Het ontstaan van ballet



Vergelijkbare documenten
Dierbaren lezer. den Muzenmeester. Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament.

ART HISTORY Barok en Classicisme

Theaterverslag CKV Zwanenmeer

ART HISTORY Renaissance. V4-cp3 De Renaissance

Toets 5 VWO Hofcultuur Kunst: beeldende vormgeving dans drama muziek algemeen

Gaston van Orléans: Fontainebleau, 25 april 1608 Blois, 2 februari 1660

ART HISTORY de twintigste eeuw. H5 H3 De modernen en volkskunst

Bijlage HAVO. culturele en kunstzinnige vorming 2. afnametijdstip 2. Tekstboekje b

PROGRAMMAVOORSTELLEN

ART HISTORY. de negentiende eeuw. H5 Blz.17 t/m 32 De Romantiek Eerste helft 19de eeuw

NIEUWSBRIEF, December 2015 NIEUWE PROGRAMMA S!!

SHOW: The Feel Good Show of The Year. Artiesten: Blues Brothers. Naam: Sjuul Kroon. Klas 3GTA. Vak: CKV Opdracht: ckv verslag.

Stromingen in vogelvlucht

Basiscursus Klassieke muziek

Een muziekles over Haydns Schöpfung (voorbeeldles basisschool)

Wanneer je het programma van enkele culturele centra uit je buurt napluist, zal je merken dat dans hoe langer hoe meer vertegenwoordigd is.

opera ballet voor kinderen

Dansen. Hanne haar spreekbeurt over dansen op 24 april 2006

spreekbeurtpakket introdans

Les ballets de monte carlo. volgens henk van cauwenbergh

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Samenvatting door S woorden 22 april keer beoordeeld. Romantiek in de negentiende eeuw. De Romantiek

Lesbrief voor de voorstelling Cyrano de Bergerac door Joris Lehr

Luister met je hart - Lesbrief Muziekproject van Markant

Examen HAVO 2011 kunst beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen

Lodewijk XVIII van Frankrijk: Kasteel van Versailles, 17 november 1755 Parijs, 16 september 1824

ART HISTORY de twintigste eeuw. V4 cp3 H3 De modernen en volkskunst Picasso Brancusi-Bartók-Stravinsky-Diaghilev

7,2. Boekverslag door een scholier 1573 woorden 13 april keer beoordeeld. Eerste uitgave 1671

De pianomannen We waren naar de Tiliander in Oisterwijk geweest. We hadden daar een voorstelling gezien van 2 pianomannen. We moesten best lang

Schoolexamen VWO. Culturele en kunstzinnige vorming 2 (nieuwe stijl)

Theaterverslag CKV Het zwanenmeer

- Algemene informatie 2 - Het verhaal 2 - Thematiek 3. - Vroeger, nu en toekomst 4 - Scène 4 - Kringgesprek 4

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

CKV2 vwo 2003-II. Blok 1. havovwo.nl

Filips IV van Spanje: Valladolid, 8 april 1605 Madrid, 17 september 1665

Podiumkunsten. Toneel, Ballet Techniek

Samenvatting Kunst ABC

ART HISTORY de negentiende eeuw

MODEBOEK MARIE SERMSRI

tauberbach LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

BASISREADER KUA: DANS

BALLET MET JE KLAS. Docentenhandleiding. operaballet.nl/meerballet

Cultuuragenda e graad 3 events, 3 keuzes!

Productievormen 1. Jan Hoekstra

Sovjet ballet Inleiding De belangrijkste aspecten van het Sovjetrealisme in de dans:

ART HISTORY de negentiende eeuw

Lesbrief. Romeo en Julia. Een vertelvoorstelling van Niels Brandaan Cotterink

5.4. Boekverslag door D woorden 23 maart keer beoordeeld

Geniet van een stijlvol kunststuk in uw woonkamer!

Stromingen in vogelvlucht

Groningen Matthias Sulin K3a

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Niet zo ver terug in de tijd ofwel met twee benen in twee werelden

Spot 2+ La Baracca (Italië)

verwoording inhoud + vorm + functie 3 CA: verwoording eigen mening 3 Datum: verwerking recensie 1 Paraaf docent Titel voorstelling:

Eindexamen kunst havo I

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Kleuters (jongen én meisjes) Kleuterdans (beginners kleuters - 1ste en 2de kleuter)

Een gekleurd palet aan internationale dansers en choreografen

Dansen. Inhoud. 1 Cursussen. 1. Cursussen.

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO versie b Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw 1/5

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

braille Anna Guitjens april 2014

Janusz Korczak. door Renée van Eeken

ROMANTIEK. het tijdperk van de. Jean-Jacques Rousseau

Dit is het lesmateriaal rondom de voorstelling Notenkraker en Muizenkoning.

MAG IK DEZE DANS VAN U L E S 1 D E P R U I K E N T I J D

Auditieve oefeningen thema: theater

Het vogelmeisje is een fantasierijk sprookje in het blauw. Een sprookje waarbij het kostuum van de poppenspeler het kasteel is.

maart 2011 Zeezicht Educatie

Bijlage HAVO. kunst. tijdvak 2. beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen. Tekstboekje

Eindexamen geschiedenis havo II

Stichting Dans: podium voor jonge

a m m r a g rstellen p r o o vo

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

EN AVANT, MARCHE! LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

Beleef NDT met je klas - activiteiten voor primair onderwijs Praktische informatie Danswaaier - Een lessenreeks op school Data Locatie Duur

Classicisme is een korte tijdsperiode in de muziek. Ze loopt van 1750 tot 1810.

Daarnaast hingen nog 2 kleine projecten op de tentoonstelling, 2 klokken die ik gemaakt heb.

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Inhoudsopgave BIJLAGEN

Arras. De Champs-Élysées

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De term barok wordt gebruikt voor kunst die gemaakt werd tussen 1600 en 1750.

Keizer Leopold I: Wenen, 9 juni aldaar, 5 mei 1705

181 Een gooi naar het Koninklijk Landjuweel. Hoofdstuk 10 Een gooi naar het Koninklijk Landjuweel (1958)

1 keer beoordeeld 13 juni 2018

JUBILEUMFEESTKRANT 12 t/m 20 OKTOBER 2013

Blazers in de balzaal

Werkstuk LO Ballet 6,2. Werkstuk door een scholier 2964 woorden 2 april keer beoordeeld. Ballet

Schoolexamen HAVO. culturele en kunstzinnige vorming 2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Afnametijdstip 1 Woensdag 29 maart. Tekstboekje.

Welkom in de Open Hof

Kraak de geest van de DJ

Samenvatting CKV Samenvatting CKV Palet Theater en Film

LESBRIEF. De Kartonbewoners

Muziekgeschiedenis. Galant versus Gelehrt Stan Kuunders, Essay galant versus gelehrt 1740 Stan Kuunders,

De swingende foto. Jaarwerk AMC 3. Julie Van Overschelde J u l i e V a n O v e r s c h e l d e A M C

LESBRIEF THEATERBEZOEK

Boekverslag Nederlands Ik en mijn speelman door Aart van der Leeuw

Transcriptie:

Het ontstaan van ballet Ballet ontstond net als opera aan de hoven van de Italiaanse adel in de Renaissance. Musici, zangers en dansers werkten bij grote festiviteiten samen om de adel gevarieerd entertainment te bieden. De adellijke gasten waren bij deze spectaculaire feesten niet alleen toeschouwer. Ze namen deel aan hofdansen: verfijnde en gestileerde dansen die geschikt geacht werden voor mensen van hun stand. Plechtig schreden zij voort terwijl het bovenlichaam sierlijk de ene kant, dan weer de andere kant opdraaide. Acrobatische hoogstandjes kwamen er niet aan te pas, maar er waren wel dansen met snelle, kleine sprongetjes en de meest wilde dans was de volta. Aan het eind van de vijftiende eeuw werden figuurdansen populair: dansen waarbij allerlei geometrische patronen opgebouwd werden. De toeschouwers konden deze figuren goed zien, omdat ze vanaf balustraden of verhoogde podia op de dansers neerkeken. Catherina de Medici hield van dans en bracht die liefde mee naar het hof van Frankrijk toen zij trouwde met Hendrik II. De liefde bleek aanstekelijk. Het zogenaamde hofballet werd aan het Franse hof ontwikkeld. Het Balet Comique De La Royne uit 1581 wordt beschouwd als het eerste voorbeeld in dit genre. Koningin Louise, echtgenote van Hendrik III en opdrachtgeefster van het ballet, danste zelf mee.

Het hofballet Het hofballet bloeide in Frankrijk in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Zowel Lodewijk XIV de Zonnekoning als zijn vader Lodewijk XIII waren grote liefhebbers en dansten graag mee. Hofballetten werden opgevoerd bij feestelijke gelegenheden zoals een huwelijk, geboorte of een belangrijke overwinning voor de koning. Er werd veel geld in gestoken. De decors waren spectaculair en de kostuums overdadig. De dansen die de hovelingen zelf dansten, waren niet al te moeilijk. Ze waren vooral elegant en de nadruk lag op het maken van geometrische patronen. Voor de meer virtuoze dansstukken werden beroepsdansers en acrobaten ingeschakeld. In het hofballet zat geen duidelijke verhaallijn. Het bestond meestal uit verschillende delen die losjes met elkaar verbonden werden door een overkoepelend onderwerp van politieke of filosofische aard. Veel rollen waren weggelegd voor allegorische personages zoals de Deugd, het Vuur of de Winter. Emotionele expressie was niet belangrijk. Het ging het er niet om de toeschouwers te roeren, maar om hen visueel te bekoren en eventueel tot nadenken aan te zetten. In het komische Ballet Des Fées De La Forêt de Saint-Germain (1625) verschijnen vijf amusante feeën voor het koninklijke gezelschap met ieder een eigen talent: muziek, dans, gokspelen, het genezen van geesteszieken en het aanvoeren van dappere krijgers. Het adellijke gezelschap danste zoals gewoonlijk zelf mee. Koning Lodewijk XIII speelde een van de dappere krijgers: rijdend op een ezel en gewapend met een houten zwaard. Zijn broer Gaston had de rol van halfgek op zich genomen en de ongelukkige graaf van Chalais (die niet lang daarna onthoofd werd op beschuldiging van hoogverraad) was een van de geestelijk verwarden. In de zeventiende eeuw werden voor het eerst theaters gebouwd speciaal voor het opvoeren van muziekdramatische werken. Het voordeel was dat in een theater veel meer spectaculaire effecten mogelijk waren. Een nadeel was echter dat het publiek vooral tegen het podium aankeek in plaats van erop, waardoor door dansers gemaakte geometrische patronen minder goed uitkwamen. Waarschijnlijk is dit een reden waarom figuurdansen langzamerhand minder belangrijk werden en het accent kwam te liggen op het maken van virtuoze sprongen.

Professionalisering Lodewijk XIV besloot uiteindelijk dat in hofballetten geen hovelingen meer moesten optreden, maar alleen nog beroepsdansers die goed geschoold moesten worden. In 1661 werd in Parijs de eerste dansacademie opgericht, die een aantal jaren later opging in de Koninklijke Academie voor Muziek en Dans. De eerste balletmeester daar was Pierre Beauchamp (1636-1705?). Beauchamp had al vele choreografieën op zijn naam staan en samen met de koning mogen dansen. Nu was hij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het dansonderwijs. Beauchamp hamerde op het belang van de uitdraai en schreef de vijf basisposities voor die nog steeds in het klassiek balletonderwijs gebruikt worden. Verder beschreef hij verschillende soorten sprongen, geen zweefsprongen maar sprongen recht omhoog. Het kostuum van destijds met pruik en hoge hakken gaf immers weinig bewegingsvrijheid, ook aan de heren. De virtuositeit zat hem vooral in het meerdere malen tegen elkaar tikken van de benen tijden de sprong (de zogenaamde batterie), waardoor de dansers nog langer in de lucht leken te zweven. Het moest lijken alsof de natuurkrachten bedwongen waren, want dat was het ideaal van het barokke gedachtegoed. Voor de danseressen hadden batteriesprongen weinig zin vanwege hun lange rokken; zij legden zich toe op aristocratische verfijning. Emoties werden niet realistisch uitgebeeld maar beschreven. Het behoud van waardigheid was het belangrijkste. De belangrijkste balletcomponist ten tijde van Lodewijk XIV was Jean-Baptiste Lully (1632-1687), tevens danser en choreograaf. Lully werkte vanaf 1661 samen met de toneelschrijver Molière. Hun beroemdste werk samen was Le Bourgeois Gentilhomme (1670), een combinatie van blijspel en ballet met choreografieën van Beauchamp. Het verhaal gaat over Monsieur Jourdain, een omhooggevallen burgerman die graag wil leren 'hoe het hoort' in hogere kringen. Daarom neemt hij les van kenners van Muziek, Dans, Filosofie, Schermen en Mode. Zijn vrouw schudt weemoedig haar hoofd.

Virtuositeit floreert Ballerina s maakten geen hoge sprongen totdat in de jaren 1720 een sterdanseres, La Camargo, in Parijs het waagde een strook van haar hoepelrok af te knippen, zodat haar enkels zichtbaar werden. Onder grote aanmoediging kon zij haar batteriekunsten vertonen. De belangrijkste componist van ballet en opera in deze tijd was Jean-Philippe Rameau (1683-1764). Hij componeerde succesvolle operaballetten als Les Indes Galantes (1735) en Les Fêtes d Hébé (1739). Een beroemde passage is de vulkaanuitbarsting in Les Indes Galantes, waarin Rameau een tot dan toe ongekend dramatisch effect wist te bewerkstelligen. Emoties werden herkenbaarder, natuurlijker, wat niet wil zeggen dat dansers streefden naar een realistische weergave. Schoonheid was nog altijd belangrijker; emoties werden gestileerd weergegeven. De liefhebbers van de oude stijl van Lully vonden dat er te veel gesprongen werd en betreurden het verlies van waardigheid. Ook een jonge generatie dansers en choreografen keerde zich tegen al dat gespring. Ze wilden meer dans zien met de nadruk op emoties en het vertellen van een verhaal. De Verlichting was doorgebroken. Natuurlijke eenvoud werd het nieuwe ideaal. In Engeland experimenteerde de choreograaf John Weaver (1673-1760) al met balletvormen waarbij het verhaal uitsluitend door beweging en zonder woorden weergegeven werd. Hij had veel invloed op Marie Sallé (1707-1756), gevierd ballerina aan de Opera van Parijs en aanhangster van de dramatisch expressieve dansstijl. Sallé trad in Londen ondermeer op in een aantal opera s van Georg Friedrich Händel. Samen met haar grote rivale Camargo danste ze in het succesvolle ballet Les Caractères De La Danse (1715) van Jean-Féry Rebel (1666-1747). Rebel componeerde een van de origineelste muziekstukken uit de barok: Chaos uit het ballet Les Elemens (1737).

Hervormingen In een tijd dat de componist Christoph Willibald von Gluck (1714-1787) zich tegen de kunstmatigheid van de barokopera keerde, deed choreograaf Jean-Georges Noverre (1727-1810) precies hetzelfde voor de dans in een aantal geschriften waaronder Lettres Sur La Danse (1760). Weg met alle complexe sprongen en passen, weg met de zware pruiken en stijve hoepelrokken! Alles moest in het teken staan van natuurlijke schoonheid en expressie. Noverre werkte samen met Gluck in zowel Wenen als Parijs. Hij was een goede reclameman en presenteerde zichzelf als enige vernieuwer van de balletpantomime. Dit tot grote ergernis van de Italiaanse choreograaf Gasparo Angiolini (1731-1803), die Noverre erop wees dat er wel meer vernieuwers waren en waren geweest. Angiolini zelf ging eigenlijk nog veel verder in zijn vernieuwende idealen dan Noverrre. Hij creëerde het ballet Don Juan (1761) op muziek van Gluck. Een toeschouwer beschreef de laatste scène waarin de hoofdpersoon naar de hel gesleept wordt: plotseling verschijnt de hel met furiën die Don Juan kwellen met verlichte toortsen, op de achtergrond is een fraaie vuurwerkshow te zien die het vuur van de hel voorstelt, duivels vliegen heen en weer en uiteindelijk nemen ze Don Juan mee en werpen hem in een golf van vuur. Angiolini was heel tevreden over Gluck, die manieren vond om de woorden die er niet waren te suggereren in de muziek. In de jaren 1790 initieerde een andere Italiaanse choreograaf, Salvatore Viganò (1769-1821), belangrijke kostuumhervormingen: losse kleding en sandalen met open teen of slippers. In Wenen werkte hij samen met Ludwig van Beethoven (1770-1827), die voor hem Die Geschöpfe Des Prometheus (1801) componeerde. Critici vonden de muziek van Beethoven veel te zwaar voor een ballet.

Romantiek De romantiek wordt gekenmerkt door een nieuw ideaalbeeld van de ballerina: een beeldschoon etherisch wezen in witte tutu op spitzen. In 1832 maakte de choreograaf Filippo Taglioni (1777-1871) in Parijs het ballet dat het nieuwe tijdperk in zou luiden: La Sylphide, een verhaal over de onmogelijke liefde tussen een man en een nimf. De hoofdrol werd gedanst door Taglioni s dochter Marie, die hij geleerd had om zo licht en gracieus mogelijk op spitzen te dansen. Op haar spitzen leek het net alsof Marie Taglioni over het podium zweefde en om het effect nog eens te benadrukken, creëerde de kostuumontwerper voor haar een rok die uit verschillende lagen tule bestond, waarschijnlijk de allereerste tutu. La Sylphide werd een groot succes en de jaren daarop stroomde het balletpodium vol met allerlei bovennatuurlijke wezens dansend op spitzen en gekleed in witte tutu s. Ze zweefden letterlijk door de lucht omdat de dansers getraind werden om zweefsprongen te maken. Het achtergronddecor werd gevormd door nevelige landschappen en donkere bossen gehuld in maanlicht. De sfeer was melancholisch. Het contrast van witte tutu s tegen een donkere achtergrond gaf de naam aan dit type balletscène dat een kenmerk werd van het romantische ballet: ballet blanc. Maar het romantische ballet bestond niet alleen uit ballet blanc. Het boerenleven had grote aantrekkingskracht en choreografen lieten zich graag inspireren door allerlei soorten volksdansen die zij vaak verwerkten in een divertissement, een reeks van dansen waarbij het puur ging om vorm en virtuositeit. Het verhaal werd verteld in pantomimeachtige scènes. Een hoogtepunt is Giselle (1841) op muziek van Adolphe Adam (1803-1856), die beschouwd kan worden als de eerste grote balletcomponist van de romantiek. Adam zorgde voor meer vertelkracht en stilistische eenheid in zijn balletmuziek door compositietechnieken te gebruiken als het leidmotief. De op spitzen dansende ballerina domineerde de negentiende eeuw. De mannelijke balletdanser had bijna niets meer te doen, behalve in Denemarken waar de choreograaf August Bournonville (1805-1879) waakte over de rol van de mannelijke balletdanser als virtuoos. Bournonville beschreef ook de ideale structuur van een verhalend ballet. In de eerste akte wordt een dramatisch conflict uitgewerkt en in de tweede vindt de ontknoping plaats. In het geval van een komedie wordt de gelukkige afloop in een derde akte gevierd met een divertissement.

Spektakelballet In de tweede helft van de negentiende eeuw werden de divertissements steeds verder uitgewerkt ten koste van het verhaal. Alles werd gedaan om het oog van de kijker te strelen: schitterende kostuums, grote decors, spectaculaire theatereffecten en adembenemende dansvirtuositeit. In Frankrijk leidde dit tot een artistiek verval. De ballerina werd zo sterk vereerd dat de mannelijke balletster soms volledig aan de kant gezet werd. Verkleed als man nam de ballerina dan de rol van minnaar over, zoals in Coppélia (1870). Muzikaal gezien bereikte het ballet juist een artistiek hoogtepunt. Voorheen bestond balletmuziek meestal uit een potpourri van populaire melodieën en snelgecomponeerde luchtige dansmuziek. Deze praktijk bleef bestaan, maar daarnaast begonnen Franse componisten het schrijven van balletmuziek steeds serieuzer te nemen. In Giselle worden al belangrijke compositietechnieken gebruikt zoals het leidmotief. Vervolgens bracht Léo Delibes (1836-1891) de Franse balletmuziek tot grote hoogte met Coppélia en Sylvia (1876), waarmee hij de bewondering afdwong van niemand minder dan Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893). Deze Russische componist componeerde maar liefst drie meesterwerken voor het ballet: het Zwanenmeer (1877), Doornroosje (1890) en Notenkraker (1892). De belangrijkste choreograaf in Rusland was Marius Petipa (1818-1910), die - beschermd door de tsaar - zich kon ontpoppen als een ware alleenheerser à la Lully. Net als zijn collega s in Frankrijk werkte Petipa het divertissement steeds verder uit, maar hij deed dat zo goed dat zijn balletten nog steeds een inspiratie vormen vanwege de adembenemende spitzenvariaties, de aristocratische elegantie, mooie lijnen en gracieuze port de bras. Petipa was de choreograaf van Doornroosje (of De Schone Slaapster). Lev Ivanov (1834-1901) maakte de dansen voor de Notenkraker. Ivanov was een buitengewoon getalenteerde leerling van Petipa die helaas zijn leven lang in de schaduw moest werken van zijn beroemde meester.