Rechtbank van e erste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk

Vergelijkbare documenten
Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk

KOPle TER KENMS GEBRACHT,,.. UllVOERING VAN ART. 792 G.W. . VRIJGESTELD AIFFIERECHt /..J:f. op ( ( LIMBURG,

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

J b. Rechtban!< van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk. Eindvonnis. .. n dö de kamer 2019/ 09/01/ /2272/A

, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

éo,,:. r' '. (/J,jt... ' I} 'HJI(, Ï,; (..,\,, }, ~ Uitgereikt aan IBlUirrgerr~üjke rrechtlbanl< van de 1Rec lhf!:ro a rn1~< varn eerrstte aanleg

ARREST. In aanwezigheid van het Openbaar Ministerie de zaak van : geboren te op, wonende te

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

sectie burgerlijke rechtbank

Vrijgesteld van het griffierecht {art.2so, 2 W.ttl'\./ Atsdlrifi ter kennis gebracht in uitvoering ::rn_..,,an tiet Gerechleh\J\e Wetboek

Hof van Cassatie van België

lllllllllllll lllll:l l lllllllllllll lll Il llhih _J

Eindvonnis. Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG,. Afdeling Hasselt, sectie burgersijk. 5eW kamer 2015/ 2015/ /277/A.

Hof van beroep Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis I I. Kamer 19. Afschrfff von esn mlnuuf ben. dor rechtbonk van eerste aar.

rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: Nummer:

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Leuven. Kamer 09. Burgerlijke rechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg EINDVONNIS I OPTEGENSPRAAK HYPOTHEEKWET. Uitgifte.

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Vonnis RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG OOST- VLAANDEREN, AFDELING DENDERMONDE BESLAG. , AAOr-j. .001/2012 m ST-059 B IN op vrljdag /

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

Hof van beroep. Antwerpen. Arrest

i.,... :...' \. 1..'...;,";.~.t :i (.r l tu... \J".,. :., L.vv, L.v v...1-v -I(:') t'~, pi ' ''!'\ " " V ' ' r,-.., 'j Uitgifte Afgeleverd aan

Kopie. art. 792 Ger. W. Vrij van griffierecht - art. 280,2 W.Reg. 1 op .1 BUR. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. kamer B4 burgerlijke zaken

Vonnis. rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Kamer 130. di ----==-- 14H /280.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

. /1l /i/a4. e."'-'jlj1:>,.. "' gedaan bij gerechtsdeurwaarder Marc Monbailliu te 9820 Merelbeke, Jozef

.. Repertoriumnummer. D Rechtbank van eerste aanleg LiMBURG, afd. Tongeren, Tussenvonnis. sde kamer. U f:r IÉ RECHT VRIJGESTELD VAN GR.

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

Instelling. Onderwerp. Datum

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling leper

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

- \ rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. beschikking op eenzijdig verzoekschrift 2018/61J1. 19 november /1027/B. .

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

Hof van Cassatie van België

vonms rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdelmg Mechelen sectie burgerlijke rechtbank MB6-kamer A's*v** afymrml n liivoertrw -wan 79?

Rechtbank van eerste aanleg est-vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Hof van beroep Antwerpen

afschrift Vonnis Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, 13 kamer u U /2017 Grifflenummer

Eindvonnis Se kam er

> c ;rur. vr \:1 L -.! :,, # _;-:t"': A i '. l,., s., ("'!'] Uitgifte Afgeleverd aan. Referentie bestelling CO nummer CDnummer. RD nummer ...

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

23e kamer burgerlijke zaken

Uitgereikt aan.uitgereikt aan Uitgereikt aan. Niet aan te bieden aan de ontvanger NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaan deren,. afdeling Gent strafzaken

).AS-1. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis. l0095j / kamer 2011 I.

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

j Griffienummer Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis ) 'i / kamer )v G 4 .. r.

- " "... ' '/rit;1."':"rr.,1,,, -' :!'.. l i;: i. 1.,.rl.. (;ll:;," ' '.'C!i.>. l f Git.?<;lli. op ( Oost-Vlaanderen, afdeling Gent BESCHIKKING

(lste aanleg: nr.: LE66.RW ) ARREST

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Vonnis. 5 b. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel, 1 rechter. ll de kamer. p:: l AFSCHRIFT.

Afgeleverd aan. Referentie bestelling. CD nummer RD nummer. RD nummer bedrag: EUR bedrag:. EUR datum: Rechtsmiddelen VERZET aangetekend op: AR-nr.

rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis Kamer 21 Niet te registreren Admon.s1ran:1 #, H G Vonnlsnummer /Griffie nummer

Rechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken

Instelling. Onderwerp. Datum

Lil H11m1111H mm C1Jl/19 /2018. Hof van beroep Gent. Arrest. r- COVER. tiende kamer correctionele zaken 2018 / 3 '1 30

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

Hof van beroep Antwerpen

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

Arbeidshof te Brussel

ARBEIDSRECHTBANK TE HASSELT.

AFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011

In zake: 2010/AR/3198

Arbeidshof te Brussel

rechtbank van eerste aan.leg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Kopie art. 792 Ger. W. Vrij van griffierecht - art. 280,2 W.Reg. Uitgereikt aan ( ( BUR. Hof van beroep Antwerpen. Arrest.

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Hof van beroep Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Rolnummer : 05-6-A van : 11/02/2008 Rep nr.

llllllllllllll lllll _J Hof van beroep Antwerpen Arrest burgerlijke zaken 2018/gs 2015/ AR/1471 B3 kamer

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Kamer 130 Vonnis 201 9/ februari H001594

AFSCHRIFT p. 1. ll6- Vonnis. Rechtbank van eerste aan eg Lûmburrg, afdelêng Hasse t, sec ie correctioneel, ) kamer / /

Arbeidshof te Brussel

Àfschrift van Pen m :i t ten. tende ter griffie. ,!1er rechtbdllh ;,an c. t.'.sh.: a1j11 cg te;: Lcu 1cn.

Rechtbank van eerste aanleg Leuven strafzaken, VOOBIiS. Kamer 19. Vonnisnummer / Griffienummer 1956/2017. Repertoriumnummer / Europees 2017/2513

Transcriptie:

IE. IE h1)'l ll [Î ''"') v...,; s u ' Repertorkimnu mmer 2018/ 5Y Vonnlsnummer 2018/ Y:>b Datum van uitspraak 01/02/2018 Uitgifte Uitgereikt aan UIU!<UC!t t aan ljltgerellct aan op op op ( ( ( Rolnummer 15/1716/A Pro deo nummer Vrijgesteld van het griffierecht. Afschrift ter kennis gebracht in uitvoering van art 792 van het Gerechtelijk Wetboek D iet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van e erste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk Aan&e boden op Niet te registreren Eindvonnis 5 e kamer- hypotheekwet

Rechtbank van eerste aanleg Limburg. afdeling Hasselt- 15/1716/A -p. 2 ' f' "'.J\ ;, Jv H!.1'.i -x /; n v ;>,,0 INZAJCE De WOONINSPECTEUR van het VLAAMSE GEWEST. met kantoor te 1210 Brussel, Koning Albert Il laan 19 bus 22. -eiser - Ter zitting vertegenwoordigd door mr. A. Deelen loco mr. C. Lemache, advocaat te 3800 Sint Truiden, Tongerstesteenweg 60. TEGEN' 1. "ingeschreven in de kruispuntbank onder nummer zetel te :, 1 2.:!. geboren te 1 op wonende te:, met 3. J 1 4. " geboren te geborente 1 op 1, wonende te ; 1 op, 1, wonende te: - eerste en tweede verweerders - Ter zitting vertegenwoordigd door mr. B. Vandenreyt, advocaat te 3583 Beringen-Paal, Paalsesteenweg 133. -derde en vierde verweerders- Ter zitting niet verschenen, noch In persoon, noch vertegenwoordigd. VOl.GT HET VONNIS Gelet op: het exploot van dagvaarding van gerechtsdeurwaarder. ; met standplaats te 1van: - de overschrijving van het exploot op het tweede hypotheekkantoor te 1 op - de beschikking van 24.11.2016 tot regeling van termijnen en bepaling van rechtsdag in toepassing van art. 747 2 Ger. W.; - de beschikking van 29.05.2017; - de conclusies en de stukken van eiser en van eerste en tweede verwerende partij.

Rechtbank van eet$te aanleg Limburg. afdeling ttasselt - 15/1716/A-P. 3 Voorgaanden en vorderingen: Eerste verweerster is eigenaar van twee woningen gelegen te 1 1 i. Tweede verweerder is haar zaakvoerder. Op 31.10.2011 sloot eerste verweerster een huurovereenkomst met de vennootschap 1 1, met betrekking tot deze twee woonhuizen, Inhoudende de verhuring ervan voor het ter beschikking stellen van werknemers van deze vennootschap, en dit voor een periode van 3 jaar. Op 10.12.2012 werd door de woonlnspecteur een herstelvordering genomen met betrekking tot de woning, gelegen te 1., In toepassing van art. 17 bis van het decreet van 04.02.1977 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, lastens eerste en tweede verwerende part11 naar aanleiding van een proces-verbaal van vaststellingen opgesteld op 27.09.2012. Blijkens dit proces-verbaal waren o.a. twee kamers van het pand bewoond, meer bepaald kamer 1.1 en 1.2. door Poolse seizoensarbeiders, die niet voldeden aan de minimale kwalitejtsverelsten van het voormelde decreet. Uit de technische vaststellingen m.b.t. het desbetreffende pand blijkt o.m. dat de elektrlsche:installatle ernstige gebreken vertoondè, er permanente vocht In de kamers en gemeenschappelijke ruimtes was en werkte de centrale verwarming niet dan wel niet naar behoren. Er waren op dat moment drie personen wettelijk ingeschreven op het adres 1 ;, meer bepaald die werd verhoord, 1 1 en 1 Op 04.03.2013 sloot eerste verweerster een koopovereenkomst met 1 en, voor de woning gelegen te : ;, die bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, d.d. 08.12.2015 gewezen bij verstek, op vordering van eerste verweerster 1 werd ontbonden. Op 20.05.2015 ging eiser over tot dagvaarding van verwerende partijen, in het kader van de herstelvordering. Het exploot van dagvaarding werd overgeschreven op het tweede Hypotheekkantoor te : op : In toepassing van art. 747 2 Ger.W. werden er bij beschikking van 24.11.2016 conclusletermljnen en een rechtsdag bepaald. De rechtsdag werd omwile van organisatorische redenen, bij beschikking van 29.05.2017 gewijzigd, waarvan partijen per gerechtsbrief In kennis werden gesteld. In syntheseconclusles Inhoudende eisherleidlng, neergelegd ter griffie op 02.03.2017, licht eiser toe geen vordering meer te handhaven jegens derdé en vierde verwerende partij. Hij vordert de herstelvordering zoals herleid, ontvankelijk en gegrond te verklaren en : - eerste en tweede verwerende partij te veroordelen tot uitvoering van het herstel ex art 20 bis van de Vlaamse Wooncode, m:b.t. het onroerend goed, gelegen te "

Red1tbanlc van eerste aanleg Um burg, afdetlnc Hasselt - 15/1716/ A- p. 4 ;, kadastraal gekend, hetgeen impliceert: Aangezien voormelde woonentiteiten niet in aanmerking komen voor renovatie, verbeterings- of aanpassingswerken, aan hen het bevel te geven om er een andere bestemming aan te geven overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15.052()()13 of om de woonentiteiten te slopen, tenzij de sloop ervan verboden is op grond van wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen. - te bevelen dat het herstel dient te worden uitgevoerd binnen een termijn van 10 maanden, die begint te lopen vanaf de betekening van het vonnis; - te bevelen dat bij niet-uitvoering van de bevolen herstellingsmaatregel binnen de opgelegde tennijn, aan eerste en tweede verwerende partii een dwangsom van 150 euro per dag wordt opgelegd per dag vertraging, volgend op het verstrijken van hoger vermelde hersteltermijn; - te zeggen voor recht dat er geen aanleiding bestaat tot het opteggen van een dwangsomtermijn in de zin van art. 1385 bis, lid 4 Ger. W.; - bij gebreke aan uitvoering door eerste en tweede verwerende partij zelf, aan eiser machtiging te ver1enen om ambtshalve in de uitvoering van het opgelegde herstel te voorzien, met kosten ten laste van voornoemde verweerders, op grond van art. 20 bis 7 en 8 van de Vlaamse Wooncode, met inbegrip van de kosten van herhuisvestiging bedoeld in art. 15 1, lid 6 van de Vlaamse Wooncode; - eerste en tweede verwerende partij te veroordelen tot de kosten van het geding. Beoordeling: 1. Nu eiser toelicht zijn vordering jegens derde en vierde verwerende partij niet meer te handhaven, kan aldus worden vastgesteld dat hij in feite afstand van geding doet ten aanzien deze partijen. Er kan hem akte worden verleend van deze afstand van geding jegens derde en vierde verwerende partij. 2. Het gedinginleidende exploot werd in toepassing van art. 20 ter van de Vlaamse Wooncode, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te 1 3. Tweede verwerende partij besluit tot de onontvankelijkheid van de vordering; De door tweede verwerende partij aangehaalde argumentatie heeft te dezen betrekking op een beoordeling ten gronde, doch niet op het belang van eiser om de vordering i1 te stellen. Oe omstandigheid of er te dezen in hoofde van eiser er sprake is van een subjectief recht ten aanzien van tweede verwerende partij, wat hij betwist, raakt immers de grond van de zaak.

Rechtbank van eerste aanlefl Limburg, ifdellng Hasselt - 15/1716/A- p. S ' i-\ '/ l J! " -viw _i' &. Er is te dezen geen reden om ambtshalve een exceptie van onontvankelljkheid op te werpen zodat de vordering van eiser, zoals gehandhaafd, ontvankelijk kan worden verklaard. 4. De matèriële feitelijke vaststellingen aangaande de tekortkomingen aan het pand op 27.09.2012, zoals vermeld in het proces verbaal van vaststelling, staan als zodanig niet ter discussie. Er wordt evenwel wel betwist datte dezen er alsdan sprake was van een verhuur dan wel ter beschikking stellen van kamers, zodat er geen sprake Is van een strafbare tekortkoming In de zin van de artikelen 4, 6 en 7 van het Kamerdecreet, o.m. onder verwijzing naar de omstandigheid dat de woning in 2011 werd verhuurd, er k rakers het pand bezetten In 2012, er geen bewijs Is dat het pand op datum van verhuring niet voldeed en de woning sedert hun verdrijving niet meer wordt verhuurd. Sedert het Integratiedecreet van 29.03.2013 zijn de voorheen strafbare Inbreuken (art 17) en maatregelen (art. 17 bis) op het Kamerdecreet van 04.02.1997 opgenomen in de Vlaamse Wooncode van 15.07.1997, alwaar de strafbaarstelling thans geformuleerd staat onder art. 20en 20bls. In het kader van voormelde bepalingen is het strafbaar om kamers te verhuren of ter beschikking te stellen, in welke vorm of onder welke benaming, tegen betaling of om niet, die niet voldoen aan de elementaire woonkwallteitsvereisten van het decreet. Zoals blijkt uit de voorliggende stukken, en meer bepaald het proces-verbaal van vaststelling, vertoonde het pand ernstige gebreken, voldeden de woonentlteiten In het pand niet aan de desbetreffende vereisten en werden drie van de kamers In het pand daadwerkelijk bewoond. Verwerende partijen stellen evenwel dat het pand werd verhuurd door de aan 1 als wonlne, en dat het pand In 2012 gekraakt werd, zodat er geen sprake was van verhuur van ongeschikte en onbewoonbare kamers. Te dezen wordt op grond van de voorliggende stukken evenwel bemerlct dat een huurovereenkomst afsloot voor een periode van 3 jaar met de kwestieuze firma, dat als bestemming werd vooropgesteld dat het woonhuis gebruikt werd om ter beschikking gesteld te worden van werknemers van de huurder die enige tijd in België verbleven, dat blijkens de exclusieve bemiddelingsovereenkomst die:. in aprll 2012 afsloot het pand op dat moment alsnog verhuurd was, dat verwerende partijen, zoals blijkt uit de verklaring van tweede verweerder, op de hoogte waren van de omstandigheid dat deze firma Poolse mensen huisvestte in het pand, alsook dat er op regelmatig wijze bewoning was van personen die zelfs inge chreven waren op het adres. Op grond van het geheel van deze voorliggende gegevens, de vaststellingen alsook de verklaringen, blijkt dan ook dat wel degelijk het gebouw met de woonentitelten (kamers en

Rech ank van eerste aanleg Limburg. afdeling Hasselt- 15/1716/ A- p. 6 l - ; V. r.i - ' 4, /;;., 1 gemeenschappelijke ruimtes) die niet voldoen aan de elementaire vellighelds-, gezondheldsen woonkwaliteltsvereisten ter beschikking werd gesteld. Ofschoon de voorliggende huurovereenkomst een woning als voorwerp had, blijkt uit de inhoud ervan dat kamers ter beschikking zouden worden gesteld, nu volgens toelichting de huurovereenkomst door de: werd aangegaan met het doel de huisvesting van haar werknemers, en derhalve niet voor een werknemer met diens gezin, waarvan verwerende partijen, gezien de verklaringen van o.a. tweede verweerder in het strafdossier, ook op de hoogte waren. De omstandigheid dat er een (formele) huurovereenkomst, met formele facturatie, werd gesloten met een andere vennootschap doet ook geen afbreuk aan de vaststelling dat verweerster in de hoedanigheid van eigenaar en (hoofd)verhuurder, de ter beschikking stelling van de desbetreffende kamers aan personen, die niet noodzakelijk door haar alsdan nominatlm gekend dienden te zijn, als zodanig mogelijk maakte. De enkele omstandigheid dat 1 n het najaar van 2012 -nadat de vaststellingen werden verricht - via een eenzijdig verzoekschrift in toepassing van art. 584 lid 3 Ger.W. het verzoek tot ontruimlngvan het pand werd bekomen, doet geen afbreuk aan voormeldevaststellingen, die genoegzaam weerleggen dat de bezetting onrechtmatig was en de aangetroffen personen krakers zouden zijn geweest. Ook de louter éénzljdige beweringen dat de vastgesteld zou hebben dat er zich problemen voordeden en het pand van Jull 2012 niet meer verhuurd zou zijn geweest, gegeven dat niet worden onderschreven door enig objectief element, zijn niet van aard om afbreuk te doen aan voormelde vaststellingen. Meer nog de verklaring van - broer van tweede verweerder - d.d. 21.05.2012, in het kader van een conflict, onderschrijft dat het pand In mei 2012 ook al bewoond werd door de genaamde i : alsook dat deze persoon hem toen al goed gekend was en hij derhalve niet 20 maar een plotse ongekende kraker was doch wel een bewoner die zich kennelijk niet kon vinden In de nakende verkoop van het pand. Het gegeven dat de ter beschikking stelling niet rechtstreeks plaatsvond, gezien de voorliggende overeenkomst met de, is niet van aard om de verantwoordelijkheid te dezen in hoofde van eerste verweerster niet te weerhouden, nu niet alleen het rechtstreeks, doch ook het onrechtstreeks, ter beschikking stellen een strafbare Inbreuk vormt. De bewering van verwerende partijen dat bij het afsluiten van de huurovereenkomst het pand in orde was, wordt niet ondersteund door enige objectief element, nu er geen plaatsbeschrijving van het pand alsdan voorligt. Gezien de technische vaststellingen In het proces-verbaal van vaststelling blijkt daarenboven dat de vastgestelde gebreken structureel van aard waren, en aldus van bij aanvang alzo aanwezig zijn geweest, hetgeen aldus weerlegt dat op het moment van het afsluiten van de overeenkomst, het pand In orde was en door de bewoners de beschadigingen zouden zijn aangebracht, wat overigens alsnog niet de verantwoordelijkheid van een eigenaar/verhuurder zou uitsluiten.

Rechtl:lank n eerste aanleg Limburg, afddng Hasselt - 15/1716/ A p. 1 Aldus blijkt genoegzaam dat er sprake was van krotverhuur in de zin van voormeld decreet. s. De vordering van eiser strekt ertoe als herstelmaatregel voor voormelde inbreuken die werden vastgesteld, ten aanzien van de overtreders, in toepassing van art. 20 bis van het Vlaamse Woondecreet, uitgaande van de omstandigheid dat te dezen de woning niet in aanmerking komt voor werkzaamheden, eerste verweerster te veroordelen om een andere bestemming aan het onroerend goed te geven, dan wel te slopen, tenzij de sloop verboden is op grond van wettelijke, decretare of reglementaire bepalingen. In hoofde van eerste verweerster, als eigenaar/verhuurder kan worden gesteld dat er sprake was van een overtreding zoals voormeld aangehaald. In die zin dat tweede verweerder. evenwel thans wordt aangesproken als feitelijke verhuurder, nu hij de gelden zou innen, zoals eiser vooropstelt, wordt zulks tegengesproken door de stukken daar er hierin sprake is van -, te weten de broer van tweede verweerder. Voor zover tweede verweerder door eiser aldus in die zin wordt aangesproken als overtreder, is de vordering jegens hem ongegrond. De, door de herstelmaatregel, gesanctioneerde handeling is het eender ten welke titel voor bewoning beschikbaar stellen van een gebrekkig/onveilig pand, hetgeen inhoudt dat een keuze wordt gemaakt in de bestemming die men aan het goed wil geven. Waar het door voormeld decreet beschermd bejang de verbetering van de woonkwaliteit is en het vermijden dat verkrotte panden opnieuw bewoond worden, is dit belang enkel bedreigd wanneer er een dergelijke ter beschikkingstelling Is van een pand waarvan aan de elementaire woonkwaliteiten niet is voldaan. Deze herst.elvordering is dus niet geujk te schakelen met de herstelvordering inzake stedenbouw, die niet per analogie is toe te p assen. Waar, 2oals blijkt uit de voorliggende stukken van verwerende partijen, eerste verweerster als eigenaar de beslissing heeft genomen het verkrotte pand niet meer aan te bieden voor verhuring of terbeschikkingstelling, wat niet betwist wordt door eiser, is het noodzakelijk onderliggend misdrijf thans niet meer voorhanden, evenmin als de mogelijke gevolgen van het onderliggend misdrijf, en waar het doel van de herstelvordering er in principe in bestaat de gevolgen van het misdrijf te doen ophouden/ongedaan te maken, is het in casu kennelijk onredelijk om van haar, als eigenaardie veritiest haar verkrotte pand onproductief en onbenut te laten, thans nog te eisen over te gaan tot een herbestemming van het onroerend goed dan wel tot het slopen ervan.(dr. Antwerpen 27 maart 2014, Limburgs Rechts/even, 2014,211) De herstelvordering is derhalve ongegrond.

Rechtbank van eerste aanleg Urn burg. afdeling Hasselt- >5/171.fJJA-p. 8 De voorschriften van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken werden flageleefd. OM DEZE REDENEN De rechtbank, recht doende op tegenspraak. Verleent eiser akte van zijn afstand van geding ten aanzien van derde en vierde verwerende partij. Verklaart de vordering van eiser jegens eerste en tweede verwerende partij ontvankelijk doch ongegrond. Veroordeelt eiser tot de aan de zijde van verwerende partijen gevallen kosten van het geding, Vereffent deze kosten aan de zijde van: - derde en vierde verwerende partij: nihil - eerste en tweede verwerende partij: een rechtsplegingsvergoeding van 1.440 euro. Aldus gevonnist en uitgesproken in openbare terechtzitting van de vijfde kamer, op 01 FEBRUARI 2018, alwaar aanwezig waren: Mevrouw A. POElMANS, rechter, De Heer R. JUVYNS, griffier. R.JU