De gouden haan. Marietje Witteveen. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/witt133goud01_01/colofon.php



Vergelijkbare documenten
Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Jezus maakt mensen gelukkig

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Germa de Vos. Kletsboek. Een vrolijk voorleesboek

Ik heb geen zin om op te staan

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Meneer (ome Jan) Mevrouw Lieselot Jeffrey Kind 1 t/m 4. Wat krijgen we nou, Sinterklaas? Tekst en muziek: Marjon Dobbe

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Een gelukkige huisvrouw

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

D E P A U L U S C A K E of de suiker is niet méér waard dan het zout

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Protestantse Gemeente Biddinghuizen. Gezinsdienst. Thema: Ja is ja

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Er vaart een boot op het grote meer

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Bibliotheek Mysterie

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Andrea Voigt. Augustus in Parijs. Uitgeverij De Geus

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Werkblad 3: Gravenfeest China

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

De bruiloft van Simson

Op reis naar Bethlehem

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Dierenvrienden? door Nellie de Kok. Samenvatting

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Charles den Tex VERDWIJNING

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Hoe lang duurt geluk?

december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Kinderliedboekje Inhoudsopgave

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Ria Massy. De taart van Tamid

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

De tijd die ik nooit meer

Verhaal: Jozef en Maria

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Adam en Eva eten van de boom

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

H E T V E R L O R E N G E L D

Liturgie voor de scholendienst 2015

Maar gelukkig is er nog de Zing-Piet. Die zorgt ervoor dat alle Pieten alle Sinterklaasliedjes goed kunnen zingen. Dus ook:

Eerste druk, september Tiny Rutten

Waarom zijn er ongelukkige mensen?

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Introductie: Brom en Bram

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum

DE DAG WAAROP JEZUS OP BEZOEK KWAM ( naar het beroemde verhaal van de Russische schrijver LEV TOLSTOY )

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Les 3 - maandag 3 januari De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

H E T R I J M T TED VAN LIESHOUT V E E L V E R S J E S & L I E D J E S LEOPOLD / AMSTERDAM

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Kerstviering groep 4. Welkom. Als de kerstklokken luiden Dan zingen wij een lied Voor God die met veel liefde Naar alle mensen ziet.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Verhaal- en kleurboek voor kinderen. Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties

Transcriptie:

De gouden haan Marietje Witteveen bron. Z.n., z.p. ca. 1940 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/witt133goud01_01/colofon.php 2010 dbnl / erven Marietje Witteveen

2 De gouden haan. De broer van Juffrouw Sabel, die voer vaak over zee en als hij thuis kwam, ieder jaar, dan bracht hij veel cadeautjes mee. Eens moest hij wel vijf jaren weg, hij zei toen: Hoor eens, zus, vijf jaren is een hele tijd, geef mij een dikke kus.

3 Ik heb een mooie gouden haan, bewaar hem goed voor mij, de dag, dat ik weer bij je ben, legt hij een gouden ei. En Juffrouw Sabel zet de haan maar boven op de kast en ieder denkt: Wat een mooi beest, had ik dat maar alvast.

4 Maar Juffrouw Sabel is niet dwaas, zij geeft den haan een hok, waar ze hem 's avonds in zet en zelf neemt ze een stok. Nu kwam er gisteren een brief van Juffrouw Sabel's broer. Hij schreef: Zeg, luister, zusje lief, ik kom alweer retour.

5 Die vijf jaar zijn gevlogen, wat gaat die tijd toch vlug, 't is of ik zo nog afscheid nam, nu ben ik haast terug. En 'k breng wat mee, waar ik van hou, en jij van op zult kijken; 't is eigenlijk niet zo zeer voor jou, maar 't zal je toch wel lijken.

6 En Juffrouw Sabel heeft opeens zo vreselijk veel te doen, het hele huis moet schoongemaakt en weer in z'n fatsoen. Want, als broer Jan naar huis toe komt, maakt zij daarvan een feest en alles moet zo mooi zijn, als het vroeger is geweest.

7 Ze lapt en schrobt en boent en alles wordt gewreven, zolang tot alles glimt en glanst geen stofje is gebleven. En onderwijl maakt ze een taart en zet hem in de oven, dan neemt ze lakens en een sloop en gaat ermee naar boven.

8 En als ze zo druk bezig is en ondertussen fluit, hoort ze van beneden niet dat piepend zacht geluid. Pas, als ze weer beneden komt, om de oven uit te doen, ziet ze op het schone kleed, de afdruk van een schoen.

9 Die nare slager, denkt ze eerst, Loopt ook maar zo naar binnen, hij weet toch, dat hij bellen moet, hoe kan hij dat verzinnen? Maar in de keuken, waar ze kijkt, nergens ligt het vlees en ook geen boter, melk of kaas, wie is het dan geweest? Gauw loopt ze naar de kamer, misschien is het broer Jan, neen, toch niet, er is niemand, maar dan... maar dan... maar dan... Het hok is weg, het hok is weg, en waar, waar is de haan, er is een dief in huis geweest, die is er mee van door gegaan!

10 En Juffrouw Sabel trilt en beeft en klappertandt gewoon, ze snikt en denkt: Wat moet ik doen, en pakt de telefoon. Ze rukt de hoorn haast van de haak, en draait drie, nul, nul, zeven en roept den brigadier in 't oor: Politie, komt eens even.

11 Bij mij is ingebroken, er is een dief geweest, hij heeft een haan gestolen, broer Jan z'n gouden beest. De brigadier zegt: Goed, juffrouw, zeg mij nog eens Uw naam en Uw adres, met een kwartier, ziet U ons voor U staan.

12 En Juffrouw Sabel kijkt nog eens op straat en in de stal en in de schuur en overal, of ze den dief nog vinden zal.

13 Ze ziet of vindt natuurlijk niets, dat had ze wel gedacht, een dief is juist niet iemand, die netjes op je wacht.

14 Ze huilt een beetje en denkt: Bah, wat zijn die mensen naar, nu stelen ze dien gouden haan, was het alleen het hok nu maar. Dat, dat de laatste morgen nog even moet gebeuren, ik zal mijn hele leven lang dit ogenblik betreuren.

15 En och, wat was die arme Jan niet op dat beest gesteld en stel je toch ook voor, dat goud, dat kost je heel wat geld. Daar komt een auto, ze hoort brommen en kijkt naar buiten en jawel, de auto stopt hier voor haar huisdeur, een brigadier drukt op de bel.

16 Er staan wel zes politiemannen, als Juffrouw Sabel open doet. Eén is erbij met zomersproeten, en ze verstaan hun vak heel goed. Wij zijn hier thuis bij Juffrouw Sabel, U hebt zo-even opgebeld, en ons gevraagd bij U te komen, U hebt iets van een dief verteld?

17 Ja zeker, Heren, alstublieft, och help me uit de nood, ik heb een broer, die zeeman is, die vaart op een boot. Vanavond komt hij juist weer thuis, vijf jaren was hij henen, aan mij gaf hij zijn gouden haan en die is nu verdwenen.

18 En, verder mist U niets, Juffrouw? Alleen den gouden haan? Niets van Uw zilver of Uw geld? Ik zal eens kijken gaan. Tien vorken, messen, lepels en zes gulden zestig cent. Dat klopt precies, ik had nog juist mijn dubbeltjes geteld.

19 Nee verder mis ik niets, Mijnheer, daar kunt U van opaan, maar hebt U op mijn schoon tapijt die vieze stap zien staan? Een stap, een afdruk, dat is mooi, dan zijn we al een end. De schoenen, die men hier zo draagt zijn mij vrij goed bekend. Dit is een hele grote, hoor, er zijn er maar een paar, die zulke schoenen dragen, Juffrouw, we zijn haast klaar.

20 Ten eerste is er Pieter Kop, zijn schoenenmaat is, naar ik mee maat vijf en veertig en dat heeft ook Janussen van Scheen. En, dan heeft nog zo'n grote voet de oude Arend van der Pot, maar ik geloof niet, dat die steelt, die is wat kinds, een beetje zot.

21 Maar laten we nu twee aan twee naar al die mensen gaan, de auto nemen we niet mee, die kan wel blijven staan. En Juffrouw weest U nu gerust, zo met een dag of twee hebt U Uw gouden haan terug, en bent U weer tevree.

22 En Juffrouw Sabel gaat weer precies als in 't begin, stoffen, vegen, dweilen, boenen, al heeft ze niet veel zin. Maar na een uur of anderhalf wordt er alweer gebeld, de zes agenten met den dief. Daar sta ik van versteld! En oude Arend is de dief, hij moet nu gaan vertellen. Hij is een handelaar in roest in hazen- en konijnenvellen.

23 Vanmorgen kwam ik hier voorbij, juist om een uur of tien; de deur was open en ik dacht: Ik zal maar eens gaan zien.

24 Misschien heeft Juffrouw Sabel nog wel iets te verkopen, ik zal het maar proberen, en eens naar binnen lopen. Maar binnen zag ik niemand, en waar of ik ook keek, er was geen Juffrouw Sabel, of iets wat op haar leek. Nou moet U weten, ik heb tien jonge en een oud konijn, die zitten samen in een hok, en dat is wel wat klein. Toen zag ik hier dat mooie hok, en dacht, dat is juist goed, het is mooi ruim, het kan op slot, da's wat ik hebben moet.

25

26 Ik zette 't boven op m'n kar, er zat ook nog iets in, een beest of zo van glanspapier, dat gaf ik aan een kind.

27 Maar hoe het heette nou, dat weet ik heus niet hoor. 't Was zwart met witte tanden, en ringetjes in 't oor.

28 Er is hier in het hele dorp geen enkel pikzwart kind, en ik geloof, mijn beste man, dat jij maar wat verzint. Ik neem jou mee naar het gevang, als je niet gauw vertelt, wat jij gedaan hebt met dien haan... Opeens wordt er gebeld.

29 Als Juffrouw Sabel open doet, wie stapt er dan de kamer in? Broer Jan met aan z'n rechter hand een kleine negerin. Dat is ze nu, juicht Arend, Wat ik zei, was eggies waar. Ze is zwart met witte tanden, en krulletjes in 't haar. Lief kind, waar is het haantje? Ik heb hem in mijn wagen. En iedereen begint opeens van allerlei te vragen.

30 Waar zette je de wagen neer. Hoe kwam je aan dien haan? Is er niets stuk, is hij nog heel. Wil je de wagen halen gaan? En Juffrouw Sabel, o zo blij, kust tussen alle drukte door, broer Jan wel drie keer achtereen op het randje van zijn oor.

31 Dan is het een gelach, gepraat, en iedereen krijgt koffie, het nikkertje krijgt chocola, in iedere hand een toffie. En Jan zegt: Luister allemaal, dan licht ik jullie even in. Dit meiske hier heet Mary-Ann En is van huis uit: Negerin.

32 Haar vader en haar moeder, samen, gingen bij een bosbrand dood. Mary-Ann bleef toen bij ons wonen, en voer mee op onze boot. Ik dacht, ik neem haar mee naar jou toe, wij zorgen samen wel voor haar, van wat ik die vijf jaar verdiende, spelen we dat heus wel klaar. Als nu de haan zijn ei wil leggen, dan is de hele zaak gezond. We zullen maar eens even kijken. Hij pakt den haan op van de grond.

33 En morrelt even aan z'n veren, en haalt een sleuteltje erbij, het ratelt even en dan klikt het, en op de tafel ligt... het ei. Het ei kan open. Erin zit zilver, goud en bankpapier, een ieder kijkt met grote ogen, en Jan's gezicht glimt van plezier.

34 Ik kocht dien haan van een Chinees; van wat ik zuinig had gespaard, en stopte al mijn geld erin, en zusje: Jij hebt het bewaard. Nu maken we het samen op, en gaan er rustigjes van leven, ik spit zo eens m'n tuintje om, jij hoeft geen naailes meer te geven.

35 En als het dan September is, gaat onze kleine Mary-Ann naar school toe met een schooltas en een regenjasje an.

36 Voor de schrik mag Arend het hok meenemen