Israël verlangt een koning. Welke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen? Sedert de dagen van Jozua had niemand het volk met meer wijsheid en succes geleid dan Samuël. Door God aangesteld als richter, profeet en priester had hij onvermoeid gewerkt voor het welzijn van zijn volk, en het was voorspoedig geweest onder zijn verstandige leiding. Orde was hersteld, godsvrucht bevorderd en de geest van ontevredenheid gedurende enige tijd beteugeld.
Toen Samuel ouder werd wie gingen hem met toestemming van Israël helpen in dit werk? Zie 1 Samuel 8:1-3 Maar met het klimmen der jaren was de profeet gedwongen geworden het bestuur te delen met anderen, en hiertoe had hij zijn twee zonen aangewezen. Terwijl Samuël zijn ambt bleef uitoefenen te Rama, vestigden de beide jonge mannen zich te Berseba om het volk te richten in het zuidelijk deel van het land. Het gehele volk had toestemming gegeven dat Samuël zijn zonen had aangewezen als zijn helpers, maar ze toonden zich het vertrouwen dat in hen gesteld was onwaardig.
Hoeveel zonen van Samuel waren richters en leefden zij overeenkomstig de wil van God? 1 Samuel 8:1-3 1 Het gebeurde nu, toen Samuel oud geworden was, dat hij zijn zonen tot richters over Israël aanstelde. 2 De naam van zijn eerstgeboren zoon was Joël en de naam van zijn tweede was Abia; zij waren richters in Berseba. 3 Maar zijn zonen gingen niet in zijn wegen; zij waren uit op winstbejag, namen geschenken aan en bogen het recht.
Hoe was Samuel als opvoeder en welke gevolgen had dit op het handelen van zijn zonen? Zie 1 Samuel 8:1-3 Door Mozes had de Here speciale richtlijnen gegeven, dat de oversten in Israël rechtvaardig zouden richten, weduwen en wezen eerlijk zouden behandelen, en onomkoopbaar moesten zijn. Maar de zonen van Samuël "waren op winstbejag uit, namen geschenken aan en bogen het recht". De zonen van de profeet hadden geen acht geslagen op de voorschriften die hij hen had trachten in te prenten. Ze hadden geen voorbeeld genomen aan het zuivere, onzelfzuchtige leven van hun vader. De waarschuwing die Eli had gekregen, had niet die invloed gehad op Samuël die noodzakelijk was geweest. Tot op zekere hoogte was hij te toegeeflijk geweest voor zijn zonen, en de resultaten kwamen aan het licht in hun karakter en leven.
Was Samuel op de hoogte van het misbruik door hun zoons onder het volk? Zie 1 Samuel 8:1-3 De onrechtvaardigheid van deze richters veroorzaakte veel ontevredenheid, en zo had men een voorwendsel om aan te dringen op de verandering die zo lang in stilte was gewenst. "Alle oudsten van Israël kwamen bijeen; zij gingen naar Samuël in Rama en zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden en uw zonen wandelen niet in uw wegen; stel nu een koning over ons aan om ons te richten." Samuël was niet op de hoogte van dit misbruik onder het volk. Als hij geweten had hoe zijn zonen zich misdroegen, zou hij hen zonder meer hebben afgezet; maar dit was niet wat men wenste. Samuël zag in dat ontevredenheid en trots de voornaamste drijfveer van hun verzoek was, en dat hun vraag een vastbesloten doel inhield.
In welke periode en door wie had Israël de grootste voorspoed gekend? Zie 1 Samuel 8:1-3 Israël had zijn grootste voorspoed gekend in de tijd toen ze Jehova erkend hadden als hun Koning - toen de wetten en het bestuur, door Hem gegeven, werden beschouwd als beter dan van de andere volken. Mozes had tot Israël gezegd betreffende Gods geboden: "Dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn in de ogen der volken, die bij het horen van al deze inzettingen zullen zeggen: Waarlijk, dit grote volk is een wijze en verstandige natie." Deuteronomium 4.6 Maar doordat ze Gods wet hadden losgelaten, was Israël niet het volk geworden dat God van hen had willen maken, en nu schreven ze alle kwaden gevolgen van hun eigen zonden en dwaasheden toe aan het bestuur van God. Zo volkomen waren ze door de zonde verblind.
In welke plaats kwamen de oudsten van Israël bijeen en wat was het verzoek? 1 Samuel 8:4-5 4 Toen kwamen alle oudsten van Israël bijeen, en zij kwamen bij Samuel in Rama. 5 Zij zeiden tegen hem: Zie, u bent oud geworden en uw zonen gaan niet in uw wegen. Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken. Tegen Samuël was nooit een klacht ingebracht. Allen waren zich bewust van zijn oprechtheid en van de wijsheid van zijn bestuur; maar de oude profeet zag het verzoek als een aanklacht tegen hem, en als een rechtstreekse poging hem af te zetten.
Was Samuel het eens met het verzoek om een koning en wie vroeg hij om raad? 1 Samuel 8:6 6 Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons leiding te geven, was dit woord kwalijk in de ogen van Samuel. En Samuel bad tot de HEERE. Samuel openbaarde echter niet zijn gevoelens; hij uitte geen verwijt, maar legde in gebed de zaak voor aan de Here en vroeg Hem om raad.
Welk antwoord ontving Samuel van God en sinds wanneer had Israël God verworpen? 1 Samuel 8:7-8 7 Maar de HEERE zei tegen Samuel: Geef gehoor aan de stem van het volk in alles wat zij tegen u zeggen; want zij hebben ú niet verworpen, maar Míj hebben zij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn. 8 Overeenkomstig alles wat zij Mij aangedaan hebben, vanaf de dag dat Ik hen uit Egypte geleid heb tot deze dag toe, door Mij te verlaten en andere goden te dienen, doen zij nu ook u aan.
Welk antwoord ontving Samuel van God en welke waarschuwing werd er gegeven? 1 Samuel 8:9-10 9 Welnu, luister naar hun stem, maar waarschuw hen nadrukkelijk en maak hun de handelwijze bekend van de koning die over hen zal regeren. 10 Daarop maakte Samuel al de woorden van de HEERE bekend aan het volk, dat een koning van hem verlangde.
Wat zijn de nadelen van een koninkrijk dat niet door God, maar door een mens bestuurd wordt? Zie 1 Samuel 8:11-18 Antwoord, deel 1 Hun koning zou de pracht en luxe van andere vorsten navolgen, en om dit te kunnen, zouden zware eisen aan mensen en bezittingen worden gesteld. De beste van hun jonge mannen zou hij opeisen voor zijn dienst. Ze zouden wagenvoerders, ruiters en lopers voor hem worden. Ze zouden deel uitmaken van zijn leger, en zijn landerijen moeten bewerken, zijn oogsten moeten binnenhalen, en het wapentuig moeten vervaardigen voor zijn dienst. De dochters van Israël zouden genomen worden om dienst te doen voor de huishouding van de koning.
Wat zijn de nadelen van een koninkrijk dat niet door God, maar door een mens bestuurd wordt? Zie 1 Samuel 8:11-18 Antwoord, deel 2 Om zijn koninklijke staat op te houden zou hij beslag leggen op hun beste landerijen, die de Here zelf aan het volk geschonken had. De meest waardevolle dienstknechten en het beste van hun vee zou hij nemen om hem te dienen. Daarnaast zou de koning een tiende opeisen van al hun inkomsten, de vrucht van hun werk, of de opbrengst van de bodem.
Wat eisten de Israëlieten? Zie 1 Samuel 8:19 19 Maar het volk weigerde naar de stem van Samuel te luisteren. Zij zeiden: Nee, er moet toch een koning over ons komen. God had de Israëlieten van alle andere volken gescheiden om hen tot Zijn bijzonder eigendom te maken. Maar zij stelden deze eer niet op prijs, en verlangden vurig het voorbeeld van de heidenen na te volgen.
Welk antwoord kreeg Samuel van Israël en wat begreep het volk van God niet? 1 Samuel 8:20 20 Dan zullen wij ook zijn als al de volken; onze koning zal ons leiding geven en hij zal voor ons uitgaan en onze oorlogen voeren. "Als alle andere volken." De Israëlieten begrepen niet dat ze door te verschillen met andere volken een speciaal voorrecht en een bijzondere zegen genoten.