Inspectierapport BSO de Kei (BSO) Goudenregenstraat 82 8922 CS Leeuwarden Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: Leeuwarden Datum inspectie: 16-08-2017 Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling rapport: 23-08-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Op 16-08-2017 heeft GGD Fryslân in opdracht van de gemeente Leeuwarden een onderzoek voor registratie uitgevoerd bij, in verband met de aanvraag van een verhuizing van de locatie per 04-09-2017. Het betreft een aangekondigde inspectie. De werkzaamheden van de toezichthouder bestaan in dit onderzoek uit: Een locatiebezoek; Een interview met de beroepskrachten; Een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden. BSO de Kei zal zich gaan vestigen in een eigen groepsruimte in een klaslokaal van de basisschool aan de Goudenregenstraat. Van maandag tot en met vrijdag zal er opvang geboden worden aan maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar na schooltijd. BSO de Kei vraagt registratie aan voor het opvangen van maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De houder is voornemens te starten met de nieuwe locatie op 4 september 2017. Volgend jaar zal er een jaarlijks onderzoek plaats vinden aan de hand van het risicoprofiel bij BSO de Kei. Inspectiebevindingen Uit het onderzoek is gebleken dat BSO de Kei aan alle inspectie-items voldoet, die in dit onderzoek voor registratie, verhuizing bestaande locatie getoetst zijn. Naar aanleiding van het onderzoek voor registratie is de toezichthouder van mening dat de exploitatie plaats kan vinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein Pedagogisch klimaat belicht. Bij een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan op basis van de wettelijke criteria. Pedagogisch beleid De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. Sinne Kinderopvang werkt met de volgende documenten die gezamenlijk het pedagogisch beleid van de organisatie neerzetten: Pedagogisch kader Pedagogisch werkboek (0-4, Speelleergroep, BSO) In het pedagogisch kader wordt de pedagogische visie en de vier opvoeddoelen beschreven en vormt daarmee de basis voor het pedagogisch werkboek van elk kindcentrum. Per locatie is er per opvangvorm een pedagogisch werkboek. In het pedagogisch werkboek worden de uitgangspunten van het dagelijks handelen en de manier van werken beschreven. De vier pedagogische basisdoelen (het bieden van emotionele veiligheid en welbevinden, het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competenties en de overdracht van normen en waarden) zijn concreet uitgewerkt. Conclusie De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van het pedagogisch beleid. Gebruikte bronnen: Interview (Interview met beroepskracht en hoofd facilitaire zaken) Observaties (locatie bezocht op 16-08-2017) Website (www.landelijkregisterkinderopvang.nl, https://www.sinnekinderopvang.nl) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (pedagogisch werkplan juni 2017) 4 van 12
Personeel en groepen In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de verklaring omtrent het gedrag van de houder. Verklaring omtrent het gedrag Bij een aanvraag voor de exploitatie van een nieuwe locatie moet er een VOG worden overgelegd die niet ouder is dan twee maanden op het moment dat de aanvraag voor exploitatie wordt ingediend bij de gemeente. Indien de houder een rechtspersoon is, dan dient de houder een VOG Rechtspersoon te overleggen, dit geldt ook voor bijvoorbeeld een VOF. Enige uitzondering op deze regel is de eenmanszaak waarvoor de houder een VOG Natuurlijke Personen dient te overleggen. Als een houder/bestuurder van een rechtspersoon ook de functie van pedagogisch medewerker wil gaan uitoefenen, dan dient apart een VOG natuurlijke personen (houder NP organisatie zorg kinderen) te worden ingediend (bron: www.rijksoverheid.nl). De VOG is, op het moment dat de aanvraag is ingediend bij de gemeente, niet ouder dan twee maanden. De VOG van de houder is van 25 juli 2017. Aanvraag exploitatie Kinderdagverblijf ontvangen op 27 juli 2017. Conclusie: De getoetste verklaring omtrent het gedrag van de houder voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Observaties (locatie bezocht op 16-08-2017) Website (www.landelijkregisterkinderopvang.nl, https://www.sinnekinderopvang.nl) Verklaringen omtrent het gedrag (VOG Houder van 25 juli 2017) Aanvraag exploitatie buitenschoolse opvang 26-07-2017 5 van 12
Veiligheid en gezondheid In dit hoofdstuk worden de inspectiebevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria op de items die in een onderzoek voor registratie getoetst kunnen worden. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt, voor zover hierin niet wordt voorzien bij of krachtens andere wet- en regelgeving, in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is door de beroepskrachten uitgevoerd in juli 2017. Er is hierbij gebruik gemaakt van de methode van de Stichting consument en veiligheid en het LCHV. De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. Risico's zullen worden geborgd middels het werken met werkafspraken voor de beroepskrachten en huisregels voor de kinderen. Alle werkafspraken zullen worden doorgenomen in de team overleggen met de (inval)beroepskrachten en de stagiaires. In de actielijst staan nog een aantal acties vernoemd die de houder de komende periode uit zal voeren, dit zijn de volgende acties: vingersafes plaatsen; beveiliging stopcontacten plaatsen. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van de risico-inventarisatie. Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. De houder beschikt over de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd dient te worden in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel geweld. De meldcode en de bijbehorende handleiding zijn voor de medewerkers te raadplegen via het documenten/informatiesysteem Kwibus op de i-pad. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste voorwaarden op het gebied van de meldcode kindermishandeling. Gebruikte bronnen: Interview (Interview met beroepskracht en hoofd facilitaire zaken) Observaties (locatie bezocht op 16-08-2017) Risico-inventarisatie veiligheid (juli 2017) Risico-inventarisatie gezondheid (juli 2017) Actieplan veiligheid (juli 2017) Actieplan gezondheid (juli 2017) Meldcode kindermishandeling (Brancheorganisatie Kinderopvang) 6 van 12
Accommodatie en inrichting In dit hoofdstuk worden de inspectiebevindingen over het domein Accommodatie en inrichting belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria op de items die in een onderzoek voor registratie getoetst kunnen worden. Binnenruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is. BSO de Kei zal zich gaan vestigen in een klaslokaal van de basisschool. Het klaslokaal is 55 m2 groot en met verschillende hoeken ingericht voor zowel groot als klein. Daarnaast zal er nog worden gespeeld in de entree van de school, hier staat een voetbaltafel, een tafel en een boekenkast. De entree is 35 m2. In totaal is er 90 m2 beschikbaar voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Er kan ook nog gebruik gemaakt worden van het gymlokaal van school bij slecht weer. Het gymlokaal is 83 m2. Conclusie: De binnenspeelruimte bevat voldoende oppervlakte voor de opvang van maximaal 20 kinderen. Buitenspeelruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is. BSO de Kei beschikt over een aangrenzende speelruimte, het schoolplein. Het schoolplein bestaat in totaal 1168 m2 maar bestaat uit feitelijk 3 delen. Het gedeelte voor de binnenruimte waar de BSO waarschijnlijk gebruik van gaat maken is, 752 m2. Voor 20 kinderen is er voldoende buitenruimte beschikbaar. De buitenruimte is aangrenzend aan het kind centrum en voor kinderen toegankelijk vanuit het kind centrum. Conclusie: De buitenspeelruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor de inrichting van de buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: Observaties (locatie bezocht op 16-08-2017) Website (www.landelijkregisterkinderopvang.nl, https://www.sinnekinderopvang.nl) Plattegrond (plattegronden binnen-en buitenspeelruimte) Pedagogisch werkplan (pedagogisch werkplan juni 2017) 7 van 12
Ouderrecht In dit hoofdstuk worden de inspectiebevindingen over het domein Ouderrecht belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling of de houder aangesloten is bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Klachten en geschillen Alle nieuwe en bestaande kindercentra en peuterspeelzalen dienen per 1 januari 2016 te zijn aangesloten bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De registratie gebeurt op het niveau van de houder van de kinderopvangorganisaties voor alle bij deze houder aangesloten vestigingen. In het LRKP staat vermeld dat de houder per 01-01-2017 is aangesloten bij de Geschillencommissie. Conclusie: De houder voldoet aan de verplichting om aangesloten te zijn bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende Geschillencommissie voor het behandelen van geschillen. Gebruikte bronnen: Interview (Interview met beroepskracht en hoofd facilitaire zaken) Website (www.landelijkregisterkinderopvang.nl, https://www.sinnekinderopvang.nl) 8 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: - een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen; - specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld; - specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Klachten en geschillen De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO de Kei Website : http://www.sinnekinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : SKL Kinderopvang B.V. Adres houder : Postbus 7525 Postcode en plaats : 8903 JM LEEUWARDEN Website : www.kinderopvangleeuwarden.nl KvK nummer : 01104421 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Fryslân Adres : Postbus 612 Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN Telefoonnummer : 088-2299222 Onderzoek uitgevoerd door : J. Hospes Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Leeuwarden Adres : Postbus 21000 Postcode en plaats : 8900 JA LEEUWARDEN Planning Datum inspectie : 16-08-2017 Opstellen concept inspectierapport : 17-08-2017 Hoor en wederhoor : 23-08-2017 Zienswijze : - Vaststelling inspectierapport : 23-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 23-08-2017 Verzenden inspectierapport naar : 23-08-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-08-2017 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. - 12 van 12