GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE Broedvogelinventarisatie 2018 A
Aantallen broedparen in de Friese weidevogelgebieden B Skrok Skrins Lionserpolder Filenspolder Hegewiersterfjild Totaal 2018 Totaal 2017 Totaal ha. 105 99 150 23 133 510 510 Baardmannetje 1 2 1 Bergeend 5 8 3 17 33 33 Blauwborst 4 4 5 Bontbekplevier 1 1 2 Bosrietzanger 2 1 2 2 Braamsluiper 1 1 1 Braamsluiper 1 1 0 Bruine kiekendief 1 1 2 3 Fuut 2 2 2 Gele kwikstaart 3 9 4 7 8 31 29 Grasmus 1 1 1 1 Graspieper 7 10 20 10 47 42 Grauwe gans 8 15 7 81 111 61 Grutto 76 165 96 56 67 460 384 Kievit 51 76 57 47 59 291 327 Kleine karekiet 6 2 4 12 26 Kleine plevier 1 2 8 11 17 Kluut 27 44 16 118 205 198 Kneu 2 2 4 Knobbelzwaan 1 1 1 Koekoek 2 2 0 Kokmeeuw 51 240 4 1355 1650 547 Krakeend 6 9 13 11 39 31 Krooneend 1 1 3 Kuifeend 3 18 18 4 13 56 56 Meerkoet 20 32 18 6 30 106 81 Nijlgans 1 3 1 1 6 12 8 Rietgors 3 5 4 2 7 21 18 Rietzanger 5 3 2 1 5 16 21 Scholekster 13 8 18 2 35 76 70 Slobeend 12 27 24 8 11 82 63 Spotvogel 2 2 1 Tafeleend 2 2 1 Tjiftjaf 1 1 0 Tureluur 32 67 56 16 54 225 200 Veldleeuwerik 2 9 28 1 40 31 Visdief 12 23 2 1 395 433 768 Waterhoen 2 1 3 5 Waterral 3 2 3 Wilde eend 9 12 6 1 13 41 63 Wintertaling 1 2 1 4 4 Witte kwikstaart 2 3 3 5 13 5 Zomertaling 1 4 3 1 6 15 5 Zwarte kraai 2 1 3 5 Totaal aantal soorten 31 26 27 15 36 43 45 Soort die op de Rode Lijst voorkomt (overzicht van soorten die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen).
Werken aan een rijk Fries weidevogellandschap Bloemrijk grasland in de Greidhoeke Dit voorjaar was het weer een leven van jewelste in de vijf Friese weidevogel gebieden van Natuurmonumenten. Weidevogels met hun kuikens in een historisch landschap vol bloemen en insecten. Heel wat fietsers en wandelaars hebben van dit schouwspel genoten. Ten opzichte van vorig jaar kan er worden geconstateerd dat de aantallen broedpaartjes van de meeste weidevogelsoorten in de gebieden gestegen zijn. Op 510 hectare broedden dit jaar 460 paar grutto, 225 paar tureluur, 291 paar kievit, 40 paar veldleeuwerik, 76 paar scholekster en honderden broedparen van andere vogel soorten. In de grafiek op pagina 8 staat de trend van de afgelopen jaren weergegeven. Verloop broedseizoen Het broedseizoen had dit jaar een wat vreemd verloop. Door de extreme kou in maart kwam de balts laat op gang. Veel eerste legsels zijn bovendien verloren 1
BANTPOLDER Ver ten noorden van de Greidhoeke en de Lytse Bouhoeke ligt nog een weide vogel gebied. In het uitgestrekte Nationaal Park Lauwersmeer beheert Natuur monumenten de Bantpolder, een weidevogelgebied van zo n 115 hectare. Dit seizoen broedden er 34 paar schol ekster, 47 paar kievit, 34 paar grutto en 35 paar tureluur. Opvallend is de dramatische achteruitgang van de schol ekster in de Bant polder; sinds 1992 is het aantal broedparen met 87,5% afgenomen! Ook opvallend, maar dan in positieve zin, waren de 17 broedpaartjes graspieper, een rode lijst soort die in Nederland als broedvogel sterk achteruitgegaan is maar het in de Bantpolder relatief goed doet. gegaan door predatie. Vanaf half april ging het beter. Vogels begonnen aan een tweede leg en deze eieren kwamen wél uit. Het aanhoudende mooie weer wat volgde gaf de kuikens volop gelegenheid om voedsel te zoeken. Dit in combinatie met een uitgekiend beheer wat er voor zorgde dat er op het juiste moment voldoende insecten beschikbaar waren, droeg flink bij aan het broedsucces. Opvallend Een soort die er in negatieve zin uitspringt is de kievit. Vooral van deze soort vielen de eieren in het voorjaar ten prooi aan predatoren. In het Hegewiersterfjild ging het verrassend beter dan in de overige gebieden, wat met de lange aanwezigheid van ganzen te maken kan hebben. Die Sloot met hoog waterpeil op Skrins 2
Bergeend, slobeend en krakeend in het Hegewiersterfjild ONDERZOEK Twee belangrijke factoren die van invloed zijn op het broedsucces van weidevogels zijn het aantal insecten tijdens de kuiken fase en de predatiedruk. Beide zijn dit jaar in opdracht van Natuurmonumenten onderzocht. In de Lionserpolder bij Jorwert werd onderzoek gedaan naar het aantal beschikbare insecten gedurende het broed seizoen. Gebleken is dat greppel plas-dras uiteindelijk de meeste insecten oplevert op het juiste moment, namelijk wanneer de kuikens uit de eieren komen. Op Skrins bij Easterlittens is door middel van camera- en DNA-onderzoek in kaart gebracht welke soorten predatoren de weidevogellegsels opeten. Dit onderzoek gaan we aankomend jaar voortzetten en de resultaten hopen we in het volgend jaarverslag te presenteren. 3
grazen het gras kort waar kievitkuikens van profiteren. Hoewel de veldleeuwerik het prima heeft gedaan in de Lionserpolder, lijkt de soort van Skrins te verdwijnen, terwijl het beheer in beide gebieden nagenoeg hetzelfde is. Dit is nog een raadsel. Opvallend dit jaar was tevens het hoge aantal broedpaartjes van de zomertaling, maar ook het aantal broedende visdiefjes in het Hegewiersterfjild. Gezamenlijke stappen Het Wereld Natuur Fonds schreef dit jaar in zijn Living Planet Report dat populaties wilde dieren de laatste vijftig jaar wereldwijd gemiddeld met 60 procent zijn afgenomen. In Nederland geldt dit voor weidevogels als de grutto, scholekster en veldleeuwerik en sinds de eeuw wisseling is ook bij de kievit, tureluur en gele kwikstaart een forse daling te zien. Samen met vrijwilligers en boeren lukt het Natuurmonumenten gelukkig nog steeds om in de Greidhoeke en de Lytse Bouhoeke het rijke Friese weidelandschap met de bijbehorende vogels te behouden. Maar op de lange termijn zijn de gebieden te klein en te kwetsbaar. De afgelopen jaren hebben we samen met buren, boeren en bestuurders goede stappen gezet richting een gezonde natuur én een gezonde landbouw waar vogels en mensen baat bij hebben. Hier hopen we ook de komende jaren mee door te gaan. INTERNATIONALE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE GRUTTO De grutto is een oer-hollandse weidevogel. Nergens in Europa broeden zoveel grutto s als in Nederland. Het lage broedsucces is echter de belangrijkste oorzaak van de drastische achteruitgang van deze soort. In de Friese weidevogelgebieden van Natuurmonumenten laten we zien dat het met goede samenwerking en beheermaat regelen wél kan. In tegen stelling tot veel andere plaatsen in Nederland blijft het aantal broedparen grutto hier stabiel. 4
Weidevogelbeheer Lionserpolder Het beheer van de Friese weidevogelgebieden van Natuurmonumenten is volledig afgestemd op weidevogels. Ze bestaan uit gevarieerde percelen die zijn omringd door sloten met een hoog waterpeil. De meeste zijn van grote cultuurhistorische waarde in een omgeving waar bijna alle andere graslanden gedraineerd en vlak zijn gemaakt door en voor de intensieve landbouw. Greppel plas-dras Kenmerkend zijn de greppels in de percelen, oorspronkelijk bestemd om water af te voeren maar tegenwoordig juist ook om in het voorjaar water vast te houden. Het vasthouden van water in de greppels heeft een grote waarde voor de vogels omdat daar veel voedsel te vinden is. Ook geven de natte greppels meer mozaïek aan de gebieden. De greppels drogen namelijk in de loop van het broedseizoen op, zodat er verschillende graslengtes in de percelen ontstaan. 5
Maaien In het vroege voorjaar worden enkele percelen licht bestrooid met ruige stalmest, wat vooral op de kievit een grote aantrekkingskracht heeft. Op sommige stukken lopen dan tevens koeien van de pachters die zorgen voor variatie in het gebied. Vanaf half juni mag er in principe weer worden gemaaid. Echter, zolang er nog alarmerende weidevogels opvliegen tijdens een controleronde, zijn er kuikens die nog niet kunnen vliegen. De gebieden worden daarom vanaf half juni geregeld gecontroleerd door de boswachters en vrijwilligers. Als er geen alarmerende vogels meer in de percelen worden gezien of gehoord is dit het sein voor de pachters dat er veilig gemaaid kan worden. Nest slobeend bij greppel plas-dras op Skrins Na de gras- en hooioogst komt het vee terug om er voor te zorgen dat de percelen zo kort mogelijk de winter in gaan. HET WEER TIJDENS HET BROEDSEIZOEN door Klaas Ybema Na een zachte winter viel eind februari de vorst in. Op 17 en 18 maart was het overdag maar 1 à 2 graden boven nul en vroor het s nachts bijna 5 graden. De laatste nacht met lichte vorst was 6 april, en vanaf de 7de liep het kwik al vaak op tot maxima van 14 tot 19 graden. Uitzonderlijk warm was het van 18 tot 23 april. April eindigde vrij koel en nat. In mei werd het opnieuw zomers warm en vanaf de 20ste werden dagelijks maxima van 24 tot 28 graden gemeten. De meimaand werd dan ook recordwarm en was bovendien zeer droog. Door een onweersbui op de 31ste werd een dag later 30 mm regen afgetapt op Skrins, maar daarna volgde weer een periode met droog weer. Van 25 juni tot 28 juli viel er geen druppel regen en dat was een unicum over minstens de laatste vijftig jaar. Op 15 juli begon een periode met zeer warm zomerweer die tot 8 augustus zou duren. Op 26 juli werd het daarbij recordwarm met 35,0 graden. 6
Zomertalingen op Skrok Bloem- en kruidenrijk grasland Predatie De meeste percelen in de weidevogelgebieden bestaan uit zogenaamde kamgrasweiden, een samenstelling van grassen en kruiden die vroeger heel gewoon was in het boerenland maar tegenwoordig zeldzaam is geworden. In mei kleuren deze graslanden rood, paars en geel van de veldzuring, boterbloemen, pinksterbloemen en paardenbloemen. Een aantal percelen zijn echter anders van samenstelling dan de kamgrasweiden doordat ze anders worden beheerd. Deze percelen worden niet bemest en beweid maar alleen gemaaid, wat de variatie in de gebieden ten goede komt. Predatie heeft invloed op het broedsucces. Natuurmonumenten richt weidevogelgebieden zo in dat rovers zo min mogelijk gelegenheid krijgen zich te vestigen. Dit valt echter niet altijd te voorkomen. Soorten waarvan het is toegestaan, zoals de vos, verwilderde kat en zwarte kraai, worden daarom ook actief bestreden. Vos met wilde eend 7
WEIDEVOGELS IN DE GEBIEDEN VAN NATUURMONUMENTEN VIER HOOFDSOORTEN AANTALLEN BROEDPAREN GRUTTO +20% 76 KIEVIT -11% TURELUUR +13% 291 510 hectare 460 SCHOLEKSTER +9% 225 8 ALARMTELLINGEN Tijdens een alarmtelling wordt het aantal alarmerende vogelpaartjes in een weidevogelgebied geteld. Aangenomen mag worden dat de alarmerende paartjes één of meerdere kuikens hebben. Wanneer de alarmtellingen worden vergeleken met het aantal getelde broedpaartjes in het gebied, kan worden vastgesteld hoe succesvol het broedseizoen is geweest. De tabel toont de resultaten van de alarmtellingen van de vier hoofdsoorten in de Friese weidevogelgebieden. GRUTTO KIEVIT TURELUUR SCHOLEKSTER
WEIDEVOGELTREND 2018 500 250 0 2004 2018 Kievitkuikens SKRINS SKROK HEGEWIERSTERFJILD 9 mei 22 mei 4 jun Broedparen 3 mei 22 mei 31 mei 13 jun Broedparen 4 mei 16 mei 25 mei 4 jun 32 36 101 165 0 59 32 12 76 0 9 31 39 26 37 23 76 7 26 15 6 51 13 27 25 30 1 27 58 67 0 32 15 11 32 0 4 32 36 1 1 1 8 0 7 10 5 13 0 0 5 C22
Grutto TEMPERATUUR NEERSLAG 20 80 70 15 60 50 10 40 30 5 20 10 0 Maart April Mei Juni Juli 2018 gemiddeld 2018 0 Maart April Mei Juni Juli gemiddeld Gemiddelde temperatuur te Schettens (K. Ybema) en neerslag te Skrins (KNMI) van maart t/m juli 2018, vergeleken met de normaalwaarde (gemiddelde over tijdvak 1981-2010). Metingen verricht in open veld. Broedparen LIONSERPOLDER FILENSPOLDER 3 mei 15 mei 24 mei 4 jun Broedparen 29 apr 13 mei 20 mei 3 jun Broedparen 67 1 37 61 107 96 0 2 18 21 56 59 8 15 24 23 57 1 17 29 32 47 54 0 2 31 51 56 0 1 1 7 16 35 0 1 2 6 18 0 0 0 1 1 D
DE GREIDHOEKE. CULTUURHISTORIE VAN EEN RIJK WEIDEVOGELGEBIED De Greidhoeke is een eeuwenoud cultuurlandschap tussen de vier steden Leeuwarden, Franeker, Bolsward en Sneek in Friesland. In de kern van de Greidhoeke liggen drie belangrijke weidevogelgebieden van Natuurmonumenten. Ieder jaar strijken daar grote aantallen weidevogels neer om te broeden in de kruidenrijke graslanden. Het nieuwe boek De Greidhoeke. Cultuurhistorie van een rijk weidevogelgebied vertelt over deze prachtige Friese streek waar natuur en cultuurhistorie hand in hand gaan en is sinds dit jaar te koop in de webshop van Natuurmonumenten. Hegewiersterfjild Harlingen Franeker Leeuwarden Lionserpolder Filenspolder Lytse Bouhoeke Bolsward Greidhoeke Skrins Skrok Sneek HEGEWIERSTERFJILD OP DE SCHOP Om het leefgebied voor wad- en weidevogels te vergroten, startte Natuurmonumenten begin 2015 met de uitbreiding en herinrichting van het Hegewiersterfjild, ten zuiden van Harlingen. In de afgelopen drie jaar werd er meer dan 200.000 kuub grond afgegraven, waardoor het gebied erg nat en dus ideaal voor zowel wad- als weidevogels werd om naar voedsel te zoeken en te broeden. Het resultaat hiervan is al zichtbaar; de afgelopen jaren wisten mooie aantallen kluten en visdiefjes, maar ook weidevogels als grutto, kievit, tureluur en scholekster het gebied te vinden. En we zijn nog niet klaar. Natuurmonumenten heeft het afgelopen jaar 4 hectare voormalige landbouwgrond aangekocht in het Hegewiersterfjild. Deze hopen we in de nabije toekomst samen met nog enkele andere percelen in het gebied ook geschikt te maken voor wad- en weidevogels.
Kluut Graspieper Scholekster Visdief Kievit Gele kwikstaart Kleine plevier Tureluur Kuifeend NATUURMONUMENTEN WIL ALLE VRIJWILLIGERS DIE BIJGEDRAGEN HEBBEN AAN DE TOTSTANDKOMING VAN DE INHOUD VAN DIT RAPPORT, HARTELIJK DANKEN VOOR HUN ONVERMOEIBARE INZET. Colofon Natuurmonumenten Beheereenheid Friese weiden en Wadden Skrok 11, 8734 HG Easterein www.natuurmonumenten.nl Volg onze facebookpagina: @Frieseweidevogels Easterein, december 2018 Foto s: Natuurmonumenten Foto cover: Kuiken en ei van de kluut Ontwerp: SjansenDesign bno Het is toegestaan de gegevens uit dit rapport over te nemen zonder toestemming van Natuurmonumenten