Vergelijkbare documenten
Vaststelling regiocode via A820 - mutatie en consultatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

Business-rules: Wanneer en welke gegevens over betaling van kraamgeld, adoptiepremie en kinderbijslag in het Kadaster inbrengen?

GEBRUIKERSGIDS VOOR HET DMFA/PPL-BERICHT VAN DE STUDENT. Deze gids is bestemd voor de in het Kadaster geïntegreerde kinderbijslaginstellingen.

Gezinsbijslag in 15 vragen

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

De administrateur-generaal

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de minister-president en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

MULTIFUNCTIONELE AANGIFTE (ASR) Subgroep: Sector Werkloosheid. Scenario 10: Specifieke controles

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

BERICHT RIP GEBRUIKERSGIDS. Deze gids is bestemd voor de kinderbijslaginstellingen geïntegreerd in het Kadaster.

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm

Departement Controle

De administrateur-generaal,

MULTIFUNCTIONELE AANGIFTE (DmfA) Subgroep: Sector Uitkeringen. Scenario 2: Controles

De administrateur-generaal

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Voorafgaande opmerking. De AKBW treedt in werking op 30 juni De praktische uitwerking vangt aan vanaf 1 juli 2014.

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens

De administrateur-generaal

DMFA. automatisch onderzoek van het recht, provisionele betalingen en brevet. DMFA - Juni

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)

Bijlage 2: vragen - antwoorden

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Brevet van rechthebbende

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Het recht op een forfaitaire bijslag moet onderzocht worden per kind.

Juridische afdeling Departement Controle CO 1356

IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen

VR DOC.0557/4

MAANDELIJKSE FINANCIËLE AANGIFTE - Februari 2015

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)

996/124 - Bijlage 2. Antwoorden. Er moet een huisbezoek worden aangevraagd.

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

Nr. Situatie Recht op toeslag voor eenoudergezinnen

GESCHILLENCOMMISSIE BESLISSING NR. 2019/002 5 APRIL 2019 REPERTORIUMNR. GC/19/A0003

GEBRRUIKERSGIDS VOOR DE DIMONA/PPL-RIP-BERICHTEN OVER KINDEREN MET EEN HANDICAP

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

De administrateur-generaal

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

BREVET VAN RECHTHEBBENDE : INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT. Brevet van rechthebbende

VR DOC.0557/5

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

Juridisch bulletin.

Juridisch bulletin. Wetgeving

De administrateur-generaal

Glossarium DIMONA. Bijwerking van de versie

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: HANDLEIDING VAN DE GEBRUIKER

Juridisch bulletin.

AANVRAAG OM BREVET. ldentificatie van de oorspronkelijke instelling. (:.. RECHTHEBBENI>EVANDEcOORsPRONKELIJKEINSTELLING-...j

Recht op kinderbijslag voor jongeren die hun studies buiten het Belgische grondgebied voortzetten

Juridisch bulletin.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003;

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

De administrateur-generaal


AANHEF. Overwegende de noodzaak om de acties van die entiteiten met name na de overgangsperiode te coördineren;

Aanvraag om kraamgeld

Aanvraag om kraamgeld

Model E. 1. Met dit formulier kunt u kraamgeld aanvragen als: - werknemer (of ambtenaar) - zelfstandige - werkloze - invalide - gepensioneerde

Aanvraag om kraamgeld

Juridisch bulletin.

De administrateur-generaal

De kinderen in België zonder Belgische kinderbijslag

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

De administrateur-generaal

Toelichtingsnota 1 van 19 december Betreft: Omkering van de rangen. Wettelijke basis: artikelen 210, 214 en 215 van het groeipakketdecreet

AANVRAAG OM KRAAMGELD VOOR WERKNEMERS

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden

AANVRAAG OM KRAAMGELD (Model E)

Aanvraag om kraamgeld

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie generaal sociaal beleid Domein regelgeving. KINDERBIJSLAG Omz. nr.588

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 2 juli 2007;

Dienst voor de bijzondere Socialezekerheidsstelsels. Aanvraag kraamgeld

De administrateur-generaal

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

GEBRRUIKERSGIDS VOOR DE DMFA/PPL-BERICHTEN OVER KINDEREN MET EEN HANDICAP

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

Aanvraag om kinderbijslag

Smals Datum : 06 oktober 2015 TO&P ASR NOTA

De administrateur-generaal

Transcriptie:

II/C/996/111 - bijlage 2 Aanknopingsfactoren voor het aanrekenen van de betaalde gezinsbijslag aan de deelstaten 1. Doelstellingen Aan elk kind een regiocode 1 toekennen om zodoende: de betaalde gezinsbijslag correct te kunnen aanrekenen aan de deelstaten; in staat te zijn barema s met verschillende bedragen in de verschillende deelstaten correct te kunnen toepassen. 2. Met het oog op regularisaties dient van deze regiocode ook een historiek te worden bijgehouden. Uiterlijk op 31 december 2014 moet aan elk rechtgevend kind een regiocode zijn toegekend (op 1 juli 2014 voor de kinderen in België en op 31 december 2014 voor de andere). Aandachtspunt Het Protocol met de deelstaten bepaalt dat een wijziging uitwerking heeft op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin de wijziging plaatsvond. Deze regel geldt ongeacht het tijdstip waarop de kinderbijslaginstelling de informatie over de wijziging ontving. Het principe van de betaling te goeder trouw kan niet worden toegepast wat betreft de aanrekening van de betaalde gezinsbijslag op het budget van de deelstaten. 3. Aankopingsfactoren in het Protocol Woonplaats kind = hoofdverblijfplaats in Rijksregister Voor de kinderen die hun huidige woonplaats hebben in België: de woonplaats van het kind. Als het kind echter nog niet is ingeschreven in het rijksregister op het moment dat het kraamgeld betaald wordt, wordt rekening gehouden met de woonplaats van de bijslagtrekkende. Voor de kinderen die in het buitenland wonen zonder in België gedomicilieerd te zijn: de vestigingseenheid van de huidige of laatste werkgever in België van de rechthebbende. Als die niet bepaald kan worden, wordt rekening gehouden met de huidige woonplaats of de laatste woonplaats van de rechthebbende in België. Voor de kinderen die in België wonen zonder er gedomicilieerd te zijn: de effectieve verblijfplaats van het kind. 1 Het gaat om een regiocode en niet om het adres van het kind. 1

II/C/996/111 - bijlage 2 4. Praktische vaststelling van de regiocode De regiocode wordt vastgesteld op basis van het ontvangen Excel-bestand met de NIS codes van de gemeenten met de daaraan gekoppelde bevoegde deelstaat Stappenplan 2 1. Vaststelling van de woonplaats van het kind door consultatie van het Rijksregister/de KSZ-registers Indien een woonplaats in België wordt vastgesteld, wordt op basis daarvan de regiocode bepaald. Is dit niet het geval, dan gaat men naar stap 2 Deadline: 1 juli 2014 2. Voor de overblijvende kinderen wordt in het dossier nagegaan of ze in België wonen Is dit het geval dan wordt op basis van de gegevens in het (elektronisch) dossier van de rechthebbende de effectieve woonplaats van het kind en de daaraan gekoppelde de regiocode bepaald. Is dit niet het geval, dan gaat men naar stap 3 Deadline: 1 juli 2014. 3. Voor de kinderen die buiten België wonen Vanaf 1 juli 2014 (DMFA's voor het 2 e kwartaal 2014) zal in de DMFA-berichten in de tewerkstellingslijn van de werknemer (rechthebbende) de NIS-code van de vestigingseenheid van de werkgever meegedeeld worden. Op basis van deze NIScode wordt de regiocode voor de kinderen in het dossier van die rechthebbende bepaald. Voor de dossiers waarin de rechthebbende niet meer in dienst is bij een werkgever, wordt door consulatie van de gegevens in het (elektronisch) dossier van de rechthebbende/ RIP(P051) en het NRW het adres van de maatschappelijke zetel van de laatste werkgever van de rechthebbende opgezocht: o Is dat adres beschikbaar, dan wordt op basis daarvan de regiocode bepaald. o Is dit niet het geval dan gaat men naar stap 4. Deadline: 3 oktober 2014 Aandachtspunt Wanneer "uitgebreide"-dmfa-berichten afwachten om de regiocode te bepalen De eerste fase van stap 3 geldt enkel voor de rechthebbenden die in dienst zijn van een werkgever. In de dossiers waarin dit niet het geval is, dient men bijgevolg niet te wachten op de "uitgebreide" DMFA-berichten om volgende stappen uit te voeren. 2 Dit stappenplan geldt eveneens voor de zelfstandigendossiers die de kinderbijslaginstellingen overnemen. 2

II/C/996/111 - bijlage 2 4. Opzoeken van de huidige of laatste woonplaats van de rechthebbende in België op basis van de consulatie van het Rijksregister/de KSZ registers Wordt dat adres teruggevonden, dan wordt op basis daarvan de regiocode voor de kinderen in het dossier van de rechthebbende bepaald. Wordt dat adres niet teruggevonden dan gaat men naar stap 5 Deadline: 3 oktober 2014 5. Restgroep Er wordt een inventaris opgemaakt van de overblijvende gevallen met vermelding van: - naam en INSZ/KSZ-nummer van de rechthebbende - socio-professionele situatie van de rechthebbende op grond waarvan het recht op kinderbijslag wordt vastgesteld. - RSZ-nummer of KBO-nummer van de werkgever op basis waarvan de betaalbevoegdheid werd vastgesteld. Uitgaande van deze gegevens, zal dan in overleg gezocht worden naar praktische oplossingen, met als doel voor elk kind van deze restgroep een regiocode te kunnen toekennen. Deadline voor het indienen van de inventaris: 15 oktober 2014 6. Opmerkingen De kinderbijslaginstellingen zullen de situaties waar in de overgenomen zelfstandigendossiers deze aanknopingsfactoren hen niet in staat stellen een regiocode vast te stellen begin juli 2014 voor verder overleg aan de Rijksdienst signaleren. 7. Waardes in de zone regiocode Om tegemoet te komen aan de vraag van de kinderbijslaginstellingen wordt voorgesteld dat alle kinderbijslaginstellingen in de zone "regiocode" de volgende waarden gebruiken: 1 = Vlaamse Gemeenschap 2 = Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3 = Waals Gewest 4 = Duitstalige Gemeenschap 8. Brevet van rechthebbende In geval van bevoegheidsverandering is de regiocode met de toepasselijke waarde voor elk rechtgevend kind verplicht op het brevet van rechthebbende te vermelden. ---------------- 3

996/111 - Bijlage 3.1. Aanrekening van de gezinsbijslag met betrekking tot rechtsperiodes vanaf januari 2015 (artikelen 2 en 4 Protocol 15 mei 2014) - Toepassing AKBW Aanknopingsfactoren volgens de toestand (= regiocode) in de rechtsmaand. Wijzigingen van de aanknopingsfactoren hebben effect de volgende maand (ook als de wijziging zich op de 1e dag van de maand voordoet) Voor de kinderen in België Rechthebbende is werknemer of zelfstandige 1. domicilie van het kind of domicilie van de bijslagtrekkende bij voorafbetaling van het kraamgeld Rechthebbende is werknemer 1. de lokalisatie van de vestigingseenheid van de huidige of laatste werkgever van de rechthebbende Voor de kinderen in het buitenland De rechthebbende is zelfstandige 2. de effectieve verblijfplaats van het kind 2. de lokalisatie van de explotatiezetel van de huidige of laatste werkgever van de rechthebbende ( cfr. art. 8 ontwerp verticaal protocol) 3. huidig of laatste domicilie van de rechthebbende 4. de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde kinderbijslagfonds (bureau in Kadaster) - cfr. art. 8 ontwerp verticaal protocol 3. huidig of laatste domicilie van de rechthebbende 4. de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde kinderbijslagfonds (bureau in Kadaster) - cfr. art.8 ontwerp verticaal protocol

996/111 - Bijlage 3.2 Aanrekening van de gezinsbijslag met betrekking tot het verleden (= periodes voor 1 januari 2015) Recht op kinderbijslag voor zelfstandigen mbt een rechtsperiode tot juni 2014 Toepassing KB van 8 april 1976 Verrichtingen uit te voeren door de sociaal verzekeringsfondsen Aanknopingsfactoren volgens toestand (= regiocode) op 30 juni 2014 (cfr. artikel 8 ontwerp verticaal Protocol) Voor de kinderen in België Voor de kinderen in het buitenland 1. domicilie bijslagtrekkende 1. domicilie van het kind (of domicilie van de bijslagtrekkende bij betaling kraamgeld voor kind zonder domicilie) (+) 2. effectieve verblijfplaats bijslagtrekkende 3. huidig of laatste domicilie rechthebbende 4. de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde sociaal verzekeringsfonds Recht op kinderbijslag voor zelfstandigen mbt rechtsperiode juli 2014 tot december 2014 en recht op kinderbijslag voor werknemers mbt een rechtsperiode tot december 2014 (Toepassing KBW tot 29 juni 2014 en AKBW vanaf 30 juni 2014) Verrichtingen uit te voeren door de kinderbijslagfondsen Aanknopingsfactoren volgens toestand (= regiocode) op 31 december 2014 (cfr. artikel 8 ontwerp verticaal Protocol) Voor de kinderen in België Rechthebbende is werknemer Voor de kinderen in het buitenland of zelfstandige Rechthebbende is werknemer Rechthebbende is zelfstandige 1. de lokalisatie van de vestigingseenheid van de huidige of laatste werkgever van de rechthebbende 2. de effectieve verblijfplaats van het kind 2. de lokalisatie van de explotatiezetel van de huidige of laatste werkgever van de rechthebbende (cfr. artikel 8 ontwerp verticaal protocol) 3. huidig of laatste domicilie van de rechthebbende 4. de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde kinderbijslagfonds (bureau in Kadaster) - cfr. art. 8 ontwerp verticaal protocol 3. huidig of laatste domicilie van de rechthebbende 4. de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde kinderbijslagfonds (bureau in Kadaster) - cfr. art. 8 voorstel verticaal protocol

II/C/996/111 - bijlage 4 Vaststelling regiocode via A820 - mutatie en consultatie In het kader van de Zesde Staatshervorming heeft RSZ het nodige gedaan opdat de Rijksdienst de aanknopingsfactoren voor het aanrekenen van de betaalde gezinsbijslag aan de deelstaten praktisch kan toepassen. Het DMFA-attest (zowel in mutatie als in consultatie) wordt vanaf 1 juli 2014 uitgebreid met drie zones: NIS-code van de gemeente van de lokale eenheid: veld 01089 in gegevensgroep Tewerkstellingslijn (90015) Identificatienummer van de lokale eenheid: veld 00042 in gegevensgroep Tewerkstellingslijn (90015) Code regionalisering doelgroepverminderingen: veld 01088 in gegevensgroep Tewerkstellingslijn (90015) A) Toevoegen NIS-code van de gemeente van de lokale eenheid In het kader van de praktische vaststelling van de regiocode werd bepaald dat voor de kinderen die buiten België wonen, deze vaststelling zal gebeuren op de NIS code van de gemeente van de lokale eenheid. Naam van de zone : NIS code van de gemeente van de lokale eenheid Label XML : LocalUnitCityNISCode (01089) Definitiedomein : Structuur : Aanwezigheid : Beschrijving : Type : Lengte : 5 Bijlage 1 NIS codes Aanwezig onder blok Tewerkstelling (Werknemerslijn) Het betreft een facultatieve zone die slechts dient te worden ingevuld als de waarde anders is dan 0 als het trimester >= 2014/1 NIS code van de gemeente van de lokale eenheid Numeriek Aandachtspunten Wanneer het DMFA-bericht voor één en dezelfde tewerkstellingsperiode meerdere tewerkstellingslijnen telt en de lokale eenheden in een verschillende entiteit gevestigd zijn, dan wordt de laatste tewerkstellingslijn in aanmerking genomen voor de vaststelling van de regiocode. 1

II/C/996/111 - bijlage 4 Wanneer de werknemer gelijktijdig voor meerdere werkgevers werkt die gevestigd zijn in verschillende entiteiten, dan wordt de tewerkstelling die in toepassing van het KB van 25 april 1997 in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van de betaalbevoegdheid eveneens in aanmerking genomen voor de vaststelling van de regiocode. B) Toevoegen zone Identificatienummer van de lokale eenheid op niveau van de tewerkstelling Dit gegeven is reeds aanwezig in de A820-xsd maar op niveau van de werknemerslijn (een niveau hoger) en niet op niveau van de tewerkstelling(en) binnen die werknemerslijn. Ook in de toekomst zal dit gegeven aanwezig blijven op het niveau van de werknemerslijn maar enkel om gegevens te wijzigen die betrekking hebben op het verleden. Vanaf 1 juli 2014 wordt dit gegeven ook toegevoegd aan de tewerkstellingslijn. In het kader van de praktische vaststelling van de regiocode dient deze zone niet te worden verwerkt. ZONENUMMER: 00042 VERSIE: 2014/1 PUBLICATIEDATUM: 27/02/2014 "Functioneel blok" is gewijzigd: FUNCTIONEEL BLOK: IDENTIFICATIENUMMER VAN DE LOKALE EENHEID (Label XML : LocalUnitID) Werknemerslijn; Tewerkstelling van de werknemerslijn Code(s): 90012; 90015 Xml label(s): WorkerRecord; Occupation "Beschrijving " is gewijzigd: BESCHRIJVING: Dit is het nummer dat een vestigingseenheid identificeert (nummer toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen). Nummer dat de vestiging identificeert waarin of van waar uit de werknemer tewerkgesteld is. Vanaf de aangiften van het 1/2014, moet de vestigingseenheid uitsluitend op niveau van de tewerkstelling aangegeven worden. Het betreft de vestigingseenheid waar de werknemer zijn activiteit uitoefent of van waaruit hij zijn activiteit uitoefent. Tot en met de aangiften van het 4/2013, mag de vestigingseenheid alleen op niveau van de werknemerslijn aangegeven worden. Als de werknemer prestaties geleverd heeft in verschillende bedrijfszetels, dan moet men alleen de identificatie vermelden van de zetel van zijn laatste prestatie tijdens het kwartaal. Zie bijkomende details in de algemene instructies aan de werkgevers. "Toegelaten domein" is gewijzigd: TOEGELATEN DOMEIN: Getal van 10 cijfers waarvan : de posities 1 tot 8 overeenkomen met een volgnummer, met op de eerste positie een cijfer gelegen tussen 2 en 8; de posities 9 en 10 overeenkomen met een controlegetal. Vanaf de aangiftes van het 1/2014 kan het gebruik van een fictief nummer noodzakelijk zijn: - 8999999993 = Buitenlandse werkgever zonder VE in België voor werknemers die niet op Belgisch grondgebied tewerkgesteld worden - 8999999104 = Buitenlandse werkgever zonder VE in België voor werknemers die op Belgisch grondgebied tewerkgesteld worden of werkgever met categorie 037, 039 - Vlaams Gewest - 8999999203 = Buitenlandse werkgever zonder VE in België voor werknemers die op Belgisch grondgebied tewerkgesteld worden of werkgever met categorie 037, 039 - Brussels Hoofdstedelijk Gewest - 8999999302 = Buitenlandse werkgever zonder VE in België voor werknemers die op 2

II/C/996/111 - bijlage 4 Belgisch grondgebied tewerkgesteld worden of werkgever met categorie 037, 039 - Waals Gewest zonder de gemeenten die behoren tot de bevoegdheid van de Duitstalige gemeenschap - 8999999401 = Buitenlandse werkgever zonder VE in België voor werknemers die op Belgisch grondgebied tewerkgesteld worden of werkgever met categorie 037, 039 - Waals Gewest voor de gemeenten die behoren tot de bevoegdheid van de Duitstalige gemeenschap - 8999999005 = Werkgever in afwachting van een nummer van VE - 8999999894 = Niet van toepassing - derde betalenden (werkgeverscategorieën 033, 099, 199, 299 en 699) - Verbrekingsvergoeding Voor de aangiften van het 4/2003, getal van 5 cijfers dat overeenkomt met een INSgemeentecode (zie bijlage 1 - Lijst van de gemeentecodes - NIS code) WETTELIJKE REFERENTIE: TYPE: Numeriek LENGTE: 10 "Aanwezigheid" is gewijzigd: AANWEZIGHEID: Verplicht indien de aangifte betrekking heeft op het kwartaal 2014/1 of een daaropvolgend kwartaal, los van het feit of de werkgever verschillende bedrijfszetels heeft of niet. Verplicht indien de werkgever verschillende bedrijfszetels heeft (vanaf het derde kwartaal 2006), behalve voor de aangiften van bruggepensioneerden, ontslagen statutair personeel en de werknemers waarvoor bijzondere bijdragen aanvullende vergoedingen verschuldigd zijn (werknemerskengetallen 876, 877, 879, 883, 885) en voor die van het FAO (categorie 027), het FBZ (categorie 028) en de derde betalers (werkgeverscategorieën 033, 099, 199, 299 en 699). Verplicht indien de werkgever verschillende bedrijfszetels heeft voor de aangiften van het tweede en vierde kwartaal van elk jaar (vanaf het tweede kwartaal 2004 tem het tweede kwartaal 2006), behalve voor de werknemerskengetallen en de werkgeverscategorieën hierboven vermeld. Verplicht indien de aangifte het vierde kwartaal 2003 betreft, behalve voor de werknemerskengetallen en de werkgeverscategorieën hierboven vermeld. FORMAAT: "Fout op ontvangstbewijs" is gewijzigd: FOUTCODE OP ONTVANGSTBEWIJS: Niet aanwezig Niet numeriek Fout op kardinaliteit Foutieve lengte Niet toegelaten Fout op volgorde Ongeldig Ongeldig controlegetal Niet van toepassing Foutbeschrijving Foutcode Ernst fout 00042-001 00042-002 00042-090 00042-093 00042-146 00042-091 00042-003 00042-004 00042-053 NP B B B B B P P NP 3

II/C/996/111 - bijlage 4 C) Toevoegen zone Code regionalisering doelgroepverminderingen Vanaf 1 juli 2014 wordt tevens de zone Code regionalisering doelgroepverminderingen toegevoegd aan de tewerkstellingslijn. In het kader van de praktische vaststelling van de regiocode dient deze zone niet te worden verwerkt. Naam van de zone : Code regionalisering doelgroepverminderingen Label XML : RegionalizationCodeDeduction (01088) Definitiedomein : 4 cijfers waarvan elke positie een regio of gemeenschap aanduidt: 1 ste positie = Vlaams Gewest 2 de positie = Brussel Hoofdstedelijk Gewest 3 de positie = Waals Gewest 4 de positie = Duitstalige Gemeenschap Elk cijfer kan de waarde 1 of 0 hebben afhankelijk van het gewest of de gemeenschap die al dan niet bevoegd is voor een doelgroepvermindering. Voorbeelden : 0001 : enkel Duitstalige Gemeenschap bevoegd 1000 : enkel Vlaams Gewest bevoegd 1100 : Vlaams Gewest en Brussel Hoofdstedelijk Gewest bevoegd 0011 : Waals Gewest en Duitstalige Gemeenschap bevoegd 0000 : geen enkel bevoegd gewest of gemeenschap kan worden bepaald. Structuur: Aanwezig onder blok Tewerkstelling (Werknemerslijn) Aanwezigheid: Als trimester >= 2014/1 4

II/C/996/111 - bijlage 4 Beschrijving : Het gaat om een nummer dat de gemeenschap en/of de bevoegde gewesten identificeert voor een doelgroepvermindering. De interpretatie wordt gedaan op basis van de verschillende adressen van een vestigingseenheid. Type : Numeriek Lengte : 4 5

II/C/996/111- bijlage 5 -voorbeeld 1 Aanrekening van de betaalde gezinsbijslag aan de deelentiteiten Praktische toepassing van het Protocol van 15 mei 2014 en het ontwerp van verticaal Protocol Voorbeeld 1 1. Overzicht woonplaats bijslagtrekkende en de kinderen (domicilie) tot 30 november 2014: deelentiteit A van 1 december 2014 tot 31 december 2014: deelentiteit B van 1 januari 2015 tot 31 januari 2015: deelentiteit C van 1 februari 2015 tot 30 maart 2015: deelentiteit A geboorte tweede kind op 4 april 2015 vanaf 31 maart 2015: deelentiteit D. 2. Overzicht van de betalingen de lopende maandelijkse betalingen: telkens de 8 e van de maand op 25 mei 2015: kraamgeld voor het 2 e kind (geen voorafbetaling) - variante: voorafbetalingop 8 februari 2015 op 14 augustus 2015: erkenning aandoening kind vanaf 24 maart 2015: betaling bijkomende bijslag vanaf 1 april 2015 op 27 september 2015: betaling sociale toeslag 42bis voor de periode vanaf 1 februari 2014. 3. Overzicht van de aanrekening van de betalingen aan de deelentiteiten Lopende betalingen - Periode recht Betaald in Bevoegde deelentiteit 12/2014 01/2015 n.v.t 01/2015 02/2015 B 02/2015 03/2015 C 03/2015 04/2015 A Vanaf 04/2015 Vanaf 05/2015 D Kraamgeld Betaald in Bevoegde deelentiteit Kind geboren op 4 april 2015 02/2015 A Kind geboren op 4 april 2015 05/2015 D Bijkomende bijslag art.47 - Periode Betaald in Bevoegde deelentiteit recht Vanaf 04/2015 08/2015 D Sociale toeslag 42bis- periode recht Betaald in Bevoegde deelentiteit 02/2014 tot 12/2014 09/2015 B 01/2015 09/2015 B 02/2015 09/2015 C 03/2015 09/2015 A Vanaf 04/2015 09/2015 D --------------

II/C/996/111 - bijlage 5 -voorbeeld 2 Toepassing Protocol - Voorbeeld 2 Gezin woont in België - regularisatie bij ontvangst wijziging gezinssamenstelling 1. Situatie Het gezin woont in België in deelentiteit A. De vader is de rechthebbende voor de 2 kinderen K1 en K2 en KBF A betaalt de kinderbijslag. De moeder is de bijslagtrekkende. Op 5 april 2015 verneemt het KBF dat K1 sinds 24 januari 2015 bij de grootouders woont in deelentiteit B. Bijgevolg wordt de grootvader de rechthebbende voor K1 en de grootmoeder de bijslagtrekkende. Voor K 1 neemt KBF B de betalingen over. Beide kinderbijslagfondsen betalen aan de schaal 40. 2. Vaststelling voorrang Voor K1: tot 31 maart 2015 de vader en vanaf 1 april 2015 de grootvader Voor K2: ononderbroken de vader 3. Vaststelling bevoegde kinderbijslaginstelling - Toepassing KB van 25 april 1997 K1: KBF A is bevoegd tot 31 maart 2015 en KBF B vanaf 1 april 2015. K2: KBF A is ononderbroken bevoegd 4. Aanrekening betaalde gezinsbijslag aan de deelentiteiten - Toepassing Protocol Voor K1 tot 31 januari 2015 aan deelentiteit A en vanaf 1 februari 2015 aan deelentiteit B Voor K2 ononderbroken aan deelentiteit A 5. Regularisaties bij behandeling wijziging gezinssamenstelling in april 2015 door KBF A Betalingen: aanpassing rangen vanaf 1 februari 2015: debet voor moeder: verschil (R1+R2- (2xR1)) Bijslagtrekkende: toepassing goede trouw voor februari en maart 2015 voor K1 Bevoegdheid: verzending brevet van KBF A naar KBF B voor K1 - geen regularisatie tussen de kinderbijslaginstellingen - vermelding regiocode op brevet Aanrekening van de betaalde kinderbijslag aan de deelentiteiten door KBF A Voor K1: voor februari en maart terugstorten aan deelentiteit A en aanrekenen aan deelentiteit B: regularisatie Voor K2: verschil tussen rang 2 en rang 1 (niet-verschuldigd) terugstorten aan deelentiteit A: nieuw debet ---------------------

II/C/996/111 - bijlage 5 - voorbeeld 3 Toepassing Protocol - Voorbeeld 3 Gezin woont buiten België - de rechthebbende verandert van werkgever 1. Situatie Het gezin woont buiten België. De rechthebbende vader werkt in België, tot 16 februari 2015 voor werkgever A gevestigd in deelentiteit A en vanaf 16 februari 2015 bij werkgever B gevestigd in deelentiteit B. 2. Vaststelling bevoegde kinderbijslaginstelling - Toepassing KB van 25 april 1997 KBF A is bevoegd tot 30 juni 2015. KBF B is bevoegd vanaf 1 juli 2015 Vermelding van de correcte regiocode op het brevet van rechthebbende 3. Aanrekening betaalde gezinsbijslag aan de deelentiteiten - Toepassing Protocol Tot 28 februari 2015: aan deelentiteit A Vanaf 1 maart 2015: aan deelentiteit B ----------------------

II/C/996/111 - bijlage 5 -voorbeeld 4 Toepassing Protocol - voorbeeld 4 Gezin woont buiten België en werkt in de loop van een kwartaal voor verschillende vestigingseenheden gevestigd in verschillende deelentiteiten 1. Situatie Gezin woont in Frankrijk en de rechthebbende vader werkt in België - DMFA voor 1 e kwartaal 2015: tewerkgesteld in vestigingseenheid 1 gevestigd in deelentiteit 1 - DMFA voor 2 e kwartaal 2015: tewerkstellingslijn voor 04 et 05/2015: tewerkgesteld in vestigingseenheid 2 gevestigd in deelentiteit 2 tewerkstellingslijn voor 06/2015: tewerkgesteld in vestigingseenheid 3 gevestigd in deelentiteit 3 2. Aanrekening van de betaalde kinderbijslag De bevoegde deelentiteit wordt maand per maand vastgesteld. Wijzigingen in de loop van een maand hebben uitwerking vanaf de volgende maand. Als er binnen eenzelfde tewerkstelling voor eenzelfde werkgever verschillende tewerkstellingslijnen zijn, is de laatste tewerkstellingslijn voor maand X bepalend om de bevoegde deelentiteit vast te stellen voor maand X+1. Conclusie - 01 02 et 03/2015: deelentiteit 1-04/2015: deelentiteit 1-05/2015: deelentiteit 2-06/2015: deelentiteit 2-07/2015: deelentiteit 3 -----------------------

II/C/996/111- bijlage 6 Aanknopingsfactoren voor het aanrekenen van de betaalde gezinsbijslag aan de deelstaten Vragen en antwoorden Nr. Vraag Antwoord A. Kinderen die in België wonen A1 A2 A3 A4 Voorafbetaling kraamgeld: bedoelt men met woonplaats van de bijslagtrekkende het domicilie van de bijslagtrekkende? Het gezin woont in deelentiteit A tot 24 april 2015 en in deelentiteit B vanaf 25 april 2015. Het oudste kind (K1) is geboren in 2013. In augustus 2015 verneemt het kinderbijslagfonds de geboorte van het 2 e kind (K2) op 20 april 2015. Het kraamgeld wordt op 25 augustus 2015 betaald. Hoe de betaalde gezinsbijslag aanrekenen? Kinderen zonder domicilie in België. Hoe gaat men de verblijfplaats van het kind bewijzen: op de restrictieve manier zoals voorzien in de CO of zijn alle bewijzen toegelaten, en wat als verschillende bewijsstukken elkaar tegenspreken? Wat als de werkelijke verblijfplaats van het kind niet overeenkomt met de hoofdverblijfplaats: zijn er tegenbewijzen mogelijk en welke? Ja, in dat geval wordt het domicilie van de bijslagtrekkende in aanmerking genomen. De aanrekening gebeurt kind per kind en maand per maand. K1: kinderbijslag tot 30 april aan deelentiteit A en vanaf 1 mei aan deelentiteit B. K2: kraamgeld aan deelentiteit A (bevoegde deelentiteit op de geboortedag - geen voorafbetaling) en kinderbijslag vanaf 1 mei 2015 aan deelentiteit B De bewijsmiddelen die in aanmerking werden genomen voor de vaststelling van het recht op kinderbijslag, gelden eveneens voor de vaststelling van de regiocode. De effectieve verblijfplaats van het kind wordt enkel in aanmerking genomen als het kind geen domicilie in België heeft. 1

II/C/996/111- bijlage 6 A5 A6 Hoe dient men te reageren wanneer een kind gedomicilieerd is in België en volgens het formulier E401 in Frankrijk woont? Hoe wordt de regiocode bepaald wanneer het kind ambtshalve is afgeschreven in het Rijksregister Zolang het kind in België gedomicilieerd is, is dat domicilie bepalend voor de vaststelling van de regiocode van het kind. Verschillen tussen het Rijksregister en andere officiële documenten dienen wel aan de dienst Monitoring gesignaleerd te worden zoals voorgeschreven in CO 1386/2014 - rubriek 2.3 Indien ondanks deze ambtshalve schrapping het recht op kinderbijslag kan worden toegekend omdat het kind nog altijd feitelijk in België woont, dan wordt vanaf de datum van ambtshalve afschrijving de effectieve verblijfplaats van het kind in aanmerking genomen voor de vaststelling van de regiocode Kinderen die buiten België wonen B1 B2 Een kinderbijslagfonds signaleert dat er situaties zullen zijn waarbij de rechthebbende zelfstandige buiten België woont en als ambulante handelaar werkzaam is in verschillende regio's. Hoe in die omstandigheden de regiocode voor de kinderen bepalen? Men spreekt van de rechthebbende. Hoe moet men dit toepassen in wezendossiers want in die dossiers is de wees ingevolge art 64 AKBW de voorrangsgrechtigde rechthebbende. Er moet een duidelijker omschrijving komen bv overleden ouder bij wezengevallen. In dat geval wordt de lokalisatie van het betaalkantoor van het bevoegde kinderbijslagfonds waarmee het sociaal verzekeringsfonds een conventie heeft afgesloten in aanmerking genomen (betaalkantoor in het Kadaster van de kinderbijslag) In de wezendossiers wordt de situatie van ouder/rechthebbende op basis van wiens socio-professionele statuut het recht op wezenbijslag is vastgesteld, in aanmerking genomen 2

II/C/996/111- bijlage 6 B3 Het gezin woont buiten België en de rechthebbende werkt gelijktijdig voor 2 werkgevers in België. De werkgevers zijn in een verschillende deelentiteit gevestigd. Werkgever A is gevestigd in deelentiteit A en aangesloten bij KBF A. Werkgever B is gevestigd in deelentiteit B en aangesloten bij kinderbijslagfonds B. Op basis van het bevoegdheidsbesluit van 25 april 1997 is KBF A bevoegd om de kinderbijslag te betalen. Aan welke deelentiteit dient de kinderbijslag aangerekend te worden? Zolang de rechthebbende gelijktijdig voor 2 werkgevers werkt, wordt de tewerkstelling die bepalend is om de bevoegde kinderbijslaginstelling vast te stellen eveneens in aanmerking genomen voor de aanrekening van de betaalde gezinsbijslag aan de deelentiteiten. Dus in het voorgelegde dossier wordt de gezinsbijslag betaald door KBF en aangerekend aan deelentiteit A. Zolang de 2 tewerkstellingen gelijktijdig voortduren en KBF A verder het recht op kinderbijslag kan vaststellen op basis van de tewerkstelling van de werkgever die bij zijn kinderbijslagfonds is aangesloten, hoeft het voor de aanrekening aan de deelentiteiten geen rekening te houden met de DMFA-gegevens m.b.t. de tewerkstelling bij werkgever B. 3