Control 44/45. Gebruiksaanwijzing en schakelschema s Besturing van industriedeuren. Gelieve zorgvuldig te bewaren.



Vergelijkbare documenten
Control 701, 702, 703

C 14 / C 15. Gebruiksaanwijzing en aansluitschema s Geïntregeerde besturing voor industriële aandrijvingen ( D )

C 14 / C 15. Gebruiksaanwijzing en aansluitschema s Geïntregeerde besturing voor industriële aandrijvingen ( D )

Comfort 500 S. Draaihek-spindelaandrijving Montagehandleiding

Uitbreidingsmodule EM 131 Besturing tegemoetkomend verkeer voor Control vario

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BECK-O-TRONIC 5. Uitvoering: Centronic. Montage- en gebruiksaanwijzing. Poortbesturing

Afbeelding: 24V-uitvoering, 433MHz

ELWSE sturing met BOX10

BECK-O-TRONIC 4. Uitvoering: Centronic. Montage- en gebruiksaanwijzing. Poortbesturing

Sinthesi Deuropenermodule

Montagevoorschriften

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE)

Gebruiksaanwijzing. Command 222. Mastercode = xxxxxxxx Serienummer = xxxxxxxx. Draadloze codeschakelaar

Afstandsbediening Telis 16 RTS

MICRO FOX DRIVE Gebruikers handleiding

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

HANDLEIDING VLEUGELHEKOPENER

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

Handleiding Brel 22 mm 8V radiomotor met trekkoord. Type MLE22-0.3

Comfort 220, 250, 252 Aandrijfsysteem voor garagedeuren

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

CTR (CTR

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

Elektronische jaloezieinbouwschakelaar

MONTAGEHANDLEIDING TIJDKLOK CHRONIS IB

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE

II PROGRAMMEERBARE STURING

Individuele besturing met infrarood ontvanger WKS-IR

Jaloeziebesturing Art. Nr.: met zonne-/ schemeringsmoduul en IR ontvanger. IR Handzender Art. Nr.:

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

Montage- en gebruikershandleiding

Bedieningen Dutch - 1

PROGRAMMEERBARE STURING

EC5415B. B-Tronic EasyControl. Montage- en gebruiksaanwijzing. Wand-/handzender 15-kanaal bidirectioneel

TC 60/8. Handleiding

Handleiding ARRAS met elektronische afstelling

FOREST MULTI WANDSCHAKELAAR LED

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding FC10 FC10-02 A FC10-04 A FC10-08 A FC10-12 A. Fire & Security Products. Siemens Building Technologies

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Bedieningshandleiding FC 1004 E

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

ONDERSTEUNENDE HANDLEIDING VLEUGELPOORTOPENER SW31000 UG

Gebruikershandleiding

PACK TYXIA 541 et 546

Werken met de buitenontvanger RTS ontvanger Universeel

Aandachtspunten Rollup batterijmotor

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

Afstandsbediening Telis 4 RTS

Handleiding voor de installatie van de vleugelhekopener, type 400

LE10 Draadloze ontvanger

Installateurshandleiding

LCD scherm va LCD scherm

561/563 ELEKTRISCHE OPTREKSYSTEMEN 560 AFMETINGEN SPECIFICATIES MONTAGERICHTLIJNEN

L /2008 rev 0 BE.PROXY BE.READ INSTALLATIEHANDLEIDING

Aandrijfsysteem voor garagedeuren Comfort 360, 370, 380

GfS Day Alarm. Montage handleiding. Art.-Nr.: / Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.:

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x

Friedland Draadloze libra zender + 200m ontvanger/bel

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren!

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies


GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding. Afstandsbediening Radiorepeater. Veiligheidsvoorschriften. Montagevoorbereiding.

Cody Light HF 1/1 1/2

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

ACD-1000 STEKKERDOOS SCHAKELAAR

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Montage- en gebruiksaanwijzing

Verkorte Handleiding Brel Radio motor met terugloop functie type MEV

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

TECHNISCHE HANDLEIDING

Televariator 0-10 V

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

LCD scherm ve LCD scherm

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

DT-F1/DT-F1V. NL Revision 1

Transcriptie:

Control 44/45 NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema s Besturing van industriedeuren Gelieve zorgvuldig te bewaren.

. Inhoudsopgave Hoofdstuk Blz.. Inhoudsopgave. Verklaring van de symbolen 3 3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 5 4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid 7 5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 9 5. Verbinding besturing aandrijving 9 5.. Dynamic - en Dynamic 300 0 5.. Dynamic 3-0 - 3-0 0 5. Verbinding besturing deurblad 5.3 Instellen van het referentiepunt 4 5.3. Dynamic - en Dynamic 300 4 5.3. Dynamic 3-0 - 3-0 5. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden 7. Overzicht van de indicaties en programmeermogelijkheden 7. Programmering van de basisfuncties van de aandrijving 0.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties 3 7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst 9. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen 3. Afstandsbesturing 3. Externe bedieningselementen (functiebeschrijving) 3.. met systeemstekker 3.. zonder systeemstekker 33.3 Aansluiting externe fotocel 3.4 Eindpositiemelding (relais) 3.5 Signaallampen voor sluitfunctie 40. Verlichting (relais extra functies) 4 9. Foutmeldingsnummers 43 0. Aanhangsel 44 0. Schakelschema's 44 0.. Schakelschema Control 44 44 0.. Schakelschema Control 4 0. Storingshandleiding 4 Nederlands / Blz.

. Verklaring van de symbolen Opgelet! Gevaar voor lichamelijk letsel! Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van lichamelijk letsel dienen deze tips dringend opgevolgd te worden! Attentie! Gevaar voor materiële schade! Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van materiële schade dienen deze tips dringend opgevolgd te worden! Functiecontrole: Na aansluiting en programmering van de bedieningsapparatuur kan de besturing op haar functies gecontroleerd worden. Dit is zinvol omdat een eventuele fout meteen herkend wordt en bovendien tijd bespaard wordt bij het zoeken naar een fout achteraf. Opmerking / tip Nederlands / Blz. 3

. Verklaring van de symbolen Symbolen voor besturing, aandrijving etc.: in bedrijf, netspanning impuls storing deur open deur dicht krachtbegrenzing stop toerentalsensor naar besturing slappekabelschakelaar verbindingskabel loopdeurschakelaar automatisch sluiten verlichting extern bedieningselement elektronische antenne externe fotocel zender (optosensor, fotocel) ontvanger (optosensor, fotocel) veiligheidscontactlijst Nederlands / Blz. 4

3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 Overzicht van de deur en diverse componenten: A toetsenbord van de besturing B aansluitingen besturing C aansluitingen deuraandrijving D instelling referentiepunt E wandcontactdoos CEE-norm A F aansluiting aan het deurblad. D C A B E F Sleutelschakelaar: 0 rood uit I blauw aan Controlelampjes:. fotocel. eindpositie 'DEUR OPEN' 3. sluittijden 4. eindpositie 'DEUR DICHT' 5. referentiepunt. storing 7. impulsgever. bedrijfsspanning 5. veiligheidscontactlijst Bedieningselementen: 0. toets PROGRAMMERING. toets 'DEUR OPEN'. toets 'DEUR DICHT' 3. toets STOP Afb. : Overzicht van de deur en diverse componenten 3 5!!3 3! Afb. : Folietoetsenbord (links) en sleutelschakelaar (rechts) O 7 4!5 O O O O 3 3 O O 0 O O 5 O 4 O Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing 0 P I Nederlands / Blz. 5

3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 Aansluitingen voor diverse stekkers: 5. X30 veiligheidscontactlijst. X0a elektronische antenne 7. X0 externe bedieningselementen. X0 externe fotocel 9. X40 toerentalsensor 3. X5 toetsen afdekkap 3. Xb signaallampen (relais) 33. Xa eindpositie (relais) 35. Xd extra functies (relais) O 37 O 35 Afb. 4: Aansluitingen in de besturing (detail) Aansluitklemmen: 39. Xc externe bedieningselementen Programmeerschakelaar: 3. S0 fotocelfunctie 37. S0a fotocelfunctie 40. bedieningsgereedschap Nederlands / Blz.

4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid Deze besturing mag uitsluitend aangesloten en in bedrijf gesteld worden door gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel. Gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel in deze zin zijn personen die door elektrotechnisch geschoold personeel voldoende onderricht of getraind zijn, zodat ze in staat zijn gevaren te onderkennen die door elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendien moeten ze beschikken over de vereiste kwalifikaties binnen hun vakgebied, in het bijzonder: Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften. Opleiding genoten hebben in gebruik en onderhoud van de betreffende veiligheidsvoorzieningen. Opleiding in eerste hulp bij ongevallen. Attentie! Bij bekabelingswerkzaamheden moet de besturing absoluut spanningsloos geschakeld zijn. Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net - en stuurleidingen absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 4 V DC. Attentie! Voor het in gebruik nemen van de besturing, moet gecontroleerd worden of er zich geen personen of voorwerpen in de gevarenzone van de deur bevinden, omdat bij bepaalde instellingen de deur in beweging komt. Alle voorhanden zijnde noodinrichtingen moeten nog voor de inbedrijfstelling getest worden. De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden! Na inbedrijfstelling van de installatie moet de eigenaar of de gebruiker geïnstrueerd worden in de juiste bediening van de installatie. Er mogen geen kabels in de bovenzijde van de besturing ingevoerd worden. Om technische redenen gaat de deur de eerste keer na het inschakelen van de besturing altijd helemaal open Nederlands / Blz. 7

4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid Opgelet! Attentie bij montage volgens de beveiligingsmodus IP 5: Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de netstekker vervangen worden door een vaste kabelaansluiting! Daarbij moet tevens een meerpolige werkschakelaar geplaatst worden. Opgelet! Indien deze waarschuwingen genegeerd worden kan dit lichamelijke letsels en materiële schade tot gevolg hebben. Nederlands / Blz.

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 5. Aansluiting besturing deuraandrijving De elektrische verbindingen in de besturing uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 5 of. 5 50 5 5 50 5 Afb. 5: Aansluitingen in de besturing Control 44 Afb. : Aansluitingen in de besturing Control 45 Aansluitingen in de besturing: 50. beveiligingsgeleider-klem 5. nettoevoerleiding aandrijving 5. bus voor toerentalsensor Legende schakelschema's: Aansluitklemmen: X3 aandrijving X3a motor Steekverbindingen: X40 toerentalsensor aandrijving X4 toerentalsensor motor Nederlands / Blz. 9

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 5.. Dynamic - / Dynamic 300 De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 7. Aansluitingen aan de deuraandrijving: 53. beveiligingsgeleider-klem S4 nettoevoerleiding S5 toerentalsensor-bus 55 54 53 Afb. 7: aansluitingen aan de deuraandrijving 5.. Dynamic 3-0 - 3-0 De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb.. Aansluitingen aan de deuraandrijving: 53. beveiligingsgeleider-klem S4 nettoevoerleiding S5 toerentalsensor-bus O 55 O 54 O 53 Afb. : aansluitingen aan de deuraandrijving Nederlands / Blz. 0

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 Opgelet! De besturing Control 44 / Control 45 bevat een ruststroomcircuit. Indien het ruststroomcircuit onderbroken wordt, kan de deur niet meer elektrisch in beweging worden gezet. Elementen in dit ruststroomcircuit zijn bijvoorbeeld: slappekabel-, loopdeur- en vangbeveilingsschakelaar. Zijn deze elementen niet aanwezig, dan moet men de meegeleverde kortsluitstekker in de aansluitbus X30 steken. 5. Verbinding besturing deurblad Opgelet! Voor het geval een deurinstallatie met veiligheidscontactlijst in gebruik genomen wordt, geldt het schakelschema op bladzijde 9 i.p.v. het hieronder afgebeelde schema. Voor de daaropvolgende functiecontrole mogen de optische sensoren (zender en ontvanger) niet aangesloten zijn. Aansluiting slappekabelbeveiliging (alleen Dynamic - ) De systeemkabel verbinden met de aansluitbus X30 (5) in de besturing. Nederlands / Blz.

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 Legende: Schakelaar (systeemstekker): S5 loopdeur schakelaar S schakelaar voor slappe kabel S7 nachtvergrendeling Schakelaars (klemschroeven): S5a * Schlupftürschalter Sa * Schlaffseilschalter Sb * Seillagensicherung Steckanschlüsse: X30 sluitbeveiliging (in de besturing) X7A contact voor de loopdeur X7B schakelaar voor slappe kabel X7C nachtvergrendeling X7D schakelaar voor slappe kabel X73 verbindingskabel X74 optische sensor zender Aansluitklemmen: Xc ruststroomcircuit (in de besturing) X7C wendelsnoer X7H ruststroomcircuit X7L schakelaar voor slappe kabel Afb. 9: Schakelschema * Bij aansluiting moet de kortsluitbrug verwijderd worden..indien voorhanden Steek de netstekker van de besturing in de wandcontactdoos van het type CEE-Norm A. Gelieve er op te letten dat de voedingsspanning uit de wandcontactdoos overeenstemt met de aangegeven waarde van de besturing en dat de beveiligingswijze voldoet aan de plaatselijke voorschriften. Bij een vaste aansluiting van de besturing is een meerpolige hoofdschakelaar vereist. Opmerking: Opgelet: de Control 44 heeft een rechtsdraaiend draaiveld. Nederlands / Blz.

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 Functiecontrole netaansluiting en bekabeling aan de aandrijving: Attentie! Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deur NOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijn minst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindposities door het indrukken van de STOP-toets (3). Beweeg de deur manueel half open. Schakel de netspanning aan. - Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING () moet branden. -> Indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'. Druk op de toets 'DEUR OPEN' (). - De deur moet open gaan. -> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt 'geen reactie na het geven van een impuls'. Functiecontrole ruststroomcircuit: Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één te bedienen. - De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht. -> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting van ieder veiligheidselement. Schakel nu de netspanning uit. Nederlands / Blz. 3

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 5.3 Instellen van het referentiepunt 5.3. Dynamic - en Dynamic 300 Dynamic - : De deur manueel bewegen in de positie DICHT. Dynamic 300: Geleideslede in de positie DICHT monteren. De doorzichtige kap aan de deur-aandrijving openen. De schakelas ontkoppelen door de rode ontkoppelingshefboom (9) naar voor te leggen en de binnenste meeneemschijf (0) van het loopwiel in de richting van de as te drukken (zie afb. 0). Het kartelwieltje () draaien in de richting van de wijzers van de klok, tot de schakelslede () zich ca. 5 mm voor de links afgekante schakelnokken bevindt (zie afb. 0). De meenemerschijf weer inkoppelen en beveiligen met een hoorbaar weer inschakelen van de ontkoppelingshefboom. 0 9 ca. 5 mm Afb. 0: Instelling referentiepunt (deur is dicht) De deur moet nu manueel helemaal geopend worden. Nederlands / Blz. 4

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 Met het kleine kartelwieltje de instelspil draaien tot de referentiepuntschakelaar (4) door de schakelslede () geactiveerd wordt (zie afb. ). Het kleine kartelwieltje (3) nog - omwentelingen draaien tegen de richting van de wijzers van de klok. 3 4 Afb. : Instelling referentiepunt (deur is open) Aansluitend de doorzichtige kap van de aandrijving weer monteren. Met de elektrische aandrijving de deur weer in de vooringestelde eindpositie DEUR DICHT bewegen. Nederlands / Blz. 5

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 5.3. Dynamic 3-0 - 3-0. Zet de deur handmatig in de mechanische eindpositie DEUR-DICHT.. Open het deksel van de aandrijfkast 3. Draai met de madenschroef (J) de bevestiging (arrêt) van de schakelnok (D) los. 4. De schakelnok (D) zo instellen dat de eindpuntschakelaar ca. 0,7 -,0 m voor het bereiken van de eindpositie DEUR-OPEN, in werking treedt (stelling H). 5. Bevestig de schakelnok (D) opnieuw door het vastdraaien van de madenschroef (J).. Monteer aansluitend opnieuw het deksel van de aandrijfkast 7. Schakel de netspanning aan en druk op de toets DEUR-DICHT (). De deur beweegt zich nu naar de voorgeprogrammeerde eindpositie DEUR-DICHT. C ABCDEF J H G Afb. : Instelling van het referentiepunt Nederlands / Blz.

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden. Overzicht van de indicatiefuncties en de programmeermogelijkheden Indicatiefuncties Na het inschakelen van de netspanning voert de besturing een zelftest uit (alle controlelampjes branden ca. seconden). Zie ook afb., bladzijde 5. Foutmeldingen Knippert het controlelampje STORING (), dan wordt het bijbehorende foutmeldingsnummer na kort indrukken van de programmeertoets j (0) aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van de knipperende cijfers. Zie ook 9. Foutmeldingsnummers, bladzijde 43. Programmeren van de basisfuncties van de aandrijving Toets j (0) langer dan seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturing van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de basisfuncties, indicatie knippert, alle andere indicaties branden.toets j kan losgelaten worden. Met de toetsen h () of g () kunnen wijzigingen in het programmeermenu aangebracht en met toets j in het geheugen opgeslagen worden. (Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h en g wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is de programmering van de basisfuncties van de aandrijving beeindigd, herkenbaar door het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van -. Programmeren van de uitgebreide aandrijvingsfuncties Toets j (0) langer dan 0 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturing van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de uitgebreide aandrijvingsfuncties, indicatie knippert snel, alle andere indicaties branden. Door toets j ingedrukt te houden, met de toetsen h () of g () de gewenste programmeermodus kiezen (indicatie van de modus knippert snel, alle andere indicaties branden). Toets j kan losgelaten worden. Nederlands / Blz. 7

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden Het eerste programmeermenu van de gewenste modus is nu gekozen (indicatie knippert, alle andere aanduidingen branden). Met de toetsen h of g kunnen in het programmeermenu veranderingen aangebracht en met toets j in het geheugen opslagen worden. (Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h of g wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is de programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties beëindigd, herkenbaar door het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van -. Opmerkingen in verband met de programmering De voorgeprogrammeerde gegevens kunnen niet gewist, maar alleen overschreven worden. Als de besturing zich in de programmeermodus bevindt en geen van de drie programmeertoetsen (h, g, j) wordt binnen de 30 seconden ingedrukt, dan wordt het programmeren afgebroken. De besturing keert terug naar de operationele toestand. Het controlelampje STORING () knippert, door toets j kort in te drukken wordt het foutmeldingsnummer 7 (= programmering afgebroken) aangeduid. Nederlands / Blz.

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden Verklaring van de uitgebreide aandrijvingsfuncties: Programmeer modus Modus bedrijfssoorten Tabel: zie blz. 3. Modus 3 Automatisch sluiten Tabel: zie blz. 4 / 5. Modus 5 Verlichting / signaallampen Tabel: zie blz. / 7. Modus Omkeerbewegingen Tabel: zie blz.. Functies - OPEN (zelfhoudend contact) - DICHT (zelfhoudend contact) - Impulscommando - Richtingscommando (drukknop OPEN resp. DICHT) - Impulsfunktie OPEN - Tijdsduur 'deur open' - Waarschuwingstijd - Aanrijwaarschuwingstijd - Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel - Verlichtingstijd - Signaallampen - Verlichting - Fotocel OPEN - Fotocel DICHT - Veiligheidscontactlijst OPEN - Veiligheidscontactlijst DICHT - Krachtbegrenzing OPEN - Krachtbegrenzing DICHT Verklaringen De aandrijving loopt na de start totdat de eindpositie 'deur OPEN' bereikt is. De aandrijving loopt na de start totdat de eindpositie 'deur DICHT' bereikt is. Een lopende aandrijving kan naar keuze via een bedieningselement wel of niet gestopt worden. Een lopende aandrijving kan naar keuze via een bedieningselement wel of niet gestopt worden. Omkeren van de richting of een openingsprioriteit. De tijd dat de deur open staat voordat de deur weer automatisch sluit. De tijd dat de signaallampen knipperen voordat de deur weer automatisch sluit. De tijd dat de signaallampen knipperen voordat de deur zich in beweging zet. De deur sluit na de ingestelde tijd 'deur open' of voortijdig na het passeren van de fotocel. De tijd dat de aandrijfverlichting aan blijft na de deurbeweging. De signaallampen knipperen of branden bij een elektrische beweging van de deur. De aandrijfverlichting knippert of brandt tijdens de waarschuwingstijd. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een korte of lange omkeerbeweging. Nederlands / Blz. 9

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden. Programmering van de basisfuncties van de aandrijving LED uit LED brandt LED knippert P. Programmering externe fotocel Programmeertoets j ± seconden indrukken. LED knippert en alle andere branden. Door de toets h in te drukken wordt de aansluiting van een 'externe fotocel' mogelijk. LED brandt. Door de toets g in te drukken kan de aandrijving zonder 'externe fotocel' uitgevoerd worden. LED brandt. Voor het aansluiten en activeren van een externe fotocel zie blz. 3, punt.3. Met toets j in het geheugen opslaan. 5 4 5 4 P P 5 4 5 4 5 4 5 4 P P P P. Programmering van de 'eindpositie open' LED knippert en alle andere branden. Met de toetsen h of g de deur in de eindpositie 'deur open' laten lopen (aandrijving loopt zonder zelfhoudend contact). Met de toets j de eindpositie in het geheugen opslaan. Nederlands / Blz. 0

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden 3. Programmering van de 'eindpositie dicht' LED 4 knippert en alle andere branden. Met de toetsen h of g de deur in de eindpositie 'deur dicht' laten lopen (aandrijving loopt zonder zelfhoudend contact). Met de toets j de eindpositie in het geheugen opslaan. P P P 4. Programmering van de 'krachtbegrenzing open' LED s en knipperen en alle andere branden. Door toetsen h of g in te drukken is de krachtbegrenzing instelbaar in fasen van (gevoeligste waarde) tot. Met toets j in het geheugen opslaan. 5 4 P P P 5. Programmering van de 'krachtbegrenzing dicht' LED s 4 en knipperen en alle andere branden. Door toetsen h of g in te drukken is de krachtbegrenzing instelbaar in verschillende niveaus van (gevoeligste waarde) tot. Met toets j in het geheugen opslaan. P P P Nederlands / Blz.

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden. Programmering van de afstandsbediening LED 7 knippert en alle andere branden. Voor het aansluiten van de elektronische antenne, zie blz. 3, punt.. De overeenkomstige toets van de gecodeerde handzender indrukken, tot de LED 7 snel knippert. Door de toets j in te drukken is de codering in het geheugen opgeslagen. De programmering van de basisfuncties is beëindigd, duidelijk zichtbaar door het uitgaan van alle LED s in de volgorde -. 5 4 5 4 P P Marant ec Opgelet! De krachtbegrenzing zo gevoelig mogelijk instellen! De werking van de krachtbegrenzing regelmatig testen. * Indicatie van de niveaus: LED knippert = stap LED brandt = stap LED brandt, LED knippert = stap 3... LED tot branden = stap Nederlands / Blz.

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties Modus : soorten operationele functies 7 3 3 4 5 7 Menu Menu 'Deur open' met zelfhoudend contact UIT AAN 'Deur dicht' met zelfhoudend contact UIT AAN TOETS P Menu 3 Menu 4 Impuls - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving NEE JA Open / Dicht - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving NEE JA Menu 5 Impulsfuncties NORM OPEN omkeren de richting van richting OPEN Legende: LED knippert LED brandt LED brandt niet Voorgeprogrammeerd Niet mogelijk Nederlands / Blz. 3

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties Modus 3: automatisch sluiten 7 3 TOETS g 3 4 5 7 Menu Tijdsduur 'deur open' Sluiten 5 0 5 0 5 30 niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden TOETS P Menu Menu 3 Menu 4 Waarschuwingstijd Sluiten 5 0 5 0 5 niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden Aanrijwaarschuwing 0 3 4 5 seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel NEE JA Nederlands / Blz. 4

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden TOETS h 9 0 3 4 5 30 50 0 00 0 50 0 55 seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden 30 30 45 50 55 0 5 70 seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden 7 seconden Legende: LED knippert LED brandt LED brandt niet Voorgeprogrammeerd Niet mogelijk Nederlands / Blz. 5

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties Modus 5: verlichting / signaallampen 7 3 Menu TOETS g 3 4 5 7 Verlichtingstijd 95 00 0 0 30 40 seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden TOETS P Menu Signaallampen externe externe signaallampen signaallampen branden knipperen Menu 3 Verlichting aandrijfver- aandrijfverlichting is lichting knippert aan tijdens de tijdens de verlichtingstijd waarschuwingstijd Nederlands / Blz.

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden TOETS h 9 0 3 4 5 50 0 70 0 90 00 0 0 40 seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden Legende: LED knippert LED brandt LED brandt niet Voorgeprogrammeerd Niet mogelijk Nederlands / Blz. 7

. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties Modus : soorten omkeerbeweging 7 3 Menu Menu TOETS g 3 4 5 7 STOP KORT LANG NIET omkeren omkeren aanwezig STOP KORT LANG NIET omkeren omkeren aanwezig TOETS h Krachtbegrenzing voor richting 'deur OPEN' Krachtbegrenzing voor richting 'deur DICHT' TOETS P Menu 3 Menu 4 Menu 5 Menu Fotocel voor richting 'deur OPEN' STOP KORT LANG NIET omkeren omkeren aanwezig Fotocel voor richting 'deur DICHT' STOP KORT LANG NIET omkeren omkeren aanwezig Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur OPEN' STOP KORT LANG NIET omkeren omkeren aanwezig Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur DICHT' STOP KORT LANG NIET Legende: omkeren omkeren aanwezig LED knippert Nederlands / Blz. LED brandt LED brandt niet Voorgeprogrammeerd Niet mogelijk

7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst Functie: De veiligheidscontactlijst bewaakt het rubber bodemprofiel. Raakt de deur tijdens het sluiten een hindernis, dan zorgt de veiligheidscontactlijst ervoor dat de deur stopt en aansluitend weer open gaat, zodat de hindernis vrij komt. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst: Steek de optosensoren (fotocellen) in het rubberprofiel en sluit ze elektrisch aan. Legende: Schakelaar (systeemstekker): S5 loopdeur schakelaar S + schakelaar voor slappe kabel S7 nachtvergrendeling Schakelaars (klemschroeven): S5a * loopdeur schakelaar Sa *+ schakelaar voor slappe kabel Sb * trekkabelbeveiliging Steekverbindingen: X30 ongevalbeveiliging (in de besturing) X7A contact voor de loopdeur X7B + schakelaar voor slappe kabel X7C nachtvergrendeling X7D schakelaar voor slappe kabel X7 optische sensor ontvanger X73 verbindingskabel X74 optische sensor zender Aansluitklemmen: Xc ruststroomcircuit (in de besturing) X7C wendelsnoer X7H ruststroomcircuit X7L schakelaar voor slappe kabel Afb. 3: Schakelschema Optosensoren: V5 zender V ontvanger * Bij aansluiting moet de kortsluitbrug verwijderd worden. + alleen Dynamic - Nederlands / Blz. 9

7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst Indicaties op de optosensor-platine: LED GROEN: Bedrijfsspanning LED GEEL: Ruststroomcircuit gesloten (moet bij het aanspreken van de slappekabel- resp. loopdeurbeveiliging uitgaan) LED ROOD: Functie-indicatie optosensor (moet bij onderbreking van de lichtstraal uitgaan) Functiecontrole veiligheidscontactlijst: De netspanning inschakelen. Laat de deur naar eindpositie 'DEUR OPEN' lopen. Druk op de toets 'DEUR DICHT' (). - De deur moet met zelfhoudend contact sluiten. -> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding). Knijp tijdens het sluiten in het rubber bodemprofiel. - De deur moet stoppen en aansluitend weer kort tiijd opengaan. -> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding). Schakel de netspanning uit. Functiecontrole optosensoren: Opgelet! Ten minste een keer per jaar moet de functie van de optosensoren getest worden, om de bedrijfsveiligheid van de deurinstallatie te verzekeren. Controle: De lichtweg in het rubber bodemprofiel onderbreken; dit kan door het profiel te vervormen of door het verwijderen van de optosensorzender resp. ontvanger. Een eventueel sluiten van de deur op dit moment mag niet met zelfhoudend contact! De lichtweg in het rubber bodemprofiel weer vrijgeven. De deur moet vanaf nu weer sluitbewegingen met zelfhoudend contact maken. Nederlands / Blz. 30

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen. Afstandsbesturing Attentie! Gelieve uw individuele codering met de codeerschakelaars van de handzender in te stellen. Aansluiting van de elektronische antenne De elektronische antenne op aansluitbus X0a () van de besturing aansluiten. Tip: Bij de montage opletten dat de antenne goed uitgericht is, om een optimale ontvangst te waarborgen (Let op: metalen delen hebben een afschermende werking!). Aanpassen van de besturing aan het gebruik van een handzender Zie ook., punt. Programmering van de afstandsbediening, blz.. Na een stroomonderbreking blijft de codering behouden. Functiecontrole: Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 5 m. - De deur moet nu in beweging komen. -> Zo niet, zie dan de storingshandleiding onder 'afstandsbediening'. Nederlands / Blz. 3

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen. Externe bedieningselementen Externe bedieningselementen kunnen verschillende functies hebben (voorgeprogrammeerd): STOP: De aandrijving kan niet meer in beweging worden gezet, een bewegende deur wordt gestopt. IMPULS : De deur wordt geopend (uitzondering: als de deur in de eindpositie OPEN staat, gaat de deur dicht). Een bewegende deur kan niet gestopt worden. OPEN: De deur wordt geopend. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij ingeschakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de ingestelde wachttijd langer. DICHT: De deur wordt gesloten. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij ingeschakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de tijd dat de deur open blijft korter... Aansluiting externe bedieningselementen met systeemstekker Voorbeelden van externe bedieningselementen met systeemstekkers: Drukknopkast van de Command serie Codeschakelaar Command 0 Sleutelschakelaar Command 3 en 4 Aansluiting van de bedieningselementen: Opmerking: Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp. codeschakelaars heeft u tweevoudige verdelers (art.nr. 5 ) voor serieschakeling nodig. Voor inlichtingen over het aansluiten van meerdere bedieningselementen met verdelers kunt u het aansluitschema voor verdelers raadplegen. Attentie! Voor het aansluiten van externe bedieningselementen moet de kortsluitstekker uit de aansluitbus X0 (7) van de besturing verwijderd worden. Nederlands / Blz. 3

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Het bedieningselement met systeemstekker met de aansluitbus verbinden. Functiecontrole: Bedien het externe bedieningselement. -> De gewenste functie moet uitgevoerd worden. Afb. 4: Schakelschema.. Aansluiting externe bedieningselementen zonder systeemstekker Voorbeelden van externe bedieningselementen zonder systeemstekkers: Trekschakelaar Command 70 Drukknopkast Command 0 en 0 Codeschakelaar Command 0 Aansluiting van de bedieningselementen De bedieningselementen aan de klemstrip Xc (39) aansluiten. Nederlands / Blz. 33

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Aansluitschema: Bedieningselementen S en S4 stoppen een werkende aandrijving: Afb. 5: Schakelschema Afb. : Schakelschema Aan de aansluitklem Xc zijn de volgende functies beschikbaar: S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen en 3 (kortsluitbrug verwijderen!) Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld worden! S (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 0 en Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! S (OPEN): Aansluiting: Klemmen en 5 Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen en 7 Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! Nederlands / Blz. 34

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Aansluitschema: Bedieningselementen S en S4 stoppen een werkende aandrijving niet: Afb. 7: Schakelschema Afb. : Schakelschema Aan de aansluitklem Xc zijn de volgende functies beschikbaar: S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen en 3 (kortsluitbrug verwijderen!) Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld worden! S (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 0 en Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! S (OPEN): Aansluiting: Klemmen 4 en 5 Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 4 en 7 Contactsoort Contact-sluiter (legt contact) Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld worden! Functiecontrole: Bedien het externe bedieningselement - De gewenste functie moet uitgevoerd worden. Nederlands / Blz. 35

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen.3 Aansluiting externe fotocel Functie: De externe fotocel bewaakt het doorgangstraject van de deur. Als er zich tijdens het sluiten een hindernis in het doorgangstraject bevindt, dan wordt de deur weer helemaal geopend. Bij een ingeschakelde 'automatisch sluiten' functie wordt de tijd dat de deur open blijft door het activeren van de fotocel weer verlengd. Attentie! Bij gesloten deur worden de fotocellen uitgeschakeld. Voor het afstellen van de fotocel de deur geheel of gedeeltelijk openen. Aansluiting van de fotocel: Special 3, Art. nr. 53 550 Special 4, Art. nr. 5 75 Special 5, Art. nr. 5 703 De programmeerschakelaar S0 (3) op de besturingsplatine in positie OFF schakelen (daartoe de afdekplaat van de besturing openen). De fotocel met de aansluitbus X0 () in de besturing verbinden. De bekabeling van de fotocel uitvoeren zoals afgebeeld in nevenstaand schema. Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de montagehandleiding van de fotocel. Nederlands / Blz. 3

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Aansluitschema fotocel: Afb. 9: Aansluiting fotocel Aansluiting van een bijkomende fotocel Ook de andere programmeerschakelaar S0a (37) op de besturingsplatine in de positie OFF schakelen (eerst de afdekplaat in de besturing openen). De tweede fotocel wordt aan de antenne aansluitbus X0a () aangesloten. Bevindt zich reeds een antenne-unit in deze aansluitbus, dan kan een adapter (tweevoudige verdeler voor systeemstekker, art.nr. 5 5) en een vlakke kabel (art.nr. 5 759) volgens het bovenstaande schakelschema aangesloten worden. Functiecontrole: Laat de deur in de richting 'DEUR DICHT' lopen. Onderbreek de lichtstraal van de fotocel. - De deur moet stoppen en aansluitend weer helemaal open gaan. -> Indien niet, controleer dan de stand van de codeerschakelaar S 0 / S0a. Nederlands / Blz. 37

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen.4 Eindpositiemeldingen (relais) Functie: Bij het bereiken van de eindposities 'DEUR OPEN' / 'DEUR DICHT' schakelt het betreffende relais. Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 53 044) Opmerking: Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin een platine-houder (art.nr. 53 0). Attentie! Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek maakt in de richting van de platinerand! De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel. Relaisplatine: aansluitbus X4 Besturing: aansluitbus Xa (33) Nederlands / Blz. 3

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Gedetailleerd schakelschema eindpositiemeldingen (relais): Legende: D D H H K K controlelampje 'DEUR DICHT' controlelampje 'DEUR OPEN' signaallamp 'DEUR DICHT' signaallamp 'DEUR OPEN' relais 'DEUR DICHT' relais 'DEUR OPEN' Stekerverbinding: X4 Relaisaansturing Xa Eindpositierelais (in de besturing) Afb. 0: Schakelschema Nederlands / Blz. 39

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen.5 Aansluiting signaallampen bij automatisch sluiten (Control 0, Art. nr. 5 4) Functie: De signaallampen knipperen wanneer de deur elektrisch in beweging is. Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, knipperen de signaallampen tevens tijdens de waarschuwingstijd. Aansluiting van de relaisplatine Attentie! Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek maakt in de richting van de platinerand! De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel. Relaisplatine: aansluitbus X4a Besturing: aansluitbus Xb (3) Programmering van de functie 'automatisch sluiten' Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, wordt een geopende deur gedurende de ingestelde tijd 'tijdsduur open' opengehouden en na het beeindigen van de waarschuwingstijd automatisch gesloten. Zie ook.3, modus 3 automatisch sluiten, blz. 4. Nederlands / Blz. 40

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Gedetailleerd schakelschema relais signaallampen: Legende: D40 controlelampje SIGNAALLAMPEN F5 netzekering (max. 4 A) H4 signaallamp UITRIT (oranje) H43 signaallamp INRIT (oranje) K40 relais SIGNAALLAMPEN Stekerverbinding: X4a relaisaansturing X4b relaisaansturing Xb signaallampenrelais (in de besturing) Afb. : Schakelschema. Verlichting (relais voor speciale functies) Functie: Tijdens het starten van de aandrijving wordt het relais even ingeschakeld (veegimpuls). Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 53 044) Opmerking: Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin een platine-houder (art.nr. 53 0). Nederlands / Blz. 4

. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen Attentie! Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek maakt in de richting van de platinerand! De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel. Relaisplatine: aansluitbus X4 Besturing: aansluitbus Xd (35) Gedetailleerd schakelschema verlichting (relais voor extra functies): Legende: K K K lichtautomaat (niet meegeleverd) relais AANDRIJVING LOOPT (VEEGIMPULS) relais AANDRIJVING LOOPT (VEEGIMPULS) Stekerverbinding: X4 relaisaansturing Xd relais voor extra functies (in de besturing) Afb. Schakelschema Nederlands / Blz. 4

9. Foutmeldingsnummers Knippert het controlelampje STORING (), dan wordt na kort indrukken van toets j (0) het bijbehorende foutmeldingsnummer aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van de knipperende cijfers. Storingsindicatie Fotocel aangesproken Programmering afgebroken Toerentalsensor defect Krachtbegrenzing Looptijdbegrenzing Test veiligheidscontactlijst niet o.k. Test fotocel niet o.k. Ruststroomcircuit onderbroken Foutnummer 7 9 0 3 5 3 Indicatie knippert onregelmatig Indicatie Indicatie 7 Indicatie + Indicatie + Indicatie + 3 Indicatie + 5 Indicatie + 7 Indicatie - Nederlands / Blz. 43

0. Aanhangsel 0.. Schakelschema van de besturing Control 44 (met deuraandrijving Dynamic) Opgelet! Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 4V DC. Afb.3: Schakelschema Nederlands / Blz. 44

0. Aanhangsel Opgelet laagspanning! Verkeerde spanning aan de klemmen Xc, X5 tot X4 leidt tot beschadiging van alle elektronica! Legende: Controlelampjes (Leds): H BEDRIJFSSPANNING H DEUR OPEN H3 TEST VEILIGHEIDSCONTACTLIJST H4 DEUR DICHT K omkeerrelais 'OPEN' K omkeerrelais 'DICHT' M motor met thermische beveiliging R kortsluit- beveiliging S hoofdschakelaar S0 drukknop STOP S0H drukknop STOP S0K sleutelschakelaar S drukknop IMPULS S drukknop OPEN SA drukknop OPEN SP testknop OPEN S3P druktoets PROGRAMMEREN S4 drukknop DICHT S4P testknop DICHT S4Z drukknop DICHT S0 * schakelaar NOODHANDBEDIENING S0a * schakelaar ONTKOPPELING S0 programmeerschakelaar FOTOCEL S0a programmeerschakelaar e FOTOCEL S toerentalsensor S referentiepuntsensor T transformator X0 + wandcontactdoos X netvoedingskabel met stekker Zekeringen: F zekeringen (max. 5 ma) F-F4 hoofdzekering (max.,3 A) Aansluitklemmen: X netvoedingskabel Xc bedieningsapparaten X3 aandrijving X3a motor Stekerverbindingen: X5 folietoetsen X5a sleutelschakelaar Xa eindpositierelais Xb signaallampenrelais Xd relais voor extra functies X0 externe bedieningselementen X0 externe fotocel X0a elektronische antenne X30 veiligheidscontactlijst X40 toerentalsensor aandrijving X4 toerentalsensor motor Aansluitschema's toebehoren (detail): Rela relais EINDPOSITIES zie blz. 3. Relb relais signaallampen zie blz. 40. SKS veiligheidscontactlijst zie blz. 9. V0 externe fotocel zie blz. 3. W0 elektronische antenne XS0 externe bedieningselementen zie blz. 3. + reeds aanwezig indien voorhanden * alleen Dynamic - Nederlands / Blz. 45

0. Aanhangsel 0.. Schakelschema van de besturing Control 45 (met deuraandrijving Dynamic) Opgelet! Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 4V DC. Afb. 4: Schakelschema Nederlands / Blz. 4

0. Aanhangsel Opgelet laagspanning! Verkeerde spanning aan de klemmen Xc, X5 tot X4 leidt tot beschadiging van alle elektronica! Legende: Controlelampjes (Leds): H BEDRIJFSSPANNING H DEUR OPEN H3 TEST VEILIGHEIDSCONTACTLIJST H4 DEUR DICHT C motorcondensator K omkeerrelais 'OPEN' K omkeerrelais 'DICHT' M motor met thermische beveiliging R kortsluit- beveiliging S hoofdschakelaar S0 drukknop STOP S0H drukknop STOP S0K sleutelschakelaar S drukknop IMPULS S drukknop OPEN SA drukknop OPEN SP testknop OPEN S3P druktoets PROGRAMMEREN S4 drukknop DICHT S4P testknop DICHT S4Z drukknop DICHT S0 * schakelaar NOODHANDBEDIENING S0a * schakelaar ONTKOPPELING S0 programmeerschakelaar FOTOCEL S0a programmeerschakelaar e FOTOCEL S toerentalsensor S referentiepuntsensor T transformator X0 + wandcontactdoos X netvoedingskabel met stekker Zekeringen: F zekeringen (max.,3 A) Aansluitklemmen: X netvoedingskabel Xc bedieningsapparaten X3 aandrijving X3a motor Stekerverbindingen: X5 folietoetsen X5a sleutelschakelaar Xa eindpositierelais Xb signaallampenrelais Xd relais voor extra functies X0 externe bedieningselementen X0 externe fotocel X0a elektronische antenne X30 veiligheidscontactlijst X40 toerentalsensor aandrijving X4 toerentalsensor motor Aansluitschema's toebehoren (detail): Rela relais EINDPOSITIES zie blz. 3. Relb relais signaallampen zie blz. 40. SKS veiligheidscontactlijst zie blz. 9. V0 externe fotocel zie blz. 3. W0 elektronische antenne XS0 externe bedieningselementen zie blz. 3. + reeds aanwezig indien voorhanden * alleen Dynamic - Nederlands / Blz. 47

0. Aanhangsel 0. Storingshandleiding Storing Storingsmelding Oorzaak Geen spanning. Controlelampje BEDRIJFSSPANNING brandt niet. Spanning valt weg. Noodhandketting niet in ruststand. Aandrijving ontkoppeld. Thermische beveiliging is aangesproken. Geen reactie na het geven van impuls. Controlelampje STORING knippert (foutmelding 3). Besturing is afgesloten (rode markering). Ruststroomcircuit (bedieningselementen) onderbroken. Ruststroomcircuit (deurblad) onderbroken. Afstandsbesturing Controlelampje IMPULS knippert niet na impulscommando van de handzender. Elektronische antenne niet aangesloten. Verkeerde handzendercodering geprogrammeerd. Batterij leeg. Nederlands / Blz. 4

0. Aanhangsel Werkwijze Spanning controleren. De hoofdzekeringen in het elektrisch circuit en de netstekkerverbinding controleren. Noodhandketting in ruststand brengen (zie montagehandleiding van de aandrijving). Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling inkoppelen. Motor laten afkoelen Besturing inschakelen (blauwe markering). Kortsluitstekker of bedieningselementstekker in aansluitbus X0 steken. Stoptoets aan klemmen en 3 aansluiten. Slappekabel-, loopdeur- en vanginrichtingsschakelaar controleren. Antenne aansluiten (zie blz. 3). Codering opnieuw programmeren (zie blz. ). Nieuwe batterij (9V, IEC F of V, A 3) plaatsen. Nederlands / Blz. 49

0. Aanhangsel Storing Storingsmelding Oorzaak Krachtbegrenzing Controlelampje STORING knippert (foutmelding 0). Deur loopt te zwaar. Deur laat zich alleen maar openen. Controlelampje STORING knippert (foutmelding 5). Programmeerschakelaar S0 / S0a staat op OFF, maar er is geen fotocel aangesloten. Controlelampje REFERENTIEPUNT brandt niet tijdens het passeren van het referentiepunt. Referentiepuntschakelaar fout ingesteld. Deur laat zich alleen maar sluiten met dodemans-bediening.* Controlelampje STORING knippert (foutmelding 3). Optosensor niet aangesloten. Spiraalsnoer defect. Rode controlelampje op de optosensorprintplaat brandt niet. Optosensoren niet in rubber profiel of defect. Rubber bodemprofiel is vervormd. Aandrijving loopt kortstondig. Controlelampje STORING knippert (foutmelding 9). Toerentalsensor defect. Geen functie. Controlelampjes - 7 knipperen. Fout in de besturingsunit. * indien de veiligheidscontactijst aangesloten is. Nederlands / Blz. 50

0. Aanhangsel Werkwijze De deur een onderhoudsbeurt geven (doorsmeren etc.). Programmeerschakelaar S0 / S0 omschakelen of fotocel aansluiten. Referentiepunt instellen (zie blz. 4). Optosensor aansluiten (zie blz. 9). Spiraalsnoer en de aansluitingen controleren. Montage van de optosensoren kontroleren resp. defecte delen vervangen. Rubber bodemprofiel richten resp. vernieuwen. Aandrijving laten controleren. Besturing laten controleren. Nederlands / Blz. 5

NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Technische wijzigingen voorbehouden. EN 550 EN 500 EN 500 ETS 3000 Uitgave: 0.00 # 00 734 - NL 3090 - M - 0.5-097