PLASTISCHE CHIRURGIE. Huidtransplantatie BEHANDELING



Vergelijkbare documenten
Hand- en polsoperaties

Correctie van afstaande oren

CHIRURGIE. Schildklieroperatie BEHANDELING

Verwijdering blaastumor via de plasbuis

St. Antonius Ziekenhuis

Laparoscopische verwijdering van de nier (kijkoperatie)

PLASTISCHE CHIRURGIE. Borstreconstructie BEHANDELING

PLASTISCHE CHIRURGIE. De ziekte van Dupuytren

CHIRURGIE. Haarnestcyste BEHANDELING

PLASTISCHE CHIRURGIE. Onderooglidcorrectie BEHANDELING

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

PLASTISCHE CHIRURGIE. Buikwandcorrectie BEHANDELING

Laparoscopische verwijdering van de prostaat

CHIRURGIE. Liesbreukoperatie BEHANDELING

Amputatie van arm of been

Speekselklieroperatie

Borstverkleining en borstversteviging

Verwijdering van een deel van de nier via een kijkoperatie met de da Vinci-robot

Saunder s plastiek en Argonplasma

Standsafwijking van de grote teen

ST. ANTONIUS SPATADERCENTRUM. Spataderoperatie BEHANDELING

PLASTISCHE CHIRURGIE. Voorhoofdslift BEHANDELING

CHIRURGIE. Littekenbreuk

DERMATOLOGIE. Operatieve ingreep. op de poli Dermatologie BEHANDELING

EEG na slaapdeprivatie

INTERNE GENEESKUNDE. Dorstproef ONDERZOEK

Plaatsing van een stent

Behandeling van een hamerteen (dagopname)

PLASTISCHE CHIRURGIE. Neuscorrectie BEHANDELING

Borstreconstructie. Afdeling Plastische Chirurgie

Buikwandcorrectie. Afdeling Plastische Chirurgie

LONGGENEESKUNDE. Dagboek bloedneuzen

UROLOGIE. Bevriezen van een niertumor DRUKPROEF. Cryotherapie BEHANDELING

CHIRURGIE. Kloofje in de anus BEHANDELING

CHIRURGIE. Het verpleegkundig spreekuur Chirurgie

Onderzoek van de stembanden

Oorcorrectie bij kinderen Dagopname

ORTHOPEDIE. Cuffrepair BEHANDELING

Darmvoorbereiding met Kleanprep. Tijdens opname

Laserbehandeling van de luchtwegen

Operatie aan de elleboogzenuw

Liesbreukoperatie bij kinderen

Verwijderen van huidafwijkingen

Steenverwijdering uit de urineleider

Kijkoperatie van de dikke darm

CHIRURGIE/PLASTISCHE CHIRURGIE. Ganglion aan de pols

Behandeling (knie)gewricht met osmiumzuur

Niet ingedaalde balletjes

Oefeningen tijdens gebruik van de Achillotrain

Operatie voor borstkanker bij mannen

Chirurgie/Urologie. Circumcisie (besnijdenis) bij volwassenen

Verwijderen van huidafwijkingen

Argininetolerantietest bij kinderen

Behandeling met Iloprost (Ilomedine )

ANESTHESIOLOGIE. Bloedpatch. Na een ruggenprik BEHANDELING

Glucosetolerantietest bij kinderen

LONGGENEESKUNDE VATS BEHANDELING

VAATCHIRURGIE. Urokinasebehandeling BEHANDELING

TRH-test bij kinderen

Het plaatsen en verwijderen van een botanker

Behandeling kniegewricht met Yttrium

Scopische Neerplastiek

ACTH-test bij kinderen

Trommelvliesbuisje bij volwassenen

RADIOLOGIE. Angiografie. Röntgenonderzoek bloedvaten ONDERZOEK

Plastische chirurgie Borstreconstructie

Behandeling door de kaakchirurg

Operatie aan de voorhuid bij uw kind

Stabiliserende operatie van de schouder

Wat te doen na een neuscorrectie

UROLOGIE. JJ-katheter BEHANDELING

Behandeling met botulinetoxine A

Ingegroeide teennagel

Clonidinetolerantietest bij kinderen

Dagopname pijnbehandeling

PLASTISCHE CHIRURGIE. Bovenooglidcorrectie BEHANDELING

Naar huis met een wonddrain

CHIRURGIE. Haarnestcyste BEHANDELING

CHIRURGIE/PLASTISCHE CHIRURGIE. Haperende vinger BEHANDELING

Videocapsule-onderzoek

Mohs micrografische chirurgie bij huidkanker

Cardiologie. Pericardpunctie

Cryotherapie bij prostaatkanker

Telemetrie op de verpleegafdeling

Plastische Chirurgie. Een poliklinische ingreep

Percutane mitralisklep clipping

INTERNE GENEESKUNDE. Aderlating BEHANDELING

LHRH-test bij kinderen

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

PIJNBESTRIJDING. RF-discusbehandeling BEHANDELING

RF-blokkade van het ganglion sfenopalatinum

INTENSIVE CARE Nazorg Intensive Care

RADIOLOGIE. Punctie ONDERZOEK

Kijkoperatie in het enkelgewricht Artroscopie

Locale infiltratie met corticosteroïden

PIJNBESTRIJDING. Proefblokkade BEHANDELING

NUCLEAIRE GENEESKUNDE. Renografie ONDERZOEK

CHIRURGIE. Navelbreuk BEHANDELING

Huidtransplantaat Split Skin Graft (SSG)

Transcriptie:

PLASTISCHE CHIRURGIE Huidtransplantatie BEHANDELING

Huidtransplantatie Deze folder geeft u algemene informatie over een huidtransplantatie. Van uw (plastisch) chirurg hebt u hierover specifieke informatie gekregen. Ook leest u hoe de opnameperiode in het ziekenhuis globaal zal verlopen. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie kan de gang van zaken enigszins anders zijn. Wij raden u aan deze informatie nog eens rustig na te lezen. De huidtransplantatie Een huidtransplantatie wordt toegepast bij weefseldefecten (wonden) die niet meer te sluiten zijn met hechtingen. Een weefseldefect kan onder andere ontstaan door een trauma of na het wegnemen van een tumor. Een huidtransplantatie wordt ook wel een thiersch-plastiek of een split-skin graft genoemd. De operatie Tijdens de operatie snijdt de plastisch chirurg met een soort kaasschaaf een dun laagje van de huid (het transplantaat). Over het algemeen wordt hiervoor huid van het bovenbeen gebruikt. Er ontstaat een schaafwond, die spontaan zal genezen. Deze schaafwond wordt de donorplaats genoemd. De schaafwond wordt met een plastic folie afgedekt. Het huidtransplantaat gaat door een soort molen waardoor het een honingraatstructuur krijgt. Hierdoor wordt het oppervlak van het transplantaat sterk vergroot zodat een veel groter gebied met het huidtransplantaat bedekt kan worden (dit groeit later dicht). Ook kan wondvocht makkelijk afvloeien door de open structuur. De plastisch chirurg legt het huidtransplantaat nu op het weefseldefect en zet het met kleine nietjes vast, zodat het niet kan verschuiven. Daarna wordt een beschermend verband aangelegd. Mogelijke complicaties Na iedere operatie kunnen complicaties optreden, zoals een nabloeding, longontsteking, trombose of een wondinfectie. Deze complicaties komen zelden voor. Zij kunnen vrijwel altijd goed behandeld worden, al moet u daarvoor misschien enkele dagen langer in het ziekenhuis verblijven. 1

Opname in het ziekenhuis In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe de opname globaal verloopt. Voor meer informatie verwijzen wij u ook naar de folder Informatie rond uw operatie die u van de anesthesist hebt gekregen. Opname/operatiedag Op de dag dat u geopereerd wordt, mag u vanaf 24.00 uur niet meer eten. U mag nog wel helder vloeibare dranken gebruiken (water, thee met of zonder suiker, zwarte koffie met of zonder suiker, bouillon, appelsap, druivensap en limonadesiroop). Als u s ochtends geopereerd wordt moet u vanaf 06.00 uur s ochtends nuchter blijven. Is de operatie s middags, dan moet u vanaf 10.00 uur s ochtends nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf het genoemde tijdstip ook niet meer mag drinken. Ook roken raden wij af. U meldt zich op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis. Een ziekenhuismedewerker wijst u de weg naar de verpleegafdeling. Een afdelingsverpleegkundige heeft een opnamegesprek met u en informeert u over de gang van zaken rond de operatie en het verblijf op de afdeling. Eventuele vragen kunt u dan stellen. Ook krijgt u een folder met afdelingsinformatie en een bezoekerskaart. Voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige een injectie ter voorkoming van trombose (=stolling van het bloed). Deze injectie krijgt u vervolgens iedere avond totdat u zelf weer voldoende in beweging bent. Kort voor de operatie krijgt u een operatiepak aan. Hierna wordt u in uw bed naar de operatieafdeling gebracht door medewerkers van de patiëntenvervoersdienst. Daar stapt u over op een ander bed en wordt u naar de operatiekamer gereden. Van de anesthesist krijgt u een infuus (een dun plastic slangetje in uw bloedvat) waardoor de narcose, vocht en eventuele medicijnen worden toegediend. Na de operatie U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Wanneer u voldoende wakker bent en uw toestand stabiel is, halen afdelingsverpleegkundigen u op en brengen u weer terug naar uw kamer. Uw contactpersoon wordt dan opgebeld om te vertellen hoe uw toestand op dat moment is. De verpleegkundige komt regelmatig bij u kijken. Mocht u pijn hebben of misselijk zijn, vraag hier dan gerust iets tegen aan de verpleegkundige. U mag weer wat drinken, maar doe het voorzichtig aan in verband met mogelijke misselijkheid. Infuus, wond en mobiliteit Het infuus wordt over het algemeen de dag na de operatie na het ontbijt verwijderd. Het folie op de donorplaats blijft een aantal dagen zitten, zodat de wond zo steriel mogelijk blijft en kan genezen. Onder het folie kan zich wondvocht ophopen, dit is normaal. Zo nodig (bij lekkage van wondvocht) wordt er extra folie bijgeplakt. Het beschermend verband op de wond blijft ook een aantal dagen zitten om het huidtransplantaat de kans te geven zich te hechten. Om het huidtransplantaat goed te laten genezen is het belangrijk de eerste dagen rust te houden. De arts bespreekt met u hoelang u rust moet houden en wanneer het verband verwijderd wordt. 2

Nadat de arts de wond heeft uitgepakt, is zichtbaar in hoeverre het huidtransplantaat gehecht heeft. De arts bepreekt met u de verdere behandeling en opnameduur. Ontslag Voor uw ontslag uit het ziekenhuis vertellen de verpleegkundige en de arts u wat u de komende tijd kunt verwachten (met betrekking tot pijn, herstel), hoe u de wond kunt verzorgen en wat u wel en niet mag doen. Wilt u nog nadere informatie, vraag dit dan aan de arts. Het is verstandig om deze vragen van tevoren op te schrijven. De verpleegkundige verduidelijkt eventueel de adviezen van de plastisch chirurg. Ook wordt er dan een afspraak met u gemaakt voor de eerste poliklinische controle. Weer thuis Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van het werk dat u doet en de wondgenezing. De arts zal dit met u bespreken. De arts en de verpleegkundige hebben met u besproken welke verzorging de wond thuis nog nodig heeft. Zo nodig kan ook de wijkverpleegkundige hiervoor worden ingeschakeld. Van de verpleegkundige krijgt u een recept mee zodat u bij de apotheek het benodigde verband kunt halen. Zolang de littekens nog rood zijn mag u ze niet blootstellen aan ultraviolet licht (zon of zonnebank). U kunt de littekens eenvoudig beschermen met een sunblock (factor 20). Nog vragen Bij vragen kunt u terecht bij de poli Plastische Chirurgie. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zullen de verpleegkundigen en de arts ook steeds toelichten wat er gaat gebeuren. Zij zijn ook graag bereid al uw vragen te beantwoorden. Eenmaal thuis kunt u voor spoedgevallen, bijvoorbeeld als u denkt dat de wond ontstoken is, overdag direct contact opnemen via dit telefoonnummer van de poli. Tussen 16.30 en 08.30 uur en in het weekend kunt u terecht bij de Spoedeisende Hulp. U vindt alle contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder. 3

St. Antonius Ziekenhuis T 088-320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Plastische Chirurgie 088-320 24 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 4

Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis PCH 08/04-13