Madieke van het rode huis



Vergelijkbare documenten
Madieke van het rode huis

De gebroeders Leeuwenhart


Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

DE PRINS VAN DE RIVIER

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Lindgren-Bolderburen-bw(01) :54 Pagina 1 Wij uit Bolderburen

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

De bruiloft van Simson

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Adam en Eva eten van de boom

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Copyright Beertje Anders

Zwart = tekst van verhaal Rood = de vragen die de voorlezer tussendoor stelt Blauw = de antwoorden die de kinderen kunnen geven

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Kijk, de vogel zingt. Bente Jonker Moniek Peek. De Vier Windstreken. Jonker - Peek Kijk, de vogel zingt. Het verhaal van Jet en haar dove zusje

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Lees Zoek op Om over na te denken

Lezer: 2 Woeste Willem is een echte brombeer. Hij houdt niet van gezelschap. Iedereen die maar in de buurt van zijn huis komt, jaagt hij weg.

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Lieke. redt de dieren

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de superpony Emma en het paardenplan

Karlsson van het dak

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Bijbel voor Kinderen presenteert DE PRINS VAN DE RIVIER

Jezus maakt mensen gelukkig

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

l Wouter mag Floor niet slaan. l Wouter mag geen alcohol drinken (geen druppel!).

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen

Er vaart een boot op het grote meer

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.


TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Op reis naar Bethlehem

Miauw! Miauw!

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Kijk ook op:

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Het onze Vader. Naam:

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

7.5 Script en plaatjes post-test

Verhaal: Jozef en Maria

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Paultje. Vijf avonturen met. Eve Tharlet Brigitte Weninger. De Vier Windstreken


Heilig Jaar van Barmhartigheid

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Draak trekt haar zwempak aan. Lekker zwemmen, juicht ze. Muis aarzelt. Ga je niet mee? vraagt Draak. Ik wil wel, maar Draak begrijpt het opeens.

Marleen loopt met de tijd Mee. Tekeningen en tekst: Dick de Jong


Op en top Ellie en Nellie

Moeder worden, moeder zijn

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

Jouw avontuur met de Bijbel

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

GEVONDEN? STUUR MIJ EEN MAILTJE

2

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Transcriptie:

Madieke van het rode huis

Ook van Astrid Lindgren Lotta uit de Kabaalstraat Emiel van de Hazelhoeve De kinderen van Bolderburen Karlsson van het dak Ronja de roversdochter De gebroeders Leeuwenhart Mio, mijn Mio Pippi Langkous De bende van de Witte Roos Samen op het eiland Zeekraai

Astrid Lindgren Madieke van het rode huis vertaald door Rita Törnqvist-Verschuur met tekeningen van Annet Schaap Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Kijk ook op: www.ploegsma.nl www.astridlindgren.com Zevende, herziene druk 2015 ISBN 978 90 216 7428 5 / NUR 282 Titel oorspronkelijke uitgave: Madicken Verschenen bij: Rabén & Sjögren Bokförlag, Stockholm Tekst: Astrid Lindgren / Saltkråkan AB 1960 Illustraties: Annet Schaap 2001 Omslagontwerp: Steef Liefting Vormgeving: Studio Cursief, Irma Hornman Redactie: Dominique Riasko^ Copyright Nederlandse uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 1974 Copyright van deze uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 2015 Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij Ploegsma drukt haar boeken op papier met het FSC-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.

Inhoud Voorwoord 7 Een zomerdag op de Berkenheuvel 8 Rickard 24 Madieke en Liesbet maken thuis een schoolreisje 32 Een tamelijk leuke, droevige dag 48 Liesbet propt een erwtje in haar neus 67 Madieke wil kijken of ze helderziend is 84 Nu gaan sneeuw en stormen weer hun gang 104 Kerstmis op de Berkenheuvel 124 Jozef in de put 142 Verklarende woordenlijst 163

Voorwoord Het verhaal van Madieke en Liesbet speelt in de tijd van de Eerste Wereldoorlog in Zweden. In hun wereld bestonden nog geen tv s, mobieltjes of internet. Het huis werd verwarmd met een houtkachel in plaats van met centrale verwarming. En Madieke heeft alleen maar horen vertellen over vliegtuigen, maar ze heeft er zelf nog nooit een gezien. Kinderen gingen pas naar school als ze zeven jaar waren, en ze gingen ook op zaterdag naar school, net zoals de kinderen in Nederland in die tijd deden. Het was dus helemaal anders dan nu! 7

Een zomerdag op de Berkenheuvel In het grote, rode huis aan de rivier woont Madieke. Daar woont ze met haar vader en moeder en haar kleine zusje Elisabet en een zwarte poedel die Sasso heet en een poesje dat Soesje wordt genoemd. En met Alva. Madieke en Elisabet slapen in de kinderkamer, Alva in de dienstbodenkamer, Sasso in een mand in de hal en Soesje voor het fornuis in de keuken. Mama woont in bijna het hele huis, en papa ook, behalve wanneer hij bij de krant aan het schrijven is, zodat de mensen in de stad iets te lezen hebben. Madieke heet eigenlijk Margareta. Maar toen ze klein was, noemde ze zichzelf Madieke. En hoewel ze nu groot is en bijna zeven jaar, heet ze nog steeds zo. Alleen als ze iets stouts gedaan heeft en straf krijgt, wordt ze Margareta genoemd. Ze heet vrij vaak Margareta. Elisabet wordt Liesbet genoemd en krijgt haast nooit straf. Maar Madieke zit vol gekke invallen en begint pas na te denken als het al te laat is. Dan krijgt ze spijt en voelt ze zich verdrietig. Ze wil zo graag lief en gehoorzaam zijn en daarom is het zo jammer dat het soms niet lukt. Dat kind krijgt haar invallen net zo vlug als een varken knipoogt, zegt Linus-Ida, en dat is waar. Linus-Ida komt altijd op vrijdag wassen en schrobben. Vandaag is het vrijdag, en Madieke zit op het steigertje in de rivier toe te kijken hoe Linus-Ida de was aan het spoelen is. Madieke is blij, want ze heeft de zak van haar schort vol zoete, gele pruimen, waar ze er af en toe een van eet. En ze spettert met haar blote voeten in het water en zingt voor Linus-Ida: 8

ABCD, de kat die wou niet mee, de kat bleef thuis, piep zei de muis. EFGH, toen zei de kat hoera, daar is mijn vrind, die mij bemint. Dat liedje heeft Madieke bijna zelf gemaakt. Een deel komt uit een oud ABC-boek van mama en een ander deel uit een lied dat Alva altijd zingt als ze de afwas doet. Madieke vindt dat je dat liedje ook heel goed kunt zingen terwijl je de was aan het spoelen bent en pruimen zit te eten, maar dat vindt Linus-Ida niet. Bah, wat een verschrikkelijk lied, zegt ze. Ken je geen mooie liedjes, Madieke? Ik vind het een mooi liedje, zegt Madieke. Maar wat jij zingt is mooier. Ida, wil je alsjeblieft dat liedje zingen van de spoorweg van Jezus naar de hemel? Maar dat wil Linus-Ida niet terwijl ze de was aan het spoelen is, en dat is maar goed ook. Want ook al wil Madieke dat liedje over de spoorweg van Jezus naar de hemel graag horen, ze moet er telkens weer om huilen. Ze hoeft er alleen maar aan te denken, en dan wordt ze helemaal stil en gaan haar ogen glimmen. Het is een heel droevig liedje, het gaat over een meisje dat denkt dat ze met de trein naar de hemel kan gaan, naar haar moeder die dood is... Nee, Madieke kan er gewoon niet aan denken nu. Alle liedjes van Linus-Ida zijn even droevig. De moeders gaan steeds maar weer dood en de vaders zitten altijd in de kroeg te zuipen, totdat de kinderen ook doodgaan. Dan gaan de vaders huilend naar huis en krijgen ontzettende spijt en beloven nooit 9

meer een druppel te drinken... Maar dan is het te laat! Madieke slaakt een zucht en neemt nog maar een pruim. O, wat is ze blij dat haar eigen moeder nog leeft en in het rode huis zit! Iedere avond als Madieke in haar bed ligt en haar avondgebedje opgezegd heeft, vraagt ze ook nog aan God of Liesbet en zijzelf en mama en papa en Alva en Linus-Ida en Abbe Nilsson allemaal tegelijkertijd naar de hemel mogen gaan. Het zou natuurlijk het beste zijn als ze er helemaal nooit naartoe hoefden, vindt Madieke, want ze hebben het thuis juist zo gezellig. Maar dat durft ze niet aan God te vragen, want ze is bang dat hij dan verdrietig wordt. Linus-Ida vindt het heel goed dat er om haar liedjes gehuild wordt. Dan hoor jij eens, Madieke, zegt Ida, hoe vreselijk de arme kinderen eraan toe zijn. En dan word je tenminste eens dankbaar omdat je zelf als een pareltje in het goud zit. Ja, Madieke zít ook net als een pareltje in het goud. Ze heeft haar vader en haar moeder en Liesbet en Alva en Linus-Ida en Abbe Nilsson, en ze woont op de Berkenheuvel. Een beter plek - je om te wonen is er niet. Als iemand Madieke zou vragen hoe het er bij haar thuis uitziet, dan zou ze misschien zeggen: Nou, het is een gewoon rood huis! Een huis, snap je? Het is het gezelligst in de keuken, en Liesbet en ik spelen in het houtschuurtje en we helpen Alva bij het bakken. Nee, het is eigenlijk het gezelligst op zolder. Daar spelen Liesbet en ik verstoppertje en soms verkleden we ons als kannibalen en spelen we dat we mensen eten. Op de veranda is het ook leuk, want daar klimmen we door de ramen naar binnen en naar buiten en spelen dat we zeerovers zijn die op een boot van boven naar beneden klauteren. Er staan een heleboel berken om het huis en daar klim ik ook in, maar Liesbet niet, want zij is te klein, ze is pas vijf. Af en toe 10

klim ik ook wel eens op het dak van de houtschuur. Het houtschuurhok en het timmerhok en het was- en mangelhok liggen naast elkaar in een lange rode schuur vlak naast het hek van de familie Nilsson. Als je op het dak van de schuur zit, kijk je zo in de keuken van Nilsson, en dat is heel erg leuk. En het is ook leuk om op de mangel te gaan zitten als Alva en Linus-Ida in het mangelhok aan het mangelen zijn. Maar het allerleukste is de rivier. We mogen op het steigertje komen, want daar is het niet diep, maar een eindje verderop is het wel diep. De straat ligt aan de andere kant van het huis. Daar hebben we een seringenhaag, zodat niemand kan zien wat we doen. Maar we kunnen wel achter de haag liggen luisteren naar wat de mensen zeggen die voorbijkomen, dat is toch picobello? Dat zal Madieke ongeveer zeggen, als je haar vraagt hoe het er op de Berkenheuvel uitziet. En het gebeurt echt wel eens dat ze achter de haag verstopt ligt om te kunnen horen wat de mensen zeggen als ze voorbijkomen. Soms hoort ze iemand zeggen: O, kijk eens, wat een schattig kindje! Dan weet Madieke dat ze Liesbet in het oog hebben gekregen, die boven op het hek staat en met haar hele gezichtje lacht. Madieke gelooft niet dat zijzelf een schattig kindje is, maar ze voelt zich erg tevreden als de mensen zeggen dat Liesbet het is. Iedereen vindt dat Liesbet er schattig uitziet, en Linus-Ida ook. Nou, nou, dat kind is zo mooi dat je er kippenvel van krijgt, zegt Linus-Ida. En lekker is ze ook, zegt Madieke en ze bijt Liesbet in haar arm, heel zachtjes natuurlijk. Dan lacht Liesbet net alsof Madieke haar gekieteld heeft. Bijna alles aan Liesbet is zacht en 12

schattig, maar ze heeft kleine scherpe tanden, en daar bijt ze Madieke zo hard mogelijk mee in haar wang. En jij bent net zo lekker als een komkommer, zegt ze en ze lacht nog harder. Aan Madieke is niets zacht en schattig. Maar ze heeft een leuk, bruinverbrand gezichtje, een paar vrolijke blauwe ogen en dik bruin haar. Ze is lang en mager en zo lenig als een kat. Het is vast nooit de bedoeling geweest dat zij een meisje zou worden, zegt Linus-Ida. Nou, nou, ze had een jongen moeten zijn, dat is zo zeker als wat. Madieke is zelf heel tevreden met hoe ze eruitziet. Ik lijk op papa, zegt ze, en dat is picobello. Want dan trouw je zeker. Liesbet wordt meteen ongerust, want stel je eens even voor dat zij niet zou trouwen! Iedereen zegt toch dat zij op haar moeder lijkt! Eigenlijk vindt ze het niet zo belangrijk of je nu getrouwd bent of niet, maar als Madieke het doet, dan wil Liesbet het ook. Ze wil precies zoals Madieke zijn. Jij bent nog veel te klein om over zulke dingen na te denken, zegt Madieke en ze klopt Liesbet zachtjes op haar hoofd. Wacht daar maar mee tot je groot bent en net als ik naar school gaat. Het is niet helemaal waar dat Madieke naar school gaat, maar ze staat ingeschreven en het duurt nog maar een week voordat ze begint. Dus ze is wel bijna een schoolmeisje. Misschien ga ik ook wel helemaal niet trouwen, zegt Madieke om Liesbet te troosten. Diep vanbinnen begrijpt ze niet precies wat er zo slim is aan trouwen. Maar als het nou echt móét gebeuren, dan in ieder geval met Abbe Nilsson, dat heeft Madieke besloten. Al weet Abbe dat nog niet. Linus-Ida is klaar met het spoelen van de was en Madieke heeft al haar pruimen op. Op dat moment komt Liesbet naar de 13

steiger toe. Ze heeft op de veranda met Soesje zitten spelen. Maar nu is ze uitgespeeld en wil ze weten wat Madieke uitvoert. Madieke, zegt Liesbet, wat zullen we gaan doen? Pak de kat en geef hem van katoen, met zijn staart in de hand rijden we naar de overkant, zegt Madieke. Zo móét je antwoorden, zo antwoordt Abbe altijd. Ha ha, dat heb ik al gedaan, zegt Liesbet. Met Soesje... en ik heb zijn staart als stuur gebruikt... op de veranda! Dan geef ik je ervan langs, zegt Madieke. Als je Soesje aan zijn staart hebt getrokken, dan geef ik je ervan langs, dat weet je best. Dat heb ik echt niet gedaan, zegt Liesbet. Ik heb er helemaal niet aan getrokken. Ik hield zijn staart alleen maar vast, het was Soesje zelf die er zo verschrikkelijk hard aan trok!

Zelfs Linus-Ida kijkt Liesbet streng aan. Weet je dan niet, Liesbet, dat Gods engelen tranen met tuiten huilen, als kinderen gemeen zijn tegen dieren? Ha ha, maar dan regent het, zegt Liesbet. En nu regent het niet! Nee, nu regent het niet. De zon schijnt heerlijk warm, en van de pronkerwten in het ronde perk komt de zoetste geur, de hommels gonzen boven het gras en langs de Berkenheuvel stroomt de rivier stil en zachtjes. Je voelt in je hele lichaam dat het zomer is, vindt Madieke en ze spettert met haar voeten in het lauwe water. Nou, nou, het is niet normaal, zulke hitte, zegt Linus-Ida en ze veegt het zweet van haar voorhoofd. Het lijkt wel of ik mijn was in de Nijl in Afrika aan het spoelen ben in plaats van hier thuis in Zweden. Meer zegt Linus-Ida niet en meer is ook niet nodig om Madieke op een idee te brengen. Zij krijgt haar invallen immers net zo vlug als een varken knipoogt. Liesbet, ik weet wat we gaan doen, zegt Madieke. We gaan Mozes tussen het riet spelen! Liesbet maakt een sprongetje van plezier. En mag ik Mozes zijn? Dan begint Linus-Ida te lachen. Dat zal me een mooie Mozes worden! Maar nu moet Linus-Ida de was ophangen en Madieke en Liesbet blijven alleen achter op het strand van de Nijl. Vaak als s avonds het licht in de kinderkamer uit is en je nergens meer iets hoort, vertelt Madieke verhalen aan Liesbet. Soms vertelt ze over spoken en moordenaars en de oorlog, maar daar durft Liesbet alleen naar te luisteren als ze bij Madieke in bed mag komen liggen. Af en toe vertelt Madieke ook wel iets uit de 15

Bijbelse geschiedenis, wat ze van Linus-Ida gehoord heeft. Daar - om weet Liesbet nu zo goed wie Mozes was. Ze weet dat hij in een mandje in het water lag, en dat toen de dochter van de farao, die prinses was in Egypte, kwam en hem daar vond. Mozes tussen het riet, dat zal een leuk spelletje worden! Er staat een lege wastobbe aan de waterkant, die is precies goed voor Mozes... Liesbet klimt er meteen in. Nee, zegt Madieke, hij mag niet op de grond staan, want dan kun je geen Mozes tussen het riet spelen. Ga eens uit de tobbe, Liesbet! Liesbet gehoorzaamt, en Madieke duwt de tobbe het water in. Hij is zwaar, maar Madieke is sterk. Veel riet groeit er niet in de rivier. Maar helemaal aan de buitenkant van het washok groeit een groot rietbosje. Als dat rietbosje er niet was, dan zou je van de steiger van de Berkenheuvel zo naar de steiger van Abbe Nilsson kunnen kijken, maar dat kan nu niet. Madieke vindt het jammer, maar mama vindt het juist goed. Mama vindt blijkbaar dat je zo weinig mogelijk van de familie Nilsson moet zien, maar waarom begrijpt niemand. Je hebt je ogen toch gekregen om er zo veel mogelijk mee te zien? Maar op dit moment komt het wel goed uit dat het er is. Want anders had Mozes geen riet gehad. Het is wel vermoeiend om de tobbe erheen te trekken. Madieke en Liesbet worden helemaal rood van inspanning, maar ten slotte lukt het ze om de tobbe midden tussen het riet te krijgen. Liesbet klimt er meteen in en gaat lekker zitten, maar dan wordt ze stil en kijkt bezorgd. Weet je, Madieke, zegt ze. Er komt water in mijn broek. Ach, dat droogt zo weer, zegt Madieke. Dat droogt zodra ik je gered heb. Red me dan maar gauw, zegt Liesbet. En dat belooft Ma- 16

dieke. Ze zou eigenlijk wel meteen kunnen beginnen. Maar dan kijkt ze naar haar katoenen streepjesjurk. Zo kan de farao s dochter er onmogelijk uitzien, dat zou niet echt zijn. Wacht even, Liesbet, zegt Madieke, ik kom zo terug. Ik moet alleen even met mama praten. Maar mama is niet thuis, ze is naar de markt en Alva is beneden in de kelder. Madieke moet zelf maar zo goed en zo kwaad als het gaat aan prinsessenkleren zien te komen. Ze zoekt overal in het rond naar iets wat zou kunnen passen. Aan een haak in de slaapkamer hangt de ochtendjas van mama. Die is van lichtblauwe zijde. Madieke past hem eventjes. O, wat is hij prachtig! Misschien had de dochter van de echte farao er precies zo eentje aan toen ze die keer heel lang geleden naar de rivier ging. Ze had misschien ook wel een sluier over haar haar... Madieke rommelt wat in de linnenkast en vindt daar een doorzichtig wit keuken-

gordijn. Dat legt ze over haar hoofd heen. Dan kijkt ze in de slaapkamerspiegel. Ze is zo mooi dat ze ervan moet rillen. Zó moet de farao s dochter eruit hebben gezien. Liesbet heeft het ondertussen prima in haar tobbe, alleen is het nogal nat. De rietstengels wuiven heen en weer in de wind, blauwe libellen vliegen af en aan en in het water rondom de tobbe zwemmen kleine voorntjes. Liesbet bekijkt ze over de rand van de tobbe. Daar komt Madieke door het water gestapt met de ochtendjas van mama onder haar armen opgehesen. Liesbet vindt ook dat ze er net als de farao s dochter uitziet en ze lacht tevreden. Nu begint het spel. Lig je daar, Mozesje? zegt Madieke. Ja ja, hier lig ik, zegt Liesbet. Mag ik jouw jongetje worden? Natuurlijk mag je dat, zegt Madieke. Maar eerst red ik je uit deze tobbe. Wie heeft je daarin gelegd? Dat heb ik zelf gedaan, zegt Liesbet, maar dan kijkt Madieke haar streng aan en fluistert: Dat heeft mijn mama gedaan want anders zou de farao me doodgemaakt hebben. Liesbet zegt het haar gehoorzaam na. Dan ben je nu zeker wel blij, hè kleine Mozes, dat je bij zo n mooi iemand als ik mag komen wonen? Ja, dat ben ik, verzekert Liesbet haar. Dan word jij ook erg mooi, zegt Madieke. En je krijgt nieuwe kleren. En een droge broek, zegt Liesbet. Madieke, weet je? Ik geloof dat er een gat in de tobbe zit. Stil, zegt Madieke. Zo meteen komen de krokodillen eraan, weet je, kleine Mozes, en die eten kinderen. Daarom moet ik je nu maar meteen redden. Apseluut, zegt Liesbet. 18

Maar het is best lastig om kinderen uit de Nijl te redden, dat ontdekt Madieke algauw. Liesbet hangt als een klomp lood aan haar rug en die ochtendjas wil steeds door het water slepen. Wat zijn er hier veel krokodillen, zegt Madieke hijgend en ze wankelt op de oever af. Ik geloof dat ik je maar naar de steiger van Nilsson breng, want die is dichterbij. Daar staat Abbe, zegt Liesbet. Dan blijft Madieke stokstijf staan. Echt waar, zegt ze. Ga eraf, Liesbet, je kunt zelf lopen! Maar dat wil Liesbet niet. Dat kan ik helemaal niet, als ik Mozes ben. En ze slaat haar armen zo stijf mogelijk om de hals van Madieke. Ik durf het niet omdat er kroketielen zijn, zegt ze. Hier zijn geen krokodillen, zegt Madieke. We spelen nu niet meer, ga eraf! Maar Liesbet wil het toch niet en dan wordt Madieke boos. Liesbet houdt haar armen nog steeds stijf om haar hals heen, en het zou echt niet moeilijk voor Madieke zijn ze los te maken, als ze niet aan de ochtendjas van mama hoefde te denken. Die wil aldoor maar in het water hangen en ze moet hem dan ook met beide handen vasthouden. Daarom kan ze alleen maar een paar boze sprongetjes maken om Liesbet zo van zich af te schudden. Op het steigertje van Nilsson staat Abbe vrolijk toe te kijken. Spring niet recht in het Afgrondsgat, zegt hij en hij spuugt in het water. Madieke weet heel goed dat het op een plek vlak bij de steiger van Nilsson plotseling heel diep wordt. Ja, zij weet alles van het Afgrondsgat. Maar op dit moment is ze boos en wil ze alleen Liesbet kwijt. Daarom staat ze als een wild veulentje te springen en te trappelen en ziet ze niet waar ze op weg naartoe is. 19