer dan 1 miljoen paren Adélie pinguins zijn de tweede soort (naast keizerpinguïns) die enkel op Antarctica broeden. Broedtijd : 35 dagen in oktober, november. Latijnse naam: Pygoscelis adeliae Grootte: ca. 73 cm Gewicht: ca. 3,6 tot 4,5 kg Verspreiding: kust van Antarctica, South Shetlands, South Orkneys, South Sandwich, Antarctisch Peninsula. Populatie: 4 169 390 broedende paren Kinband-, stormband- of Keelband pinguïns (Chinstrap) broeden op Antarctica en op de sub-antarctische eilanden. Ze zijn bijzonder luidruchtig en worden soms ook Steenkrakers genoemd omwille van hun doordringende kreten. Ze leggen 2 eieren. Latijnse naam: Pygocelis antarctica Grootte: ca. 73 cm Gewicht: ca. 4,5 kg Verspreiding: South Shetlands, South Orkneys, South Sandwich, Antarctisch Peninsula tot 65. Populatie: 6,5 miljoen paren Ezelspinguïns (Gentoo) broeden op de sub-antarctische eilanden rond de Zuidelijke Oceaan. Ze zijn gemakkelijk herkenbaar aan de witte vlek op hun kop. Latijnse naam: Pygoscelis papua Grootte: ca. 76 cm Gewicht: ca. 5,5 tot 6,4 kg Verspreiding: Macquarie, Falklands, Staten, South Shetlands, South Orkneys, South Sandwich, Noord Antarctisch Peninsula tot 65. Populatie: 260 000 tot 300 000 paren Macaroni-pinguïns zijn de grootste soort van de kuifpinguïns. Ze broeden op sub-antarctische eilanden ten zuiden van Afrika en Amerika. Ze leggen 2 eieren maar broeden er meestal maar 1 uit. Broedtijd: 35 à 37 dagen. Latijnse naam: Eudyptes chrysolophus Grootte: ca. 65 tot 76 cm Gewicht: ca. 4,5 kg https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 7 van 10

Verspreiding: Kerguelen, Crozet, Falklands, Marion, Heard, South Shetlands, South Georgia, South Sandwich, Bouvet. Populatie: 11 654 000 paren Schlegelpinguïns (Royal) worden soms beschouwd als een ondergroep van de Macaroni maar met een witte keel. Ze komen alleen voor op Macquarie Island ten zuiden van Australie. Voor zover bekend, vind men ze in geen enkele dierentuin. Latijnse naam: Eudyptes schlegeli Grootte: ca. 60 cm Gewicht: ca. 5,5 kg Verspreiding: Macquarie Island Populatie: 850 000 paren Grote kuifpinguïns (Erect-crested) vindt men op verschillende sub-antarctische eilanden ten zuiden van Nieuw-Zeeland. Latijnse naam: Eudyptes sclateri Grootte: ca. 63,5 cm Gewicht: ca. 2,7 tot 3,5 kg Verspreiding: Antipodes, Bounty, Campbell, Auckland Islands, zuidelijk Nieuw-Zeeland Populatie: meer dan 200 000 paren Snares kuifpinguïns (Snares) komen enkel voor op de Snares Eilanden, die ongeveer 300 mijlen ten zuiden van Nieuw-Zeeland liggen. Het is een beschermd natuurreservaat. Latijnse naam: Eudyptes robustus Grootte: ca. 63,5 cm Gewicht: ca. 2,7 tot 3 kg Verspreiding: Snares Island Populatie: 33 000 paren Dikbek- of Fjordland pinguïns (Fjordland) vindt men op de fjorden van de zuidwestkust van Nieuw- Zeeland s South Island en op Stewart Eiland (zuidelijk van Nieuw-Zeeland).Hun bestaan is sterk bedreigd door de groeiende aanwezigheid van de mens in een van de laatste bestaande wildernissen. Latijnse naam: Eudyptes pachyrhynchus Grootte: ca. 60 cm Gewicht: ca. 2,7 tot 3 kg Rotsspringers (Rockhopper) zijn waarschijnlijk de meest voorkomende kuifpinguïns. Ze leggen 2 eieren maar broeden er meestal maar 1 uit. Latijnse naam: Eudyptes chrysocome https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 8 van 10

Grootte: ca. 45 tot 55 cm Gewicht: ca. 2,3 tot 2,7 kg Verspreiding: Tristan groep, Nieuw Amsterdam, St Paul, Heard, Macquarie, Staten, Falklands, Marion, Kerguelen, Crozet, Antipodes, Auklands, Bounty, Tiera del Fuego. Populatie: 3,5 miljoen paren Afrikaanse of zwartvoet-pinguïns (African of Blackfooted of Jackass) worden gevonden rondom de Afrikaanse zuidkust. Ze worden bedreigd door de olievervuiling van passerende schepen. In Boulders Beach is een gasthuis waar men vanuit zijn bed de pinguïns kan bekijken en beluisteren. In Münster lopen in het weekend de pinguïns door de dierentuin en kan je ze zelfs strelen. Latijnse naam: Spheniscus demersus Grootte: ca. 60 cm Gewicht: ca. 3 kg Verspreiding: zuid en zuid-west Afrika Populatie : 50 000 tot 171 000 paren Humboldt of peruviaanse pinguïns vindt men terug op de Peruviaanse kust van Zuid-Amerika. Ze zijn de meest bedreigde pinguïnsoort. Je vind ze in vele dierentuinen. Latijnse naam: Spheniscus humboldti Grootte: ca. 60 cm Gewicht: ca. 4 kg Verspreiding: Peruviaanse en Chileense kusteilanden Populatie : 20 000 vogels Magelhaen pinguïns leven op de kusten van Zuid-Amerika en op sommige Zuid-Atlantische eilanden. Latijnse naam: Spheniscus magellanicus Grootte: ca. 55 cm Gewicht: ca. 3 à 4 kg Verspreiding: zuid Chili, Patagonia, Tiera del Fuego, Staten, Falklands. Populatie: 4,5 tot 10 miljoen vogels Galápagos pinguïns leven op de evenaar. Ze zijn de meest noordelijk voorkomende pinguïns. Latijnse naam: Spheniscus mendiculus Grootte: ca. 45 tot 50 cm Gewicht: ca. 2,5 kg Verspreiding: Albemarle en Narborough in de Galápagos (voor de kust van Ecuador) Populatie: 6 000 tot 15 000 vogels https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 9 van 10

Geeloog-pinguïns (Yellow-eyed of Hoiho) komen voor op Nieuw-Zeeland s South Island en op verschillende sub-antartische eilanden in het zuiden van Nieuw-Zeeland. Op het vasteland van Nieuw- Zeeland is hun bestaan enorm bedreigd. Men heeft een speciaal Yellow-eyed Penguin Trust(beschermingsgebied of park) opgericht ter bescherming van hun leefwereld. Latijnse naam: Megadyptes antipodes Grootte: ca. 55 à 65 cm Gewicht: ca. 5,5 kg Verspreiding: zuidoost Nieuw-Zeeland Populatie: 1 540 tot 1855 paren Dwergpinguïns (Little of Fairy of Kororaa) leven op de Zuidkust van Australië en Tasmanië en op Nieuw- Zeeland alsook op vele eilanden. Ook Chatham Islands and Cook Strait pinguïns horen bij deze groep. Latijnse naam: Eudyptula minor Grootte: ca. 30 à 40 cm Gewicht: ca. 1 kg Verspreiding: noord Nieuw-Zeeland, zuidelijk Australie. Populatie: minder dan 1 miljoen vogels Kleine witte vleugel pinguïn (White-flippered): deze groep wordt dikwijls beschouwd als een 18de soort, maar ook als een ondersoort van de gewone dwergpinguïn. Latijnse naam : Eudyptula albosignata Verspreiding: Nieuw-Zeeland s South Island, Banks Peninsula Speciaal De Baronpinguïn de koploze "Baronpinguin" hoort thuis op Salisbury Plain in Zuid-Geörgië. Hij is waarschijnlijk ontstaan voor ongeveer 250.000 jaar door een kruising van de koningspinguïn en keizerspinguïn. Hij is natuurlijk niet echt koploos, maar zijn kop is ingegroeid als aanpassing aan de extreme kou in zijn broedgebied. Zijn naam kreeg hij van de wetenschap door zijn biologische plaats tussen de twee andere Aptenodytes soorten, de keizer en koningspinguïn. Zoals je aan de bruine, ongeveer één jaar oude jongen kan zien is hij in staat om zich voort te planten. Dit zijn de eerste fotos, die ooit van een baronpinguïn werden gemaakt. https://www.scholieren.com/verslag/9991 Pagina 10 van 10