JAARVERSLAG WOONTRAININGSHUIS KORTGERECHT 2012
2 tekst en foto: Daniela & Johan Roeland Om principiële redenen zijn in dit verslag geen foto s geplaatst van cliënten en hun privéruimtes.
inhoudsopgave inhoudsopgave... 3 voorwoord... 4 voorbereidingen... 4 aanleiding... 4 wat willen we betekenen en bereiken... 4 doelgroep... 4 concrete plannen... 4 samenwerkingspartners... 5 financiële en materiële ondersteuning... 5 start voorbereidingen... 5 afronding voorbereidingen... 5 van start tot nu... 6 de eerste bewoners... 6 training en begeleiding... 6 het delen van ons leven... 7 overige werkzaamheden... 8 evaluatie... 8 uitdagingen... 9 methodiek, kwaliteitsbewaking, zeggenschap... 9 ruimtelijke zaken... 9 vervolg op de tussenstap... 9 veranderende omgeving... 9 vrijwilligers... 10 tenslotte... 10 3
voorwoord Ruim twee jaar geleden begonnen we onze presentaties over Woontrainingshuis Kortgerecht met het verwoorden van onze droom: een woontrainingshuis waarin jonge mensen getraind worden zelfstandig deel uit te maken van onze samenleving. Inmiddels bestaat het woontrainingshuis en kunnen we terugkijken op een eerste jaar met drie jongvolwassenen in ons huis en leven. In dit jaarverslag willen we vertellen over onze ervaringen van de achterliggende periode. Dit jaarverslag is bedoeld voor alle geïnteresseerden, onze buren, dorpsgenoten, de fondsen die via Stichting WOON dit woontrainingshuis mede mogelijk hebben gemaakt en eventuele toekomstige donateurs en belangstellenden. voorbereidingen aanleiding Er zou een einde komen aan jaren van prettig samenwonen met Marten, Lianne en hun kinderen, vrienden van ons met wie wij het huis in Schoonrewoerd begin 2005 gekocht hadden. In het nadenken over onze toekomst ontstond het plan vanuit ons gezin en ons huis een plaats te bieden aan jonge mensen die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen, maar ook niet langer in hun eigen gezin of woonsituatie kunnen blijven. wat willen we betekenen en bereiken We willen jonge mensen verder op weg brengen. Dit willen we doen door hen een veilige woonomgeving te bieden, dichtbij een gezin, met vaste begeleiders op wie zij een beroep kunnen doen. Belangrijk vinden wij dat jonge mensen ontdekken waar ze goed in zijn en hoe ze hun kwaliteiten kunnen inzetten om hun weg te vinden in het zo zelfstandig mogelijk functioneren in onze maatschappij. We hopen daarmee uiteindelijk te bereiken dat zij na een periode bij ons aangeleund te hebben gewoond de stap kunnen maken naar een woonomgeving waar zij zelfstandiger kunnen wonen. Wonen in het woontrainingshuis is daarmee duidelijk bedoeld als een tussenstap. 4 doelgroep De groep voor wie het woontrainingshuis bedoeld is, hebben we als volgt omschreven: jongeren van ongeveer 16 tot 23 jaar die de stap naar een zelfstandiger leef/woonsituatie willen of moeten maken, maar nog niet over de daarvoor nodige vaardigheden beschikken. concrete plannen Eind 2010 was de eerste versie van ons projectplan klaar. Begin 2011 zijn we met verschillende partijen in gesprek gegaan om te verkennen welke mogelijkheden er waren om onze plannen te realiseren. We spraken met meerdere, zowel grote als kleine, aanbieders binnen de jeugdzorg en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast hadden we overleg met juristen, gemeenteambtenaren, mensen met een financiële achtergrond, fondsen, Kamer van Koophandel, de plaatselijke kerkelijke gemeente, omwonenden (via twee buurtbijeenkomsten), en anderen. Niet in
de laatste plaats bespraken we onze plannen met vrienden en familie. Zij zijn vanaf het begin belangrijk voor ons geweest als steun en klankbord. samenwerkingspartners Na goed overleg vonden we Stichting Syndion, de organisatie waar Daniela al werkzaam was, bereid om met ons samen te willen werken en ons te willen ondersteunen. We maakten een samenwerkingsovereenkomst op waarin de samenwerking op zowel financieel als inhoudelijk vlak is beschreven. PwC wilde ons project als maatschappelijk project ondersteunen met adviserende werkzaamheden. Dit is belangrijk voor ons geweest in het ontwikkelen van de fiscale en juridische kaders. We richtten Stichting WOON op, bestaand uit drie bestuursleden (Richard van Bijlevelt, Elise Koekkoek en Thomas Rijneveld), die op zoek ging naar organisaties die onze plannen financieel wilden ondersteunen. financiële en materiële ondersteuning Stichting WOON ontving toezeggingen voor een financiële bijdrage voor met name de inrichtingskosten van het woontrainingshuis van de volgende organisaties: Rotary Leerdam M.C. van Beekfonds Fonds Verstandelijk Gehandicapten Skanfonds Stichting R.C. het Maagdenhuis 5 Daarnaast is voor de verbouwing Menno Witt, een plaatselijk afbouwbedrijf, van onmisbare waarde geweest. We ontvingen vele kortingen van lokale bedrijven op materialen en arbeid. start voorbereidingen We kregen groen licht van gemeente Leerdam in de vorm van een gebruikswijziging op het bestemmingsplan. Oktober 2011 verhuisden onze vrienden en startten de sloop- en verbouwingswerkzaamheden. Hierbij hebben we veel ondersteuning gekregen uit ons netwerk van vrienden, familie en buurt/dorpsgenoten. Inmiddels was de website van het woontrainingshuis online en startte voorzichtig het proces van meer bekendheid geven aan het woontrainingshuis, via Syndion, een eigen flyer en lokale media. afronding voorbereidingen Eind maart 2012 was de officiële opening van het woontrainingshuis voor alle contacten en belangstellenden. Met deze start was een belangrijk deel van onze doelstellingen gerealiseerd:
Een apart deel van ons huis was nu zo ingericht dat er voor drie jongvolwassenen een leuke eigen kamer is en zij gebruik kunnen maken van een aantal gezamenlijke ruimtes: een badkamer en een woonkamer met open keuken. Er is een verbinding met het woonhuis van Johan en Daniela met daarin een grote woonkamer met open keuken waar gezin en huisgenoten samen kunnen eten en eventueel andere activiteiten kunnen doen. Het woontrainingshuis is aangesloten bij Syndion, de organisatie die ons als project faciliteert. Stichting WOON is opgericht als ondersteunend en adviserend orgaan. van start tot nu de eerste bewoners Begin april 2012 kwam de eerste huisgenoot in het woontrainingshuis wonen: een jongeman van (inmiddels) 24 jaar oud. Hij werkt in de groenvoorziening en wil graag leren zelfstandiger te wonen. Eind mei 2012 kreeg hij gezelschap van een jonge vrouw van bijna 19 jaar oud. Zij werkt twee dagen in de week bij het Toltheater in Gorinchem en twee dagen in het Emmahuis te Leerdam, beide via Syndion. In de toekomst wil zij een vervolgopleiding via het ROC (niveau 2) volgen, of via een jobcoach begeleid gaan werken op de open arbeidsmarkt. Voor haar is de periode in het woontrainingshuis belangrijk om te ontdekken wat voor woonomgeving zij in de toekomst wil hebben. Eind juli 2012 volgde tenslotte een 18-jarige jongen. Hij volgt een opleiding tot verkoopmedewerker aan het ROC (niveau 2) en loopt stage bij een huishoudwinkel. Hij wil graag zo zelfstandig mogelijk zijn op alle levensgebieden. 6 training en begeleiding Vooraf bedachten we dat jongvolwassenen die bij ons zouden komen wonen waarschijnlijk vaardigheden willen leren op de volgende gebieden: huishouden persoonlijke verzorging (met name kleding, wassen) beheren van financiën plannen van dagelijkse, wekelijkse en incidentele activiteiten het volgen van onderwijs of werken (inclusief het contact met docenten, collega s, etc.) aangaan en onderhouden van sociale contacten; opbouwen van een sociaal netwerk (familie, vrienden, buurtgenoten) inschakelen van instanties en eventueel artsen, andere hulpverleners inzicht krijgen in eigen handelen zelfbepaling: goed overwogen keuzes kunnen maken op genoemde gebieden Daarbij was onze inschatting dat aandacht nodig zou zijn voor zingevingsvragen (wie ben ik, wat kan ik, waar hoor ik bij, wat wil ik) en vragen rondom het toekomstperspectief.
Natuurlijk hebben we bij deze inschatting geput uit ervaringen van onszelf en (deskundige) anderen. We kunnen een jaar later concluderen dat de begeleiding die we aan onze huisgenoten bieden, inderdaad over deze zaken gaat. Veel hebben wij in de tussentijd geleerd. Wij lichten enkele punten uit: Er is niet één standaard manier, methode of procedure te gebruiken om mensen een stapje verder te helpen. Bij elk persoon moet, samen met die persoon, een manier gevonden worden die bij hem of haar past. Dat proces heeft tijd nodig. Bij de één is de juiste manier sneller gevonden dan bij de ander. Zingevingsvragen en vragen rondom iemands toekomstperspectief zijn bepalend. Op het moment dat iemand daarover veel vragen en twijfels heeft (en mogelijk daardoor minder goed in zijn/haar vel zit ), is het minder realistisch veel vorderingen op praktisch gebied te verlangen en/of te verwachten. Daar moet de training goed bij aansluiten. De begeleiding gebeurt vooral in de onderlinge omgang; het zijn niet alleen de begeleidingsgesprekken die er toe doen, maar juist ook het samen doen, het meekijken en door ervaringen leren. Huisgenoten kunnen ook voor ons wat betekenen, bijvoorbeeld in praktische hulp (wat bakken of koken voor ons, gras maaien, boodschapje meenemen), maar ook gezelligheid in huis. het delen van ons leven Onze kinderen (5 en 8 jaar oud) moesten eerst vooral wennen aan het vertrek van de mensen met wie ze al jaren hadden samengewoond. Inmiddels kunnen zij goed uitleggen dat er drie mensen bij ons wonen die willen leren zelfstandiger te worden. Zij zien nadelen en voordelen aan onze manier van leven en daarover blijven we steeds met hen in gesprek. 7 Het delen van ons leven ziet er in het dagelijks leven zo uit: s Ochtends even binnenlopen in het woontrainingshuis om te checken of iedereen op tijd uit bed is en eventueel nog wat nodig heeft. Op de vrije dagen van onze huisgenoten ondersteuning bieden, bijv. bij het schoonmaken van de eigen kamer. Twee keer in de week eten we met elkaar als gezin en huisgenoten. De overige avonden eet één van ons in het woontrainingshuis, na begeleiding bij het koken; in de weekenden begeleiden we huisgenoten om zelf iets te regelen (koken, opwarmmaaltijd, wat halen, pizza uit de oven, o.i.d.). Aankloppen van huisgenoten op de momenten dat zij een vraag hebben. Aanschuiven van huisgenoten aan onze keukentafel voor een praatje, bijv. na werktijd tijdens het koken. s Avonds is één van ons over het algemeen in het woontrainingshuis om met huisgenoten zaken door te nemen, planningen te maken, te ondersteunen bij activiteiten, medicatie te regelen, etc.
Zo nu en dan plannen we een gezamenlijke gezellige avond waarop we met elkaar wat leuks doen, variërend van een spelletje, taartbaksessies, film kijken tot karten, poolen, etc. In de zomer 2012 zijn we een kort weekend met elkaar weg geweest naar een B&B in Brabant. Deze zomer staat een korte vakantie in België of Frankrijk gepland. Om voldoende balans te blijven houden in tijd voor onze huisgenoten en ons eigen gezin, zijn we regelmatig een weekend of aantal weken vrij. Onze huisgenoten zijn dan elders (bijvoorbeeld bij familie) of er is andere begeleiding in huis. Deze medewerkers hebben we zelf geworven, maar worden uitbetaald via Syndion. Bij onze afwezigheid nemen zij onze rol over. Dit betekent dat zij in ons huis wonen en een aantal uren van die periode als begeleider vergoed krijgen. Als zij in huis zijn, kunnen we ons eigen appartement afsluiten. De begeleiding maakt dan gebruik van een eigen woonkamer en keuken, en heeft een eigen slaapruimte ter beschikking. Het achterliggende jaar waren wij meestal weg als er begeleiding in huis was. Recent zijn we voor het eerst ook zelf thuis vrij geweest met iemand in huis voor het woontrainingshuis; dit zal in de toekomst vaker gaan gebeuren. Onze huisgenoten waren als één van de eersten op de hoogte van onze aanstaande gezinsuitbreiding (verwacht eind juni 2013) en maken de ontwikkelingen en voorbereidingen daaromtrent van dichtbij mee. overige werkzaamheden Achter de schermen verrichten we veel werkzaamheden ten behoeve van het woontrainingshuis: 8 verslaglegging en periodieke rapportage (persoonlijke ondersteuningsplannen) overleg met Syndion (clustermanager, gedragskundige, financiën, personeelszaken) overleg met stichting WOON overleg met verschillende instanties namens cliënten (werk, school, vrijetijdsbesteding, artsen, specialisten en overige hulp- of dienstverlenende instanties als UWV, CIZ, Bureau Jeugdzorg, zorgverzekeraars en de Informatie Beheer Groep) overleg met collega-organisaties en andere kleinschalige initiatieven in de sociale sector evaluatie Zowel in het voorbereidende traject als nu zijn reacties van mensen uiteenlopend als ze horen wat we doen. Van bijzonder en belangrijk dat dit soort initiatieven er zijn of mooi dat jullie dit doen tot lijkt me zwaar en ik moet er zelf niet aan denken. We hebben inderdaad twee intensieve jaren achter ons liggen en er ligt nog genoeg werk in het verschiet. Maar terugkijkend kunnen wij op dit moment zeggen dat we vooral dankbaar zijn dat het gelukt is dit project te realiseren. We zijn dankbaar dat mensen vertrouwen in ons hebben. Trots op wat er nu staat, vooral trots op de drie
mensen die hun leven met ons willen delen. En we gaan met enthousiasme verder om hen zoveel mogelijk hun krachten en talenten te helpen ontdekken. uitdagingen methodiek, kwaliteitsbewaking, zeggenschap We zijn nog steeds een jong initiatief. Niet al onze doelstellingen zijn al gerealiseerd. Zo zien we nog activiteiten liggen op het gebied van het beschrijven van onze methode. Daarin dienen onze uitgangspunten van verbondenheid met anderen, uitgaan van positieve vaardigheden en eigenschappen, focus op datgene wat werkt (oplossingsgericht) en aandacht voor zingeving, duidelijk naar voren te komen. Het is overigens ook een uitdaging op zich om in de waan van de dag trouw te blijven aan die uitgangspunten. In de lijn daarvan is kwaliteitsbewaking belangrijk, deels te bereiken door het beschrijven/vastleggen van onze procedures. Maar het meest belangrijk bij het bewaken van de kwaliteit, is de (gevraagde en ongevraagde) mening van onze huisgenoten over het wonen en de begeleiding in het woontrainingshuis. Daarnaast hebben we mensen nodig die van buitenaf met ons meekijken en ons de spiegel kunnen voorhouden. Tot nu toe zijn dat vooral mensen van Syndion en Stichting WOON geweest; mogelijk kunnen we hiervoor nog andere waardevolle partijen inzetten. ruimtelijke zaken Een meer praktische uitdaging is het vinden van (financiële) mogelijkheden voor verdere aanpassingen in huis en tuin, zodat deze nog beter aansluiten bij de combinatie van woontrainingshuis en gezinsleven. Concreet houdt dit in: 9 Een eigen ruimte en terras in de tuin (en evt. voor het huis) voor onze huisgenoten, zodat zij prettig buiten kunnen leven op mooie dagen, maar tegelijkertijd de nodige privacy voor de gezinsleden mogelijk is. Aanpassingen van de slaap/werkruimte van de begeleiders (isolatie, solide trap, passende inrichting inclusief ICT/TV, en sanitaire voorzieningen). vervolg op de tussenstap Eén van de uitdagingen is onlosmakelijk verbonden aan de doelstelling van het woontrainingshuis: het meezoeken en eventueel creëren van een vervolg op het wonen bij ons. Met één van de huisgenoten zijn we die weg al (zij het heel voorzichtig) aan het inslaan. Mensen hebben eerst tijd nodig om te wennen aan hun nieuwe woonomgeving. Vervolgens is het prettig om een tijdje te kunnen blijven in de situatie waaraan je gewend bent; die tijd gunnen we onze huisgenoten en onszelf ook. Maar dan komt toch het moment dat iemand de vervolgstap gaat maken en de tussenstap woontrainingshuis wordt afgesloten. We hopen een zinvolle rol te kunnen spelen bij het voorbereiden en uiteindelijk maken van deze overstap. Het komende jaar zal mogelijk meer duidelijk gaan worden hoe onze rol er bij die overstap uit zou kunnen gaan zien. veranderende omgeving Een andere belangrijke uitdaging ligt in de veranderende omgeving. Belangrijk zijn de transitie van AWBZ naar WMO en de veranderingen in de jeugdzorg. Veel belangrijker
dan nu wordt de rol van iemands eigen mogelijkheden en netwerk. Het compenseren van beperkingen (o.a. via ondersteuning) komt als taak bij de gemeente te liggen. In zorgland is veel in beweging, waaronder de extramuralisering van de zorg (waarbij de lichte zorgzwaartepakketten komen te vervallen), scheiden wonen-zorg, de Participatiewet, gevolgen voor de Wajong-uitkering, etc. Wij menen met ons initiatief goed aan te kunnen sluiten bij deze ontwikkelingen, maar ook voor ons is het de uitdaging deze bewegingen mee te maken, in te schatten welke gevolgen deze kunnen hebben voor onze huidige en/of toekomstige huisgenoten en daarop in te spelen. We zien hierbij kansen in verdere contacten met onze gemeente. vrijwilligers Tenslotte ligt er de uitdaging om in de toekomst meer vrijwilligers bij ons project te betrekken. tenslotte We lieten ons bij aanvang van het Woontrainingshuis inspireren door de woorden van de filosoof Sophocles: dat het onze taak is om een ander naar zijn beste krachten te helpen. Iets anders verwoord: aansluiten bij wat iemand in huis heeft en kan betekenen voor de mensen om hem heen. Dat naar boven halen, levert voor alle partijen winst op. Het afgelopen jaar hebben we dat gemerkt. Dat is de kracht geweest die ons hielp ook moeilijker zaken aan te pakken. Met dat motto gaat Woontrainingshuis Kortgerecht vol vertrouwen verder in 2013. 10