Voor de eredienst op Zondag 5 augustus 2018 om 10.00 uur in de PKN kerk aan de Mente te Schoonebeek THEMA VRAAG DOOR! Voorganger : ds. Aart van Houweling Ouderling van dienst: de heer Albert Rotmensen Diaken van dienst : mevrouw Renneke Engbers-Hans Organist : de heer Henk Oving Lector : mevrouw Anneke v.d.vrede-henstra
VOORBEREIDING Welkom en afkondigingen We gaan staan Stilte Groet Bemoediging: v.: Onze hulp is in de naam van de HEER. g.: Hemel en aarde heeft Hij gemaakt. v.: Altijd blijft Hij trouw. g.: Nooit laat Hij los. Aanvangslied ( tevens drempelgebed): 1008: 1 Bericht uit de samenleving
Gezongen gebed om ontferming en gloria: Lied 299j en 150 299j:2 om een wereld zonder toekomst, om de macht die ons kleineert, roepen wij voor alle volken: Kyrieleis, ontferm U, Heer. 299j:3 Eer zij de God van de hemel, zijn Naam richt de geschiedenis. Eer aan de Koning der volken: Gloria in excelsis. 299j:4 Vrede bij mensen op aarde, waar zijn toekomst al begonnen is. Vrede bij kleinen en groten: Gloria in excelsis.
150:2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijk Hem! Citer, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen. RONDOM HET WOORD Met de kinderen
Gezongen gebed bij de opening van de Schrift: 695 ( na inleidend orgelspel) 695:2 Raak met uw adem mijn onrust tot ik de rust hervind. Al mijn wonden heelt Gij: Gij ziet in mij uw kind. 695:3 Wees ook de Geest die mij aanvuurt en al mijn twijfels bant. Als geroepen kom ik: mijn tijd is in uw hand. 695:4 Kom en doorstraal mijn dagen, Geest van God uitgegaan, die mijn ogen opent voor wie nu naast mij staan. 695:5 Heer, raak ons aan met uw adem, geef ons een vergezicht! Draag ons op uw vleugels, zegen ons met uw licht! Toelichting bij de Schriftlezingen. Woord vooraf bij de eerste lezing
Lezing van Gen. 17: 1 t/ m 5 Verbond tussen God en Abram 171Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven. 2Ik wil met jou een verbond aangaan en ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven. 3Abram boog zich diep neer en God sprak: 4 Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. 5Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Zingen: 105: 3 Wood vooraf bij de tweede lezing Lezing van Gen. 18: 16 t/ m 33 16Toen de mannen weer verdergingen, lieten ze hun blik op Sodom rusten. Abraham liep met hen mee om hun uitgeleide te doen. 17De HEER dacht: Waarom zou ik voor
Abraham geheimhouden wat ik van plan ben? 18Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als hij. 19Want ik heb hem uitgekozen, hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de weg te volgen die ik wijs, door rechtvaardig en goed te handelen. Alleen dan zal ik verwezenlijken wat ik Abraham heb toegezegd. 20Daarom zei de HEER: Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. 21Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten. 22Toen gingen de twee mannen weg, naar Sodom, terwijl Abraham bij de HEER bleef staan. 23Abraham ging dichter naar hem toe en vroeg: Wilt u dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? 24Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou u die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? 25Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt u toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen? 26De HEER antwoordde: Als ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken. 27Hierop zei Abraham: Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben: 28stel dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou u dan toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten? Nee, antwoordde hij, ik zal haar niet verwoesten als ik er vijfenveertig aantref. 29Opnieuw sprak Abraham hem aan: Stel dat het er maar veertig zijn. Dan zal ik het niet doen omwille van die veertig. 30Toen zei hij: Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan: stel dat het er maar dertig zijn. Ik zal het niet doen als ik er dertig aantref. 31Hierop zei hij: Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat het er maar twintig zijn. Dan zal ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig. 32Abraham zei: Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen:
stel dat het er maar tien zijn. Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien. 33Zodra de HEER zijn gesprek met Abraham had beëindigd, ging hij weg. En Abraham keerde terug naar de plaats waar hij woonde. Zingen: 105: 2 105:2 Vraag naar des Heren grote daden; zoek zijn nabijheid, zijn genade. Gedenk hoe Hij zijn oordeel velt, zijn wonderen ten teken stelt, volk dat op Abram u beroemt, met Jakobs nieuwe naam genoemd. Woord vooraf bij de derde lezing Lezing van Rom. 3: 21 t/m 24 Rechtvaardig voor God door het geloof in Jezus Christus 21Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: 22God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. 23Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; 24en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost.
Zingen: 966: 1, 2, 3 966:2 Geen mens kon ooit des Heren wet, der mensen maat vervullen; toen heeft de Zoon zich ingezet om God en onzentwille en kwam tot ons, een mens als wij, maar zonder zonde, waarlijk vrij, de mens van den beginne. 966:3 Om Hem rechtvaardigt nu de Heer het leven van ons allen. God is op ons niet toornig meer, maar ziet met welgevallen een volk, gedoopt in Christus doop, verenigd in geloof en hoop en liefde tot elkander. Overweging Meditatief orgelspel
Zingen: 221: 1 DIENST VAN DE GEBEDEN EN GAVEN Dankgebed, voorbeden, gelegenheid voor persoonlijk gebed in een moment van stilte, gezamenlijk Onze Vader. Bloemengroet Inzameling van de gaven Tijdens de collecte kunnen ouders hun kinderen ophalen bij de oppasdienst 1 e collecte bestemd voor eigen kerk 2 e collecte bestemd voor de diaconie
BESLUIT Slotlied: 885 885:2 Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt; kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Zending en zegen Na de dienst is er gelegenheid voor het drinken van een kop koffie