West-Vlaanderen Ontcijferd



Vergelijkbare documenten
Foto van de lokale arbeidsmarkt

Grafische sector vooral actief op as Brugge-Roeselare-Kortrijk

OVERZICHTSLIJST VAN DE OPGENOMEN TABELLEN

West-Vlaanderen Ontcijferd in een oogopslag

OVERZICHTSLIJST VAN DE OPGENOMEN TABELLEN

OVERZICHTSLIJST VAN DE OPGENOMEN TABELLEN

6497_deel 1_Feiten_2016_v04.indd 2 29/07/16 11:34

OVERZICHTSLIJST VAN DE OPGENOMEN TABELLEN

West-Vlaanderen Ontcijferd. Sociaaleconomisch profiel van de provincie - editie deel 2

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie West Vlaanderen Gemeente Relatiebeheerder Adres

West-Vlaanderen Ontcijferd Sociaal-economisch profiel van de provincie

West-Vlaanderen Ontcijferd

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

Regionale woningmarkten West-Vlaanderen SumResearch Urban Consultancy

Digitale Economische Kaart

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

WEST-VLAANDEREN SOCIAALECONOMISCH - FEITEN EN CIJFERS EDITIE 2008 TABELLEN

demografie deel 2 West-Vlaanderen sociaaleconomisch Cijfers

deel 1 West-Vlaanderen sociaaleconomisch Feiten

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

De bouwsector in West-Vlaanderen

Organisatie & aanpak toebedelingsproces i.k.v. Vlaams Reservepakket bedrijventerreinen. Toelichting economische actoren

VLAAMS GEWEST VLAAMS GEWEST AAN- DEEL

Voor de RESOC s in West-Vlaanderen wordt het cijfermateriaal op arrondissementeel niveau ontsloten.

West-Vlaanderen Ontcijferd. Sociaaleconomisch profiel van de provincie - editie deel 1

BRUGGE Aantal private gezinnen en gemiddelde gezinsgrootte op 1 januari 2004 Aantal private gezinnen

Oplaadpunten in West-Vlaanderen

Natuurkerngebieden. Herziening PRS-WV. mariene natuur natte natuurkerngebieden. droge natuurkerngebieden

Werkgroep DIENSTENSECTOR, tertiare, quartaire, toerisme en recreatie 07 maart

WOORD VOORaF. De sociaaleconomische code van West-Vlaanderen 2012

Hoeveel starters telt úw gemeente?

Detailhandel in West-Vlaanderen in volle evolutie

Uw gemeente in cijfers: Alveringem

Hoe veilig is uw gemeente?

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Uw gemeente in cijfers: Staden

Alveringem WoonWinkel West Sint-Rijkersstraat 19 T 058/ Woensdag van 8.45 uur tot uur

Uw gemeente in cijfers: Ieper

Uw gemeente in cijfers: Izegem

Uw gemeente in cijfers: Torhout

Uw gemeente in cijfers: Ledegem

5.3 Omzet en investeringen Evolutie van omzet en investeringen (in miljoen euro), West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, (a). p.

Uw gemeente in cijfers: Lendelede

Uw gemeente in cijfers: Lichtervelde

Uw gemeente in cijfers: Veurne

Uw gemeente in cijfers: Diksmuide

Uw gemeente in cijfers: Langemark-Poelkapelle

Uw gemeente in cijfers: Harelbeke

Uw gemeente in cijfers: Roeselare

Uw gemeente in cijfers: Ichtegem

Uw gemeente in cijfers: Middelkerke

Uw gemeente in cijfers: Wevelgem

Uw gemeente in cijfers: Zonnebeke

Uw gemeente in cijfers: Hooglede

Uw gemeente in cijfers: Gistel

Uw gemeente in cijfers: Poperinge

Uw gemeente in cijfers: Kuurne

Uw gemeente in cijfers: Wingene

Uw gemeente in cijfers: Vleteren

Uw gemeente in cijfers: De Haan

Uw gemeente in cijfers: Zwevegem

Uw gemeente in cijfers: Nieuwpoort

Uw gemeente in cijfers: Jabbeke

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

De klimaatproblematiek zette Vlaanderen in beweging

Uw gemeente in cijfers: Blankenberge

Uw gemeente in cijfers: Zedelgem

Uw gemeente in cijfers: Houthulst

Uw gemeente in cijfers: Deerlijk

Uw gemeente in cijfers: Menen

Infomoment RTH-DOP Welzijnsconsortium Zuid W-VL Vzw Dienst Ondersteuningsplan West-Vlaanderen

Uw gemeente in cijfers: Zuienkerke

Uw gemeente in cijfers: Oostende

Uw gemeente in cijfers: Kortrijk

Uw gemeente in cijfers: Oostkamp

Uw gemeente in cijfers: Brugge

Uw gemeente in cijfers: Bredene

TEWERKSTELLINGSINITIATIEVEN VOOR KANSENGROEPEN IN WEST-VLAANDEREN, CIJFERBIJDRAGE 2013

Uw gemeente in cijfers: Anzegem

NULMETING MEI 2016 VOOR DE DAGPRIJZEN WOONZORGCENTRA - ALLE KAMERTYPES

Uw gemeente in cijfers: Koksijde

15. Over de interactie tussen de lokale Ouderenadviesraad en het WOAS

West-Vlaanderen sociaaleconomisch. feiten en cijfers 2006

METING MEI 2017 VOOR DE DAGPRIJZEN WOONZORGCENTRA - ALLE KAMERTYPES West-Vlaanderen

Alveringem WoonWinkel West Sint-Rijkersstraat 19 T 058/ Woensdag van 8.45 uur tot uur

nr. 440 van GRETE REMEN datum: 16 maart 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Zelfstandigen in nood - Ondersteuning door Dyzo

Een campagne waar je niet kon naast kijken

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Organisatie & aanpak toebedelingsproces i.k.v. Vlaams Reservepakket bedrijventerreinen. Algemene toelichting gemeenten

Provincie West-Vlaanderen

Uw gemeente in cijfers: Dentergem

Uw gemeente in cijfers: Ruiselede

Uw gemeente in cijfers: Waregem

Uw gemeente in cijfers: Knokke-Heist

Uw gemeente in cijfers: De Panne

Info staking De Lijn

Situering van de gemeente Kaart 2: Vleteren ten tijde van Ferraris Datum April 2000 verschaald

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag

Nombre de cabines de distribution dans la localité par tranche de délestage Aantal af te schakelen distributiecabines in de deelgemeente per schijf

Transcriptie:

West-Vlaanderen Ontcijferd Sociaaleconomisch profiel van de provincie - editie 2010 deel 1

woord vooraf Voor u ligt West-Vlaanderen Ontcijferd Sociaaleconomisch profiel van de provincie editie 2010. Wellicht gaat bij u een belletje rinkelen en ziet u gelijkenissen met de publicaties West-Vlaanderen sociaaleconomisch feiten en cijfers die de voorgaande jaren verschenen? Inderdaad, de link is er. West-Vlaanderen sociaaleconomisch feiten en cijfers werd in een nieuw kleedje gestoken, kreeg een nieuwe naam en ook aan de inhoud werd hier en daar gesleuteld. In de managementwereld leert men immers dat elke organisatie continu moet veranderen om te verbeteren, om vooruit te gaan. Elke organisatie die het goed met zichzelf meent, moet zich voortdurend aanpassen aan veranderende omgevingsfactoren, rekening houden met nieuwe eisen en aandachtsgebieden, enz. Ook de dienst Economie afdeling dataverzameling en -verwerking draagt verandering en verbetering hoog in het vaandel. Niet alleen ontwikkelt ze momenteel een aantal nieuwe producten om haar dienstverlening te moderniseren en te verfijnen, bestaande producten worden voortdurend onder de loep genomen op zoek naar meer professionalisme en klantgerichtheid. Dit laatste is dus ook gebeurd met West-Vlaanderen sociaaleconomisch feiten en cijfers. In de nieuwe publicatie werd ervoor geopteerd om de cijfers vooral grafisch weer te geven aan de hand van figuren en kaarten die beknopter dan vroeger maar even duidelijk, zoniet duidelijker, worden toegelicht. Uitgebreide methodologische toelichtingen worden niet meer verweven in de inhoudelijke besprekingen, maar voor de geïnteresseerde lezer gebundeld achteraan elk hoofdstuk. Het aantal onderwerpen is gereduceerd tot die items waarvan de deskundigheid zich binnen de dienst Economie bevindt. Voor de items die uit de publicatie verdwenen, wordt verwezen naar andere publicaties of organisaties die alle expertise over die materie in huis hebben. Andere items werden dan weer meer uitgebreid, zoals de bespreking van de belangrijkste economische sectoren in onze provincie. Op vraag van diverse lezers worden opnieuw zowel kaarten als tabellen opgenomen in de papieren publicatie die vanaf dit jaar uit twee afzonderlijke boekdelen bestaat. In het eerste deel vindt u figuren, tabellen en kaarten met bijhorende toelichting. Het tweede deel bundelt de meer uitgebreide tabellen tot op gemeentelijk niveau. Alles blijft uiteraard ook online beschikbaar op www.west-vlaanderen.be/economie. Voor meer cijfers en advies, verwijs ik graag naar de dienst Economie: T 050 40 71 87 of E economie@west-vlaanderen.be. Veel kijk- en leesplezier! Marleen Titeca-Decraene Gedeputeerde voor Economie 1

2

Inhoudstafel DEEL 1 Woord vooraf 1 1. Demografie 5 2. Huisvesting 13 3. Welvaart 19 4. Arbeidsmarkt en opleiding 25 1. Tewerkstelling 25 Bezoldigde tewerkstelling 25 Grensarbeid 32 Zelfstandigen 34 2. Werkloosheid 42 Algemeen 42 Kansengroepen 48 3. Opleiding 54 5. Indicatoren van economische activiteit 67 1. Conjunctuur 67 2. Bruto toegevoegde waarde 71 3. Omzet, uitvoer en investeringen 77 4. Verloop van de ondernemingen 81 5. Innovatie 85 6. Blik op sectoren 91 1. Land- en tuinbouw 91 2. Zeevisserij 97 3. Metaalsector 99 4. Textielsector 105 5. Voedingssector 111 6. Bouwsector 117 7. Groot- en kleinhandel 123 8. Horeca 129 9. Vervoer, opslag en communicatie 135 10. Zakelijke dienstverlening 143 11. Quartaire sector 149 Andere publicaties 155 DEEL 2 (apart boekdeel) 3

4

demografie 1 Demografie nele.depestel@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. Figuur 1.1: Evolutie van de bevolking in de arrondissementen van West-Vlaanderen, periodes 1989-1998 en 1999-2008. 9 % 8 % 7 % 6 % 5 % 4 % 3 % 2 % 1 % 0 % Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne Groei bevolking 1989-1998 Groei bevolking 1999-2008 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) en bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. De West-Vlaamse bevolking groeide in de afgelopen 20 jaar met 5 %. Het aantal inwoners nam het snelst toe in de arrondissementen Veurne (+15,1 %), Oostende (+10,4 %) en Tielt (+5,4 %). Tielt wordt qua groei op de voet gevolgd door de arrondissementen Brugge (+5,1 %), Roeselare en Diksmuide (beide +4,8 %). In de periode 1999-2008 groeide de bevolking in Roeselare en Diksmuide wel sneller dan in Brugge. De arrondissementen Kortrijk en Ieper zijn hekkensluiters wat bevolkingstoename betreft (beide +1,5 %). Ieper kende vooral in de eerste tien jaar een bijzonder zwakke groei, voor Kortrijk was dat in de laatste tien jaar. 5

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Figuur 1.2: Bevolking naar leeftijd en geslacht in West-Vlaanderen, 1 januari 1999, 1 januari 2009 en 1 januari 2019. Leeftijd 95+ 90-94 85-89 Vrouwen Mannen 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 5 % 4 % 3 % 2 % 1 % 0 % 1 % 2 % 3 % 4 % 5 % 1 januari 1999 1 januari 2009 1 januari 2019 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) en bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister (1 januari 1999 en 2009), Bevolkingsprognoses Provincie West-Vlaanderen i.k.v. DC NOISE (1 januari 2019), Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. De West-Vlaamse leeftijdspiramide wordt gekenmerkt door een smalle basis en een brede top. De leeftijdsgroepen die het sterkst vertegenwoordigd zijn, schuiven doorheen de jaren op in de piramide. Op 1 januari 1999 waren de groepen van 25 tot 54 jaar het grootst, op 1 januari 2009 werden dat de 35 à 64-jarigen en verwacht wordt dat de 45 à 74-jarigen de grootste groepen zullen vormen op 1 januari 2019. Bij de jongste leeftijdsgroepen zijn de mannen iets talrijker dan de vrouwen. Aan de top van de piramide is het omgekeerde het geval: het percentage vrouwen is er beduidend hoger dan het percentage mannen. 6

demografie Figuur 1.3: Evolutie van het aantal private huishoudens naar grootte in West-Vlaanderen, 1 januari 1999, 1 januari 2009 en 1 januari 2019. 250.000 200.000 150.000 118.677 147.191 176.535 152.050 175.556 197.961 100.000 77.961 73.929 72.056 69.709 65.640 60.930 50.000 32.573 28.739 26.743 0 alleenwonenden 2 personen 3 personen 4 personen 5 personen 1 januari 1999 1 januari 2009 1 januari 2019 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) en bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister (1 januari 1999 en 2009), Bevolkingsprognoses Provincie West-Vlaanderen i.k.v. DC NOISE (1 januari 2019), Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Begin 2009 vertegenwoordigden de tweepersoonsgezinnen in West-Vlaanderen 35,8 % van het totale aantal private gezinnen, de alleenwonenden stonden in voor exact 30 %. Niet alleen zijn de kleinste gezinnen het talrijkst, hun aantal neemt ook systematisch toe doorheen de tijd. Ten opzichte van tien jaar geleden lag het aantal alleenwonenden begin 2009 maar liefst 24,0 % hoger, hun aandeel in het aantal West-Vlaamse private gezinnen steeg met 3,7 %punt. Het aantal tweepersoonsgezinnen steeg met 15,5 %, hun aandeel met 2,1 %punt. Ook in de volgende tien jaar zal het aantal kleinere gezinnen volgens de prognoses toenemen in West- Vlaanderen. Het aantal alleenwonenden zal tegen 2019 stijgen met 19,9 % en 33 % uitmaken van het totale aantal private huishoudens. Het aantal tweepersoonsgezinnen stijgt met 12,8 % en zal 37,1 % vertegenwoordigen van het totale aantal gezinnen. 7

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Kaart 1.1: Totale bevolking, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009. N minder dan 4.000 4.000-9.999 18.647 33.884 NEDERLAND 10.000-14.999 15.000-39.999 40.000 of meer NOORDZEE 69.045 15.867 12.340 2.796 116.686 10.832 8.984 13.754 18.619 11.694 14.897 10.421 21.584 11.134 8.355 13.687 22.041 22.338 OOST-VLAANDEREN 11.738 16.116 19.741 13.557 5.133 12.035 8.482 4.979 3.322 9.476 7.810 3.672 19.921 34.816 8.115 951 HENEGOUWEN FRANKRIJK 19.522 6.704 10.008 9.074 11.046 11.062 8.223 56.676 26.809 10.630 7.606 9.116 10.740 5.529 9.458 26.442 36.165 12.170 12.778 11.306 30.920 14.191 17.997 73.976 32.508 24.032 2.106 9.574 HENEGOUWEN Minimum: Mesen 951 Maximum: Brugge 116.686 West-Vlaanderen: 1.153.837 Bron: Bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 8

demografie Kaart 1.2: Bevolkingsdichtheid, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009. N minder dan 150 150-299 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 300-499 500-999 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 1.000 of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Lo-Reninge 53 Maximum: Oostende 1.830 West-Vlaanderen: 367 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 9

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Kaart 1.3: Gemiddelde grootte van een privaat huishouden, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009. N KNOKKE-HEIST minder dan 2,30 BLANKENBERGE NEDERLAND 2,30-2,39 2,40-2,49 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 2,50-2,59 2,60 of meer OOSTENDE OUDENBURG JABBEKE BRUGGE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Oostende 1,97 Maximum: Lo-Reninge 2,71 West-Vlaanderen: 2,35 Bron: Bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 10

demografie DEFINITIES EN METHODOLOGIE Bevolkingsdichtheid Aantal inwoners per km². Bevolkingskubus De demografische cijfers van de FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) worden elk jaar pas verspreid na hun publicatie in het Belgisch Staatsblad, meestal in de zomer. Om toch het recentste verloop van de bevolking in West-Vlaanderen te kunnen analyseren, maken we voor de cijfers van 1 januari 2009 gebruik van de bevolkingskubussen (dit zijn multidimensioneel bevraagbare databanken) waarover de Provincie West-Vlaanderen beschikt. Deze bevolkingskubussen worden samengesteld op basis van een extractie uit het Rijksregister in het begin van het jaar. Uit analyses in vorige jaren blijkt dat deze cijfers licht afwijken van de officiële cijfers die in het Belgisch Staatsblad verschijnen, wellicht door laattijdige in- en/of uitschrijvingen en statistische aanpassingen. Deze minimale afwijkingen doen echter geen afbreuk aan de algemene trends die uit de cijfers afgeleid kunnen worden. DC NOISE (Demographic Change New Opportunities in Shrinking Europe) In het kader van het Interreg IVB-project DC NOISE waarbinnen de provincie West-Vlaanderen partner is werden door de VUB bevolkings- en huishoudensprognoses gemaakt voor de West-Vlaamse regio s voor de periode 2007-2025. Bedoeling was om bij het ontwikkelen van de prognoses zo goed mogelijk rekening te houden met de specificiteit van de regio s en hierbij - meer dan bij nationale of Vlaamse prognoses - rekening te houden met lokale evoluties. Op die manier werd getracht om tot meer gefundeerde uitspraken te komen over de demografische evolutie op subregionaal niveau. Meer informatie hierover op www.west-vlaanderen. be/economie. 11

12

huisvesting 2 huisvesting nele.depestel@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. Figuur 2.1: Evolutie van het aantal vergunde woningen, nieuwbouw of renovatie, in de arrondissementen van West- Vlaanderen, 2008-2009. 2.400 2.100 1.800 1.500 1.200 900 600 300 0 Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne Vergunde nieuwbouwwoningen 2008 Vergunde nieuwbouwwoningen 2009 Vergunde renovatiewoningen 2008 Vergunde renovatiewoningen 2009 Aantal vergunde nieuwbouwwoningen per 1.000 inwoners, 2009 Aantal vergunde renovatiewoningen per 1.000 inwoners, 2009 2.261 359 413 1.467 2.267 1.272 553 980 1.584 240 330 1.353 1.100 1.018 492 915 1.173 191 403 1.001 380 528 256 285 1.085 152 376 974 359 520 303 281 5,7 4,9 3,1 4,8 7,3 7,1 5,5 15,3 3,9 3,1 3,6 3,5 2,4 3,6 3,4 4,7 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In 2009 werden in West-Vlaanderen vergunningen afgeleverd voor 7.032 nieuw te bouwen woningen en 4.050 te renoveren woningen. Ten opzichte van 2008 zijn dit lagere aantallen, maar vooral de daling van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen was indrukwekkend (-26,5 %). Het aantal vergunde renovatiewoningen daalde slechts met 4 % waardoor het aandeel van deze woningen in het totale aantal vergunde woningen in West-Vlaanderen toenam van 30,6 % naar 36,5 %. In alle West-Vlaamse arrondissementen was er een afname van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in 2009. De grote daling op West-Vlaams niveau is echter hoofdzakelijk te wijten aan de sterke terugval in de arrondissementen Oostende (-51,5 %) en Brugge (-29,9 %). In de kustarrondissementen kunnen één of enkele grote nieuwbouwprojecten meer of minder soms voor grote schommelingen zorgen in het aantal vergunde woningen; dit omwille van de grotere intensiteit aan appartementsbouw. 13

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 In West-Vlaanderen bedroeg de nieuwbouwintensiteit het aantal vergunde nieuwbouwwoningen per 1.000 inwoners 6,1 in 2009. Dit is hoger dan in het Vlaamse Gewest (5,1). Binnen West-Vlaanderen noteren de arrondissementen Veurne (15,3), Oostende (7,3) en Roeselare (7,1) de hoogste nieuwbouwintensiteit, maar ook in Brugge en Tielt is het cijfer hoger dan het Vlaamse gemiddelde. De renovatie-intensiteit ligt in West-Vlaanderen (3,5) iets hoger dan in het Vlaamse Gewest (3,1). Binnen West-Vlaanderen zijn de hoogste cijfers voor de arrondissementen Veurne (4,7), Brugge (3,9), Ieper en Roeselare (beide 3,6). 14

huisvesting Kaart 2.1: Vergunde woningen, nieuwbouw en renovatie, per 1.000 inwoners, gemeenten van West-Vlaanderen, 2009. N minder dan 6,0 6,0-7,9 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 8,0-9,9 10,0-14,9 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 15,0 of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Heuvelland 2,2 Maximum: Nieuwpoort 31,2 West-Vlaanderen: 9,6 Vlaams Gewest: 8,2 België: 7,5 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 15

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Kaart 2.2: Aandeel bebouwde oppervlakte in totale oppervlakte, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009. N minder dan 10,0 % 10,0-14,9 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 15,0-19,9 20,0-29,9 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 30,0 % of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Zuienkerke 4,8 % Maximum: Kuurne 45,6 % West-Vlaanderen: 16,2 % Vlaams Gewest: 18,0 % België: 12,5 % Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 16

huisvesting Kaart 2.3: Aandeel oppervlakte voor bedrijvigheid in bebouwde oppervlakte, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009. N minder dan 10,0 % 10,0-14,9 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 15,0-19,9 20,0-29,9 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 30,0 % of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Koksijde 3,5 % Maximum: Wielsbeke 44,1 % West-Vlaanderen: 18,1 % Vlaams Gewest: 16,3 % België: 15,7 % Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 17

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 DEFINITIES EN METHODOLOGIE Bebouwde oppervlakte Oppervlakte van percelen met gebouwen. Oppervlakte voor bedrijvigheid Oppervlakte van percelen met ambachts- en industriegebouwen, opslagruimten, kantoorgebouwen en gebouwen met handelsbestemming. 18

welvaart 3 welvaart nele.depestel@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. Figuur 3.1: Evolutie van het BBP per inwoner, arrondissementen van West-Vlaanderen, Vlaams Gewest en België, 1998-2007. euro 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 1998 0 Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne West- Vlaanderen Vlaams Gewest 21.193 14.795 17.545 24.053 16.703 22.852 22.776 20.368 21.014 22.158 22.512 België 2007 Gemiddelde jaarlijkse groei 30.839 21.746 25.092 32.721 24.672 32.380 34.730 29.023 29.985 31.651 31.522 4,3 % 4,4 % 4,1 % 3,5 % 4,4 % 3,9 % 4,8 % 4,0 % 4,0 % 4,0 % 3,8 % Bron: NBB, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. De geproduceerde welvaart ligt in West-Vlaanderen lager dan in het Vlaamse Gewest of België. Tussen 1998 en 2007 kon West-Vlaanderen de kloof met het Vlaamse Gewest niet verkleinen. Het BBP per inwoner groeide aan het zelfde tempo als in het Vlaamse Gewest. Binnen West-Vlaanderen is het BBP per inwoner het grootst in Tielt, Kortrijk, Roeselare en Brugge. In Tielt is de indicator niet alleen het grootst in 2007, het BBP per inwoner groeide er ook het snelst tussen 1998 en 2007. Hierdoor stootte Tielt de arrondissementen Kortrijk en Roeselare van de eerste en tweede plaats in de rangorde van de West-Vlaamse arrondissementen. Kortrijk en Roeselare hadden in 1998 het hoogste BBP per inwoner. In de periode 1998-2007 noteerden zij echter de laagste groei. Enkel in deze twee arrondissementen lag de groei lager dan het West-Vlaamse en Vlaamse gemiddelde. 19

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Figuur 3.2: Evolutie van het beschikbaar inkomen per inwoner, arrondissementen van West-Vlaanderen, Vlaams Gewest en België, 1998-2006. 20.000 18.000 16.000 14.000 euro 12.000 10.000 1998 8.000 6.000 4.000 2.000 0 Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne West- Vlaanderen Vlaams Gewest 14.157 12.944 12.136 13.507 13.002 13.248 13.193 13.697 13.401 14.067 13.482 België 2006 Gemiddelde jaarlijkse groei 17.648 16.455 15.757 16.692 16.166 16.738 16.833 17.142 16.798 17.658 16.680 2,8 % 3,0 % 3,3 % 2,7 % 2,8 % 3,0 % 3,1 % 2,8 % 2,9 % 2,9 % 2,7 % Bron: NBB, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 14157 12944 12136 13507 13002 13248 13193 13697 13401 14067 13482 Het beschikbaar inkomen per inwoner is in West-Vlaanderen lager dan in het Vlaamse Gewest, maar iets hoger dan in België. De kloof tussen West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest werd in de periode 1998-2006 niet kleiner. Binnen West-Vlaanderen hebben Brugge en Veurne het hoogste beschikbaar inkomen per inwoner. Onderaan de rangorde vinden we Ieper en Oostende. De rangorde inzake verdiende welvaart verschilt duidelijk van de rangorde inzake geproduceerde welvaart. De verschillen tussen de West-Vlaamse arrondissementen inzake beschikbaar inkomen per inwoner of verdiende welvaart zijn niet zo groot, zeker niet in vergelijking met de andere indicator, het BBP per inwoner. De verklaring hiervoor ligt in het bestaan van pendelbewegingen en het temperend effect van de sociale zekerheid 1. 1 Vergeynst, T., Profiel van de regionale sociaal-economische overlegcomités (RESOC s), APS-nota s, nr. 12, Brussel, februari 2006, p. 26. 20

welvaart Figuur 3.3: Relatie tussen de geproduceerde en de verdiende welvaart, arrondissementen van West-Vlaanderen en Vlaams Gewest, 2006. 34.000 BBP/Besch. Ink. > 1,69 Tielt BBP per inwoner (in euro) 32.000 30.000 28.000 26.000 24.000 Kortrijk Roeselare ratio West-Vlaanderen = 1,69 Ieper Oostende West-Vlaanderen Veurne Vlaams Gewest Brugge 22.000 Diksmuide BBP/Besch. Ink. < 1,69 20.000 15.500 16.000 16.500 17.000 17.500 18.000 Beschikbaar inkomen per inwoner (in euro) Bron: NBB, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In drie arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt was het BBP per inwoner in 2006 groter dan het Vlaamse cijfer. Het beschikbaar inkomen per inwoner was in 2006 in alle West-vlaamse arrondissementen lager dan in het Vlaamse Gewest. In West-Vlaanderen bedroeg de verhouding tussen geproduceerde en verdiende welvaart 1,69. Dit is een iets lager cijfer dan in het Vlaamse Gewest (1,70). In de arrondissementen Tielt, Kortrijk en Roeselare ligt de verhouding sterk boven het West-Vlaamse cijfer: deze arrondissementen hebben een relatief klein beschikbaar inkomen voor hun hoge BBP per inwoner. Veurne en Brugge hebben een hoger beschikbaar inkomen per inwoner en een BBP per inwoner dat net onder, respectievelijk boven het West-Vlaamse cijfer ligt; de verhouding situeert zich onder het West- Vlaamse cijfer. In Ieper, Oostende en Diksmuide zijn beide indicatoren laag en is ook de verhouding tussen beide laag. 21

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Kaart 3.1: Belastbaar inkomen per inwoner, gemeenten van West-Vlaanderen, inkomen 2007, aanslagjaar 2008. N minder dan 13.000 euro 13.000-13.999 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 14.000-14.999 15.000-15.999 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 16.000 euro of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Mesen Maximum: Knokke-Heist West-Vlaanderen: Vlaams Gewest: België: 11.519 euro 19.477 euro 14.753 euro 15.607 euro 14.691 euro Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Fiscale statistiek. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 22

welvaart Kaart 3.2: Aantal personenwagens per 100 gezinnen, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 augustus 2009. N minder dan 100 100-119 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 120-124 125-129 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 130 of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Oostende 74 Maximum: Kuurne 185 West-Vlaanderen: 112 Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 23

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 DEFINITIES EN METHODOLOGIE Beschikbaar inkomen per inwoner Een maatstaf voor het meten van de verdiende welvaart van een regio of de welvaart van de inwoners van een regio. Bruto Binnenlands Product (BBP) per inwoner Een maatstaf voor het meten van de geproduceerde of voortgebrachte economische welvaart in een land of een regio die gebruikt wordt als indicator om het welvaartsniveau van een land of een regio te meten. Het BBP wordt samengesteld door bij de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen de productgebonden belastingen op productie en invoer op te tellen en de productgebonden subsidies op productie en invoer af te trekken. 24

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling 4 ARBEIDSMARKT EN OPLEIDING 1. Tewerkstelling A. Bezoldigde tewerkstelling sabine.traen@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. Tabel 4.1.1: Bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen, het Vlaamse Gewest en België, 31 december 2006 en 31 december 2007. 31/12/06 31/12/07 Evolutie 31/12/06-31/12/07 West-Vlaanderen Vlaams Gewest België 394.525 2.086.316 3.657.250 403.052 2.139.878 3.739.760 +2,2 % +2,6 % +2,3 % Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Met 403.052 loontrekkenden op 31 december 2007 telde West-Vlaanderen 18,8 % van alle loontrekkenden in het Vlaamse Gewest. Ten opzichte van eind 2006 steeg het aantal bezoldigden in West-Vlaanderen met 2,2 %. In België en het Vlaamse Gewest was de toename met respectievelijk 2,3 % en 2,6 % nog groter. 25

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Tabel 4.1.2: Verdeling van de bezoldigde tewerkstelling en aantal bezoldigden per 1.000 inwoners, arrondissementen van West-Vlaanderen, 31 december 2007. Arrondissement Bezoldigden 31/12/07 Aandeel in W-Vl. 31/12/07 Bevolking 01/01/08 Aantal bezoldigden per 1.000 inwoners 31/12/07 Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne 100.944 11.492 32.495 112.222 39.932 57.431 31.240 17.296 25,0 % 2,9 % 8,1 % 27,8 % 9,9 % 14,2 % 7,8 % 4,3 % 275.599 49.012 105.144 278.672 149.287 143.616 89.584 59.573 366 234 309 403 267 400 349 290 West-Vlaanderen 403.052 100,0 % 1.150.487 350 Bron: RSZ, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Kortrijk telt met 112.222 loontrekkenden 27,8 % van het West-Vlaamse totaal; in Brugge is precies één vierde van alle loontrekkenden in West-Vlaanderen tewerkgesteld. Roeselare volgt met 57.431 bezoldigden (of 14,2 %) op de derde plaats. In Diksmuide en Veurne zijn respectievelijk slechts 2,9 % en 4,3 % van alle loontrekkenden in West-Vlaanderen tewerkgesteld. West-Vlaanderen telt gemiddeld 350 werknemers per 1.000 inwoners. Met een gemiddelde van 403 ligt het arrondissement Kortrijk ver boven het West-Vlaamse gemiddelde. Roeselare staat met 400 bezoldigden per 1.000 inwoners op de tweede plaats en Brugge vervolledigt de top drie met 366 werknemers per 1.000 inwoners. De arrondissementen Dikmuide en Oostende staan nu onderaan de rangschikking met respectievelijk 234 en 267 werknemers per 1.000 inwoners. 26

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Figuur 4.1.1: Bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest naar sector, 31 december 2007. 100 % 90 % 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % 34,7 % 33,5 % 34,7 % 40,4 % 6,6 % 6,0 % 23,2 % 19,4 % 0,8 % 0,7 % West-Vlaanderen Vlaams Gewest Quartaire sector Tertiaire sector Bouw Industrie Primaire sector Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In West-Vlaanderen zijn de werknemers in de tertiaire en de quartaire sector even sterk vertegenwoordigd (beiden 34,7 %), dit in tegenstelling tot het Vlaamse Gewest waar de tertiaire sector met 40,4 % van alle tewerkgestelden duidelijk de grootste sector is. De quartaire sector staat met 33,5 % van alle loontrekkenden op de tweede plaats. De loontrekkenden in de industrie zijn in West-Vlaanderen opvallend sterker vertegenwoordigd dan in het Vlaamse Gewest (23,2 % ten opzichte van 19,4 %). In de primaire sector en de bouwsector is de bezoldigde tewerkstelling, zowel in West-Vlaanderen als in het Vlaamse Gewest, het kleinst. 27

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Figuur 4.1.2: Aandeel van bezoldigde tewerkstelling naar sector in de arrondissementen van West-Vlaanderen, 31 december 2007. 50 % 45 % 40 % 35 % 30 % 25 % 20 % 15 % 10 % 5 % 0 % Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne West-Vlaanderen Primair Industrie Bouw Tertiair Quartair Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Tielt (1,9 %) en Diksmuide (1,6 %) tellen procentueel meer bezoldigden in de primaire sector dan gemiddeld in West-Vlaanderen (0,8 %). In Tielt zijn opvallend veel werknemers tewerkgesteld in de industrie (45,8 %) in vergelijking met het West- Vlaamse gemiddelde (23,2 %). Met respectievelijk 11,0 % en 11,4 % van alle loontrekkenden blijven Veurne en Oostende ver onder dit gemiddelde. Met 10,8 % van alle bezoldigden in de bouwsector ligt Diksmuide een eind boven het cijfer voor West- Vlaanderen (6,6 %). De tertiaire sector vertegenwoordigt in de arrondissementen Oostende (43,9 %) en Brugge (38,1 %) opvallend meer loontrekkenden dan gemiddeld in West-Vlaanderen (34,7 %). In Tielt is het aandeel loontrekkenden met 24,1 % veruit het kleinst. Ook in de quartaire sector hebben Brugge (42,7 %) en Oostende (39,0 %) een opvallend groter aandeel loontrekkenden in vergelijking met het West-Vlaamse cijfer (34,7 %). Enkel Veurne doet het met een aandeel van 45,1 % nog beter. In Tielt is het aandeel loontrekkenden in de quartaire sector dan weer zeer klein (19,4 %). 28

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Figuur 4.1.3: Verdeling van de bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen naar sector, geslacht, arbeiders en bedienden, 31 december 2007. Primaire sector 68,8 % 4,4 % 22,9 % 3,9 % Industrie Bouw 56,2 % 17,7 % 16,3 % 9,9 % 1,2 % 85,4 % 8,4 % 5,0 % Tertiaire sector 28,8 % 22,4 % 20,6 % 28,3 % Quartaire sector 7,2 % 26,3 % 16,2 % 50,3 % Totaal 31,7 % 21,6 % 16,8 % 29,9 % 0 % 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % 90 % 100 % Arbeiders, mannen Bedienden, mannen Arbeiders, vrouwen Bedienden, vrouwen Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. De meerderheid (53,3 %) van alle loontrekkenden in West-Vlaanderen zijn mannen. Vooral in de bouwsector (93,8 %), de industrie (73,8 %) en de primaire sector (73,2 %) zijn opvallend veel mannen tewerkgesteld. De tertiaire sector telt iets meer mannen dan vrouwen (51,1 % mannen en 48,9 % vrouwen) terwijl de quartaire sector dan weer een overwegend vrouwelijke sector is (66,5 % vrouwen tegenover 33,5 % mannen). In West-Vlaanderen zijn de meerderheid (51,5 %) van alle werknemers bedienden. In de quartaire sector is ruim drie vierde van alle loontrekkenden een bediende. In de tertiaire sector is de balans tussen arbeiders en bedienden nagenoeg in evenwicht (49,4 % arbeiders tegenover 50,6 % bedienden). In de primaire sector, de bouwsector en de industrie worden vooral jobs voor arbeiders gecreëerd. Dit zijn ook de sectoren waarin overwegend mannen zijn tewerkgesteld. 29

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Figuur 4.1.4: Verdeling van het aantal vestigingen en de bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest naar grootteklasse, 31 december 2007. 100 % 90 % 80 % 70 % 60 % 50 % 6,6 % 8,8 % 16,0 % 7,6 % 9,4 % 16,3 % 4,5 % 7,8 % 13,4 % 13,7 % 14,4 % 8,9 % 8,0 % 13,8 % 13,3 % 13,7 % 1.000 tew. en meer 500-999 tew. 200-499 tew. 100-199 tew. 50-99 tew. 20-49 tew. 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % 64,4 % 61,9 % 17,4 % 10,2 % 8,9 % 9,7 % 17,2 % 9,3 % 7,8 % 8,1 % 10-19 tew. 5-9 tew. < 5 tew. Vestigingen West-Vlaanderen Vestigingen Vlaams Gewest Bezoldigde tewerkstelling West-Vlaanderen Bezoldigde tewerkstelling Vlaams Gewest Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In West-Vlaanderen zijn relatief meer kleine vestigingen (minder dan 50 werknemers) gevestigd dan in het Vlaamse Gewest (95,7 % ten opzichte van 95,1 %). In deze vestigingen is in West-Vlaanderen 46,2 % van alle loontrekkenden tewerkgesteld; in het Vlaamse Gewest is dit 42,3 %. Vooral in de categorie tot vijf werknemers is het verschil tussen West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest vrij groot, zowel wat betreft het percentage vestigingen als het aandeel in de bezoldigde tewerkstelling. Ruim één vierde van alle loontrekkenden in West-Vlaanderen is tewerkgesteld in een vestiging met meer dan 200 werknemers; in het Vlaamse Gewest is dit ruim 30 %. In West-Vlaanderen zijn opvallend minder bezoldigden actief in een vestiging met meer dan 1.000 werknemers (4,5 % in West-Vlaanderen ten opzichte van 8,9 % in het Vlaamse Gewest). West-Vlaanderen telt gemiddeld 11,7 werknemers per vestiging, wat minder is dan in het Vlaamse Gewest (13,7). Vestigingen met meer dan 200 werknemers tellen in West-Vlaanderen gemiddeld 436,4 werknemers, wat veel minder is dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (492,1). 30

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Kaart 4.1.1: Aandeel loontrekkenden in totale werkgelegenheid, gemeenten van West-Vlaanderen, 31 december 2007. N KNOKKE-HEIST minder dan 50,0 % 50,0-64,9 BLANKENBERGE NEDERLAND 65,0-69,9 70,0-79,9 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 80,0 % of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Alveringem 41,9 % Maximum: Wielsbeke 88,1 % West-Vlaanderen: 79,5 % Vlaams Gewest: 82,7 % België: 83,8 % Bron: RSZ, RSVZ. Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 31

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 B. Grensarbeid nele.depestel@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. GRENSARBEID TUSSEN FRANKRIJK EN WEST-VLAANDEREN Figuur 4.1.5: Evolutie van de bezoldigde grensarbeid tussen Frankrijk en West-Vlaanderen, 1979-2009. 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Wonend in Frankrijk, werkend in West-Vlaanderen Werkend in Frankrijk, wonend in West-Vlaanderen Bron: RIZIV, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Volgens het RIZIV werkten op 30 juni 2009 in West-Vlaanderen 6.826 Franse grensarbeiders als loontrekkende. Omgekeerd gingen 783 inwoners van West-Vlaanderen in Frankrijk werken. De trend van een stijgend aantal Franse grensarbeiders in West-Vlaanderen en omgekeerd een dalend aantal West-Vlaamse grensarbeiders in Frankrijk zette zich ook in 2009 voort. 32

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling GRENSARBEID TUSSEN NEDERLAND EN WEST-VLAANDEREN Figuur 4.1.6: Evolutie van de bezoldigde grensarbeid tussen Nederland en West-Vlaanderen, 1982-2009. 600 500 400 300 200 100 0 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Wonend in Nederland, werkend in West-Vlaanderen Werkend in Nederland, wonend in West-Vlaanderen Bron: RIZIV, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Op 30 juni 2009 werkten volgens het RIZIV 553 mensen woonachtig in Nederland in West-Vlaanderen en gingen 332 West-Vlamingen in Nederland werken. De trend van de grensarbeid tussen Nederland en West-Vlaanderen is in beide richtingen stijgend. De grensarbeid tussen West-Vlaanderen en Nederland is veel kleiner in omvang dan deze tussen West- Vlaanderen en Frankrijk. 33

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 C. Zelfstandigen sabine.traen@west-vlaanderen.be Zie ook Definities en methodologie achteraan dit thema. Tabel 4.1.3: Aantal zelfstandigen en helpers in West-Vlaanderen, het Vlaamse Gewest en België, 31 december 2007 en 31 december 2008 (a). 31/12/07 31/12/08 Evolutie 31/12/07-31/12/08 West-Vlaanderen Vlaams Gewest België 104.104 448.305 721.075 104.272 453.869 731.473 +0,2 % +1,2 % +1,4 % (a) Totaal aantal zelfstandigen en helpers, exclusief de zelfstandigen in bijberoep. Bron: RSVZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Eind 2008 telde West-Vlaanderen 104.272 zelfstandigen en helpers (exclusief zelfstandigen in bijberoep). Dit is een beperkte toename met 0,2 % in vergelijking met eind 2007. In het Vlaamse Gewest en België was de toename met respectievelijk 1,2 % en 1,4 % opvallend groter. Als gevolg van deze beperkte toename daalde het aandeel van West-Vlaanderen in het totale aantal zelfstandigen en helpers in het Vlaamse Gewest van 23,2 % eind 2007 naar 23,0 % eind 2008. 34

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Figuur 4.1.7: Evolutie van het totale aantal zelfstandigen en helpers naar aard van de activiteit en naar geslacht in West-Vlaanderen, 31 december 2006 31 december 2008. 140.000 120.000 20.404 19.911 19.196 100.000 8.469 8.774 8.996 80.000 60.000 8.179 6.340 14.418 8.168 6.558 14.951 7.991 6.689 15.381 20.158 21.272 22.203 40.000 20.000 50.168 50.519 50.776 12.225 2.129 5.740 24.424 11.743 2.216 6.321 24.900 11.205 2.307 6.822 25.304 74.592 75.419 76.080 0 31/12/2006 31/12/2007 31/12/2008 31/12/2006 31/12/2007 31/12/2008 31/12/2006 31/12/2007 31/12/2008 mannen vrouwen totaal Zelfstandigen hoofdberoep Zelfstandigen bijberoep Zelfstandigen actief na pensioenleeftijd Helpers Bron: RSVZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Tussen 2006 en 2008 steeg het aantal zelfstandigen en helpers met 2.852 personen of 2,3 %. Bij de zelfstandigen in bijberoep en in hoofdberoep was er een forse absolute toename met respectievelijk 2.045 personen (of +10,1 %) en 1.488 personen (of +2,0 %). De toename van het aantal zelfstandigen actief na pensioenleeftijd bleef beperkt tot 527 personen (of +6,2 %). Het aantal helpers daarentegen daalde met 1.208 personen (of -5,9 %). Door de sterke toename van het aantal zelfstandigen in bijberoep en de forse afname van het aantal helpers (voornamelijk bij de vrouwen) in de periode 2006-2008, worden de zelfstandigen in bijberoep de tweede grootste groep na de zelfstandigen in hoofdberoep. De zelfstandigen actief na pensioenleeftijd vertegenwoordigen ook in 2008 de kleinste groep (7,1 %). In 2008 was 63,9 % van het totale aantal zelfstandigen en helpers in West-Vlaanderen een man. In de periode 2006-2008 was er een beperkte inhaalbeweging van de vrouwelijke zelfstandigen en helpers. Hun aantal steeg met 2,5 % tegenover 2,2 % bij de mannen. In 2008 vertegenwoordigen de helpsters met 24,6 % de tweede grootste groep; bij de mannen is slechts 9,9 % een helper. De zelfstandigen in bijberoep vormen bij de mannen de tweede grootste groep met 19,0 %; bij de vrouwen is 14,9 % actief als zelfstandige in bijberoep. Bij de mannen is 62,8 % actief als zelfstandige in hoofdberoep, bij de vrouwen is dit slechts 55,4 %. Van alle mannelijke zelfstandigen blijft 8,3 % actief na het bereiken van de pensioenleeftijd; bij de vrouwen ligt dit percentage opvallend lager (5,1 %). 35

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Tabel 4.1.4: Verdeling van het aantal zelfstandigen en helpers en aantal zelfstandigen en helpers per 1.000 inwoners, arrondissementen van West-Vlaanderen, 31 december 2008 (a). Arrondissement Zelfstandigen en helpers 31/12/08 Aandeel in W-Vl. 31/12/08 Bevolking 01/01/09 Aantal zelfstandigen en helpers per 1.000 inwoners 31/12/08 Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne 25.268 5.509 10.080 22.667 11.113 13.135 10.207 6.293 24,2 % 5,3 % 9,7 % 21,7 % 10,7 % 12,6 % 9,8 % 6,0 % 275.616 49.304 105.452 279.527 150.236 143.849 89.997 59.856 92 112 96 81 74 91 113 105 West-Vlaanderen 104.272 100,0 % 1.153.837 90 (a) Totaal aantal zelfstandigen en helpers, exclusief de zelfstandigen in bijberoep. Bron: RSVZ, bevolkingskubussen Provincie West-Vlaanderen o.b.v. Rijksregister, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Brugge en Kortrijk zijn met respectievelijk 24,2 % en 21,7 % van alle zelfstandigen en helpers de koplopers in West-Vlaanderen. Roeselare staat met 12,6 % van alle zelfstandigen en helpers op de derde plaats. In Diksmuide en Veurne zijn respectievelijk slechts 5,3 % en 6,0 % van alle zelfstandigen en helpers in West- Vlaanderen tewerkgesteld. Opvallend is dat Brugge, Kortrijk en Roeselare ook de koplopers zijn wat betreft hun aandeel in het totale aantal loontrekkenden in West-Vlaanderen (cfr. tabel 4.1.2). Hun aandeel in het totale aantal werknemers ligt wel telkens hoger dan hun aandeel in het totale aantal zelfstandigen en helpers in West-Vlaanderen. West-Vlaanderen telt gemiddeld 90 zelfstandigen en helpers per 1.000 inwoners. Met respectievelijk 113 en 112 zelfstandigen en helpers per 1.000 inwoners staan Tielt en Diksmuide op de eerste en de tweede plaats in de rangschikking. Oostende bengelt onderaan met slechts 74 zelfstandigen en helpers per 1.000 inwoners. 36

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Figuur 4.1.8: Aandeel van zelfstandigen en helpers in de arrondissementen van West-Vlaanderen naar sector, 31 december 2008 (a). 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne West-Vlaanderen Primair Industrie Bouw Tertiair Quartair Ongekend (a) Totaal aantal zelfstandigen en helpers, exclusief de zelfstandigen in bijberoep. Bron: RSVZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In West-Vlaanderen is 61,3 % van alle zelfstandigen en helpers actief in de tertiaire sector. De primaire sector staat op de tweede plaats met 15,1 % van alle zelfstandigen en helpers. In de industrie zijn het minst zelfstandigen actief (6,0 %). In Diksmuide, Ieper en Tielt is het aandeel zelfstandigen en helpers in de primaire sector met respectievelijk 32,8 %, 28,8 % en 25,1 % opvallend groter dan gemiddeld in West-Vlaanderen (15,1 %). In Kortrijk vertegenwoordigt de primaire sector slechts 7,9 % van de zelfstandigen en helpers. Kortrijk telt relatief veel zelfstandigen en helpers in de industrie (7,7 %) in vergelijking met het West- Vlaamse gemiddelde (6,0 %). In Tielt zijn procentueel meer zelfstandigen en helpers actief in de bouwsector (12,1 %) in vergelijking met het gemiddelde voor West-Vlaanderen (10,3 %). Oostende kent een opvallend groter aandeel zelfstandigen en helpers die actief zijn in de tertiaire sector (68,3 %) in vergelijking met het West-Vlaamse cijfer (61,3 %). In Diksmuide is het aandeel van zelfstandigen en helpers in de tertiaire sector (47,3 %) dan weer opvallend laag. Brugge telt relatief veel zelfstandigen en helpers in de quartaire sector (8,0 %) in vergelijking met het West-Vlaamse gemiddelde (6,4 %). In Diksmuide zijn relatief weinig zelfstandigen en helpers actief in de quartaire sector (3,7 %). 37

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Figuur 4.1.9: Leeftijdsopbouw van de West-Vlaamse zelfstandigen en helpers naar geslacht, 31 december 2008 (a). Leeftijd 80 0,9 % 1,1 % 75-80 Vrouwen 1,1 % 1,5 % Mannen 70-75 1,6 % 2,7 % 65-70 3,1 % 4,3 % 60-65 7,5 % 8,5 % 55-60 10,2 % 10,4 % 50-55 12,5 % 12,6 % 45-50 14,9 % 14,4 % 40-45 15,4 % 14,9 % 35-40 13,7 % 12,5 % 30-35 9,7 % 8,6 % 25-30 6,1 % 5,7 % <25 3,3 % 2,7 % 20 % 15 % 10 % 5 % 0 % 5 % 10 % 15 % 20 % (a) Totaal aantal zelfstandigen en helpers, exclusief de zelfstandigen in bijberoep. Bron: RSVZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. Bij de vrouwen is 63,1 % van de zelfstandigen en helpers jonger dan 50 jaar; bij de mannen is dit 58,8 %. Van alle zelfstandigen en helpers jonger dan 50 jaar is bijna de helft tussen tussen de 40 en 50 jaar oud. Mannen blijven langer actief als zelfstandige dan vrouwen, ook na het bereiken van de pensioenleeftijd. Van de mannelijke zelfstandigen en helpers is 9,7 % ouder dan 65 jaar; bij de vrouwen is dit slechts 6,7 %. 38

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling Figuur 4.1.10: Evolutie van het aantal starters en het aantal stopzettingen naar aard van de activiteit, West-Vlaanderen, 2006-2008. 10.000 Helpers 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 911 122 2.725 1.050 160 2.989 1.006 128 2.974 Zelfstandigen actief na pensioenleeftijd Zelfstandigen bijberoep Zelfstandigen hoofdberoep 4.000 3.000 2.000 4.384 564 476 4.695 4.476 942 540 544 1.008 418 372 684 1.000 2.078 2.360 1.730 0 2006 2007 2008 2006 2007 2008 starters stopzettingen Bron: RSVZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. In 2008 startten 8.584 personen een activiteit als zelfstandige of helper; dit zijn er 310 minder dan in 2007. De startersratio bedroeg 6,8 in 2008; in 2007 was dit nog 7,1. Van alle personen die in 2008 een zelfstandige activiteit startten, deed 52,1 % dit als zelfstandige in hoofdberoep en 34,6 % als zelfstandige in bijberoep. In vergelijking met 2006 daalde het aandeel startende zelfstandigen in hoofdberoep (van 53,8 % in 2006 naar 52,1 % in 2008) en steeg het aandeel startende zelfstandigen in bijberoep (van 33,5 % in 2006 naar 34,6 % in 2008). In 2008 hebben 3.204 personen hun zelfstandige activiteit stopgezet; dit zijn er 1.248 minder dan in 2007. De stopzettingsratio daalde sterk (van 3,6 in 2007 naar 2,5 in 2008). Van alle zelfstandigen en helpers die in 2008 hun activiteiten stopzetten, was 54,0 % actief als zelfstandige in hoofdberoep en 21,3 % als zelfstandige in bijberoep. In vergelijking met 2006 is het aandeel zelfstandigen in hoofdberoep dat de activiteiten stopzet opvallend toegenomen (van 51,2 % in 2006 naar 54,0 % in 2008). Het aandeel van de zelfstandigen in bijberoep dat de activteiten stopzette is daarentegen gedaald (van 23,2 % in 2006 naar 21,3 % in 2008). In 2008 waren er 3,7 stopzettingen per tien startende zelfstandigen en helpers; in 2006 lag deze verhouding op 5,0. 39

West-Vlaanderen Ontcijferd deel 1 Kaart 4.1.2: Werkgelegenheidsgraad, gemeenten van West-Vlaanderen, 31 december 2007. N minder dan 45,0 % 45,0-54,9 BLANKENBERGE KNOKKE-HEIST NEDERLAND 55,0-64,9 65,0-99,9 NOORDZEE BREDENE DE HAAN ZUIENKERKE DAMME 100,0 % of meer OOSTENDE BRUGGE OUDENBURG JABBEKE MIDDELKERKE GISTEL BEERNEM KOKSIJDE NIEUWPOORT ICHTEGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOST-VLAANDEREN DE PANNE KOEKELARE VEURNE DIKSMUIDE TORHOUT WINGENE RUISELEDE KORTEMARK LICHTERVELDE ALVERINGEM LO-RENINGE HOUTHULST VLETEREN LANGEMARK- POELKAPELLE STADEN PITTEM HOOGLEDE ARDOOIE MEULEBEKE ROESELARE TIELT DENTERGEM OOSTROZEBEKE INGELMUNSTER WIELSBEKE IZEGEM MOORSLEDE LEDEGEM LENDELEDE HARELBEKE WAREGEM POPERINGE IEPER ZONNEBEKE KUURNE DEERLIJK WEVELGEM ANZEGEM WERVIK HEUVELLAND MENEN KORTRIJK ZWEVEGEM AVELGEM MESEN HENEGOUWEN SPIERE-HELKIJN FRANKRIJK HENEGOUWEN Minimum: Bredene 26,0 % Maximum: Wielsbeke 122,0 % West-Vlaanderen: 72,3 % Vlaams Gewest: 67,3 % België: 67,1 % Bron: RSZ, RSVZ, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen. 40

arbeidsmarkt en opleiding tewerkstelling DEFINITIES EN METHODOLOGIE Grensarbeid De regionale verdeling van de grensarbeiders gebeurt bij het RIZIV op basis van de plaats waar ze ingeschreven zijn in het ziekenfonds. In de praktijk blijkt dat heel wat Franse grensarbeiders die in West-Vlaanderen werken, in Wallonië ingeschreven zijn in een ziekenfonds, wellicht omwille van de taal. Dit fenomeen leidt tot een onderschatting van het aantal Franse grensarbeiders in West-Vlaanderen volgens de RIZIV-cijfers. Help(st)er Elke persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder dat zij door een arbeidsovereenkomst met elkaar verbonden zijn. Hij valt onder de toepassing van het sociaal statuut van de zelfstandigen. Startersratio Aantal startende zelfstandigen en helpers in verhouding tot het aantal actieve zelfstandigen en helpers. Stopzettingsratio Aantal zelfstandigen en helpers dat de activiteiten stopzet in verhouding tot het aantal actieve zelfstandigen en helpers. Werkgelegenheid Som van het aantal loontrekkenden en het aantal zelfstandigen en helpers (exclusief zelfstandigen in bijberoep). Werkgelegenheidsgraad Som van het aantal loontrekkenden en het aantal zelfstandigen en helpers (exclusief zelfstandigen in bijberoep) ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar). Zelfstandige Iedere natuurlijke persoon die een beroepsbezigheid uitoefent zonder hiervoor door een arbeidsovereenkomst of een statuut gebonden te zijn. Zelfstandige in bijberoep Een zelfstandige waarvan de beroepsactiviteit als zelfstandige gelijktijdig wordt uitgeoefend met een andere, gewoonlijke en hoofdzakelijke beroepsbezigheid onder gezag. Zelfstandige in hoofdberoep Een zelfstandige waarvan de beroepsactiviteit als zelfstandige de voornaamste of enige beroepsbezigheid is. 41