Pensioenreglement en. Verplichtstellingsbeschikking



Vergelijkbare documenten
Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

De taken van dit bestuur staan omschreven in de statuten.

Pensioenreglement, Uitvoeringsreglement en Verplichtstellingsbeschikking

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Aanvullend reglement

A. Pensioenreglement 1. Pensioenreglement en. Verplichtstellingsbeschikking

Pensioenreglement. per. 1 januari 2015

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Pensioenreglement. per. 1 januari 2014

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Thales Nederland geldend vanaf 1 januari en gewijzigd per 31 december 2015 versie 24 december 2015

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

A. Pensioenreglement 1. Pensioenreglement en. Verplichtstellingsbeschikking

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Thales Nederland geldend vanaf 1 januari versie 19 februari 2015

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Aanvullend reglement

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

Reglement Anw-hiaatpensioen

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Pensioenfonds Honeywell

Pensioenreglement PME 2015

Het pensioenreglement bevat definities van alle begrippen die in het reglement met een hoofdletter zijn geschreven (begrippen).

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

PENSIOENREGLEMENT 2015 t.b.v. KBM Master Alloys B.V.

HAGEMEYER REGELING 2015

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk

HAGEMEYER REGELING 2014

Pensioenreglement. per. 1 januari 2017

PENSIOENREGLEMENT 1 JANUARI 2015 STICHTING PENSIOENFONDS TDV

De regeling nettopartnerpensioen is een product van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).

Reglement Anw-hiaatpensioen

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2. Artikel 2 Voorwaarden deelneming 3. Artikel 3 Aanvang ANW-hiaatpensioenreglement, einde dekking, nietige dekking 3

PENSIOENREGLEMENT 2015 STICHTING PENSIOENFONDS TDV

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

Pensioenreglement per 1 januari 2019

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

PENSIOENREGLEMENT C. Pensioenreglement C van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 januari pagina 1 van 50

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

P E N S I O E N R E G L E M E N T PENSIOENFONDS RECREATIE

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

Pensioenreglement. per. 1 januari 2016

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie januari 2012

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV

Stichting Pensioenfonds HAL

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van ExxonMobil OFP per 1 januari 2019 pagina 1 van 51

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018

STICHTING PENSIOENFONDS DUPONT NEDERLAND. Pensioenreglement voor de Eindloonregeling

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

P E N S I O E N R E G L E M E N T PENSIOENFONDS RECREATIE

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Overgangsregeling VPL PME

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Thales Nederland geldend per 1 januari 2017

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Pensioenreglement. Per 1 januari 2015

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

ANW- Hiaat Reglement 2015

PENSIOENREGLEMENT M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement

Netto verzekering Partner- en wezenpensioen. van. De Nederlandsche Bank NV

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Transcriptie:

Pensioenreglement en 2015 Verplichtstellingsbeschikking

Pensioenreglement en verplichte regeling In deze brochure zijn het Pensioenreglement en de tekst van de Verplichtstellingsbeschikking van de bedrijfstak Metaal en Techniek opgenomen en worden de verschillende onderdelen van de regelingen beschreven. Inleiding Dit is een uitgave van Pensioenfonds Metaal en Techniek. Dit fonds wordt bestuurd door de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de bedrijfstak Metaal en Techniek. De taken van het bestuur staan omschreven in de statuten. Leeswijzer In hoofdstuk I van het Pensioenreglement treft u een nadere omschrijving aan van alle begrippen die in het reglement met een hoofdletter zijn geschreven. Hoofdstuk II heeft betrekking op het verplichte deel van de regeling. In de daarop volgende hoofdstukken worden verschillende pensioensituaties beschreven. Als in het Pensioenreglement wordt verwezen naar een artikel of een lid of onderdeel van een artikel, dan wordt steeds de volledige aanduiding gebruikt, dus inclusief hoofdstuknummer (Romeins cijfer), artikelnummer, lidnummer en onderdeelletter. Met werknemer en deelnemer worden in de regelingen zowel vrouwelijke als mannelijke personen bedoeld. Brochures en leaflets Pensioenfonds Metaal en Techniek Wij hebben verschillende brochures voor u:. Pensioenregeling in het kort. Extra partnerpensioen. Arbeidsongeschiktheid. Uit elkaar. Bijna met pensioen. Extra pensioen. Werkloos. Onbetaald verlof. Overlijden. Andere baan. PMT FVP-vervangende regeling. Ouderenregeling werknemers. Ouderenregeling werkgevers. Werkloos en nog niet met pensioen U vindt onze brochures op www.bpmt.nl. Of vraag ze aan bij de afdeling Klanteninformatie, (070) 3 160 860.

Inhoudsopgave 3 A. Pensioenreglement 5 I. Algemeen 5 1. Definities 5 2. Deelnemerschap 12 3. Fiscale begrenzing van pensioenen 13 4. Pensioenuitkeringen 13 5. Informatie 14 6. Overeenkomsten 17 7. Wijziging Pensioenreglement 18 8. Aanspraken en Rechten 18 9. Klachten en bezwaar 18 10. Hardheidsclausule 19 11. Inwerkingtreding 19 II. Pensioenaanspraken en pensioenrechten 20 1. Karakter van de regeling 20 2. Opsomming pensioenaanspraken 20 3. Ouderdomspensioen 20 4. Partnerpensioen 22 5. Wezenpensioen 24 6. Korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten 25 III. Beëindiging en/of voortzetting deelnemerschap 27 1. Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap 27 2. Voortzetting van het deelnemerschap bij werkloosheid met loongerelateerde uitkering 28 3. Voortzetting van het deelnemerschap bij Arbeidsongeschiktheid 29 4. Vrijwillige voortzetting van het deelnemerschap 32 IV. Waardeoverdracht 33 1. Recht op individuele waardeoverdracht 33 2. Waardeoverdracht die niet onder het wettelijk recht valt 33 V. Scheiding 34 1. Bijzonder partnerpensioen 34 2. Verevening van ouderdomspensioen 35 VI. Gevolgen van verlofregelingen voor deelnemerschap 36 1. Verlof 36 2. Opbouw van pensioenaanspraken gedurende verlof 36 3. Uitsluitend risicodekking gedurende verlof 37 4. Wettelijk kader 37

4 VII. Herschikken 38 1. Algemeen 38 2. Vervroegen 38 3. Herschikken van ouderdomspensioen en partnerpensioen 40 4. Bestedingsopties en begrenzingen 40 5. Uitruil bij einde deelneming 42 VIII. Voorwaardelijke toeslagverlening 43 1. Voorwaarden voor toeslagverlening 43 2. Extra toeslagverlening 43 3. Wijze van toeslagverlening 43 4. Algehele herziening voorwaardelijke toeslagverlening 44 IX. Financiering 45 1. Premieheffing 45 2. Premiebetaling 47 X. Pensioenaanspraken naar keuze 48 1. ANW Pensioen 48 2. Vrijwillige inkoop van aanspraken 50 XI. Vrijstelling 52 1. Vrijstellingsregeling Wet Bpf 52 2. Vrijstelling wegens gemoedsbezwaren 52 3. Bijzondere gevallen van vrijstelling 54 XII. Overgangsbepalingen 55 1. Compensatie- en overbruggingsregeling 55 2. Aanspraken opgebouwd tot en met 31 december 2014 59 3. Voortzetting van het deelnemerschap bij Arbeidsongeschiktheid vóór 1 januari 60 Bijlage 1: actuariële factoren bij afkoop en inkoop 63 Bijlage 2: tabellen bij herschikken en vervroegen 65 B. Verplichtstellingsbeschikking 69 Rijswijk, januari 2015

A. Pensioenreglement 5 I. Algemeen 1. Definities In dit pensioenreglement wordt verstaan onder: 1.1 AOW-datum De eerste dag van de maand waarin de (Gewezen) Deelnemer de AOW-gerechtigde leeftijd volgens artikel 7a van de op 1 januari 2015 geldende Algemene Ouderdomswet bereikt. 1.2 Arbeidsongeschikt(heid) De situatie waarin de persoon verkeert die recht heeft op een (gedeeltelijke) WAO- of WIA-uitkering. 1.3 Bedrijfstak Metaal en Techniek Onder de bedrijfstak Metaal en Techniek wordt verstaan de bedrijfstakken die thans in de verplichtstellingsbeschikking van PMT zijn genoemd. 1.4 Belanghebbende De persoon, niet zijnde de Deelnemer, die op enigerlei wijze een recht op een ingegane pensioenuitkering of een aanspraak op een nog niet ingegane pensioenuitkering jegens het Fonds heeft. 1.5 Beleidsregels De nadere regels die het Bestuur bij onderdelen van dit Pensioenreglement stelt, worden gepubliceerd in het document Beleidsregels. Dit document wordt op verzoek van de Deelnemer, Werkgever of Belanghebbende verstrekt. 1.6 Bestuur Het bestuur van het Fonds. 1.7 BUO De bedrijfstakuitvoeringsovereenkomst Techniek, waarin de opdracht van de Sociale Partners is verwoord om de in het Principe-akkoord voor de Techniek afgesproken pensioenovereenkomst door de Fondsen PME en PMT te laten uitvoeren. 1.8 CAO De in het kader van de Vakraad gesloten CAO s ten behoeve van de Metaal en Techniek. 1.9 Deelnemer - De werknemer die onder de verplichtstelling valt - De werknemer die werkzaam is bij een vrijwillig aangesloten Werkgever - De persoon die pensioenaanspraken verwerft tijdens arbeidsongeschiktheid - De persoon die pensioenaanspraken verwerft tijdens werkloosheid - De persoon die de pensioenregeling vrijwillig voortzet

6 1.10 Deeltijdfactor De verhouding tussen het aantal uren per week dat de Werknemer arbeid verricht en het bij de Werkgever gebruikelijke aantal werkzame uren per week. De aldus bepaalde factor wordt gemaximeerd op één. 1.11 Dienstbetrekking De rechtsbetrekking tussen Werkgever en Werknemer als gevolg van de arbeidsovereenkomst. 1.12 Ex-partner De persoon die voorafgaand aan de Scheiding als Partner werd aangemerkt. 1.13 Fonds Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). 1.14 Franchise Dat deel van het pensioengevend jaarsalaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd en geen premie wordt betaald. Dit is een op gehele euro s naar boven afgerond bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld en in 2015 15.304 bedraagt. Voor de periode 2016 tot en met 2019 wordt de franchise stapsgewijs verlaagd ten opzichte van 2015. Voor deze periode geldt het volgende verloop van de franchise: Jaar 2015 2016 2017 2018 2019 Franchise 15.304 15.104 14.904 14.704 14.554 Waarbij de franchise tenminste gelijk is aan de fiscaal minimale franchise. 1.15 Gepensioneerde De (gewezen) Deelnemer die de Pensioeningangsdatum heeft bereikt. 1.16 Gewezen Deelnemer De persoon van wie het deelnemerschap, anders dan door overlijden of pensionering, vóór de Pensioenrichtdatum is beëindigd en die aanspraken aan het Reglement kan ontlenen. 1.17 Gezamenlijke huishouding Hiervan is in dit Reglement sprake als: a. Voor de Pensioeningangsdatum een tussen de ongehuwde (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde met een andere ongehuwde persoon - een notariële samenlevingsovereenkomst is verleden, waaruit blijkt dat de ongehuwde (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde met de betreffende ongehuwde persoon een gezamenlijke huishouding voert; of - een notariële samenlevingsverklaring is afgegeven waaruit blijkt dat de ongehuwde (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde met de betreffende ongehuwde persoon een gezamenlijke huishouding voert; én b. Inschrijving heeft plaatsgevonden in het register Basisregistratie Personen waaruit blijkt dat de ongehuwde (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde met de ongehuwde persoon op één adres woont.

A. Pensioenreglement 7 Deze Gezamenlijke huishouding wordt geacht te bestaan en voort te duren zolang aan zowel a. als b. wordt voldaan. 1.18 Kind Onder kinderen van de (gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde wordt in dit Reglement verstaan: de kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die in een familierechtelijke betrekking tot hem staan; Wettige, gewettigde, wettig erkende of geadopteerde kinderen van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde. de stief- en pleegkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die door hem worden opgevoed en verzorgd. Onder stiefkind wordt verstaan het kind dat de Partner al had bij het aangaan van het huwelijk/de Gezamenlijke huishouding met de (Gewezen) deelnemer. Onder pleegkind wordt verstaan een kind zoals gedefinieerd in de Pleegkinderenwet; Indien en voor zolang aan of voor het hiervoor genoemde kind (ook) vanaf zijn 18-jarige leeftijd een uitkering wordt verstrekt uit hoofde van de - Algemene kinderbijslagwet - Algemene nabestaandenwet - Wet op de studiefinanciering; of - VO 18+ bepaling in de Wet tegemoetkoming studiekosten, wordt deze voor het Reglement als Kind beschouwd totdat het de leeftijd van 27 jaar heeft bereikt. Niet als Kind in de zin van het Reglement wordt beschouwd het kind dat eerst op of na de Pensioeningangsdatum aan bovenstaande voorwaarden voldoet. 1.19 Lidstaat Een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte. 1.20 Loonindex Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. De index is gebaseerd op de in de CAO vastgelegde algemene loonontwikkeling bij de Bedrijfstak Metalektro en de Bedrijfstak Metaal en Techniek gezamenlijk. De gemiddelde loonontwikkeling betreft de cumulatieve CAO verhoging in de bedrijfstakken Metaal en Techniek en Metalektro in de periode van 1 januari tot 1 januari van het voorgaande kalenderjaar, gedeeld door 2. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig. 1.21 Loonindex Metaal en Techniek Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. Deze index is gebaseerd op de algemene voor de Metaal en Techniek geldende loonontwikkelingen volgens de betreffende CAO s, zoals opgegeven door de Vakraad Metaal en Techniek. 1.22 Maximum salaris Het fiscale gemaximeerde salaris dat voor pensioenopbouw in aanmerking mag worden genomen volgens artikel 18ga Wet op de loonbelasting 1964. Het Maximum salaris bedraagt per 1 januari 2015 100.000 en zal ieder jaar worden aangepast aan het fiscaal gemaximeerde salaris volgens artikel 18ga Wet op de loonbelasting 1964.

8 1.23 Metaal en Techniek Het geheel van ondernemingen dat zich in hoofdzaak bezighoudt met de werkzaamheden zoals vermeld in de door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgegeven Ministeriële beschikking tot verplichtstelling van de deelneming in Pensioenfonds Metaal en Techniek. 1.24 Metalektro De bedrijfstak die bestaat uit alle ondernemingen die zich in hoofdzaak bezighouden met werkzaamheden in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie. De definitie staat in het verplichtstellingsbesluit van het Pensioenfonds van de Metalektro (PME). 1.25 Opbouwjaren De periode tussen - aanvang van het deelnemerschap, echter niet voor 1 januari 2015 en niet voor de eerste dag van de maand waarin de Deelnemer 18 jaar wordt; én - AOW-datum Opbouwjaren worden naar verhouding van de Deeltijdfactor meegeteld en op dagen nauwkeurig afgerond. 1.26 Overgangsregeling VPL PMT Dit betreft de door CAO-partijen in de Metaal en Techniek overeengekomen regeling op basis van artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004. De regeling is vastgelegd in de Overeenkomst inzake uitvoering overgangsbepalingen VPL met betrekking tot de bedrijfstak Metaal en Techniek tussen Stichting Vakraad Metaal en Techniek en Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek. 1.27 Partner Onder Partner wordt verstaan: - de persoon met wie de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde vóór de Pensioeningangsdatum is gehuwd; óf - indien de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde ongehuwd is, de ongehuwde persoon die vóór de Pensioeningangsdatum als zijn partner is geregistreerd in de registers van de Burgerlijke Stand op grond van de Wet op het geregistreerd partnerschap; óf - indien de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde ongehuwd is, de ongehuwde persoon, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie hij vóór de Pensioeningangsdatum een Gezamenlijke huishouding is aangegaan. De (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan voor de toepassing van het Reglement en de daaruit voortvloeiende aanspraken en rechten niet meer dan één Partner tegelijk hebben. Indien tegelijk meer dan één persoon aan de hiervoor gegeven omschrijving van Partner voldoet, wordt uitsluitend als Partner aangemerkt de persoon die het eerst aan de omschrijving van Partner voldoet. Voldoen meerdere personen op deze eerste datum aan de omschrijving van Partner, dan is bepalend met welke persoon de samenwoning volgens het register Basisregistratie Personen het eerst is aangevangen. Indien blijkt dat de

A. Pensioenreglement 9 geregistreerde samenwoning tegelijkertijd met meer dan één van boven omschreven partners een aanvang heeft genomen, is het Bestuur bevoegd om te bepalen hoe de aanspraken en rechten worden verdeeld. 1.28 Pensioengerechtigde De Gepensioneerde, de (Ex)partner en het Kind die recht hebben op een pensioenuitkering van het fonds. 1.29 Pensioengevend jaarsalaris Het Pensioengevend jaarsalaris is: a. bij salarisbetaling per maand 12,96 maal het voor de betreffende Werknemer vastgestelde salaris over de maand januari van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft; b. bij salarisbetaling per vier-weken-periode 14,09 maal het voor de betreffende Werknemer vastgestelde salaris over de tweede vier-weken-periode van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft, waarbij het percentage waarmee de salarissen na 1 januari van dit jaar zijn verhoogd volgens CAO-afspraken in de Metaal en Techniek buiten beschouwing blijft. Indien het inkomen ook is gebaseerd op provisie, wordt hier bij de bepaling van het Pensioengevend jaarsalaris bovendien rekening mee gehouden. Er wordt een provisiebedrag meegerekend dat gelijk is aan de in de achterliggende drie kalenderjaren gemiddeld verdiende provisie bij dezelfde Werkgever. Indien de Werknemer nog geen drie jaren op provisiebasis bij deze Werkgever werkzaam is, wordt de provisie vastgesteld op basis van de wel beschikbare jaren. In het eerste jaar dat een Werknemer bij een Werkgever werkzaam is op provisiebasis, wordt door de Werkgever een schatting gemaakt van de provisie in dat jaar. Deze schatting wordt in het daaropvolgende jaar vervangen door de werkelijk verdiende provisie. Bovendien worden, voor zover van toepassing, bij de bepaling van het Pensioengevend jaarsalaris ook in aanmerking genomen de navolgende elementen: loon in natura voor zover gekwantificeerd aangegeven in de loonstaten van de Werkgever, toeslagen op grond van een overheidsbesluit, verdiensten op grond van een, bij de Werkgever geldend, beloningssysteem (tarief, merit rating en dergelijke) en ploegentoeslag, alsmede een, naar de periode waarover het loon werd genoten, evenredig gedeelte van elke met de Werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering onder welke benaming ook, zoals dertiende maand, vaste eindejaarsuitkering, gegarandeerde tantième en dergelijke. Vergoedingen terzake van overwerk, reisuren, onkosten, alsmede gratificaties, winstdelingsregelingen en soortgelijke emolumenten blijven buiten beschouwing, terwijl de vakantiebijslag in de factoren 12,96 en 14,09 geacht wordt te zijn verwerkt. Het Pensioengevend jaarsalaris is, indien de Werknemer per week minder uren werkt dan bij de Werkgever gebruikelijk, gelijk aan het bovenomschreven inkomen, omgerekend naar het inkomen bij een volledige werkweek zoals bij die Werkgever gebruikelijk is. Deze omrekening gebeurt met behulp van de Deeltijdfactor.

10 Voor de Werknemer van wie de datum van indiensttreding na 1 januari valt, wordt het Pensioengevend jaarsalaris in dat jaar vastgesteld aan de hand van het salaris bij de aanvang van de Dienstbetrekking. Indien het Pensioengevend jaarsalaris op basis van het 1 januari- salaris hoger is dan het jaarsalaris op basis van de werkelijke salarisbetalingen in dat kalenderjaar, dan dient het Pensioengevend jaarsalaris op de werkelijke salarisbetalingen van dat kalenderjaar gebaseerd te worden. 1.30 Pensioengrondslag boven de salarisgrens Het op hele euro s naar boven afgeronde deel van het Pensioengevend jaarsalaris boven de salarisgrens tot het Maximum salaris. 1.31 Pensioengrondslag tot de salarisgrens Het op hele euro s naar boven afgeronde deel van het Pensioengevend jaarsalaris tot aan de Salarisgrens minus de Franchise. Indien de Franchise gelijk is aan of hoger is dan het Pensioengevend jaarsalaris wordt de Pensioengrondslag op nul gesteld. 1.32 Pensioeningangsdatum De eerste dag waarop voor de (Gewezen) Deelnemer een pensioenuitkering van het Fonds ingaat. 1.33 Pensioenreglement Het pensioenreglement van het Fonds dat geldt vanaf 1 januari 2015. 1.34 Pensioenrichtdatum De eerste dag van de maand waarin de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde 67 jaar wordt. 1.35 Premie-egalisatiedepot Het depot waarin zo mogelijk het deel van de jaarlijkse premie voor de opbouw tot de Salarisgrens dat hoger is dan de gedempte kostendekkende premie wordt toegevoegd. Ten laste van dit depot komen eventuele tekorten op de premie voor de opbouw tot de Salarisgrens. 1.36 Prijsindex Het peil van de prijzen op 1 juli van enig jaar ten opzichte van 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar, volgens de opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek van het Consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (Afgeleid). Uitgegaan wordt van de eerste publicaties. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig. 1.37 Salarisgrens De Salarisgrens is per 1 januari 2015 70.000. Dit maximum wordt jaarlijks per 1 januari aangepast met de voor dat jaar geldende Loonindex verminderd met het bedrag van de franchiseverlaging, indien en voor zover de Franchise per die datum wordt verlaagd en naar beneden afgerond op een hele euro.

A. Pensioenreglement 11 1.38 Scheiding Hieronder wordt verstaan: Beëindiging van het huwelijk door echtscheiding; Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; Beëindiging van het geregistreerd partnerschap; Beëindiging van de Gezamenlijke huishouding. Als scheidingsdatum geldt bij gehuwden en wettig geregistreerden de inschrijvingsdatum van de Scheiding in de registers van de Burgerlijke Stand. Als scheidingsdatum geldt bij ongehuwde en ongeregistreerde partners de datum waarop volgens het bevolkingsregister de inschrijving op hetzelfde adres is geëindigd, tenzij uit een aangetekend schrijven aan de andere partner of aan de notaris een andere beëindigingsdatum blijkt. 1.39 Uitvoeringsreglement Het document waarin de relatie tussen het Fonds en de Werkgever is vastgelegd. 1.40 Vakraad Stichting Vakraad Metaal en Techniek. De Vakraad is het overlegorgaan van CAO-partijen in de Metaal en Techniek, waarbinnen de onderhandeling plaatsvindt over de CAO s in de Metaal en Techniek. 1.41 Verevening De verdeling van ouderdomspensioen bij echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. 1.42 WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. 1.43 Werkgever De onderneming die valt onder de verplichtstelling van het Fonds en de onderneming die vrijwillig bij het fonds is aangesloten. 1.44 Werknemer De persoon die een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst met een Werkgever heeft. 1.45 Wet Bpf Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. 1.46 WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. 1.47 WW-uitkering Uitkering ingevolge de Werkloosheidswet.

12 2. Deelnemerschap 2.1 Deelnemer Als Deelnemer wordt aangemerkt: a. In geval van verplicht deelnemerschap: de Werknemer en/of directeur-grootaandeelhouder die, voor zover is vastgesteld door PMT (mogelijk na onderzoek) dat de verplichtstelling op de Deelnemer van toepassing is, volgens de Wet Bpf en de Ministeriële Beschikking betreffende verplichtstelling van deelneming als werkzaam in de Metaal en Techniek wordt beschouwd; de persoon waarvoor de pensioenopbouw wordt voortgezet gedurende (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid of gedurende werkloosheid. b. In geval van vrijwillig (collectief) deelnemerschap: de Werknemer die werkzaam is bij een aan de Metaal en Techniek verwante Werkgever die op vrijwillige basis collectief voor haar Werknemers deelneemt aan de regeling van het Fonds; de bestuurder van een NV of BV die op vrijwillige basis deelneemt aan de regeling van het Fonds. Het Bestuur besluit over toestemming tot vrijwillig deelnemerschap. c. In geval van vrijwillige voortzetting: degene die het deelnemerschap vrijwillig voortzet volgens het bepaalde in artikel III.4; degene die het deelnemerschap voortzet tijdens verlof volgens het bepaalde in hoofdstuk VI. Voortzetting van deelnemerschap houdt in dat zowel de opbouw van de pensioenaanspraken als de dekking van de risico s wordt voortgezet. 2.2 Begin deelnemerschap Het deelnemerschap gaat in op de dag waarop een persoon aan de definitie van Werknemer voldoet. 2.3 Einde deelnemerschap Het deelnemerschap eindigt op de dag: a. direct voorafgaand aan de Pensioeningangsdatum;; b. van het tussentijds beëindigen van de Dienstbetrekking met een Werkgever, tenzij: direct daarop aansluitend een nieuwe Dienstbetrekking met een aangesloten Werkgever wordt aangegaan; of de pensioenopbouw wordt voortgezet uit hoofde van (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid; of werkloosheid; of vrijwillige voortzetting (artikel III.4) c. van het tussentijds beëindigen van een vrijwillig deelnemerschap zoals vermeld in artikel III.2; of d. van het beëindigen van de voortgezette pensioenopbouw uit hoofde van (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid; of werkloosheid. e. van overlijden van de Deelnemer.

A. Pensioenreglement 13 3. Fiscale begrenzing van pensioenen Op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 mag het totaal van pensioen op het tijdstip van ingang, behoudens enkele toegestane uitzonderingen, niet meer bedragen dan de volgende maxima: - ouderdomspensioen: 100 procent van het Pensioengevend jaarsalaris. - partnerpensioen: 70 procent van het Pensioengevend jaarsalaris, dat de deelnemer op de Pensioenrichtdatum binnen dezelfde functie zou kunnen bereiken. - wezenpensioen: 14 procent van het Pensioengevend jaarsalaris, dat de deelnemer op de Pensioenrichtdatum binnen dezelfde functie zou kunnen bereiken. Voor volle Wezen geldt een verdubbeling van dit percentage. Deze maxima dienen te worden opgevat met inbegrip van een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet, zoals voorgeschreven in de Wet op de loonbelasting 1964. De aanspraken ingevolge dit Pensioenreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. De bij de uitvoering van dit Pensioenreglement gebruikte actuariële tabellen zijn sekseneutraal en gebaseerd op algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. 4. Pensioenuitkeringen 4.1 Aanvraag De (gewezen) Deelnemer dient de uitkering ten minste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum van het pensioen schriftelijk bij het Fonds aan te vragen. Pensioenen worden toegekend/uitgekeerd op schriftelijke aanvraag door of namens de Pensioengerechtigde. Voor de uitbetaling dienen aan het Fonds - voor zover zij dat verlangt - stukken te worden verstrekt waaruit het recht op uitkering blijkt. 4.2 Termijnen en inhoudingen a. De uitkeringen vinden - onder aftrek van wettelijke inhoudingen - plaats in maandelijkse termijnen. Onder maandelijkse termijn wordt verstaan een termijn ter grootte van één twaalfde gedeelte van het ingegane jaarlijkse pensioen. De uitkeringen vinden plaats in euro s op een door de Pensioengerechtigde opgegeven Nederlandse bank. Het Bestuur is bevoegd voor bepaalde Pensioengerechtigden een uitkering in andere termijnen vast te stellen.

14 b. In aanvulling op het bovenstaande, kunnen de uitkeringen op verzoek van de Pensioengerechtigde uitbetaald worden op een bankrekening in een andere lidstaat van de Europese Unie. In dat geval wordt er eens per kwartaal achteraf uitgekeerd en worden de transactiekosten van de buitenlandse bank ingehouden op de uitkeringen. Het Fonds betaalt de transactiekosten van de Nederlandse bank. 4.3 Afkoop van kleine pensioenbedragen Pensioenuitkeringen die op Pensioenrichtdatum niet meer bedragen dan het betreffende maximale bedrag van het af te kopen pensioen, zoals vermeld in - en met inachtneming van - artikel 66 van de Pensioenwet, worden door het Fonds vervangen door een uitkering ineens op AOW-datum. Afkoop op AOWdatum is alleen mogelijk indien de (Gewezen) Deelnemer hiermee instemt. 4.4 Hoogte van de uitkering ineens De hoogte van de uitkering ineens is gelijk aan de gekapitaliseerde waarde van de pensioenaanspraken. Deze waarde wordt vastgesteld op basis van door het Bestuur vast te stellen actuariële en sekseneutrale factoren, die zijn vastgelegd in de bij dit Reglement behorende bijlage 1. De gekapitaliseerde waarde wordt verminderd met wettelijke inhoudingen. 4.5 Vervallen van niet opgevraagde pensioenuitkeringen Een pensioenuitkering waarover niet is beschikt ten gevolge van het nalaten of weigeren van de Pensioengerechtigde om de benodigde uitkeringsaanvraag, informatie of stukken te verstrekken, vervalt aan het Fonds vijf jaar na de dag waarop de betreffende (maandelijkse) termijn werd verschuldigd. De eerste volzin is niet van toepassing bij leven van de Pensioengerechtigde. 4.6 Ten onrechte verstrekte pensioenuitkeringen Ten onrechte verstrekte pensioenuitkeringen worden door of namens het Fonds teruggevorderd. 5. Informatie 5.1 Informatie aan de Deelnemer, Werkgever en Belanghebbende a. Het Fonds zorgt dat de Deelnemer bij toetreding op de hoogte gesteld wordt van de inhoud van de geldende statuten van het Fonds en met een startbrief van de inhoud van het geldende Pensioenreglement. In de startbrief is de volgende informatie opgenomen: de inhoud van de basispensioenregeling; de toeslagverlening; het recht van de Deelnemer om bij het Fonds het voor hem geldende Pensioenreglement op te vragen; de vrijwillige onderdelen ANW Pensioen en vrijwillige inkoop; omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Fonds; het recht van de Deelnemer om bij het Fonds een verzoek in te dienen voor een berekening van de effecten van uitruil op zijn pensioenaanspraak.

A. Pensioenreglement 15 b. Het Fonds informeert de Deelnemer binnen drie maanden na een wijziging in het Pensioenreglement over die wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde Pensioenreglement op te vragen bij het Fonds. c. Het Fonds verstrekt de Deelnemer bij beëindiging van de deelneming: a. een opgave van de tot de beëindigingsdatum opgebouwde pensioenaanspraken b. informatie over toeslagverlening c. informatie die voor de Deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is d. informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Fonds. d. Het Fonds verstrekt aan degene die Ex-partner wordt en een aanspraak verkrijgt op bijzonder partnerpensioen een opgave waarop het volgende staat vermeld: a. de tot de scheidingsdatum opgebouwde aanspraken op partnerpensioen voor zover bestemd voor de Ex-partner b. informatie over toeslagverlening c. informatie die voor de Ex-partner specifiek van belang is. e. Het Fonds verstrekt op verzoek van Deelnemer, Werkgever of Belanghebbende: het Pensioenreglement; het jaarverslag; het Uitvoeringsreglement; de verklaring van de beleggingsbeginselen; indien van toepassing: het herstelplan. hoogte van de dekkingsgraad het van toepassing zijn van een aanwijzing van De Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële markten als het Fonds niet voldoet aan de Pensioenwet het aanstellen van een bewindvoerder in geval van het voeren van wanbeleid door het Fonds of als het bestuur is komen te ontbreken. f. Het Fonds verstrekt de (gewezen) Deelnemer en Ex-partner op verzoek een opgave van de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken. g. Het Fonds verstrekt aan de (gewezen) Deelnemer op verzoek informatie over de consequenties van uitruil van partnerpensioen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, van ouderdomspensioen in partnerpensioen of van andere vormen van uitruil. 5.2 Pensioenoverzicht a. Het Fonds verstrekt aan de Deelnemer elk kalenderjaar een uniform pensioenoverzicht waarin - onder meer - is vermeld de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken, de te bereiken pensioenaanspraken, informatie over toeslagverlening en de waardeaangroei van de pensioenaanspraken zoals beschreven in artikel I.5.3.

16 b. Het Fonds verstrekt aan de Gewezen Deelnemer, zodra zijn deelnemerschap is beëindigd, een overzicht van de premievrije pensioenaanspraken, voorzien van informatie over toeslagverlening. c. Het Fonds verstrekt aan de Gewezen Deelnemer eenmaal in de vijf jaar, na afloop van het kalenderjaar waarin zijn deelnemerschap is beëindigd, een overzicht van de premievrije pensioenaanspraken, voorzien van informatie over toeslagverlening. d. Op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer verstrekt het Fonds binnen drie maanden een tussentijds overzicht van de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken; het Fonds kan een vergoeding vragen voor de aan dit overzicht verbonden kosten. e. Het Fonds verstrekt aan de Ex-Partner eenmalig een overzicht van het pensioen waarop deze aanspraak heeft verkregen, voorzien van informatie over toeslagverlening f. Het Fonds verstrekt aan de Ex-partner ten minst een keer in de vijf jaar: a. een opgave van de tot de scheidingsdatum opgebouwde aanspraken op partnerpensioen voor zover bestemd voor de Ex-partner b. informatie over toeslagverlening Het Fonds informeert de Ex-partner binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging. 5.3 Opgave waardeaangroei a. Jaarlijks verstrekt het Fonds ten behoeve van de deelnemer een opgave van de aan het desbetreffende of voorgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. Het eerste jaar waarover de opgave van de waardeaangroei van pensioenaanspraken als bedoeld in de eerste volzin wordt verstrekt is 2001. b. Het Fonds verstrekt op verzoek van de Deelnemer een opgave van de over de jaren 1994 tot en met 2000 toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. 5.4 Deelnemingsjaren Het Fonds registreert de deelnemingsjaren van de deelnemers. 5.5 Bij pensioeningang Het fonds verstrekt degene die Pensioengerechtigde wordt: a. een opgave van zijn pensioenrecht b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen c. informatie over toeslagverlening 5.6 Informatie aan Pensioengerechtigde a. Het Fonds informeert de Pensioengerechtigde in het begin van elk kalenderjaar over: - de hoogte van de maandelijkse pensioenuitkering die voor dat jaar geldt. - een opgave van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen - informatie over toeslagverlening.

A. Pensioenreglement 17 b. Het Fonds verstrekt na afloop van elk kalenderjaar een jaaroverzicht betreffende de in dat kalenderjaar verrichte pensioenuitkeringen en inhoudingen. c. Het Fonds informeert de Pensioengerechtigde binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging. 5.7 Informatieverstrekking bij vertrek naar een andere lidstaat Het Fonds verstrekt (Gewezen) Deelnemers en Pensioengerechtigden die zich in een andere lidstaat vestigen informatie over hun pensioenaanspraken en pensioenrechten en over de mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling worden geboden. De informatie die in dit verband wordt verstrekt is ten minste overeenkomstig de informatie die wordt verstrekt aan Deelnemers, Ex-deelnemers en Pensioengerechtigden die in Nederland blijven. 5.8 Informatieverstrekking door Deelnemer, Belanghebbende en Werkgever a. Elke Deelnemer, elke Belanghebbende en elke Werkgever is verplicht alle gegevens en stukken te verstrekken die het Fonds voor de uitvoering van het Reglement nodig acht. In dit kader draagt de Werkgever er zorg voor dat aan- en afmeldingen van Deelnemers bij het Fonds tijdig, correct en volledig zijn. Onder tijdig wordt hier verstaan binnen één maand na aanvang of beëindiging van het deelnemerschap. b. Elke Deelnemer en elke Belanghebbende dient elke voor hem kenbare (vermoedelijke) onjuistheid of onvolledigheid in pensioenopgaven en/of correspondentie van het Fonds, zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het Fonds te melden. c. Elke Werkgever dient elke voor hem kenbare (vermoedelijke) onjuistheid of onvolledigheid in premienota s en/of correspondentie van het Fonds, zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het Fonds te melden. d. Indien de Werkgever in gebreke blijft die gegevens en stukken te verstrekken die het Fonds nodig acht voor de bepaling van de premieafdracht en berekening van de daaruit voortvloeiende aanspraken, is het Bestuur bevoegd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten. e. Indien gegevens en/of (salaris-)opgaven niet, niet juist, niet tijdig of niet volledig aan het Fonds zijn verstrekt of bij het Fonds zijn geadministreerd, is het Bestuur met inachtneming van de betreffende wet- en regelgeving bevoegd de daaruit voortvloeiende wijzigingen in aanspraken, rechten en/ of premieheffing - al dan niet met terugwerkende kracht - aan te brengen. f. Indien gedurende vijf jaren na bekendmaking niet gereageerd is op door het Fonds geregistreerde gegevens, is het Fonds bevoegd te veronderstellen dat deze correct zijn en is het Fonds tevens bevoegd eventueel later gemelde wijzigingen niet door te voeren. 6. Overeenkomsten Het Bestuur is bevoegd om zich bij samenwerkingsverbanden/circuits van pensioenuitvoerders aan te sluiten en met afzonderlijke pensioenuitvoerders of ondernemingen nadere overeenkomsten aan te gaan waarbij van bepalingen in het Pensioenreglement wordt afgeweken. Voorwaarde is dat deze overeenkomsten niet ten nadele van de overige Deelnemers uitwerken.

18 7. Wijziging pensioenreglement Het Bestuur is bevoegd om dekkingen, aanspraken en regelingen uit hoofde van dit reglement te wijzigen of te verminderen. Dit gebeurt met inachtneming van artikel II.6 van het pensioenreglement, artikel 16 van de statuten van het Fonds en hoofdstuk 1, artikel 3 van het Uitvoeringsreglement. 8. Aanspraken en rechten Aanspraken op nog niet ingegane pensioenuitkeringen en rechten op ingegane pensioenuitkeringen kunnen alleen aan dit Pensioenreglement worden ontleend. 9. Klachten en bezwaren 9.1 Klachtenregeling Een Deelnemer, Belanghebbende of Werkgever die een klacht heeft die betrekking heeft op het Fonds, kan zich te allen tijde mondeling of schriftelijk tot het Fonds richten. Onder een klacht jegens het Fonds wordt verstaan een impliciete of expliciete uiting van onvrede inzake een werkwijze of een beslissing van het Fonds van algemene of van specifieke aard. Een klacht wordt zo spoedig mogelijk afgehandeld. 9.2 Bezwaarprocedure a. Een Deelnemer of een Belanghebbende die bezwaar wenst aan te tekenen tegen de afhandeling van een klacht, in de zin van artikel I.9.1, of tegen het besluit waartegen die klacht was gericht, kan hiertegen bezwaar aantekenen bij het Bestuur. b. Het bezwaar dient met redenen te zijn omkleed en schriftelijk te worden ingediend binnen zes weken na beantwoording van de klacht. c. Een Deelnemer of een Belanghebbende kan tegen een besluit van het Fonds bezwaar aantekenen bij het Bestuur. Het bezwaar dient met redenen te zijn omkleed en schriftelijk te worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van het besluit. d. Het bezwaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk afgehandeld. 9.3 Voorwaarden Indien op grond van artikel I.9.1 of artikel I.9.2 wordt beslist in voor een Deelnemer of Belanghebbende gunstige zin, kunnen daaraan nadere voorwaarden worden verbonden.

A. Pensioenreglement 19 10. Hardheidsclausule In gevallen, niet van algemene aard zijnde, waarin het Reglement niet voorziet of waarin dit tot onredelijkheid of onbillijkheid zou leiden tegenover een Deelnemer of Belanghebbende, beslist het Bestuur in het geval van een concreet verzoek. 11. Inwerkingtreding Dit Pensioenreglement treedt in werking op 1 januari 2015.

20 II. Pensioenaanspraken 1. Karakter van de regeling 1.1 Uitkeringsovereenkomst De pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling, als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet. De pensioenopbouw in enig jaar kan worden beperkt volgens het bepaalde in hoofdstuk IX (Financiering). De Werkgever heeft na het betalen van de premie geen bijstortingsverplichting meer ten aanzien van de in dat jaar op te bouwen pensioenaanspraken. 1.2 Verslaglegging Voor de jaarverslaglegging van de Werkgevers wordt de pensioenregeling geclassificeerd als een Defined Contribution-regeling, omdat de Werkgever is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds en geen verplichting heeft tot het betalen van aanvullende bijdragen, doch slechts een verplichting tot het betalen van de doorsneepremie. 2. Opsomming pensioenaanspraken De deelnemer heeft aanspraak op: een levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van zichzelf; een levenslang partnerpensioen ten behoeve van de Partner; een levenslang bijzonder partnerpensioen ten behoeve van de Ex-Partner (artikel V.1, Scheiding); een tijdelijk wezenpensioen ten behoeve van het Kind of de Kinderen; een tijdelijk ANW Pensioen ten behoeve van de Partner, indien dit op grond van het bepaalde in artikel X.1 (ANW Pensioen) is verzekerd; Onder Partner, Gewezen Partner en Kind(eren) worden verstaan die personen, zoals omschreven in de definities van artikel I.1 (Algemeen) van dit Pensioenreglement. 3. Ouderdomspensioen 3.1 Uitkeringsperiode Het ouderdomspensioen gaat in op de Pensioeningangsdatum, en wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand waarin de Gepensioneerde overlijdt. De Pensioeningangsdatum kan vóór de Pensioenrichtdatum liggen conform het bepaalde in artikel VII.2 (Vervroegen).