Onderwijs- en Examenregeling master-opleidingen 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : specifiek deel bachelor European Law School Inhoud

Onderwijs- en Examenregeling master-opleidingen

1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Artikel 2 Begripsbepalingen Artikel 3 De opleidingen...

Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen

Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : specifiek deel bachelor Rechtsgeleerdheid Inhoud

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Onderwijs- en Examenregeling (OER) Nederlandstalige masteropleidingen Rechtsgeleerdheid. voor het studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling Duale Masters (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Onderwijs- en Examenregeling Duale Masters (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Onderwijs- en Examenregeling (OER) Nederlandstalige masteropleidingen Rechtsgeleerdheid. voor het studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : specifiek deel bachelor Rechtsgeleerdheid Inhoud

Onderwijs- en Examenregeling Duale Masters (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : specifiek deel bacheloropleidingen oude stijl Inhoud

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Overgangsregeling gewijzigde programma s Nederlands Recht (incl. duaal), Notarieel Recht, Fiscaal Recht, Recht en ICT

Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht Inhoud

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling Duale Masters (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Overzicht wijzigingen exameneisen opleidingen / vakken 11-12

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

Overgangsregeling Nederlands recht

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht Inhoud

Onderwijs- en Examenregeling Duale Masters (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-masteropleiding Rechtsgeleerdheid 1 van 5

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding

Duale masteropleidingen Rechtsgeleerdheid (Togamaster en Praktijkmasters Notarieel en Fiscaal Recht)

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding Fiscaal recht. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : specifiek deel bacheloropleidingen oude stijl Inhoud

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-masteropleiding Rechtsgeleerdheid 1 van 5

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

OER masteropleidingen Rechtsgeleerdheid: research master Rechtswetenschappelijk onderzoek, voor het studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : algemeen deel Inhoud

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013. Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Fiscale Economie Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Nieuwe regelingen toegang en toelating masteropleidingen

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Overzicht wijzigingen exameneisen opleidingen / vakken studiejaren

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo masteropleiding Rechtsgeleerdheid. Masteropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OET) (ex artikel 7.13 WHW) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : algemeen deel Inhoud

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling wo masteropleiding Rechtsgeleerdheid Instroom vanaf 1 september Begeleide masteropleiding

Artikel 3 Het nemen van besluiten De in artikel 2 bedoelde Examencommissie en secties nemen besluiten met gewone meerderheid van stemmen.

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling WO masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen : algemeen deel Inhoud

Duitse Taal en Cultuur

Transcriptie:

Onderwijs- en Examenregeling master-opleidingen 2015-2016 Inhoud 1 Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling... 4 Artikel 2 Begripsbepalingen... 4 Artikel 3 De opleidingen... 5 Artikel 4 Taal van de masteropleidingen 6 Artikel 5 Doel van de masteropleidingen... 6 Artikel 6 Meer dan één masterdiploma... 12 2 Opbouw van de opleiding... 12 Artikel 7 Studielast... 12 Artikel 8 Honoursprogramma master opleiding... 12 Artikel 9 Afstudeerrichtingen en samenstelling programma Nederlands Recht... 13 Artikel 10 Nederlands Recht met civiel effect voor HBO-instroom... 15 Artikel 11 Samenstelling programma Notarieel Recht... 16 Artikel 12 Samenstelling programma Fiscaal Recht... 17 Artikel 13 Fiscaal Recht voor HBO-instroom... 17 Artikel 14 Samenstelling programma Recht en Bestuur... 18 Artikel 15 Recht en Bestuur voor instroom met een andere vooropleiding dan de bachelor Recht en Bestuur... 20 Artikel 16 Samenstelling programma Recht en ICT... 20 Artikel 17 Samenstelling programma European Law School... 21 Artikel 18 Keuzeonderdelen... 22 Artikel 19 Practica... 246 3 Tentamens en examen van de opleiding... 24 Artikel 20 Examencommissie en examinatoren... 24 Artikel 21 Beoordeling stage-, onderzoekopdracht... 25 1

Artikel 22 Tijdvakken en frequentie tentamens... 25 Artikel 23 Vorm van de tentamens... 26 Artikel 24 Mondelinge tentamens... 26 Artikel 25 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag... 279 Artikel 26 Herkansing van voldoende... 27 Artikel 27 Geldigheidsduur... 28 Artikel 28 Nabespreking... 28 Artikel 29 Toetsplan... 29 Artikel 30 Vrijstelling van tentamens... 292 Artikel 31 Elders behaalde onderdelen..32 Artikel 32 Tijdvakken en frequentie afleggen examens (uitreiking van het getuigschrift)... 30 Artikel 33 Examen (uitreiking van het getuigschrift)... 30 Artikel 34 Graad... 31 4 Toelating... 314 Artikel 35 Vooropleiding en toelating... 314 Artikel 36 Toelatingscommissie... 34 Artikel 37 Toelatingsonderzoek tot de masteropleidingen... 347 Artikel 38 Toelatingsonderzoek: tijdstippen... 34 Artikel 39 Taal eis bij buitenlandse vooropleiding... 35 5 Studiebegeleiding en het ludicium abeundi... 36 Artikel 40 Studievoortgangadministratie... 36 Artikel 41 Studiebegeleiding... 36 Artikel 42 Iudicium Abeundi... 36 6 Hardheidsclausule, overgangs- en slotbepalingen... 369 Artikel 43 Overstap van oude stijl naar nieuwe stijl... 369 Artikel 44 Overgangsregelingen... 37 Artikel 45 Hardheidsclausule... 37 Artikel 46 Wijziging... 37 2

Artikel 47 Bekendmaking... 40 Artikel 48 Inwerkingtreding... 37 3

1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleidingen genoemd in artikel 3, verder te noemen: de masters. lid 5 De masters worden verzorgd binnen de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van een van de opleidingen volgen. Voor de onderdelen die studenten van de opleiding, als bedoeld in artikel 3, volgen bij andere opleidingen, faculteiten of onderwijsinstellingen, geldt de OER van die andere opleiding, faculteit of instelling. Deze OER is tevens van toepassing op de toelating van studenten tot een pre-master, als bedoeld in artikelen 10, 13 en 15 met het oog op het volgen van de opleiding. Voor het overige is de desbetreffende bachelor OER van toepassing op studenten ingeschreven voor een premaster. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de Wet student de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; opleiding pre-master studiejaar vak EC: practicum/seminaar de masteropleiding genoemd in artikel 3 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden; een deficiëntieprogramma waarmee toelating tot de opleiding kan worden verkregen; het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; studiepunt als bedoeld in de wet, waarmee de omvang van het onderdeel van de opleiding wordt uitgedrukt. 1 EC staat gelijk aan 28 uur studeren; een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet. De zelfwerkzaamheid van de student staat centraal, meestal tot uitdrukking komend in een referaat en/of paper, in een van de volgende vormen of 4

combinatie daarvan: het maken van een scriptie, het maken van een werkstuk of een proef, het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; tentamen examen semester dag onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek; het masterexamen van de opleiding; deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op omstreeks 31 augustus; Werkdag, tenzij anders vermeld; Ocasys Universitaire digitale onderwijscatalogus Ocasys van studiejaar 2015-2016. Ocasys maakt deel uit van deze onderwijs-en examenregeling voorzover in deze onderwijs-en examenregeling niet uitdrukkelijk anders is aangegeven; examencommissie toelatingscommissie het onafhankelijk orgaan belast met de taken en bevoegdheden als vermeld in de artikelen 7.11, 7.12 en 7.12b en 7.12 c van de wet, waaronder de beoordeling of aan de eisen van het afsluitend examen is voldaan; de commissie die namens het faculteitsbestuur over de toelating tot de opleiding beslist. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 3 De opleidingen De faculteit verzorgt de volgende masteropleidingen: a. de opleiding Nederlands Recht (CROHO-opleidingscode: 56451) b. de opleiding Notarieel Recht (CROHO-opleidingscode: 66828) c. de opleiding Fiscaal Recht (CROHO-opleidingscode: 66827) d. de opleiding Recht en Bestuur (CROHO-opleidingscode: 66461) e. de opleiding Recht en ICT (CROHO-opleidingscode: 60620) f. de opleiding European Law School (CROHO-opleidingscode: 60017) De onder a, b, c, d en e genoemde opleidingen worden behalve in de voltijdse vorm tevens in 5

deeltijdse vorm verzorgd. De onder a, b, c en d genoemde opleidingen worden ook in duale vorm verzorgd. De opleidingen genoemd onder a, b, c, (duale vorm) zijn in een aparte Onderwijs- en Examenregeling opgenomen. Een student kan de Examencommissie toestemming vragen voor het samenstellen van een vrij onderwijsprogramma binnen de opleidingen als bedoeld in. De Examencommissie kan hieraan nadere voorwaarden verbinden. Artikel 4 Taal van de masteropleidingen De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels of Duits worden verzorgd. Artikel 5 Doel van de masteropleidingen a. De opleiding Nederlands Recht A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding Nederlands recht op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondige kennis van en grondig inzicht in het Nederlands recht door verdieping van de in de bachelor studie verworven kennis; A2. Grondig inzicht in de samenhang van het recht, door verdieping van het in de bachelor verworven inzicht; A3. Inzicht in internationale en Europese invloeden op het Nederlandse recht, met in achtneming van de extra eisen die in dit verband gesteld worden aan een bepaalde afstudeerrichting. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding Nederlands recht op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen zelfstandig de voor de oplossing van een complex vraagstuk op het terrein van het Nederlands recht relevante feiten, wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, deze te beoordelen en toe te passen; B2. Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk juridisch onderzoek uit te voeren op het terrein van het Nederlands recht en daarmee een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren aan de rechtsvorming; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat op het terrein van het Nederlands 6

recht tussen vakgenoten; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van het Nederlands recht in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding Nederlands recht op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. b. De opleiding Notarieel Recht A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding Notarieel recht op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondige kennis van en grondig inzicht in het notarieel recht door verdieping van de in de bachelor studie verworven kennis; A2. Grondig inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder van het notarieel recht, door verdieping van het in de bachelor verworven inzicht; A3. Inzicht in internationale en Europese invloeden op het notarieel recht. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding Notarieel recht op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen zelfstandig de voor de oplossing van een complex vraagstuk op het terrein van het notarieel recht relevante feiten, wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, deze te beoordelen en toe te passen; B2. Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk juridisch onderzoek uit te voeren op het terrein van het notarieel recht en daarmee een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren aan de rechtsvorming; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat op het terrein van het notarieel recht tussen vakgenoten; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van het notarieel recht in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. 7

C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding Notarieel recht op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. c. De opleiding Fiscaal Recht A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding Fiscaal recht op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondige kennis van en grondig inzicht in het fiscaal recht door verdieping van de in de bachelor studie verworven kennis; A2. Grondig inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder van het fiscaal recht, door verdieping van het in de bachelor verworven inzicht; A3. Grondige kennis van en inzicht in de financiering van ondernemingen; A4. Grondige kennis van en inzicht in het internationale en Europese belastingrecht. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding Fiscaal recht op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen zelfstandig de voor de oplossing van een complex vraagstuk op het terrein van het fiscaal recht relevante feiten, wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, deze te beoordelen en toe te passen; B2. Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk juridisch onderzoek uit te voeren op het terrein van het fiscaal recht en daarmee een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren aan de rechtsvorming; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat op het terrein van het fiscaal recht tussen vakgenoten; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van het fiscaal recht in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding Fiscaal recht op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; 8

C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. d. De opleiding Recht en Bestuur A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en Bestuur op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondig inzicht in het geldende nationale recht (in het bijzonder het publiekrecht) en de systematiek ervan; A2. Grondig inzicht in het internationale en het Europese publiekrecht als afzonderlijke rechtsgebieden, alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; A3. Actieve beheersing van de concepten en theorieën van de bestuurskunde en de beleidswetenschap; A4. Analytisch inzicht in de inrichting en werking van de publieke sector in Nederland en Europa; A5. Verdiepte kennis van en inzicht in relevante kernbegrippen en concepten uit de politieke wetenschap, de economie en de rechtsfilosofie. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en Bestuur op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen zelfstandig bestuur wetenschappelijk onderzoek uit te voeren op het terrein van de inrichting en werking van de publieke sector; B2. Het vermogen om vraagstukken betreffende de inrichting en werking van de publieke sector te analyseren vanuit een onderling samenhangend juridisch en sociaalwetenschappelijk perspectief, en op grond daarvan bestuur wetenschappelijke diagnoses te stellen en aanbevelingen te doen; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat tussen vakgenoten op het terrein van de bestuurswetenschappen; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van de bestuurswetenschappen in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en Bestuur op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; 9

C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. e. De opleiding Recht en ICT A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en ICT op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondige kennis van en grondig inzicht in het (informatica)recht of de rechtsinformatica door verdieping van de in de bachelor studie verworven kennis; A2. Grondig inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder van het (informatica)recht of de rechtsinformatica, door verdieping van het in de bachelor verworven inzicht; A3. Inzicht in internationale en Europese invloeden op het (informatica)recht of de rechtsinformatica. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en ICT op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen zelfstandig de voor de oplossing van een complex vraagstuk op het terrein van het (informatica)recht of de rechtsinformatica relevante feiten, wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, deze te beoordelen en toe te passen; B2. Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk juridisch onderzoek uit te voeren op het terrein van het (informatica)recht of de rechtsinformatica en daarmee een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren aan de rechtsvorming; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat op het terrein van het (informatica)recht of de rechtsinformatica tussen vakgenoten; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van het (informatica)recht of de rechtsinformatica in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding Recht en ICT op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. f. De opleiding European Law School 10

A. Eindkwalificaties kennis en inzicht De eindkwalificaties van de masteropleiding European Law School op het gebied van kennis en inzicht van de afgestudeerde zijn: A1. Grondige kennis van en grondig inzicht in het bedrijfsrecht en het privaatrecht binnen het Nederlandse, Duitse en/of Franse recht en het recht van het Verenigd Koninkrijk, door verdieping van de in de bachelor studie verworven kennis; A2. Grondig inzicht in de samenhang van de diverse rechtsstelsels, in het bijzonder het bedrijfsrecht en het privaatrecht binnen het Nederlandse, Duitse en/of Franse recht en het recht van het Verenigd Koninkrijk, door verdieping van het in de bachelor studie verworven inzicht; A3. Grondig inzicht in de invloed die het Europese recht uitoefent op het bedrijfsrecht en het privaatrecht binnen het Nederlandse, Duitse en/of Franse recht alsmede het recht van het Verenigd Koninkrijk, door verdieping van het in de bachelor studie verworven inzicht. B. Eindkwalificaties vaardigheden en attitude De eindkwalificaties van de masteropleiding European Law School op het gebied van vaardigheden en attitude van de afgestudeerde zijn: B1. Het vermogen (mede in een internationale context) zelfstandig de voor de oplossing van een complex vraagstuk relevante feiten, wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, deze te beoordelen en toe te passen; B2. Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk juridisch onderzoek uit te voeren op het terrein van het bedrijfsrecht en het privaatrecht, mede in rechtsvergelijkend perspectief, en daarmee een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren aan de rechtsvorming; B3. Het vermogen zelfstandig deel te nemen aan het debat op het terrein van het bedrijfsrecht en het privaatrecht, mede in rechtsvergelijkend perspectief, tussen vakgenoten; B4. Het vermogen een complex betoog op het terrein van het bedrijfsrecht en het privaatrecht, mede in rechtsvergelijkend perspectief, in woord en geschrift op begrijpelijke wijze op een groep vakgenoten en niet-vakgenoten over te brengen. C. Eindkwalificaties studie- en beroepenoriëntatie De eindkwalificaties van de masteropleiding European Law School op het gebied van studie- en beroepenoriëntatie van de afgestudeerde zijn: C1. Kennis van en inzicht in het beroepsperspectief; C2. Inzicht in de eisen die door de permanente en snelle ontwikkeling van het positieve recht aan zelfstudie en eigen oordeelsvorming gesteld worden. 11

Artikel 6 Meer dan één masterdiploma Indien een student na het behalen van een diploma in een masteropleiding van de (juridische) faculteit van de RUG of van een andere (juridische ) faculteit nog een andere masteropleiding van de juridische faculteit van de RUG wil volgen, dient hij aan alle eisen van het curriculum van die masteropleiding in de betreffende bepaling uit de onderwijs- en examenregeling te voldoen. Verplichte studieonderdelen uit het curriculum die reeds in die andere masteropleiding zijn behaald kunnen worden vrijgesteld met uitzondering van de scriptie. Indien de student aan de eisen van de onderwijs- en examenregeling van de tweede (derde, etc) master kan voldoen door minder dan 30 EC nieuwe studieonderdelen te behalen, dient de student aanvullend in de keuzeruimte met goedkeuring van de Examencommissie nieuwe studieonderdelen af te leggen totdat hij 30 EC aan nieuwe studieonderdelen heeft behaald. De scriptie telt mee om aan deze 30 EC nieuwe studieonderdelen te komen. In de keuzeruimte van de tweede (derde etc.) masteropleiding kunnen met inachtneming van het bepaalde in en het bepaalde in de onderwijs- en examenregeling van de betreffende masteropleiding studieonderdelen van de eerste masteropleiding ingebracht worden. 2 Opbouw van de opleiding Artikel 7 Studielast De opleidingen als bedoeld in art. 3 hebben een studielast van 60 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. Artikel 8 Honoursprogramma master opleiding De student kan worden uitgenodigd voor deelname aan een Honoursprogramma dat door het Honours College van de RUG aangeboden wordt. Het Honoursprogramma heeft een totale studielast van 15 EC. De OER van het Honours College is op dit programma van toepassing. Het Honoursprogramma maakt geen onderdeel uit van het reguliere mastercurriculum. De resultaten en cijfers tellen niet mee voor de toekenning van het judicium cum laude of summa cum laude van de masteropleiding. De resultaten van het Honoursprogramma worden vermeld op het diplomasupplement bij het diploma van de masteropleiding waar de student een graad voor behaalt. 12

Artikel 9 Afstudeerrichtingen en samenstelling programma Nederlands Recht De opleiding Nederlands Recht kent de volgende afstudeerrichtingen: de afstudeerrichting Ondernemingsrecht; de afstudeerrichting Privaatrecht; de afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht; de afstudeerrichting Strafrecht; de afstudeerrichting Arbeidsrecht. Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Afstudeerrichting Arbeidsrecht 1. Arbeidsovereenkomstenrecht 6 EC 2. Collectief arbeidsrecht 6 EC 3. Europees Arbeidsrecht 6 EC 4. Masterclass Arbeidsrecht of International Labour Law 6 EC 5. Ondernemingsrecht 1* 6 EC 6. Sociale Zekerheidsrecht 6 EC 7. Seminaar Nederlands recht 6 EC 8. Scriptie Nederlands Recht 18 EC Totaal 60 EC * Indien Ondernemingsrecht 1 is afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. AfstudeerrichtingOndernemingsrecht 9. Arbeidsovereenkomstenrecht 6 EC 10. Insolventierecht 6 EC 11. Mededingingsrecht 6 EC 12. Ondernemingsrecht 1* 6 EC 13. Ondernemingsrecht 2 6 EC 14. Keuzeruimte* 6 EC 15. Seminaar Nederlands recht 6 EC 16. Scriptie Nederlands Recht 18 EC Totaal 60 EC * Indien Ondernemingsrecht 1 is afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 12 EC. Afstudeerrichting Privaatrecht 1. Burgerlijk Procesrecht 2 6 EC 2. Goederenrecht C.S. 6 EC 3. Internationaal Privaatrecht 6 EC 4. Ondernemingsrecht 1* 6 EC 5. Personen- en familierecht* 6 EC 13

6. Verbintenissenrecht C.S. 6 EC 7. Keuzeruimte* * EC 8. Seminaar Nederlands recht 6 EC 9. Scriptie Nederlands Recht 18 EC Totaal 60 EC * Indien Ondernemingsrecht 1 is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Personen- en familierecht is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen, of indien Personen- en Familierecht voor Notariëlen of Personen-, Familie en Erfrecht en Relatievermogensrecht zijn afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen Notarieel Recht, dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Ondernemingsrecht 1 en Personen- en familierecht (of in plaats van Personen- en Familierecht de vakken Personen- en Familierecht voor Notariëlen en Relatievermogensrecht als onderdeel van het bachelorexamen Notarieel Recht) beide zijn afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 12 EC. Afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht 1. Bestuur, aansprakelijkheid en Privaatrecht 6 EC 2. Grondrechten 6 EC 3. Omgevingsrecht 1* 6 EC 4. Recht Decentrale Overheden* 6 EC 5. Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief 6 EC 6. Vreemdelingenrecht of Sociaal Zekerheidsrecht 6 EC 7. Keuzeruimte* * EC 8. Seminaar Nederlands Recht 6 EC 9. Scriptie Nederlands Recht 18 EC Totaal 60 EC * Indien Omgevingsrecht 1 is afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Recht Decentrale Overheden is afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Omgevingsrecht 1 en Recht Decentrale Overheden beide zijn afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 12 EC. Afstudeerrichting Strafrecht 1. Inleiding Criminologie* 6 EC 2. Internationaal en Europees Strafrecht 6 EC 3. Materieel Strafrecht 6 EC 4. Sanctierecht 6 EC 5. Strafproces Dwangmiddelen 6 EC 6. Strafproces Rechtsmiddelen 6 EC 7. Keuzeruimte* * EC 8. Seminaar Nederlands Recht 6 EC 9. Scriptie Nederlands Recht 18 EC 14

Totaal 60 EC * Indien Inleiding Criminologie is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Sanctierecht is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen dan bedraagt de keuzeruimte 6 EC. Indien Inleiding Criminologie en Sanctierecht beide zijn afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen dan bedraagt de keuzeruimte 12 EC. Het programma van de afstudeerrichting Strafrecht kan worden aangevuld met het extra curriculaire programma: Criminologisch programma criminaliteit en veiligheid. Dit programma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Algemene Criminologie 6 EC 2. Recht en werkelijkheid Justitiële Keten 6 EC 3. Seminaar Criminaliteit en Rechtshandhaving 6 EC De keuzeruimte dient te worden ingevuld met juridische vakken. De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. lid 5 lid 6 In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 5 worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Artikel 10 Nederlands Recht met civiel effect voor HBO-instroom a. Studenten, in het bezit van het afsluitend diploma HBO Rechten kunnen de masteropleiding Nederlands recht volgen, mits voorafgegaan door de pre-master Rechtsgeleerdheid. b. Na toelating tot de opleiding door de faculteit wordt de student ingeschreven voor de pre-master Rechtsgeleerdheid. c. Na afronding van het pre-masterprogramma dient er een verklaring definitieve toelating tot de master via de afdeling studieadvies te worden afgegeven om toelating te krijgen tot de master Nederlands Recht. Hierbij gelden de reguliere instroommomenten. Voor toelating tot de afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht dient ook het onderdeel staatsrecht 2 te zijn behaald. 15

Het in b genoemde pre-masterprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bestuursrecht 2 10 EC 2. Strafrecht 2 5 EC 3. Burgerlijk Procesrecht 1 5 EC 4. Europees Recht 10 EC 5. Staatsrecht 1 5 EC 6. Strafrecht 3 10 EC 7. Bedrijfsrecht: theorie en vaardigheden 5 EC 8. Bestuursrecht 3 5 EC 9. Burgerlijk Recht 3 5 EC Totaal 60 EC Het masterprogramma is een regulier masterprogramma Nederlands Recht, heeft een omvang van 60 EC en bestaat uit de in artikel 9 van deze OER vermelde onderdelen. Voor het verkrijgen van het civiel effect dient ook het vak Burgerlijk Recht 2 te worden behaald. Artikel 11 Samenstelling programma Notarieel Recht Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Agrarisch recht 6 EC of Estate Planning 6 EC of Ondernemingsrecht 1 6 EC of Verbintenissenrecht C.S. 6 EC/6 EC 2. Belastingrecht 2 6 EC 3. Goederenrecht C.S. 6 EC 4. Internationaal Privaatrecht 6 EC 5. Successiewet voor Notariëlen 6 EC 6. Keuzeruimte 6 EC 7. Scriptie Notarieel Recht 18 EC 8. Seminaar Notariële C.S. 2 6 EC Totaal 60 EC De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlapping vertoont met een ander vak van de opleiding. In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te 16

kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Artikel 12 Samenstelling programma Fiscaal Recht Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Fiscale Capita selecta 6 EC 2. Internationaal & Europees Belastingrecht 6 EC 3. Onderneming en Belastingheffing C.S. 6 EC 4. Ondernemingsfinanciering 6 EC 5. Seminaar Belastingrecht 6 EC 6. Scriptie Fiscaal Recht 18 EC 7. Successiewet, erfrecht en relatievermogensrecht 6 EC 8. Tax accounting en tax assurance 6 EC Totaal 60 EC De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlapping vertoont met een ander vak van de opleiding. In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Artikel 13 Fiscaal Recht voor HBO-instroom a. Studenten die in het bezit zijn van een afsluitend HBO bachelorsdiploma Fiscale Economie of Fiscaal Recht en Economie van de Hanzehogeschool Groningen, de Hogeschool Arnhem of de Saxionhogeschool, dat niet ouder is dan 2 jaren, of Register Belastingadviseurs kunnen worden toegelaten tot de Master Fiscaal Recht, mits voorafgegaan door een bijbehorend pre-masterprogramma Fiscaal Recht. b. Na toelating tot de opleiding door de faculteit wordt de student ingeschreven voor het pre-masterprogramma Fiscaal Recht genoemd in onder a, b of c. 17

c. Na afronding van het pre-masterprogramma dient er een verklaring definitieve toelating tot de master via de afdeling studieadvies te worden afgegeven om toelating te krijgen tot de master Fiscaal Recht. Hierbij gelden de reguliere instroommomenten. a. Het pre-masterprogramma Fiscaal Recht voor Register Belastingadviseurs bestaat uit de volgende onderdelen (totaal 60 EC): 1. Omzet- en overdrachtsbelasting (10 ec) 2. Loonheffing (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (10 ec) 4. Formeel Belastingrecht 1 (5 ec) 5. Europees Recht (10 ec) 6. Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelstudenten (5 ec) 7. Vennootschapsbelasting (10 ec) 8. Winst (5 ec) b. Het pre-masterprogramma Fiscaal Recht voor afgestudeerden HBO Fiscale Economie van de Hanzehogeschool Groningen en van de Hogeschool Arnhem bestaat uit de volgende onderdelen (totaal 40 EC): 1. Burgerlijk Recht 2 (10 ec) 2. Europees Recht (10 ec) 3. Vennootschapsbelasting (10 ec) 4. Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelstudenten (5 ec) 5. Kleine scriptie (5 ec) c. Het pre-masterprogramma Fiscaal Recht voor afgestudeerden HBO Fiscale Economie of Fiscaal Recht en Economie van de Saxionhogeschool bestaat uit de volgende onderdelen (totaal 45 EC): 1. Burgerlijk Recht 2 (10 ec) 2. Europees Recht (10 ec) 3. Vennootschapsbelasting (10 ec) 4. Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelstudenten (5 ec) 5. Winst (5 ec) 6. Kleine scriptie (5 ec) Artikel 14 Samenstelling programma Recht en Bestuur Het programma ( 60 EC) omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Beleidswetenschap 2 6 EC 2. Modern Publiek Management 6 EC 3. Bestuurlijke Aansprakelijkheid en Privaatrecht 6 EC 18

4. Toezicht en Handhaving 6 EC 5. Seminaar Beleidsanalyse 6 EC 6, 7, Afstudeerrichting: twee keuzevakken van elk 6 EC (12 EC) uit een van de drie onderstaande afstudeerrichtingen: 12 EC 6-7 Afstudeerrichting Openbaar Bestuur: twee keuzevakken kiezen uit onderstaande vakken van elk 6 EC (12 EC) a) Politicologie (6 EC) b) Recht decentrale overheden (6 EC) c) Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief (6 EC) 6-7 Afstudeerrichting Sociale zekerheid: twee keuzevakken kiezen uit onderstaande vakken van elk 6 EC (12 EC) a) Social security law: international and comparative aspects (6 EC) b) Sociale zekerheidsrecht (6 EC) c) Vreemdelingenrecht (6 EC) 6-7 Afstudeerrichting Omgevingsrecht: twee keuzevakken kiezen uit onderstaande vakken van elk 6 EC (12 EC) a) Omgevingsrecht (6 EC) b) Publiekrecht en Duurzaamheid (6 EC) c) European Environmental law (6 EC) 8.Scriptie Recht en Bestuur Totaal 18 EC 60 EC a In afwijking van het bovenstaande kan de student die in het tweede semester instroomt in plaats van het seminaar beleidsanalyse, het seminaar wetgeving volgen. In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met van dit artikel, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Het Faculteitsbestuur kan nadere regels opstellen middels een scriptie-reglement voor het onderdeel scriptie. 19

Artikel 15 Recht en Bestuur voor instroom met een andere vooropleiding dan de bachelor Recht en Bestuur a. De afgestudeerde met een juridische of een sociaal-wetenschappelijke bachelor kunnen worden toegelaten tot de tot de Master Recht en Bestuur, mits voorafgegaan door een bijbehorend pre-masterprogramma Recht en Bestuur. b. De afgestudeerde met een juridische of een sociaal wetenschappelijke bachelor kunnen worden toegelaten tot de tot de Master Recht en Bestuur, mits voorafgegaan door een bijbehorend pre-masterprogramma Recht en Bestuur. c. Na toelating tot de opleiding door de faculteit wordt de student ingeschreven voor het premasterprogramma Recht en Bestuur. d. Na succesvolle afronding van het pre-masterprogramma dient er een verklaring definitieve toelating tot de master via de afdeling studieadvies te worden afgegeven om toelating te krijgen tot de master Recht en Bestuur. Hierbij gelden de reguliere instroommomenten. a. Het pre-masterprogramma Recht en Bestuur bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Europees Recht 10 EC 2. Bestuursrecht voor niet-juristen 5 EC 3. Bestuursrecht 2 10 EC 4. Bestuursrecht 3 5 EC 5. Privaatrecht voor niet-juristen 5 EC 6. Staatsrecht 1 5 EC 7. Staatsrecht 2 5 EC 8. Organisatie en Bestuur 10 EC 9. Beleidsanalyse 5 EC 10. Inleiding politicologie 5 EC 11. Methoden sociaal wetenschappelijk onderzoek 10 EC 12. Theorie sociale wetenschappen 5 EC 13. Elementaire bestuurskunde 5 EC b. De aspirant-student ontvangt vrijstellingen voor die onderdelen waarvoor hij in een voorgaande studie reeds een equivalente studieprestatie heeft verricht. c. Het pre-masterschakelprogramma dat resteert nadat alle vrijstellingen zijn verleend waarop de student aanspraak kan maken, mag niet meer dan 60 EC omvatten. Overschrijdt het vereiste individuele pre-masterprogramma 60 EC studiebelasting, dan kan de student niet worden toegelaten. Artikel 16 Samenstelling programma Recht en ICT Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast. 1. Bedrijfsrecht & ICT 6 EC 2. Informatiegrondrechten* 6 EC 3. IT-Recht C.S. 6 EC 4. Intellectuele Eigendom 6 EC 20

5. Internationaal Privaatrecht 6 EC 6. Keuzeruimte* 6 EC 7. Multidisciplinair seminaar 6 EC 8. Scriptie Recht en ICT 18 EC * Indien Informatiegrondrechten is afgelegd als onderdeel van het bachelor examen dan bedraagt de keuzeruimte 12 EC Totaal 60 EC De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met van dit artikel, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Artikel 17 Samenstelling programma European Law School Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Arbeidsovereenkomstenrecht of European Labour Law 6 EC 2. Mededingingsrecht of Competition Law 6 EC 3. Verbintenissenrecht c.s. of Goederenrecht c.s. of een vak in Duitsland 6 EC 4 International Contracts Law 6 EC 5 Ondernemingsrecht 1* 6 EC 6. Corporate Law & Economics / of een vak in Duitsland 6 EC 7. Seminar European Law School** 6 EC 8. Scriptie European Law School 18 EC Totaal 60 EC *Studenten uit Duitsland die niet het vak Inleiding Ondernemingsrecht Law in Europe hebben gevolgd mogen in plaats van Ondernemingsrecht 1 het vak Company Law volgen. * * Seminaar te kiezen uit: - Seminar European Private Law of een ander Bedrijfsrechtelijk, Europees georiënteerd of rechtsvergelijkend seminaar Van een aantal van bovengenoemde onderdelen is de voertaal Engels of Duits. 21

Een aantal onderdelen van het programma kan worden gevolgd en geëxamineerd aan de juridische faculteit van de Universiteiten waarmee, in het kader van de opleiding European Law School, wordt samengewerkt. De keuzevakken (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. lid 5 lid 6 In Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van het programma nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 5 van dit artikel, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Artikel 18 Keuzeonderdelen De student kiest onder goedkeuring van de Examencommissie een of meer onderdelen met een totale studielast, die minimaal gelijk is aan het verschil tussen de studielast van de opleiding en het totaal van de verplichte onderdelen van die opleiding. Een student kan de keuzeruimte invullen met: a. (een) keuzevak(ken); b. een kleine scriptie (min. 8 blz, max. 19 blz excl noten); 3-7 EC c. een Recht in Praktijk onderdeel Tot de Recht in Praktijkonderdelen behoren: o Belastingwinkel 7 EC o Bestuurlijke Pleitwedstrijden 4 EC o Bezoekgroep Norgerhaven 3 EC o Civielrechtelijke Pleitwedstrijden 4 EC o European Law Moot Court 6 EC o Fiscale Pleitwedstrijden 4 EC o GFE Taxtour 3 EC o Groninger Masterclass Procederen in Arbeidszaken 6 EC o Het Juridisch Spreekuur 9 EC o International Moot Competition (W.C. Vis) 9 EC o Internationaal Studieproject SGOR 4 EC o Internationaal Studieproject JFV 4 EC o Internationale Pleitwedstrijden (Cassin, Telders etc.) 9 EC o Kamerbewoneradviesbureau 9 EC 22

o Kinder- en Jongerenrechtswinkel 9 EC o Masterclass Intellectuele Eigendom 4 EC o Nationale pleitwedstrijd van de Nederlandse Vereniging voor Europees Recht 4 EC o Participatie Teimun (alleen studenten afstudeerrichting IER en de bachelor IEL) 5 EC o Rechtswinkel Groningen 9 EC o Redacteurschap Ars Aequi 7 EC o SOG-Rechtsbureau 7 EC o Stage, zoals uitgewerkt in het facultaire stage reglement 7 EC o Stage IER buitenland 7 EC o Stage IER Washington/Brussel 14 EC o Studentenparlement 6 EC o VAR Pleitwedstijden 4 EC lid 5 lid 6 lid 7 lid 8 Keuzeruimte in de master moet worden ingevuld met vakken op M4- of M5- niveau. Zie voor de niveau-indeling van de vakken de vak omschrijving in Ocasys. Indien een M4-vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bachelor opleiding kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma s worden gekozen. Bij een beoordeling van het verzoek let de examencommissie in ieder geval op samenhang van (delen van) het vakkenpakket en het niveau van de vakken. Een verzoek tot goedkeuring van de keuzeruimte wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor een keuzevak/de keuzevakken wil aanmelden, ingediend bij de Examencommissie via Progress.www Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek. Academische vakanties worden buiten beschouwing gelaten. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn mededeling gedaan aan de student. De student wordt van de beslissing onverwijld in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 6 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. Studenten krijgen een aantekening Master aangevuld met Rechtstheoretisch verdiepingstraject in het diplomasupplement bij het masterdiploma indien zij: - Inl. Rechtsfilosofie of Inl. Rechtssociologie of Inl. Rechtsinformatica of Denken over Democratie hebben behaald (B-niveau, telt niet mee voor invulling keuzeruimte master); - Min. 20 EC behaald hebben met vakken te kiezen uit Anthropology of Law, Gelijke monniken, gelijke kappen, Politicologie, Juridisch redeneren (Rechtsfilosofie 1) 23

]Wetenschapsleer, Seminaar Boontje komt om z n loontje (M4 of M5 niveau); - De scriptie aanvullen met een rechtstheoretische component. Artikel 19 Practica De volgende onderdelen bevatten een practicum als genoemd in art. 2. Zie Ocasys voor de daarbij vermelde vorm en omvang. 1. seminaar Nederlands Recht 2. seminaar Criminaliteit en Rechtshandhaving 3. seminaar Notariële Capita Selecta 2 4. seminaar Belastingrecht 5. seminaar Beleidsanalyse 6. seminaar European Law School (zoals vermeld in artikel 13 onder 7.) 7. Seminaar Internationaal en Europees Recht (zoals vermeld in artikel 11 onder 1) 8. Multidisciplinair seminaar lid 5 Met betrekking tot de in genoemde onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan het desbetreffende practicum als het behalen van het tentamen. Deze onderdelen kennen geen herkansing. De beoordeling van de in genoemde onderdelen wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven. Een student dient aan alle door de docent gestelde vereisten van het practicum/seminaar te voldoen voor een voldoende beoordeling of een eindcijfer. Indien een student naar het oordeel van de docent niet aan één van de gestelde vereisten van het practicum/seminaar heeft voldaan, wordt als resultaat: (een) onvoldoende geboekt. De vereisten waaraan de student wel heeft voldaan, vervallen aan het eind van dat studiejaar. De docent beoordeelt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twintig werkdagen na de laatste bijeenkomst van het practicum/seminaar, of de student aan alle gestelde eisen van het practicum/seminaar heeft voldaan. 3 Tentamens en examen van de opleiding Artikel 20 Examencommissie en examinatoren De Examencommissie is het onafhankelijk orgaan dat vaststelt of een student de kennis, het inzicht en de vaardigheden bezit die nodig zijn voor het verkrijgen van de graad. Het faculteitsbestuur benoemt de leden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de opleiding (of groep van opleidingen). De Examencommissie bestaat uit ten minste één lid dat: a. als docent is verbonden aan de opleiding b. afkomstig is van buiten de opleiding 24

lid 5 lid 6 Het is niet toegestaan leden van het bestuur of personen die anderszins financiële verantwoordelijkheid binnen de instelling dragen tot lid van de Examencommissie te benoemen. Voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan, wijst de Examencommissie examinatoren aan. De Examencommissie stelt Regels en Richtlijnen van de Examencommissie vast. Artikel 21 Beoordeling stage-, onderzoekopdracht De beoordeling van een stage of een onderzoekopdracht wordt verricht door de docent die als examinator is aangewezen door de Examencommissie. Artikel 22 Tijdvakken en frequentie tentamens Het studiejaar telt vier tentamenperioden. Voor de vakken genoemd in paragraaf 2 worden jaarlijks tenminste twee tentamenmogelijkheden geboden. De tentamenperioden zijn als volgt ingedeeld: 1. de tentamenperiode na het onderwijs van blok 1 2. de tentamenperiode na het onderwijs van blok 2 3. de tentamenperiode na het onderwijs van blok 3 4. de tentamenperiode na het onderwijs van blok 4 De tentamens van een vak aangeduid als tentamen en hertentamen worden afgenomen in het blok dan wel het volgende blok waarin onderwijs van het vak wordt verzorgd. Een student kan de examencommissie verzoeken om aan hem een buitenreguliere tentamenmogelijkheid toe te kennen. De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan de reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. De Examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: - de leden van het Faculteitsbestuur; - de leden van de Faculteitsraad; - de rechtenstudenten die lid zijn van de Universiteitsraad; - de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen). - De leden van vertegenwoordigende organen van publiekrechtelijke lichamen Daarnaast kunnen ter beoordeling van de Examencommissie studentleden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage 25

daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenkans kan worden geboden voor maximaal één vak per semester en voor tenhoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet tijdig en ieder geval voor aanvang van de tentamenperiode van het semester waarin studievertraging dreigt, te worden ingediend bij de Examencommissie via de studieadviseur. Artikel 23 Vorm van de tentamens De tentamens worden afgelegd op de in Ocasys vermelde wijze. lid 5 lid 6 lid 7 Op verzoek van de student, in buitengewone gevallen van dwingende aard, kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. De beoordeling van scripties en van de deelname aan onderzoeksprojecten, stages, seminaars en andere praktische oefeningen vindt plaats door de examinatoren op door hen te bepalen wijze. De beoordeling van een scriptie van minimaal 18 EC en waarvan het scriptieonderwerp is geregistreerd door de scriptiecoördinator op of na 1 september 2011, vindt plaats door minimaal twee examinatoren aan de hand van het scriptiereglement Indien de toetsing van een vak blijkens de vak omschrijving plaats vindt in de vorm van opdrachten en papers, dient een student aan alle onderdelen van de toetsing deel te nemen, tenzij de examinator anders bepaalt, hetgeen moet blijken uit de vak omschrijving. Het door een deelnemer behaalde resultaat voor het vak wordt uitgedrukt in een eindcijfer. De examinator bepaalt de wegingsfactor van de diverse onderdelen. Indien een student niet aan alle onderdelen van de toetsing heeft deelgenomen wordt als resultaat: onvoldoende geboekt. De onderdelen waaraan de student wel heeft deelgenomen vervallen aan het eind van dat studiejaar. Bij klachten over tentamens of een verzoek om een afwijkende tentamenregeling is de examinator respectievelijk de examencommissie bevoegd van de opleiding die het tentamen afneemt. Indien het een onderdeel bij een andere opleiding of faculteit betreft, is de examencommissie van de opleiding waarvan het onderdeel deel uitmaakt bevoegd. Van elk tentamen wordt een oefenversie beschikbaar gesteld. Artikel 24 Mondelinge tentamens Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 26

Een mondeling tentamen wordt door twee docenten afgenomen. Artikel 25 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast. a lid 5 Bekendmaking van de uitslag door de tentamen- en examenadministratie geschiedt tot uiterlijk op de tiende werkdag na de tentamendatum. Indien hier noodzaak toe is kan op tijdig verzoek van de examinator deze termijn door de directeur onderwijs voor tentamens en hertentamens tot vijftien werkdagen worden verlengd, behalve voor de tentamens in blok vier. In afwijking van het bepaalde in stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. In afwijking van het bepaalde in stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. Met inachtneming van het bepaalde in a bepaalt de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring uitgereikt krijgt. Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in, 3 of 3a genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 24, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 26 Herkansing van voldoende Een studieonderdeel dat met voldoende resultaat is afgelegd, kan niet nogmaals worden afgelegd. In afwijking van het eerste lid kan een student binnen drie dagen na de bekendmaking van de uitslag van een met een voldoende resultaat afgelegd tentamen een schriftelijk verzoek indienen om het tentamen niet als afgelegd te beschouwen, tenzij het tentamen een semina(a)r betreft. De regeling geldt voor maximaal twee tentamens per studiejaar. Indien de op verzoek van de student verwijderde tentamenuitslag tijdens de nabespreking wordt opgehoogd tot een resultaat dat de student alsnog als afgelegd wil laten gelden, verzoekt hij de examinator dit resultaat door te geven aan de tentamenadministratie van de Faculteit en wordt zijn verzoek om het resultaat als niet afgelegd te beschouwen ongedaan verklaard. 27