CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A-035

Vergelijkbare documenten
CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2012-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A-052

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A-034 Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A Rev. 2

CLASSIFICATIERAPPORT 2017-A-002

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A Rev. 4

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2017-A Rev. 1

CLASSIFICATIERAPPORT 2012-A Rev. 1

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

CLASSIFICATIERAPPORT 2014-A-033 Rev. 4

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A-035

CLASSIFICATIERAPPORT 2016-A Rev. 1

op basis van een analyse van beproevingsresultaten

S B 2015-A-028 CLASSIFICATIERAPPORT INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L. die leidt tot een welbepaald toepassingsdomein

S B TECHNISCH ADVIES 2014-A-013. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

S B TECHNISCH ADVI ES 2014-A-OO3. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DË SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

1392 S N. Pagina 1 van 7

S B. TECHNISCH ADVI ES 2010-A Rev. 2. op basis van een analyse van beproevingsresultaten INSTITUT DË SECURITE INCENDIE A.S.B.L.

ROCKFON System Mono Acoustic

ROCKFON. Albert RICOUR Account Manager. Brandveilige plafondoplossingen

Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN

Brandwerende Deuren. ir. Edwin Van Wesemael (ISIB) Brandwerende deuren EW/1

Uitbreiding van het toepassingsgebied van het Rockfon Sonar systeemplafond in vloerplafond constructies

Classificatie rapport nr:

Classificatie rapport voor daken/dakbedekkingen blootgesteld aan externe brand nr B. Onderhavig classificatie rapport bevat 5 bladzijden

Brandwerendheid van stalen ventilatiekanalen zonder brandkleppen voorzien van een steenwol bekleding type Conlit Ductrock

Plaatsingsrichtlijnen. ROCKFON System Mono Acoustic

Horizontale compartimentering Getest volgens EN of EN Classificatie volgens EN

Laboratorium voor Brandveiligheid. Classificatierapport

MG2-A U. Brandwerende opbouwmanchetten geschikt voor geventileerde afvoerleidingen. M4-A 12/2016

GZ60. Esthetisch brandwerend rooster tot 60 minuten in wanden, vloeren en deuren. G2-NL-D 03/2018

Plaatsingsrichtlijnen Mono Acoustic

3 Metal Stud-plafonds

CLASSIFICATIE, VOLGENS EN :2007+A1: 2009, VAN DE BRANDWERENDHEID VAN EEN WANDCONSTRUCTIE, OPGEBOUWD UIT VULCASTEEL 80 MM SANDWICHPANELEN

Permoxx Nederland B.V. Kadijkselaan CG BERGAMBACHT. Postbus CB RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Project nummer:

4 PlaGyp-plafonds. Afgehangen plafonds. Toepassing en voordelen

CLASSIFICATIE VAN DE BRANDWERENDHEID VOLGENS EN : 2007

Afdichtingstape. 3. Breng op één lijn 5 mm overlapping aan de voorkant. 1. Snij. 2. Meet rand + 10 mm en pel af. 4. Druk. 5. Draai tegel om. 6.

Rockfon B.V. Postbus KD ROERMOND

T24 - Zichtb. Stootvast Syst. Vlak Inleg Kl. 2A en 3A

Eisen met betrekking tot de brandwerendheid van vloerconstructies met zeer hoge akoestische eisen

MG2-A U. Brandwerende U/U opbouwmanchet geschikt voor kunststof leidingen.

24 & 30 november Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen

PD 68 P/55.1. Overzicht. Luchtgeluidisolatie D nt,a,k : -- db Contactgeluidsisolatie L nt,a : -- db Brandwerendheid: 20 minuten 1

Verdekt uitneembaar Systeem 600 x 600

GE120-XL. Groot rechthoekig doorkijkrooster G8-A 08/2016

Postbus AB GORINCHEM. Lange Kleiweg 5 Postbus BC RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Niet-dragende wand met Attema hollewanddozen

ELEKTROTECHNIEK 6. Brand aan de buitenkant van de kabelgoot, behoud van de elektrische functie gedurende 30 en 60 minuten

MG2-A XL. Brandwerende opbouwmanchetten voor grote diameters. M3-NL-B 09/2018

8 Rapporten en publicaties

Pagina's : 6 Tabellen : 1 Figuren : 11 Bijlagen : -

Overzicht. Brandwerende deuren. Rookwerende deuren. Productnorm CE-markering Samenvatting. Beproeving Klasseringen Bouwvoorschriften (basisnormen)

ATG 09/2287 Addendum 1

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails

3 Metal Stud-plafonds

Verdekt uitneembaar Systeem 900 x 900

vloerplaten P3 Vloerplaten

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen

Installatierichtlijnen. Rockfon Eclipse.

ISOCAB Treurnietstraat 10 B-8531 HARELBEKE (Bavikhove) België

Eigenaar van het classificatierapport SQR Products Nijverheidsstraat AJ Uden Nederland

GEWAPEND BETONSTAAL GELASTE WAPENINGSNETTEN

Wand-, plafondpanelen

Brandveilig afdichten van doorvoeringen in brandwerende wanden

Gyproc brandwerende systemen. volgens de nieuwe Europese brandnormen

16. Staalstructuur en beplating

CLASSIFICATIE VAN DE BRANDWERENDHEID VOLGENS EN :2007+A1:2009 VAN EEN MULTIGIPS GIPSBLOKWAND 70 MM

5 Vertebra-plafonds. Gebogen plafonds. Toepassing en voordelen. Opbouw frame

Bijzonder bestek STABILITEIT

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

Part of the ROCKWOOL Group. Z-edge. Geef een akoestisch plafond richting met de strakke lijnen van een paneel met een Z-edge

GYPTONE D2 SYSTEEM MONTAGEHANDLEIDING. Zeker. BRANDVEILIGHEID Brandklasse A2-s1, d0.

5. Producteigenschappen

GEWAPEND BETONSTAAL TOT VLAKKE PANELEN SAMENGSTELDE WAPENINGEN

Infosessie brand: Brandwerende deuren

Rockfon System Olympia Plus A Impact 1A

Brandweer Haarlemmermeer T.a.v. dhr. G. van Ommeren Postbus AA HOOFDDORP 2130AA41. Geachte heer Van Ommeren,

Olympia Plus Sportplafond Impactklasse 1A

T24 - Zichtb. Stootvast Syst. Vlak Inleg Kl. 2A en 3A

T15 - Zichtbaar Systeem Vlak Inleg

Classificatie van de brandwerendheid volgens EN :2007+A1:2009 van lineaire voegen afgedicht met Würth Purplus Fireblock brandwerend PU schuim

Installatierichtlijnen. ROCKFON System Eclipse

Geef een akoestisch plafond richting met de strakke lijnen van een paneel met een Z-edge. Z-edge

PD 65 P/55.1 (stuc) Overzicht. Luchtgeluidisolatie D nt,a,k : -- db Contactgeluidsisolatie L nt,a : -- db Brandwerendheid: -- minuten 1

Gz60. Esthetisch brandwerend rooster

Naam: THEBA UNISYSTEMEN B.V. Adres: Populierenlaan 80 tel Postcode: 1911 BM fax Plaats: Uitgeest

T24 - Zichtbaar Systeem Vlak Inleg

Permanente brandlast als onderdeel van de maatgevende brandbelasting conform Bijlage 6 van de basisnormen

MG2-A. Brandwerende opbouwmanchetten. M2-NL-B 09/2018

Olympia Plus Sportplafond montagehandleiding

Laboratorium voor Brandveiligheid

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

Transcriptie:

INSTITUT DE SECURITE INCENDIE A.S.B.L. INSTITUUT VOOR BRANDVEILIGHEID V.Z.W. CLASSIFICATIERAPPORT 2015-A-035 met betrekking tot de brandwerendheid die leidt tot een welbepaald toepassingsgebied AANVRAGER ROCKFON ROCKWOOL BVBA Industrieterrein Den Hoek 3, Zone E Oud Sluisstraat 5 2110 WIJNEGEM ONDERWERP Evaluatie van de stabiliteit bij brand volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968) van een opgehangen ROCKFON Mono Acoustic plafond en de brandweerstand volgens de Europese norm EN 13501-2:2016 van een vloer/plafondconstructie. Dit document werd opgesteld in het kader van een analyse van beproevingsresultaten zoals beschreven in 2.1-2 -a) 4) van het KB van 13/06/2007. rue Belvaux 87 (1er étage) Ottergemsesteenweg-Zuid 711 B - 4030 LIEGE B - 9000 GENT Tél. 04 340 42 70 Tel. 09 240 10 80 Fax: 04 340 42 79 www.isibfire.be Fax: 09 240 10 85 Siège social / Sociale zetel: rue Belvaux 87 (1er étage) - 4030 Liège RPR/RPM Luik / Liège BTW/TVA BE 0434.019.867 BNP Paribas Fortis Liège / Luik BE86 2400 0158 5750 BIC GEBABEBB

2015-A-035 2 1. BEPROEVINGSVERSLAGEN 1.1. Rapporten Naam van het laboratorium Nummer van het beproevingsverslag Datum van het beproevingsverslag Eigenaar van het beproevingsverslag Beproevingsnorm Efectis Nederland BV 2006-Efectis-R0604 oktober 2006 Rockfon BV EN 1363-1:1999 EN 1365-2:1999 WFRGENT nv 16915A 25/03/2015 16915B 17454A Revision 1 03/02/2016 17454B 03/02/2016 Rockwool NV/ Rockfon ROCKFON ROCKWOOL BVBA NBN 713.020 (1968) EN 1363-1:1999 EN 1365-2:2014 EN 1363-1:2012 EN 13381-1:2014 EN 1363-1:2012 EN 1365-2:2014 1.2. Beschrijving van de geteste elementen Beproevingsverslag nr. 2006-Efectis-R0604 geeft de beschrijving en de resultaten van een brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:1999 en EN 1365-2:1999 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerdallen (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en beschermd langs de onderzijde door middel van een opgehangen plafond (afmetingen: ca. 4000 x 3200 mm). Het opgehangen plafond werd opgebouwd uit een metalen raamwerk (C-profielen; asafstand hoofddraagprofielen: 1200 mm; asafstand dwarsprofielen: 900 mm; asafstand ophanging: 1200 mm) en ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (dikte: 30 mm; afmetingen: 1200 x 900 mm; volumemassa: ca. 114 kg/m³), afgewerkt met twee lagen Mono Acoustic spuitpleister (oppervlaktegewicht per laag: ca. 0,5 kg/m²). Tijdens de proef werd een uniforme belasting van ongeveer 2,25 kn/m op elke stalen ligger aangebracht. Beproevingsverslag nr. 16915A geeft de beschrijving en de resultaten van een oriënterende brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968) op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerdallen (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en beschermd langs de onderzijde door middel van een opgehangen plafond (afmetingen: ca. 6000 x 3000 mm). Het opgehangen plafond werd opgebouwd uit een metalen raamwerk van het type Chicago Metallic Monolithic (asafstand hoofddraagprofielen: 1200 mm; asafstand dwarsprofielen: 600 mm; asafstand ophanging: 1200 mm) en ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (dikte: 40 mm; afmetingen: 1200 x 1200 mm; volumemassa: ca. 145 kg/m³), afgewerkt met twee lagen Mono Acoustic Ready-Mix spuitpleister. Het opgehangen plafond werd ook voorzien van een toezichtsluik (afmetingen: 600 x 600 mm; gewicht: ca. 2,1 kg) in een aluminium kader en een lichtarmatuur (afmetingen: 600 x 650 mm; gewicht: ca. 2,8 kg). Tijdens de proef werd een belasting aangebracht op het testelement, zodat een buigmoment van 60 % van het maximale buigmoment in de stalen draagbalken bij omgevingsvoorwaarden werd gerealiseerd.

2015-A-035 3 Beproevingsverslag nr. 16915B geeft de beschrijving en de resultaten van een brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:1999 en EN 1365-2:2014 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerdallen (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en beschermd langs de onderzijde door middel van een opgehangen plafond, opgebouwd zoals beschreven in beproevingsverslag nr. 16915A. Beproevingsverslag nr. 17454A Revisie 1 geeft de beschrijving en de resultaten van een oriënterende brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:2012 en EN 13381-1:2014 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerdallen (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en beschermd langs de onderzijde door middel van een opgehangen plafond (afmetingen: ca. 4000 x 3000 mm). Het opgehangen plafond werd opgebouwd uit een metalen raamwerk van het type Chicage Metallic Monolithic (asafstand hoofddraagprofielen: 1200 mm; asafstand dwarsprofielen: 600 mm; asafstand ophanging: 1200 mm) en ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (dikte: 40 mm; afmetingen: 1200 x 1800 mm; volumemassa: ca. 128 kg/m³), afgewerkt met twee lagen Mono Acoustic Ready-Mix spuitpleister. Het opgehangen plafond werd ook voorzien van een toezichtsluik (afmetingen: 600 x 600 mm; gewicht: ca. 7,0 kg) in een stalen kader en een lichtarmatuur (afmetingen: 250 x 250 mm; gewicht: ca. 0,81 kg). Tijdens de proef werd een belasting aangebracht op het testelement, zodat een buigmoment van 60 % van het maximale buigmoment in de stalen draagbalken bij omgevingsvoorwaarden werd gerealiseerd. Beproevingsverslag nr. 17454B geeft de beschrijving en de resultaten van een brandweerstandsproef uitgevoerd volgens de Europese normen EN 1363-1:2012 en EN 1365-2:2014 op een belaste vloer, opgebouwd uit cellenbetonnen vloerdallen (dikte: 150 mm) opgelegd op stalen IPE 140 liggers en beschermd langs de onderzijde door middel van een opgehangen plafond, opgebouwd zoals beschreven in beproevingsverslag nr. 17454A Revisie 1.

2015-A-035 4 2. RESULTATEN De resultaten bekomen tijdens de bovenstaande proeven worden weergegeven in onderstaande tabel: Beproevingsverslag nr. 2006-Efectis-R0604 16915 17454 Afmetingen plafondpanelen 1200 x 900 mm 1200 x 1200 mm 1200 x 1800 mm Dikte plafondpanelen 30 mm 40 mm 40 mm Volumemassa plafondpanelen ca. 114 kg/m³ ca. 145 kg/m³ ca. 128 kg/m³ Oppervlaktegewicht plafondpanelen ca. 3,4 kg/m² ca. 5,8 kg/m² ca. 5,1 kg/m² Type metalen raamwerk C60/27 Chicago Metallic Monolithic Chicago Metallic Monolithic Asafstand hoofddraagprofielen 1200 mm 1200 mm 1200 mm Asafstand dwarsprofielen 900 mm 600 mm 600 mm Karakteristieke temperatuur in het plenum na 30 minuten Karakteristieke temperatuur in het plenum na 60 minuten Criteria ca. 220 C ca. 500 C ca. 240 C ca. 390 C - ca. 380 C Tijd in minuten Opgehangen plafond (volgens de criteria van de referentiedocumenten beschreven in 3) Vallen van het 1 e plafondelement 63 37 8 (1) 14 (2) 37 Stabiliteit van het plafond CONFORM CONFORM CONFORM Vloer/plafondconstructie (volgens de criteria van de Europese norm EN 13501-2:2016) Thermische isolatie (I) 64 37 68 Vlamdichtheid (E) 64 37 68 Stabiliteit (R) 64 37 68 Duur van de proef 64 37 68 (1) (2) Vallen van het toezichtsluik in een aluminium kader Vallen van het lichtarmatuur (afmetingen: 250 x 250 mm) - De afmetingen (en het oppervlaktegewicht) van de stukken die vallen zijn kleiner dan de afmetingen (en het oppervlaktegewicht) toegelaten volgens paragraaf 4 van het document 1392 SN Stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds, goedgekeurd door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing tijdens hun vergadering op 15 september 2011.

2015-A-035 5 3. REFERENTIEDOCUMENTEN NBN 713.020 (uitgave 1968). Document 1392 SN Stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds, goedgekeurd door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing tijdens hun vergadering op 15 september 2011. Dit document interpreteert de specifieke beoordelingscriteria voor de stabiliteit bij brand van verlaagde plafonds waar deze voor interpretatie vatbaar zijn in de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968). 4. TOEPASSINGSDOMEIN 4.1. Stabiliteit bij brand van een opgehangen plafond Op basis van de resultaten vermeld in 2 en de referentiedocumenten beschreven in 3, zijn wij van oordeel dat de stabiliteit bij brand van een opgehangen plafond, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan 30 minuten zal bedragen volgens de Belgische norm NBN 713.020 (uitgave 1968). 4.1.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder één van volgende vloeren, opgelegd op de draagbalken vermeld in onderstaande tabel, indien van toepassing. De hoogte van het plenum, d.w.z. de afstand tussen de onderzijde van de vloer en de bovenzijde van de plafondtegels, bedraagt minimum 420 mm. Type draagbalken Type vloer Cellenbeton Grindbeton Staal/beton composiet Hout Grindbeton X X X* - Warm gewalst staal X X X* - Koud gevormd staal X* X* X* - Hout - - - X* Geen draagbalken X X X* - * De toepassing van een rechthoekig lichtarmatuur beschreven in 4.1.2.4 of 4.1.3.4 is alleen toegelaten als de draagcapaciteit van de vloerconstructie niet minder dan R 30 bedraagt volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. Belangrijke opmerking: De stabiliteit bij brand geeft geen evaluatie van de brandweerstand van de vloer/plafondconstructie.

2015-A-035 6 4.1.2. Opgehangen plafond met een C60/27 metalen raamwerk 4.1.2.1. C60/27 metalen raamwerk randprofielen (stalen U-profiel; sectie: 12 x 30 x 30 mm; materiaaldikte: 0,6 mm), aangebracht langs de volledige omtrek van het plafond en om de max. 300 mm bevestigd aan een draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) door middel van stalen geribde nagels (min. 3,5 x 65 mm); een metalen raamwerk in één niveau met C-profielen, opgebouwd als volgt: hoofddraagprofielen (stalen C-profiel; sectie: 60 x 27 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; asafstand: max. 1200 mm), opgehangen zoals beschreven in 4.1.2.2. De afstand tussen de hoofddraagprofielen en de rand van het plafond bedraagt max. 300 mm. De uiteinden van de hoofddraagprofielen rusten op de randprofielen; dwarsprofielen (stalen C-profiel; sectie: 60 x 27 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; asafstand: max. 600 mm), dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht en bevestigd door middel van stalen kruisverbinders (materiaaldikte: 0,8 mm) voor C-profielen (sectie: 60 x 27 mm). De afstand tussen de dwarsprofielen en de rand van het plafond bedraagt max. 600 mm. De uiteinden van de dwarsprofielen rusten op de randprofielen. 4.1.2.2. Ophanging de hoofddraagprofielen beschreven in 4.1.2.1 worden om de max. 1200 mm opgehangen door middel van stalen noniushangers, opgebouwd uit een bovendeel (materiaaldikte: 1 mm) dat aan een onderdeel (materiaaldikte: 1 mm) bevestigd wordt door middel van twee borgpennen ( draad min. 2,5 mm). Het onderdeel van de noniushanger dient geschikt te zijn voor de toepassing van de hoofddraagprofielen beschreven in 4.1.2.1; de afstand tussen de plafondophangers en de rand van het plafond bedraagt max. 350 mm; de stabiliteit bij brand van de bevestiging van het opgehangen plafond aan de bovenliggende vloerconstructie dient minstens 30 minuten te bedragen.

2015-A-035 7 4.1.2.3. Plafondpanelen Plafondpanelen van het type ROCKFON Mono Acoustic (nominale afmetingen: 1200 x 1200 mm en 1200 x 1800 mm; dikte: 40 mm; volumemassa: ca. 145 kg/m³) worden aan het metalen raamwerk bevestigd zoals hieronder beschreven: de voegen tussen de plafondpanelen bevinden zich ter plaatse van het midden van de profielen van het metalen raamwerk. Zowel gealigneerde als verspringende voegen zijn toegelaten; de plafondpanelen worden bevestigd als volgt (zie ook Bijlage 1 en 2): door middel van stalen ROCKFON Mono kruisverbinders (materiaaldikte: 0,65 mm) en stalen schroeven (min. 3,5 x 55 mm) langs de randen van de panelen (asafstand langs de hoofddraagprofielen: max. 300 mm; asafstand langs de dwarsprofielen: max. 400 mm); door middel van stalen schroeven (min. 3,5 x 55 mm) en stalen sluitringen (min. 20 mm; materiaaldikte: 0,65 mm) aan elk dwarsprofiel (in het midden van de overspanning) in het midden van elk paneel en aan de randprofielen (asafstand: max. 300 mm) langs de omtrek van het plafond; de voegen tussen de plafondpanelen worden afgewerkt door middel van een ROCKFON Mono Acoustic R40/150 voegband en een ROCKFON Mono Acoustic TE Filler voegenvuller (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: ROCKFON Mono Acoustic Ready-Mixed Filler); een afwerkingslaag ROCKFON Mono Acoustic Ready-Mix spuitpleister (oppervlaktegewicht: ca. 1,2 kg/m²) wordt op de plafondpanelen aangebracht. 4.1.2.4. Lichtarmatuur Facultatief kan één van de onderstaande types lichtarmaturen in het opgehangen plafond ingebouwd worden zoals hieronder beschreven: ofwel een rechthoekig lichtarmatuur (afmetingen: max. 600 x 650 mm; materiaaldikte: 1 mm; hoogte: max. 100 mm; gewicht: max. 2,8 kg) op voorwaarde dat de draagcapaciteit van de vloerconstructie is zoals voorgeschreven in 4.1.1: twee profielen (stalen C-profiel; sectie: 60 x 27 mm; materiaaldikte: 0,6 mm) worden dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht en bevestigd door middel van stalen kruisverbinders (materiaaldikte: 0,8 mm) voor C-profielen (sectie: 60 x 27 mm); het lichtarmatuur wordt aan de bovenstaande profielen bevestigd door middel van vier stalen schroeven (min. 3,5 x 55 mm); het lichtarmatuur wordt afgedekt door middel van een afdekkap van het type ROCKFON SUSKAP (buitenafmetingen: max. 680 x 820 mm; buitenhoogte: max. 180 mm), opgebouwd uit rotswolpanelen (dikte: 30 mm; volumemassa: 110 kg/m³) en bekleed langs de binnenkant van de afdekkap met een glasvezelvlies en langs de buitenkant met een aluminiumfolie, dat op de plafondpanelen rust;

2015-A-035 8 twee bijkomende dwarsprofielen, beschreven in 4.1.2.1, worden naast de afdekkap aangebracht en bevestigd aan de hoofddraagprofielen met behulp van stalen kruisverbinders (materiaaldikte: 0,8 mm) voor C-profielen (sectie: 60 x 27 mm). De kruisverbinder wordt in het bijkomende dwarsprofiel geschoven en dwars op de hoofddraagprofielen gehaakt; ofwel een rond lichtarmatuur (max. 250 mm; hoogte: max. 120 mm; gewicht: max. 0,58 kg): twee profielen (stalen C-profiel; sectie: 60 x 27 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; lengte: 250 mm) worden naast de locatie van het lichtarmatuur aangebracht en zijn loodrecht op de dwarsprofielen van het metalen raamwerk georiënteerd. Deze profielen worden aan de plafondpanelen bevestigd door middel van één stalen schroef (min. 3,5 x 55 mm) en een stalen sluitring (min. 20 mm) per profiel; een lichtarmatuur wordt ingebouwd in het opgehangen plafond en op de plafondpanelen geklemd; het lichtarmatuur wordt afgedekt door middel van een afdekkap van het type ROCKFON Fire Box (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: ROCKFON SUSKAP; buitenafmetingen: max. 320 x 320 mm; buitenhoogte: max. 155 mm), opgebouwd uit rotswolpanelen (dikte: 35 mm; volumemassa: 110 kg/m³) en bekleed langs de binnenkant van de afdekkap met een glasvezelvlies en langs de buitenkant met een aluminiumfolie, dat op de plafondpanelen en de bovenvermelde profielen rust. 4.1.2.5. Toezichtsluik Facultatief kan een toezichtsluik van het type ROCKFON (nominale afmetingen: max. 600 x 600 mm; dikte: 40 mm; gewicht: max. 7,0 kg) in het opgehangen plafond ingebouwd worden zoals hieronder beschreven: voordat de ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen tegen het C60/27 metalen raamwerk aangebracht worden, wordt een inbouwopening in het metalen raamwerk voorbereid: de inbouwopening dient tussen twee hoofddraagprofielen aangebracht te worden, m.a.w. de hoofddraagprofielen mogen niet onderbroken worden. De inbouwopening is centraal tussen de hoofddraagprofielen en de plaatdragende profielen gepositioneerd; twee bijkomende C-profielen (stalen C-profiel; sectie: 60 x 27 mm; materiaaldikte: 0,6 mm; lengte: max. 1200 mm) worden naast de inbouwopening aangebracht, dwars tussen de hoofddraagprofielen en op hetzelfde niveau zoals de hoofddraagprofielen. De uiteinden van deze profielen worden bevestigd aan deze hoofddraagprofielen door middel van stalen kruisverbinders (materiaaldikte: 0,8 mm) voor C-profielen (sectie: 60 x 27 mm). De kruisverbinder wordt in het bijkomende dwarsprofiel geschoven en dwars op de hoofddraagprofielen gehaakt;

2015-A-035 9 nadat de ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen tegen het C60/27 metalen raamwerk aangebracht worden, wordt een opening (afmetingen: nominale afmetingen toezichtsluik) centraal gesneden in het plafondpaneel ter plaatse van de inbouwopening in het metalen raamwerk, centraal gepositioneerd ten opzichte van de inbouwopening; het vast buitenkader van het toezichtsluik, opgebouwd uit vier stalen L-profielen (sectie (breedte x hoogte): 30 x 40 mm; materiaaldikte: 2 mm), wordt bevestigd tegen de onderzijde van de bijkomende C-profielen ter plaatse van de inbouwopening door middel van drie stalen zelftappende schroeven (min. 4,7 x 15 mm; asafstand: max. 230 mm) per C-profiel; het uitneembaar binnenkader van het toezichtsluik (afmetingen: max. nominale afmetingen toezichtsluik 5 mm), opgebouwd uit vier stalen L-profielen (sectie (breedte x hoogte): 30 x 40 mm; materiaaldikte: 2 mm), wordt in het vast buitenkader aangebracht. Vier staalplaatjes (afmetingen: 35 x 14 mm; materiaaldikte: 2 mm) worden op het binnenkader gelast, zodat elke zijkant van het binnenkader dwars op de bijkomende T-profielen twee staalplaatjes heeft, en rusten op het buitenkader. Het binnenkader wordt voorzien van een ROCKFON Mono Acoustic plafondpaneel, bevestigd aan het binnenkader door middel van vier schroeven (min. 3,5 x 55 mm; asafstand: max. 130 mm) en sluitringen (min. 20 mm) per zijde; twee veiligheidskabels worden aan het vast buitenkader en het uitneembaar binnenkader van het toezichtsluik dwars op de bijkomende C-profielen bevestigd door middel van stalen zelftappende schroeven (min. 4,7 x 15 mm). 4.1.2.6. Accessoires boven het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires boven het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat de hieronder vermelde voorschriften worden gerespecteerd: de accessoires worden onafhankelijk van het opgehangen plafond geïnstalleerd, d.w.z. de accessoires maken geen deel uit van het opgehangen plafond; de stabiliteit bij brand van de accessoires en van de bevestiging van deze accessoires aan de bovenliggende constructie bedraagt minstens 30 minuten.

2015-A-035 10 4.1.3. Opgehangen plafond met een Chicago Metallic Monolithic metalen raamwerk 4.1.3.1. Chicago Metallic Monolithic metalen raamwerk randprofielen van het type 5110-69 (stalen U-profiel; sectie: 30 x 40 x 30 mm; materiaaldikte: 0,5 mm), aangebracht langs de volledige omtrek van het plafond en om de max. 300 mm bevestigd aan een draagconstructie uit steenachtig materiaal (vb. beton, cellenbeton, metselwerk ) door middel van stalen spanhulzen (min. 6 x 30 mm); een metalen raamwerk in één niveau van het type Chicago Metallic Monolithic, opgebouwd als volgt: hoofddraagprofielen van het type 5660-20-69 (stalen T-profiel; sectie: 35 x 38 mm; materiaaldikte: 0,5 mm; asafstand: max. 1200 mm), voorzien van een firebreak en opgehangen zoals beschreven in 4.1.3.2. De afstand tussen de hoofddraagprofielen en de rand van het plafond bedraagt max. 300 mm. De uiteinden van de hoofddraagprofielen rusten op de randprofielen; dwarsprofielen van het type 5234-30-69 (stalen Ω-profiel; sectie: 13 x 24 x 38 x 24 x 13 mm; materiaaldikte: 0,5 mm; asafstand: max. 600 mm), dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht en in de voorziene openingen in de hoofddraagprofielen geklikt. De afstand tussen de dwarsprofielen en de rand van het plafond bedraagt max. 600 mm. De uiteinden van de dwarsprofielen rusten in de randprofielen en worden bevestigd tegen deze profielen door middel van een stalen veer van het type Chicago Metallic (materiaaldikte: 0,5 mm; breedte: 16 mm). 4.1.3.2. Ophanging de hoofddraagprofielen, beschreven in 4.1.3.1, worden om de max. 1200 mm opgehangen door middel van stalen noniushangers van het merk Chicago Metallic, opgebouwd uit een bovendeel van het type 10201 of 10202 dat aan een onderdeel van het type 10230 bevestigd wordt door middel van twee borgpennen van het type 10228 ( draad 2,5 mm); de afstand tussen de plafondophangers en de rand van het plafond bedraagt max. 350 mm; de stabiliteit bij brand van de bevestiging van het opgehangen plafond aan de bovenliggende vloerconstructie dient minstens 30 minuten te bedragen.

2015-A-035 11 4.1.3.3. Plafondpanelen Plafondpanelen van het type ROCKFON Mono Acoustic (nominale afmetingen: 1200 x 1200 mm en 1200 x 1800 mm; dikte: 40 mm; volumemassa: ca. 145 kg/m³) worden aan het metalen raamwerk bevestigd zoals hieronder beschreven: de voegen tussen de plafondpanelen bevinden zich ter plaatse van het midden van de profielen van het metalen raamwerk. Zowel gealigneerde als verspringende voegen zijn toegelaten; de plafondpanelen worden bevestigd als volgt (zie ook Bijlage 1 en 2): door middel van stalen ROCKFON Mono kruisverbinders (materiaaldikte: 0,65 mm) en stalen schroeven (min. 3,5 x 55 mm) langs de randen van de panelen (asafstand langs de hoofddraagprofielen: max. 300 mm; asafstand langs de dwarsprofielen: max. 400 mm); door middel van stalen schroeven (min. 3,5 x 55 mm) en stalen sluitringen (min. 20 mm; materiaaldikte: 0,65 mm) aan elk dwarsprofiel (in het midden van de overspanning) in het midden van elk paneel en aan de randprofielen (asafstand: max. 300 mm) langs de omtrek van het plafond; de voegen tussen de plafondpanelen worden afgewerkt door middel van een ROCKFON Mono Acoustic R40/150 voegband en een ROCKFON Mono Acoustic TE Filler voegenvuller (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: ROCKFON Mono Acoustic Ready-Mixed Filler); een afwerkingslaag ROCKFON Mono Acoustic Ready-Mix spuitpleister (oppervlaktegewicht: ca. 1,2 kg/m²) wordt op de plafondpanelen aangebracht. 4.1.3.4. Lichtarmatuur Facultatief kan één van de onderstaande types lichtarmaturen in het opgehangen plafond ingebouwd worden zoals hieronder beschreven: ofwel een rechthoekig lichtarmatuur (afmetingen: max. 600 x 650 mm; materiaaldikte: 1 mm; hoogte: max. 100 mm; gewicht: max. 2,8 kg) op voorwaarde dat de draagcapaciteit van de vloerconstructie is zoals voorgeschreven in 4.1.1: twee bevestigingsprofielen van het type 5110-69 (stalen U-profiel; sectie: 30 x 40 x 30 mm; materiaaldikte: 0,5 mm) worden dwars tussen de hoofddraagprofielen aangebracht. De uiteinden van deze profielen rusten op de hooddraagprofielen en zijn aan deze hoofddraagprofielen bevestigd door middel van zelftappende schroeven; het lichtarmatuur wordt aan de bovenstaande bevestigingsprofielen bevestigd door middel van vier schroeven (min. 3,5 x 55 mm); het lichtarmatuur wordt afgedekt door middel van een afdekkap van het type ROCKFON SUSKAP (buitenafmetingen: max. 680 x 820 mm; buitenhoogte: max. 180 mm), opgebouwd uit rotswolpanelen (dikte: 30 mm; volumemassa: 110 kg/m³) en bekleed langs de binnenkant van de afdekkap met een glasvezelvlies en langs de buitenkant met een aluminiumfolie, dat op de plafondpanelen rust;

2015-A-035 12 twee bijkomende Ω-dwarsprofielen van het type 5234-30-69, beschreven in 4.1.3.1, worden naast de afdekkap aangebracht en in de voorziene openingen in de hoofddraagprofielen geklikt; ofwel een rond lichtarmatuur (max. 250 mm; hoogte: max. 120 mm; gewicht: max. 0,58 kg): twee profielen van het type 5110-69 (stalen U-profiel; sectie: 30 x 40 x 30 mm; materiaaldikte: 0,5 mm; lengte: 250 mm) wordt naast de locatie van het lichtarmatuur aangebracht en is loodrecht op de dwarsprofielen van het metalen raamwerk georiënteerd. Deze profielen worden aan de plafondpanelen bevestigd door middel van één stalen schroef (min. 3,5 x 55 mm) en een stalen sluitring (min. 20 mm) per profiel; een lichtarmatuur wordt ingebouwd in het opgehangen plafond en op de plafondpanelen geklemd; het lichtarmatuur wordt afgedekt door middel van een afdekkap van het type ROCKFON Fire Box (huidige commerciële benaming volgens uw verklaringen: ROCKFON SUSKAP; buitenafmetingen: max. 320 x 320 mm; buitenhoogte: max. 155 mm), opgebouwd uit rotswolpanelen (dikte: 35 mm; volumemassa: 110 kg/m³) en bekleed langs de binnenkant van de afdekkap met een glasvezelvlies en langs de buitenkant met een aluminiumfolie, dat op de plafondpanelen en de bovenvermelde profielen rust. 4.1.3.5. Toezichtsluik Facultatief kan een toezichtsluik van het type ROCKFON (nominale afmetingen: max. 600 x 600 mm; dikte: 40 mm; gewicht: max. 7,0 kg) in het opgehangen plafond ingebouwd worden zoals hieronder beschreven: voordat de ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen tegen het Chicago Metallic Monolithic metalen raamwerk aangebracht worden, wordt een inbouwopening in het metalen raamwerk voorbereid: de inbouwopening dient tussen twee hoofddraagprofielen te worden aangebracht, m.a.w. de hoofddraagprofielen mogen niet onderbroken worden. De inbouwopening is centraal tussen de hoofddraagprofielen en de plaatdragende profielen gepositioneerd; twee bijkomende profielen van het type 5660-20-69 (stalen T-profiel; sectie: 35 x 38 mm; materiaaldikte: 0,5 mm; lengte: max. 1200 mm) worden dwars tussen de hoofddraagprofielen die grenzen aan de inbouwopening aangebracht. De uiteinden van deze profielen rusten op de hoofddraagprofielen en worden bevestigd aan deze hoofddraagprofielen door middel van zelftappende schroeven; nadat de ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen tegen het Chicago Metallic Monolithic metalen raamwerk aangebracht worden, wordt een opening (afmetingen: nominale afmetingen toezichtsluik) centraal gesneden in het plafondpaneel ter plaatse van de inbouwopening in het metalen raamwerk, centraal gepositioneerd ten opzichte van de inbouwopening;

2015-A-035 13 het vast buitenkader van het toezichtsluik, opgebouwd uit vier stalen L-profielen (sectie (breedte x hoogte): 30 x 40 mm; materiaaldikte: 2 mm), wordt bevestigd tegen de onderzijde van de bijkomende T-profielen ter plaatse van de inbouwopening door middel van drie stalen zelftappende schroeven (min. 4,7 x 15 mm; asafstand: max. 230 mm) per T-profiel; het uitneembaar binnenkader van het toezichtsluik (afmetingen: max. nominale afmetingen toezichtsluik 5 mm), opgebouwd uit vier stalen L-profielen (sectie (breedte x hoogte): 30 x 40 mm; materiaaldikte: 2 mm), wordt in het vast buitenkader aangebracht. Vier staalplaatjes (afmetingen: 35 x 14 mm; materiaaldikte: 2 mm) worden op het binnenkader gelast, zodat elke zijkant van het binnenkader dwars op de bijkomende T-profielen twee staalplaatjes heeft, en rusten op het buitenkader. Het binnenkader wordt voorzien van een ROCKFON Mono Acoustic plafondpaneel beschreven in 0, bevestigd aan het binnenkader door middel van vier schroeven (min. 3,5 x 55 mm; asafstand: max. 130 mm) en sluitringen (min. 20 mm) per zijde; twee veiligheidskabels worden aan het vast buitenkader en het uitneembaar binnenkader van het toezichtsluik dwars op de bijkomende T-profielen bevestigd door middel van stalen zelftappende schroeven (min. 4,7 x 15 mm). 4.1.3.6. Accessoires boven het opgehangen plafond Het is mogelijk om accessoires boven het opgehangen plafond aan te brengen, op voorwaarde dat de hieronder vermelde voorschriften worden gerespecteerd: de accessoires worden onafhankelijk van het opgehangen plafond geïnstalleerd, d.w.z. de accessoires maken geen deel uit van het opgehangen plafond; de stabiliteit bij brand van de accessoires en van de bevestiging van deze accessoires aan de bovenliggende constructie bedraagt minstens 30 minuten.

2015-A-035 14 4.2. Brandweerstand van een vloer/plafondconstructie 4.2.1. Brandweerstand REI 30 Op basis van de bovenvermelde resultaten zijn we van oordeel dat de brandweerstand van een vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan REI 30 zal bedragen volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. 4.2.1.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder één van de volgende types vloeren, opgelegd op de draagbalken vermeld in onderstaande tabel, indien van toepassing. De hoogte van het plenum, d.w.z. de afstand tussen de onderzijde van de vloer en de bovenzijde van de plafondtegels, bedraagt minimum 420 mm. Type draagbalken Type vloer Cellenbeton 1 Grindbeton 2 Staal/beton composite 3 Hout 4 Grindbeton X X X* - Warm gewalst staal X X X* - Koud gevormd staal X* X* X* - Hout - - - X** Geen draagbalken X X X* - 1 dikte: min. 150 mm; volumemassa: min. 650 kg/m³ 2 dikte: min. 60 mm; volumemassa: min. 2300 kg/m³ 3 opgebouwd uit geprofileerde staalplaten (dikte: min. 0,75 mm) en beton (volumemassa: min. 2300 kg/m³; betondekking: min. 20 mm) met een dikte groter dan minimum 60 mm aan de bovenkant van de bovenste stalen golven 4 opgebouwd uit houtvezelplaten (dikte: min. 21 mm; volumemassa: min. 600 kg/m³; met tand en groef), dwars op de draagbalken bevestigd * De toepassing van een rechthoekig lichtarmatuur beschreven in 4.1.2.4 of 4.1.3.4, is alleen toegelaten als de draagcapaciteit van de vloerconstructie niet minder dan R 30 bedraagt volgens de Europese norm EN 13501-2:2016 ** De toepassing van een rechthoekig lichtarmatuur beschreven in 4.1.2.4 of 4.1.3.4, is niet toegelaten 4.2.1.2. Opgehangen plafond Het opgehangen ROCKFON Mono Acoustic plafond, opgebouwd zoals beschreven in 4.1.2 of in 4.1.3, wordt aangebracht onder een vloerconstructie, opgebouwd zoals beschreven in 4.2.1.1.

2015-A-035 15 4.2.2. Brandweerstand REI 60 Op basis van de bovenvermelde resultaten zijn we van oordeel dat de brandweerstand van een vloer/plafondconstructie, opgebouwd zoals hieronder beschreven, niet minder dan REI 60 zal bedragen volgens de Europese norm EN 13501-2:2016. 4.2.2.1. Vloerconstructie Het opgehangen plafond wordt aangebracht onder één van de volgende types vloeren, opgelegd op de draagbalken vermeld in onderstaande tabel, indien van toepassing. De hoogte van het plenum, d.w.z. de afstand tussen de onderzijde van de vloer en de bovenzijde van de plafondtegels, bedraagt minimum 420 mm. Type draagbalken Type vloer Cellenbeton 1 Grindbeton 2 Staal/beton composiet 3 Grindbeton X X X* Warm gewalst staal X* X* X* Geen draagbalken X X X* 1 dikte: min. 150 mm; volumemassa: min. 650 kg/m³ 2 dikte: min. 80 mm; volumemassa: min. 2300 kg/m³, betondekking : 20 mm 3 opgebouwd uit geprofileerde staalplaten (dikte: min. 0,75 mm) en beton (volumemassa: min. 2300 kg/m³; betondekking: min. 20 mm) met een dikte groter dan minimum 60 mm aan de bovenkant van de bovenste stalen golven * De toepassing van een rechthoekig lichtarmatuur, beschreven in 4.1.2.4 of 4.1.3.4, is niet toegelaten 4.2.2.2. Opgehangen plafond Het opgehangen ROCKFON Mono Acoustic plafond, opgebouwd zoals beschreven in 4.1.2 of in 4.1.3, wordt aangebracht onder een vloerconstructie, opgebouwd zoals beschreven in 4.2.2.1.

2015-A-035 16 5. VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN ONDERHAVIG ADVIES Onderhavig classificatierapport is enkel geldig voor zover de stabiliteit van de constructie, opgebouwd zoals beschreven in 4, gegarandeerd is bij omgevingsvoorwaarden volgens de geldende normen. Dit classificatierapport is enkel geldig voor zover de samenstelling van de plafondonderdelen identiek is aan deze van de producten getest tijdens bovenvermelde proeven. Onderhavig classificatierapport is uitsluitend geldig in samenhang met bovengenoemde beproevingsverslagen. Onderhavig classificatierapport kan niet worden gecombineerd met enig ander classificatierapport, tenzij uitdrukkelijk vermeld. Dit classificatierapport wordt uitgegeven op basis van de testgegevens en informatie overhandigd op het moment van de aanvraag door de aanvrager. Indien nadien tegenstrijdig bewijs beschikbaar wordt, zal het classificatierapport onvoorwaardelijk teruggetrokken worden en zal de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden. De geldigheid van onderhavig classificatierapport is beperkt tot 5 jaar na afleveringsdatum vermeld in onderhavig classificatierapport en kan na gunstig onderzoek verlengd worden. De aanvrager heeft het recht op het gebruik van bovenvermelde beproevingsverslagen en heeft eveneens bevestigd dat hij niet op de hoogte is van eender welke niet openbare informatie die de beoordeling in dit classificatierapport zou kunnen beïnvloeden en bijgevolg de bekomen conclusies. Indien de aanvrager naderhand op de hoogte wordt gesteld van dergelijke informatie, gaat deze akkoord om bovenvermeld classificatierapport en het gebruik voor gereglementeerde doeleinden - indien van toepassing - uit circulatie te halen. Dit document is een vertaling naar het Nederlands van classificatierapport 2015-A-035, oorspronkelijk uitgegeven in het Engels. In geval van twijfel geldt de originele versie in het Engels. Dit classificatierapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel voor publicitaire doeleinden worden gebruikt. Teksten, bestemd voor publiciteit en waarin dit technisch advies wordt vermeld, dienen voorafgaandelijk aan de goedkeuring van te worden onderworpen. Onderhavig classificatierapport bevat 16 bladzijden en 2 bijlagen. Datum: 29 november 2016 Uiterste geldigheidsdatum: 29 november 2021 OPGESTELD DOOR NAGEZIEN DOOR Signature 1 Signature 2 De authenticiteit van deze elektronische handtekeningen wordt verzekerd door Belgium Root CA. Bijlage 1: Bijlage 2: ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (afmetingen: 1200 x 1200 mm) ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (afmetingen: 1200 x 1800 mm)

2015-A-035 Bijlage 1 ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (afmetingen: 1200 x 1200 mm) Legende: 1. Randprofielen 2. Hoofddraagprofielen 3. Dwarsprofielen 4. Schroef en sluitring 5. ROCKFON Mono Kruisverbinder

2015-A-035 Bijlage 2 ROCKFON Mono Acoustic plafondpanelen (afmetingen: 1200 x 1800 mm) Legende: 1. Randprofielen 2. Hoofddraagprofielen 3. Dwarsprofielen 4. Schroef en sluitring 5. ROCKFON Mono Kruisverbinder