Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd. 28-2-2013



Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Ontwerpverordeningen 2 Tervisielegging 10. BEDRIJFSLICHAMEN 10 Productschap Tuinbouw 10 Productschap Zuivel 21

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten;

Aanbevolen wordt om alvorens deze verklaring in te vullen eerst de toelichting in de bijlage van dit formulier te lezen!

Provinciaal blad van Noord-Brabant

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Aanvraagformulier Innovatiefonds Oost Gelre

Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2012) 9473 final

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

Subsidieverordening voorziening laadpalen op eigen terrein

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

STAATSCOURANT. Nr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

Verklaring de-minimissteun

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

2 Voorbereiding van vergaderingen van (dagelijks) bestuur, sectorcommissie en sociaaleconomische

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, IenM/BSK-2014/, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelichting artikelsgewijs

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 4 Uitvoering De subsidieregeling wordt namens de provincie Groningen uitgevoerd door BIJ12.

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Besluit subsidiëring sloopen

Hieronder sommen we aan de hand van een aantal topics de belangrijkste elementen op van de deminimisregel.

No.W /III 's-gravenhage, 1 mei 2015

Uitgegeven: 18 november 2010

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Verklaring beperkte steun

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 juli 2015, nr. 814D4BF6, tot vaststelling van de Vergoedingsregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;.

Regeling van 22 oktober 2014 tot wijziging van de Subsidieregeling Wurkje foar Fryslân.

Verordening van 30 oktober 2012 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanvraagformulier voor subsidie zonne-energie Dalfsen 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15, en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Gelet op artikel 5.14, derde lid, aanhef en onderdeel a, en achtste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Projectnummer: 829 Projectnaam: Gevelrenovatie Handelspanden Turnhout:

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 1137

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

gelet op artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland BESLUITEN:

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton wordt als volgt gewijzigd:

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROVINCIAAL BLAD BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ASBEST ERAF ZONNEPANELEN EROP ZUID-HOLLAND

LAATSTE TEKST (februari 2010)

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling formulieren verpakkingen

Provinciaal blad 2009, 2

Aanvraagformulier Gevel- en voorterreinfonds bedrijventerrein Vak A Hoofdweg CapelleXL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ministerie van Economische Zaken

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

TOELICHTING DE-MINIMISSTEUN

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

ONTWERP-VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING PT CO 2 SECTORSYSTEEM GLASTUINBOUW 2011 (2013-l) Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum) houdende wijziging van de Verordening PT CO 2 sectorsysteem glastuinbouw 2011. Het bestuur van het Productschap Tuinbouw, Gelet op de artikelen 96, eerste lid, 97, eerste lid, 98, tweede lid, 102, 104, eerste en derde lid, 126, 127 en 128 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 5 en 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; Gelet op de artikelen 15.51, 15.52, 15.53 van de Wet milieubeheer; Gelet op artikel 4 van het Besluit kostenverevening reductie CO 2 -emissies glastuinbouw; Gehoord de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. de Commissie voor energie, d.d. de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. de Commissie voor hovenierswerkzaamheden d.d., de Commissie voor groenten en fruit, d.d.; Besluit: Artikel I Bijlage I van de Verordening PT CO 2 sectorsysteem glastuinbouw 2011 wordt als volgt gewijzigd: A. Na het opschrift van Bijlage I wordt een kop ingevoegd: A. Inrichting regime A en inrichting die niet heeft voldaan aan artikel 2:1, derde lid. B. De zinsnede De CO 2 -jaarvracht wordt bepaald wordt vervangen door: De CO 2 -jaarvracht van een inrichting regime A en van een inrichting die niet heeft voldaan aan artikel 2:1, derde lid, wordt bepaald. C. Na onderdeel 5 wordt toegevoegd: 6. De hoeveelheid door de inrichting aan het elektriciteitsnet geleverde elektriciteit wordt bepaald op basis van de eindafrekening voor het betrokken jaar van de energiemaatschappij. B. Inrichting regime B. De CO 2 -jaarvracht van een inrichting regime B is gelijk aan de hoeveelheid CO 2 -emissies die volgt uit de registratie van de inrichting, bedoeld in artikel 2:1. 1

Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, (datum) de voorzitter, de secretaris, A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven J.M. Gerritsen 2

TOELICHTING BIJ ONTWERP-VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING PT CO 2 SECTORSYSTEEM GLASTUINBOUW 2011 (2013-l) Inleiding Op grond van titel 15.13 van de Wet milieubeheer (hierna: de Wet) wordt vanaf het begin van 2011 het instrument kostenverevening toegepast op de uitstoot van CO 2 door de glastuinbouwsector. In het Besluit kostenverevening reductie CO 2 -emissies glastuinbouw (hierna: het Besluit kostenverevening) is van het bestuur van het Productschap Tuinbouw medewerking gevorderd voor de uitvoering van het systeem van kostenverevening. In de verordening PT CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw 2011 (hierna: de verordening PT CO 2 -sectorsysteem) zijn de voorschriften gegeven voor de uitvoering en toepassing van kostenverevening in de glastuinbouwsector. Uitgangspunt van het instrument kostenverevening is dat de glastuinbouwsector een collectieve verantwoordelijkheid heeft voor de emissie van CO 2 en voor de reductie van deze emissie. Als de totale CO 2 -emissie hoger is dan de door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, in overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken, vastgestelde emissieruimte, moeten de bedrijven betalen voor deze overschrijding. De reikwijdte van het sectorsysteem is bepaald in artikel 15.51 van de Wet: glastuinbouwbedrijven die deelnemen aan EU-ETS of bedrijven waar glastuinbouw een nevenactiviteit is met een oppervlakte van minder dan 2500 m², zijn uitgesloten van deelname. Het instrument kostenverevening sluit aan bij het karakter van de sector. De Nederlandse glastuinbouw is energie-intensief en concurreert op een open internationale markt. Daarbij heeft de glastuinbouw dynamische en innovatieve karakteristieken, zodat de sector het beste kan opereren in een omgeving die ruimte laat voor groei en ontwikkeling. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel kostenverevening reductie broeikasgasemissies is uitgebreid ingegaan op de werking van het instrument kostenverevening en op de hoofdlijnen van het systeem voor de glastuinbouw. Achtergrond van de wijziging Bij de invoering van Titel 15.13 van de Wet milieubeheer is aangekondigd dat het kostenvereveningssysteem in de periode 2011-2012 door de Staatssecretaris van I&M zou worden geëvalueerd. In 2011 en 2012 is bezien of en hoe een systeem voor de periode 2013-2020 zou kunnen worden opgezet en onder welke condities. Daarbij was de inzet om te komen tot een systeem met een prikkel op bedrijfsniveau en collectieve afrekening met de overheid in geval van overschrijding van het plafond. Het bleek niet mogelijk om voor 1 januari 2013 een dergelijke systeemwijziging door te voeren. Door de Rijksoverheid is daarom gekozen voor een voortzetting van het huidige systeem gedurende 2013 en 2014. In het Besluit kostenverevening zijn daartoe enkele technische wijzigingen aangebracht. De beleidsmatige inzet is om per 1 januari 2015 het kostenvereveningssysteem aan te passen overeenkomstig de hierboven beschreven opzet en in overeenstemming met Europese regels. In het huidige systeem is de verplichting om een vergoeding te betalen bij overschrijding van de emissieruimte enkel van toepassing op inrichtingen die per jaar meer dan 305 ton CO 2 uitstoten. Deze inrichtingen zijn in de verordening gedefinieerd als inrichtingen regime A. Een inrichting die minder dan deze hoeveelheid CO 2 uitstoot, gedefinieerd als een inrichting regime B, is niet verplicht om een vergoeding te betalen. Het voornemen was om na de introductie van een constante prikkel tot emissiereductie in het systeem, binnen het systeem de kosten met de deelnemende inrichtingen te verrekenen op basis van een individuele norm. Dit zou zo mogelijk ook gaan gelden voor de inrichtingen regime B. Door het uitblijven van een systeemwijziging en verlenging van het huidige systeem, is de wijze van kostenverrekening ook ongewijzigd gebleven. De verlenging van het huidige systeem voor de jaren na 2012 leidt niet tot inhoudelijke wijzigingen aan de verordening PT CO 2 sectorsysteem. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele technische wijzigingen in bijlage I bij de verordening door te voeren. 3

CO 2 -jaarvracht Artikel 3 van het Besluit kostenverevening geeft de formule voor het bepalen van de door een inrichting verschuldigde vergoeding. Een element in deze formule is de totale hoeveelheid CO2- emissies van de deelnemende inrichtingen. In artikel 2:7 is bepaald dat de CO 2 -jaarvracht de basis is voor de vergelijking van de totale CO 2 -emissies van de deelnemende inrichtingen met de emissieruimte, bedoeld in artikel 15.51, derde lid, van de Wet. De CO 2 -jaarvracht wordt bepaald overeenkomstig bijlage I. Deze bijlage was toegeschreven op een inrichting die een emissieaangifte doet. Voor de inrichtingen regime B, die geen emissieaangifte doen, moet ook een CO 2 -jaarvracht worden bepaald om te kunnen voldoen aan artikel 3 van het Besluit kostenverevening. In de oorspronkelijke toelichting bij de verordening PT CO 2 -sectorsysteem was aangegeven dat voor een inrichting regime B de jaarvracht gelijk is aan de hoeveelheid CO 2 -emissies die volgt uit de eerste registratie van de inrichting. Dit volgde niet duidelijk uit de tekst van bijlage I, hoewel de bijlage overigens niet uitsloot dat voor een inrichting regime B een jaarvracht wordt bepaald. Om deze reden is bijlage I aangepast. Door het invoegen van twee koppen is duidelijk aangegeven welke regels voor een inrichting regime B gelden en welke regels voor een inrichting regime A en een inrichting die niet heeft voldaan aan de registratieplicht van artikel 2:1. Deze laatste inrichting moet immers ook een emissieaangifte doen. Voor de inrichting regime B is expliciet opgenomen hoe de CO 2 -jaarvracht wordt bepaald. Tevens is expliciet bepaald op welke wijze de hoeveelheid door een inrichting aan het elektriciteitsnet geleverde elektriciteit wordt vastgesteld. Staatssteun Als de totale CO 2 -emissie van de sector in een kalenderjaar de emissieruimte overschrijdt, hoeft een inrichting regime B geen vergoeding te betalen. In het Besluit kostenverevening zijn enkel de inrichtingen regime A aangewezen als inrichtingen die een vergoeding moeten betalen. Het voordeel dat een inrichting regime B hierdoor kan hebben wanneer de emissieruimte in een kalenderjaar wordt overschreden, moet door het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) worden meegedeeld aan die inrichting. Om dit voordeel te kunnen genieten zonder dat er sprake is van staatssteun die moet worden aangemeld bij de Europese Commissie, moet er zijn voldaan aan de voorwaarden voor het verstrekken van de-minimissteun. In beginsel is verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU, L 379) van toepassing. Voor de glastuinbouwsector is specifiek Verordening (EG) Nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op deminimissteun in de landbouwproductiesector bepalend. In deze verordening zijn voorwaarden opgenomen waaronder steunmaatregelen geacht worden niet aan alle criteria van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) te voldoen, en derhalve niet onder de aanmeldingsprocedure van artikel 108, derde lid, van het VWEU vallen. Dat betekent onder meer dat de betreffende inrichting regime B door het PT op de hoogte wordt gesteld van het feit dat er sprake is van de minimissteun en wat de omvang van het voordeel is. Ook moet door de regime B inrichtingen een de-minimisverklaring worden overgelegd. Een formulier voor deze verklaring zal in dat geval ter beschikking worden gesteld door het PT. Voor de landbouwproductiesector is de drempel gesteld op 7.500,-. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun die de genoemde drempelbedragen niet overschrijdt, kan worden aangemerkt als de-minimissteun. 4

Administratieve lasten De onderhavige wijzigingen in de verordening leiden niet tot een toe- of afname van de administratieve lasten die voortvloeien uit de verordening. Zoetermeer, (datum) de voorzitter, de secretaris, A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven J.M. Gerritsen 5