Samenvatting door Manon 1284 woorden 23 april 2016 7,2 5 keer beoordeeld Vak Kunstgeschiedenis Basisinformatie kunstgeschiedenis 6V Aspecten *Formele gegevens: Titel, kunstenaar, soort werk, jaar, grootte, waar bevindt het werk zich nu. *Vormgevingsaspecten: -Beeldaspecten: vorm, kleur, lijn, structuur, compositie, licht, ruimte -Materiaal: welke materialen zijn gebruikt -Techniek/hanteringswijze: op welke wijze heeft de kunstenaar het materiaal verwerkt, wat is zijn werkwijze/hanteringswijze/handschrift *Voorbeelden vormgevingsaspecten: -Kleur: primaire kleuren, secundaire kleuren, tertiaire kleuren, verzadigde kleuren, onverzadigde kleuren, kleurtoon, kleurverloop, kleurenfamilie, complementair contrast, kleur-tegen-kleurcontrast, warm-koudcontrast, lichtdonkercontrast, kwaliteitscontrast, kwantiteitscontrast, optische kleurmenging. -Licht: lichtbron, lichtkleur, lichtrichting, strijklicht, schaduw, silhouet, glimlichten, licht-donkercontrast, clair-obscur: -Vorm: 2D of 3D, Abstract of figuratieve vormen, organische en geometrische vormen, open en gesloten vormen, symmetrische en asymmetrische vormen, regelmatige en onregelmatige vormen, dynamische en statische vormen, vlakke en ruimtelijke vormen, gestroomlijnd, restvorm. -Ruimte 2D: atmosferisch perspectief, lijnperspectief, coulissewerking, standpunt, laag standpunt of kikvorsperspectief, hoog standpunt of vogelperspectief, kader,scherptediepte. -Ruimte 3D: vrijstaand beeld, reliëf, statisch en dynamisch, doordringend in de ruimte, ruimte en volume. -Compositie: ordening, aandachtsplek(ken), kijkrichting, compositie grondvorm. -Lijn: contour, hulplijnen, lijnsoort, lijnwerking. -Structuur: textuur, stofuitdrukking, factuur. *Voorstellingsaspecten: Wat is er te zien. Een volledig abstract werk heeft geen voorstelling *Voorbeelden voorstellingsaspecten: -Personen; houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, kijkrichting, kleding, haardracht, stofuitdrukking, het interieur, achtergrond, etc. -Tradities; conventies, symbolen, attributen, genres. -Overige voorstellingsaspecten ; statisch/dynamisch, thematisch/verhalend, figuratief/non-figuratief, https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 1 van 7
impressionistisch/expressief Belangrijkste kenmerken kunststromingen *Klassieke Oudheid: -Natuurgetrouwheid -Ruimtelijkheid -Nadruk op rustige poses -Plooien in kleding die het lichaam en de beweging benadrukken -Figuren worden levensechter uitgebeeld *Romaanse kunst: -Ton- of koepelgewelven -Dikke, zware muren, aan de buitenzijde extra verstevigd met steunberen. à Muur draag het gebouw. -Rondbogen -Kleine raampjes -Lisenen -Vlakke plafonds of tongewelven -Zware vieringtoren -Bijbelse illustraties -Fresco s in kerken en kloosters -Miniatuurschilderkunst in manuscripten -Symbolische, verhalende uitbeelding van Bijbelde voorstellingen. -Op kapitelen ook afbeeldingen uit het dagelijks leven en dier- of plantmotieven. *Gotiek: -Kerk staat centraal: kathedralen om mee te pronken. -Meer expressie -Meer emotie -Betere anatomie -Spitsboogvormen -Skeletbouw -Kruisribgewelf -Muur is niet de drager van het gebouw meer. -Grotere ramen -Glas is lood *Renaissance: https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 2 van 7
- Pluk de dag à Leven op aarde van belang. -Harmonie -Symmetrie -Geometrische vormen -Boekdruk kunst ontstaat -Gebruik van zuilen, bogen, koepels en timpanen -Wedergeboorte klassieke oudheid -Mensen worden realistisch afgebeeldà schoonheid is wel belangrijker dan werkelijkheid -Lijnperspectief (met vluchtpunten) -Vooral kerkelijke thema s -Studies en onderzoek worden belangrijk -Gebruik van diepte -Emotieloos (in gezicht) -Juist gebruik anatomie -Werk wordt gesigneerd *Barok: -Vooral gebruikt bij de contrareformatieà kerk probeerde mensen onder de indruk te maken d.m.v. kunst -Overdonderendà toeschouwer moest zich er nietig bij voelen. -Dramatisch -Licht/donker tegenstellingen -Veel emotie (op gezicht) -Dynamisch -Diagonalen lijnen -Goddelijke ontwerpen *Rococo: -Voortzetting Barokà minder strenge regels -Gebruik luchtige en overdadige versieringen -Versieringen zijn vaak asymmetrisch -Gebruik zachte kleuren *Romantiek -Het gevoel, de emotie belangrijk. -Nationalistische gevoelens -Onvrede met de werkelijkheid à ontstaan belangrijke onderwerpen; exotisme, fantasie, natuur, romantisch verlangen naar een onmogelijke liefde of nieuw vaderland, verleden, bovennatuurlijke en het religieuze. -Vlucht in het verleden (middeleeuwen, neo-stijlen) -Hernieuwde belangstelling voor religie -Belangstelling voor exotische culturen -Opkomst tuinsteden -Dramatische verbeelding/ thema s https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 3 van 7
*Realisme: -Reactie op de al te onechte en overdreven romantiek -Vooral aandacht voor de eigentijdse werkelijkheid -Sociaal karakter -Buiten schilderen (plein air) werd mogelijk door verf in tubes -Ontwikkeling druktechnieken, lithografie; krant -Uitbeelding arbeiders -Sterke toenamen openbare gebouwen (d.m.v. industrialisatie) *Neoclassicisme: -Men wilde terug naar de kunst van de Grieken en Romeinen -Emotieloosà lichaam moet drama vertellen, niet de uitdrukking van het gezicht -Voorkeur voor wit en marmer -Plasticiteit -Goed voor propaganda -Rationaliteit -Sober/ streng *Arts and Crafts: -Goede/ handgemaakte ontwerpen i.p.v fabrieksproducten -Verzet tegen lelijkheid -Ideaal was eerlijke ambacht -Zonder machines tot eerlijke vormen komen -Mooi en nuttig -Verantwoord materiaal gebruik (plaatselijk) *Jugendstil/ Art Nouveau: -Sierlijke, gebogen lijnen en vormen die aan plantmotieven doen denken. -Asymmetrisch, rankachtig lijnenspel in een golvend bewegingsritme -Decoratieve, tweedimensionale, asymmetrische ornamenten op bijvoorbeeld meubelen, lampen en sieraden. -Decoratie van gevels, ramen en trapleuningen -Asymmetrische gevels - Toepassing van gietijzer *Art Déco: -Opvolger van de Jugendstil -Geometrisch -Ontwerpen werden gemaakt om machinaal of in serie geproduceerd te kunnen wordenà productie Art Déco goedkoper dan Jugendstil -Modern *Symbolisme: -Door middel van symbolen verwees men naar bepaalde ideeën/gevoelens -Geladen met veel emotie https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 4 van 7
-Abstracte ideeën zoals waarheid, verleiding of strijdlust werden gesymboliseerd door personificaties: vrouwen, dieren en planten *Impressionisme: -Onderwerpen uit de directe omgevingà observatie is belangrijk -Poging om het moment weer te gevenà bijv. zonsondergang -Licht en atmosfeer zijn van belang - Plein-air schilderenà snelle en directe schildertechniek -Toevallige composities -Abrupte afsnijdingen - Invloed van de fotografie -Kleur in de schaduwen *Post Impressionisme: -Meer belangstelling voor de vorm,àwel voortbouwen op het kleurgebruik van de impressionisten -Werkelijkheid die verder gaat dan het oog kan waarnemen -Ontstaan pointillisme *Expressionisme: -Verzet tegen de onrechtvaardige maatschappelijke structuur -Kunstenaars geven op heftige wijze, met felle kleuren en met soms dik opgebrachte verf uitdrukking aan hun ongenoegen -De stijl en de onderwerpen shockeren de conservatieve burgerij -Persoonlijke uitdrukking van gevoelens -De innerlijke wereldà emoties krijgen vorm -Grof en bewegelijk, factuur -Duidelijke vormen, geen details -Fel kleurgebruik *Bauhaus: -Terug naar de ambacht -Bewuste samenwerking van alle werklieden -Voor het gewone volk -Modern/ Industrieel materiaal (staal en glas) -Universele beeldtaal -Veel licht en lucht -Vorm volgt functie -Zo min mogelijk versiering -Veel gebruik basisvormen https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 5 van 7
*De Stijl: -Nieuwe kunst in een nieuwe, betere wereld -Gelijkwaardige samenwerking tussen schilders en architecten -Streefden naar harmonie en evenwicht door het gebruik van eenvoudige beeld- en vormaspecten -Evenwicht -De universele primaire kleuren, zwart-wit en grijzen -Horizontaal en verticaal (later ook diagonaal) -Rechthoekige vormen -Loodrecht kruisende lijnen -Basisvormen, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal -Asymmetrische composities *Kubisme: -Alle vormen worden teruggebracht tot hoekige, kubusachtige basisvormen -Het schilderij is een plat vlak, dat bedekt is met vormen, lijnen en kleuren. -Verschillende standpunten in één beeld à lichtval vanuit verschillende kanten -Van het onderwerp alle facetten weergeven -Aanzichten van verschillende kanten -Elk fragment lijkt individueel belicht -In het begin vooral aardkleuren; bruin en grijsà later toepassing van de collagetechniek en meer kleur -Geometrische vormverandering om het wezen van de afgebeelde objecten beter te vatten. *Futurisme: -Veel beweging -Herhaling -Beweeglijke lijnen -Sterk geïnspireerd door techniek/ snelheid/ geweld -Geloof in de toekomst met techniek en machines -Wilde breken met de traditionele kunst -Dynamiek *Constructivisme: -Kunstenaars wilden een nieuwe samenleving helpen creëren die was gebaseerd op de praktische vertaling van het socialisme van Marx -Puur geometrische vormen -Abstract -Streven naar pure eenvoud en directheid -Rekende af met alle traditionele ideeën. -Kunst moest deel uitmaken van de landschappelijke en gebouwde omgevingà niet meer op sokkels in musea, maar in de vrije ruimte. *Dadaïsme: https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 6 van 7
-Antikunstà wilde shockeren -Gewone gebruiksvoorwerpen werden als kunst tentoongesteld -Afvalproducten werden verwerkt in de kunstwerken -Absolute artistieke vrijheid -Herwaardering van het irrationele -Objets trouvés *Surrealisme: -Negatief beeld van de bestaande maatschappij,à wilde een positieve bijdrage leveren -Dromen, visioenen en erotische fantasieën stonden in het surrealisme centraal -Streefden naar een bevrijding van de menselijke geest en een mentaliteitsverandering -Gedetailleerd geschilderd -Lijnperspectief en atmosferisch perspectief -Schaduwen -Geheimzinnige lichtval -Automatisch tekenenà wat in je hoofd opkomt direct op papier zetten -Spontane invallen volgenà het toeval gebruiken -Ready-mades en objets-trouvé s -Monoprints; afdrukken van beschilderd materiaal op het beeldvlak -Frottage; afdrukken van in verf gedrenkte doeken of papier proppen *Pop-Art: - Reageerde op de oppervlakkigheid van de consumptiemaatschappij -Figuratief -Speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur -Ironie en humor. -Gebruik van commerciële materialen en voorwerpenà producten uit het leven van alledag -Beeldende middelen worden gebruikt bij reclame, film, televisie, affiches en strips -Vervreemding door vergroting en/of herhaling en/of gebruik van ongebruikelijke materialen -Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden -Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar (soms wordt het werk zelfs door anderen uitgevoerd) -Vaak gebruik 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen (objet trouvé) -Kunstenaars nemen enige afstand van hun werk *Conceptuele Kunst: -Het denkproces dat aan een kunstwerk ten grondslag ligt heeft meer waarde dan het kunstwerk zelf -De uitvoering is slechts een bijkomstige eindfase van het echte scheppingsproces -niet de gemaakte vormen of de materie, maar ideeën en bedoelingen staan centraal -Het idee wordt overgebracht met schetsen, het gesproken of geschreven woord -Tekst wordt veel gebruikt -Gebruik van onconventionele materialen en media https://www.scholieren.com/verslag/93524 Pagina 7 van 7