Saba Goldsieber, 2007 Christian FIORE & Knut HAPPEL 2-4 spelers vanaf 10 jaar ± 90 minuten
SPELMATERIAAL en VOORBEREIDING Het speelbord bestaat uit de bouwvelden (A), 6 stadswijken (B), één paleistuin met 8 tuinvelden (C), het actiekaartenveld (D) en de haven (E). Het paleis wordt samengesteld (zie pagina 6) en wordt in de richting, zoals is aangeduid op het speelbord, in het midden van de paleistuin geplaatst. Elke speler kiest een kleur en plaatst de 8 spelfiguren en ook de 5 serailmarkers van zijn kleur voor zich neer. Om het paleis uit te bouwen, zijn er 15 grondstoffen in de soorten albast (wit), zandsteen (bruin), ebbenhout (zwart) en goud (geel). Een startspeler wordt gekozen. Deze neemt telkens 1 van de 4 grondstoffen en geeft elke speler, behalve zichzelf, één bij toeval bepaalde grondstof. De andere grondstoffen worden teruggelegd. De 3de en 4de speler, met de wijzers van de klok mee, ontvangt nog één extra grondstof van de soort die hij al heeft. Alle spelers leggen hun grondstoffen steeds zichtbaar. Dan neemt de startspeler telkens 1 van de 4 grondstoffen en legt in elk van de vier havenvelden telkens 1 bij toeval bepaalde grondstof en vult de ruimte verder aan met grondstoffen van dezelfde soort. De resterende grondstoffen worden als algemene voorraad naast het speelbord gelegd. De 24 paleisdelen in 3 verschillende vormen worden naast het speelbord klaargelegd. De 8 zuilen worden in de voetjes geplaatst. Elk paleisdeel is toebedeeld aan één van de 24 paleisbouwkaarten. Verder zijn er nog 2 schatkamerkaarten en 1 kaart 'einde'. De paleisbouwkaarten worden naargelang de vorm van de uitbouw (1, 2, 3) in stapels gesorteerd. De afzonderlijke stapels worden zeer grondig gemixt en zoals volgt, verdekt tot één stapel gelegd. Onderaan komen drie bouwkaarten 3, waaronder de kaart 'einde' wordt gemixt. Daarop komen de resterende 5 bouwkaarten 3. Hierop komt de schatkamerkaart '2de waardering'. Daarna volgen de 8 bouwkaarten 2. Daarop wordt de schatkamerkaart '1ste waardering' gelegd. De 8 bouwkaarten 1 liggen in een stapel bovenop. Deze voorraadstapel wordt naast het speelbord gelegd. In het echt ligt deze stapel uiteraard verdekt! De drie bouwvelden 5.1, 5.2 en 5.3 worden één voor één door 3 kaarten van de voorraadstapel opgevuld en open neergelegd. Iedere speler ontvangt 2 havenkaarten in zijn kleur. Zijn havenkaarten legt iedere speler zo voor zich neer dat de hiernaast afgebeelde zijdes zichtbaar zijn. De 20 actiekaarten zonder symbool worden zeer grondig gemixt en als verdekte voorraadstapel op het veld van de actiekaarten gelegd. De andere 21 actiekaarten worden alleen gebruikt in de profversie. De zwarte figuur vizier wordt op de stadswijk 'Basar' geplaatst. BELLEKENS Herman SABA - 2 / 8 -
Met de grondstoffen uit de haven verbouwen de spelers het paleis van de koningin van Saba. Als bewijs van hun werkzaamheden plaatsen de spelers spelfiguren op de daken van het paleis. Diegene die het paleis verder uitbouwt, mag andere spelfiguren door eigen spelfiguren vervangen. De speler die aan het einde van het spel de meeste spelfiguren op het dak van het paleis heeft, wint. Te beginnen met de startspeler komen alle spelers, met de wijzers van de klok mee, om de beurt aan bod. De speelbeurt van de actuele speler verloopt steeds in de volgende volgorde: 1. Grondstoffen van de haven nemen 2. Paleisdelen bouwen 3. Spelfiguur in de stadswijk plaatsen 4. Actiekaart trekken Aanvullen van de havens Alle vier soorten grondstoffen zijn steeds in de haven voorhanden. De grondstoffen op de niet gekozen havenvelden schuiven op in de richting van het havenveld met 4 grondstoffen en worden, indien nodig, aangevuld met grondstoffen van dezelfde soort. Als er van een grondstof geen meer voorradig zijn in de algemene voorraad, wordt het havenveld zo goed mogelijk aangevuld. a) De actieve speler neemt de 3 zandstenen uit het derde veld van de haven. b) De 2 albasten en de 2 gouden schuiven telkens één veld op in de richting van het havenveld met de 4 grondstoffen. c) Er wordt nog één albast bij de twee albasten gevoegd omdat op het derde havenveld plaats is voor 3 grondstoffen. d) De 4 ebbenhouten op plaats 4 blijven liggen omdat zij niet verder kunnen opschuiven. e) Op de vrijgekomen plaats op het eerste veld worden 2 grondstoffen gelegd van de soort die de speler uit de haven heeft genomen (dus zandsteen). De havenkaarten geven aan welke voorraad aan grond-stoffen een speler van de haven kan nemen. Elke zijde is toebedeeld aan één havenveld. De actieve speler kiest één van de beide zichtbare zijdes van zijn havenkaarten en moet de daarbijbehorende actie uitvoeren. De actieve speler moet de 2 grondstoffen van dit havenveld nemen en bij zijn voorraad leggen en hij moet één actiekaart van de voorraadstapel in de hand nemen. De paleistuin bestaat uit 8 tuinvelden. De paleisbouwkaarten op de bouwvelden tonen de paleisdelen welke nu kunnen worden gebouwd. De paleiskaarten geven aan welke grondstoffen moeten worden afgegeven om dat paleisdeel op het gemarkeerde tuinveld te bouwen. De actieve speler moet de 2 grondstoffen van dit havenveld nemen en één van de open paleiskaarten (geen schatkamerkaart en geen kaart 'einde') uit het spel verwijderen. De bouwvelden worden onmiddellijk aangevuld (zie pagina 4: 'Aanvullen van de bouwvelden'). De actieve speler moet de 3 grondstoffen van dit havenveld nemen en de Vizier naar een ander van de 6 stadswijken verzetten. De actie van deze stadswijk moet hij direct uitvoeren (zie pagina 5: 'De stadswijken' voor de beschrijving van de afzonderlijke stadswijken). De actieve speler moet de 4 grondstoffen van dit havenveld nemen en bij zijn voorraad leggen. Na de actie draait de actieve speler de door hem gekozen havenkaart om, zodat in zijn volgende speelbeurt de rugzijde van deze kaart kan worden uitgevoerd. Als de actieve speler besluit een paleisbouwkaart te bouwen, legt hij de benodigde grondstoffen uit zijn voorraad terug in de algemene voorraad. De speler mag altijd maar één paleisdeel bouwen. Op de bouwvelden op het speelbord is een verschillend aantal goudmunten afgebeeld. Om een paleisbouwkaart, een schatkamerkaart of een kaart 'einde' te kunnen uitvoeren die op plaats 2 of 3 van de bouwvelden ligt (5.2 of 5.3), moet de actieve speler extra het daar afgebeelde goud afgeven. BELLEKENS Herman SABA - 3 / 8 -
De actieve speler neemt het paleisdeel, dat op de paleisbouwkaart is afgebeeld, uit de algemene voorraad en bouwt het op het tuinveld dat is aangeduid op de kaart. Poortgewelven worden op de muurkantelen geplaatst, bronnen en zuilen worden in de tuin gezet. Elk tuinveld op het speelbord is toebedeeld aan een balkon op het dak van het paleis. Bij het tuinveld van het zonet gebouwde paleisdeel plaatst de actieve speler één van zijn spelfiguren op het balkon van het paleis. Als de speler geen spelfiguur meer in zijn voorraad heeft, mag hij één van zijn spelfiguren uit een stadswijk nemen en verplaatsen. De uitgevoerde paleisbouwkaart wordt uit het spel verwijderd. Aanvullen van de bouwvelden Steeds wanneer een kaart van de bouwvelden wordt verwijderd, schuiven de overgebleven kaarten op in de richting van het veld zonder goudsymbool (5.1). Op het veld met 2 goudsymbolen (5.3) wordt de bovenste kaart van de voorraadstapel open neergelegd. Als een speler door een verbouwing een spelfiguur terugkrijgt van een balkon, mag hij één van zijn serailmarkers op het 1ste veld in het serail leggen. Bij 2 spelers worden slechts 4 velden van het serail gebruikt, bij 3 spelers 5 velden en bij 4 spelers alle velden. Serailmarkers die al in het serail liggen, schuiven steeds op in de richting van de pijlen. Als alle beschikbare velden van het serail zijn bezet, wordt door het verschuiven van de markers de marker die het verst van het eerste veld is verwijderd aan zijn eigenaar teruggegeven. De serailregels bij een gelijke stand Steeds wanneer het tot een gelijke stand komt tussen meerdere spelers, beslist tussen hen de meerderheid van hun serailmarkers in het serail. Bij een nieuwe gelijke stand beslist tussen die spelers diegene die met zijn marker het dichtst bij het eerste veld ligt. a) Speler Blauw legt een marker op het eerste veld van het serail. b) Omdat de andere markers opschuiven, wordt een marker van speler Rood verwijderd c) omdat bij drie spelers het laatste veld van het serail niet wordt gebruikt. Geel en Rood hebben beiden 2 markers in het serail. d) Omdat Geel het dichtst bij het eerste veld ligt, is hij de aanvoerder in het serail. Als op een balkon al een spelfiguur staat en de actieve speler op het tuinveld van dit balkon een verbouwing van een hogere waarde realiseert, geeft de actieve speler de spelfiguur op het balkon terug aan de eigenaar en plaatst een eigen spelfiguur op dit balkon. Het is toegelaten om een eigen spelfiguur door een verbouwing te vervangen. Als er op een tuinveld al een verbouwing van een hogere waarde is opgericht, mag daar geen verbouwing van een lagere waarde worden gezet. Het kan soms gebeuren dat een open paleisbouwkaart niet meer mag worden gebouwd omdat er al een verbouwing met meer waarde werd opgericht. In dit geval wordt de niet meer uitvoerbare paleisbouwkaart onmiddellijk uit het spel verwijderd en worden de bouwvelden aangevuld. De actieve speler mag, in plaats van of extra aan de bouw van een paleisdeel, één blootgelegde schatkamerkaart door het afgeven van de benodigde grondstoffen uitvoeren en op deze manier een schatkamerwaardering uitlokken. De spelfiguren op de balkons en in de schatkamer worden geteld. De speler die op dat moment de meeste spelfiguren heeft, plaatst één van zijn spelfiguren op de schatkamer. Bij een gelijke stand beslist de serailregel. Als er ook dan nog een gelijke stand is, wordt er geen spelfiguur op de schatkamer gezet (er kan dus ook doelbewust bij een gelijke stand worden gewaardeerd). De uitgevoerde schatkamerkaart wordt verwijderd. BELLEKENS Herman SABA - 4 / 8 -
De 6 stadswijken laten bijzondere spelacties toe. Als de actieve speler een paleisdeel (geen schatkamerkaart) heeft gebouwd, mag hij een stadswijk naar keuze met één van zijn spelfiguren bezetten en vanaf zijn volgende speelbeurt benutten. Voor het plaatsen van de eerste spelfiguur op een stadswijk moet hij 1x goud in de algemene voorraad leggen, voor de tweede spelfiguur moet hij 2x goud in de algemene voorraad leggen. De desbetreffende actie van de stadswijk kan de actuele speler éénmaal per speelbeurt op een tijdstip naar keuze uitvoeren. Als dezelfde speler 2 spelfiguren op een stadswijk heeft, kan hij deze actie tweemaal uitvoeren. Als de vizier op een stadswijk staat, is de wijk geblokkeerd en kan de actie niet worden uitgevoerd. Als de vizier wordt verplaatst, kan de stadswijkactie onmiddellijk worden benut. a) Speler Blauw neemt 1 albast van de algemene voorraad omdat één van zijn spelfiguren in de wijk van de steenhouwers staat. b) Hij kiest de havenkaart met 3 grondstoffen en neemt 3x goud van het betreffende havenveld. c) Wegens deze havenkaart verplaatst speler Blauw de vizier op de wijk van de steenhouwers. Daarvoor mag hij 1 albast van de algemene voorraad nemen. d) Bovendien blokkeert de vizier door de verplaatsing niet meer de wijk van de timmerlieden en Blauw ontvangt omwille van zijn spelfiguur in deze wijk nu 1 ebbenhout van de voorraad. De actieve speler mag 1x goud uit zijn voorraad ruilen tegen 1x albast, 1x ebbenhout of 1x zandsteen uit de algemene voorraad of omgekeerd. De actieve speler mag 1 grondstof uit zijn voorraad (geen goud) ruilen tegen 1 grondstof uit de algemene voorraad (geen goud). De actieve speler trekt één actiekaart van de voorraadstapel en neemt de kaart in de hand. Het aantal kaarten dat een speler in de hand heeft, moet steeds herkenbaar zijn. De actieve speler mag, te allen tijde, tijdens zijn speelbeurt een aantal actiekaarten naar keuze spelen. De ene grondstof die op deze kaart is afgebeeld, mag hij uit de algemene voorraad nemen. Als deze grondstof niet meer voorhanden is, kan deze kaart niet worden gespeeld. De actieve speler mag aan het einde van zijn speelbeurt (na trekken van de actiekaart) slechts max. 3 actiekaarten in de hand hebben en slechts max. 7 grondstoffen in zijn voorraad hebben. In het andere geval moet hij overtollige kaarten op de aflegstapel en overtollige grondstoffen in de algemene voorraad leggen. Welke kaarten / grondstoffen beslist hijzelf. De uitgespeelde en afgelegde actiekaarten worden op een aflegstapel gelegd naast de voorraadstapel. Als de voorraadstapel is opgebruikt, wordt de aflegstapel grondig gemixt en als nieuwe voorraadstapel klaargelegd. De actieve speler ontvangt in zijn speelbeurt 1x albast, 1x ebbenhout, 1x zandsteen of respectievelijk 1x goud uit de algemene voorraad. Aan het einde van het spel worden de spelfiguren op de balkons en in de schatkamer geteld. De speler die daar nu de meeste spelfiguren heeft, wint het spel. Bij een gelijke stand beslist de serailregel (pagina 4). BELLEKENS Herman SABA - 5 / 8 -
Als men genoeg is vertrouwd met het spel, kan men zeker de profregels gebruiken. De 21 actiekaarten met de + worden samen met de 20 andere actiekaarten onder de voorraadstapel gemixt. Met deze kaarten kunnen bijzondere acties worden uitgevoerd. De actieve speler mag aan het einde van zijn speelbeurt 4 actiekaarten in de hand hebben. Uit het paleisdak worden de daken van het serail 1 gehaald en de schatkamer 2 genomen. De zijwanden van het paleis worden in elkaar gestoken 3 en het paleisdak wordt hierop bevestigd 4. In de openingen van het paleisdak worden de zijwanden van het serail en de schatkamer gestoken 5 en daarop worden de daken van het serail geplaatst 6. De aanvoerder in het serail plaatst één van zijn spelfiguren op de serailmarker in het serail. Deze figuur wordt bij de uitvoering van de schatkamerwaarderingen en aan het einde van het spel meegeteld. Als een andere speler het leiderschap in het serail overneemt, geeft hij de spelfiguur terug aan de eigenaar en plaatst zijn eigen spelfiguur op een serailmarker. Als een speler een paleisdeel bouwt, mag hij één grondstof naar keuze uit zijn voorraad in het desbetreffende tuinveld leggen. Dit paleisdeel mag alleen door een verbouwing van een hogere waarde worden vervangen, als ook een extra grondstof van deze soort wordt afgegeven. De grondstof wordt daarna uit het tuinveld verwijderd. De koningin van Saba: bestond ze echt? De bijbel maakt gewag van een bezoek van haar aan het hof van koning Salomon. Ook de koran van de Talmoed en de Kebra uit Ethiopië geven tekens van een koningin van Saba die ook Bilqîs of Makeda werd genoemd. Er bestond wel degelijk een koninkrijk Saba omstreeks het jaar 900 vóór Christus dat gelegen was in het huidige Jemen, maar een zekerheid dat er een koningin was, is er niet. De Sabanen golden als een rijk volk dat een grote handelsmacht bezat in de Arabische wereld. De hoofdstad Marib was een belangrijk knooppunt van handelskaravanen. Naast wierook en mirre, waarop de Sabanen een monopolie hadden, werd er ook gehandeld in zijde, kruiden, zout, ebbenhout en goud. De rijkdom taande zodra de grote handelsroute niet meer door de hoofdstad liep. Ook de kennis en de bloei van de bevolking van de geheimzinnige koningin van Saba verdween. BELLEKENS Herman SABA - 6 / 8 -
Kaarten Personenkaarten (telkens 3x) BOUWOPZICHTER HANDWERKER Een eigen spelfiguur vanuit een stadswijk naar een andere vrije stadswijk verplaatsen. Bij de bouw van een paleisdeel is één grondstof naar keuze (ook goud) niet vereist. ( de nieuwe bezette stadswijk kan, naast de vorige stadswijk, onmiddellijk worden benut ) ( niet inzetbaar voor de schatkamer en de kaart 'einde van het spel' ) BELLEKENS Herman SABA - 7 / 8 -
HAVENMEESTER SERAILWACHTER Alle grondstoffen van twee havenvelden naar keuze met elkaar ruilen. Twee serailmarkers ruilen van plaats. ( eventueel ontbrekende grondstoffen aanvullen en overtollige grondstoffen terug in de algemene voorraad leggen ) KARAVAANLEIDER KOOPMAN Een grondstof naar keuze van de algemene voorraad nemen. Eén of twee grondstoffen naar keuze van een medespeler nemen en evenveel grondstoffen van de eigen voorraad aan deze speler teruggeven. WOESTIJNROVER Een grondstof naar keuze van een medespeler stelen. 10 januari 2008 BELLEKENS Herman SABA - 8 / 8 -