NG DI LEI D N A H S NG NI E EDI B V e i l i g h e i d s - l a s e r s c a n n e r R L S 1 0 0 &



Vergelijkbare documenten
Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Technische documentatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

MS Semen Storage Pro

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

M4000 Standard en M4000 Standard A/P

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

INSTALLATIE. ekey TOCAnet. Biometrisch toegangssysteem netwerkversie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Contents Inhoud. Wind, Zon & Regen Sensor Instructies. Inhoud: Sensor Functies:

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

SS / / / ATEX 94 / 9EG

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4

ABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A , 2CDG R0011

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4

F O R E S T S H U T T L E S / L

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

Inhoud: KLANTENSERVICE... 7 Eerste hulp bij storingen... 7 Hebt u meer ondersteuning nodig??... 8

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

Microfoon DMW-916. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Afstandsbediening Telis 16 RTS

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

ES-S7B. Buitensirene.

Handleiding Monty-alarmzender

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

Wij beschermen mensen

Installatie instructies

TECHNISCHE HANDLEIDING

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

BEDIENINGSHANDLEIDING UE402. Schakelapparaat

DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Lichtsterkteregelaar Mini Best. nr. : Bedieningshandleiding

OPTISCHE-AKOESTISCHE BUITEN SIRENE/FLITSER SP-4002

Montage- en gebruikershandleiding

ABB i-bus KNX Universele in/uitgang 12-voudig, inbouw US/U 12.2

Gebruiksaanwijzing Tweede display

Inhoudsopgave. Technische gegevens. Bestnr in.pro. Check Temp

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

ES-D1A. Draadloze bewegingsdetector.

1. Fundamentele veiligheidsinstructies

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Helderheidsregelaar inbouw

1 Veiligheidsinstructies

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

LASER WATERPAS FL 245HV - FLG 245HV-GREEN

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

Adapters en verloopmoeren van metaal

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

Gebruikershandleiding Monty Alarmzender

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

1. Videoschakelaar. De videoschakelaar bestaat uit een centrale en schakelunit.

Thermis WireFree io temperatuur sensor

Dynamische microfoon WH-002A

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr

ABB i-bus KNX Thermo-elektrische ventielklep, 24 V TSA/K 24.2, 2CDG R0011

ABB i-bus KNX USB/S 1.2 USB-interface

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

KNX/EIB Lichtsterkteregelaar. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

installatiehandleiding Rookmelder

1. Fundamentele veiligheidsvoorschriften

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND

Handleiding AS-i veiligheidsmonitor AC001S / AC002S AC003S / AC004S / / 2008

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

Emotron I/O-board 2.0 Optie

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Montage- en gebruiksaanwijzing

Afbeelding 1. (5) LK, groen, Ethernet Link Signal, brandt bij actieve verbinding met het IP-net

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

Transcriptie:

E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G B Ve i l i g h e i d s - l a s e r s c a n n e r &

Bedieningshandleiding Dit werk is door de auteurswet beschermd. De hieraan ontleende rechten zijn eigendom van de firma SICK AG. Een verveelvoudiging van het werk of delen uit het werk zijn alleen toegestaan binnen de grenzen van de wettelijke voorschriften van de auteurswet. Een wijziging of samenvatting van het werk is zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de firma SICK AG verboden. ESPE 17LL 2 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Inhoud Inhoud 1 Over dit document...5 1.1 De functie van dit document... 5 1.2 Doelgroep van dit document... 5 1.3 Toepassingsgebied... 5 1.4 Informatiediepte van dit document... 5 1.5 Gebruikte afkortingen en begrippen... 5 1.5.1 Gebruikte afkortingen... 5 1.5.2 Belangrijke begrippen... 6 1.6 Gebruikte symbolen... 6 2 Voor alle veiligheid...8 2.1 Toepassingsgebieden van het apparaat... 9 2.2 Doelmatig gebruik van het apparaat... 10 2.3 Algemene veiligheidsinstructies en veiligheidsmaatregelen... 10 2.3.1 Stationaire toepassing... 11 2.3.2 Toepassing op automatisch geleide voertuigen (AGV s)... 13 2.4 Milieubewust gedrag... 16 3 Productbeschrijving... 17 3.1 Opbouw van het apparaat... 17 3.2 Werkwijze van de apparaten... 20 4 Montage... 22 4.1 Gebruiksvoorwaarden... 22 4.2 Montage van het apparaat... 22 4.3 Minimumafstand ten opzichte van voorwerpen... 24 5 Elektro-installatie... 25 5.1 Het koppelen van de signalen van de veiligheids-laserscanner aan de machinebesturing... 25 5.2 Aansluiting van de spanningstoevoer en de signaalleidingen... 27 5.3 Aansluiting van de dataleidingen... 30 6 Configuratie... 32 6.1 Toestand bij levering... 32 6.2 Voorbereiding van de configuratie... 32 7 Ingebruikname... 33 7.1 Toegangsbevoegdheid... 33 7.2 Controle van de bewakingsfuncties... 33 7.3 Regelmatige controles... 34 8 Transport en opslag... 35 8.1 Transport van de veiligheids-laserscanner... 35 8.2 Opslag... 36 9 Onderhoud en reiniging... 37 10 Zoeken naar fouten... 38 10.1 Verhelpen van storingen... 38 10.2 LED-indicatie systeemstatus... 38 11 Technische gegevens... 39 11.1 Gegevensblad... 39 11.2 Precisie van het apparaat en de veiligheidsmarges... 40 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 3

Inhoud Bedieningshandleiding 12 Bestelgegevens...41 12.1 Levering omvat...41 12.2 Accessoires...41 13 Bijvoegsel...42 13.1 Maatschetsen veiligheids-laserscanner...42 13.2 Normen en richtlijnen...43 13.3 Verklaring van overeenstemming...44 13.4 Checklist voor de fabrikant...45 13.5 Tabellenregister...46 13.6 Register van afbeeldingen...46 4 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 1 1 Over dit document Over dit document Lees dit hoofdstuk a.u.b. zorgvuldig door voordat u met de documentatie en de veiligheidslaserscanner gaat werken. 1.1 De functie van dit document Dit document informeert u over de technische eigenschappen van de veiligheids-laserscanner (Rotating Laser Scanner). U vindt informatie over: Veiligheid Opbouw en werkwijze Planning Onderhoud 1.2 Doelgroep van dit document De doelgroep van dit document zijn personen die de veiligheids-laserscanner in de constructie opnemen, in gebruik nemen en als veiligheidsvoorziening gebruiken. 1.3 Toepassingsgebied Dit document maakt deel uit van het SICK-artikelnummer 8 009 894 (bedieningshandleiding Veiligheids-laserscanner in alle leverbare talen). U vindt dit nummer op het type-aanduidingsplaatje van het systeem. 1.4 Informatiediepte van dit document Dit document bevat alle informatie die nodig is voor de planning, de aanschaf en het onderhoud van de veiligheids-laserscanner. U krijgt informatie over de werkwijze, de gebruiksmogelijkheden en de montage. Neem voor meer informatie rechtstreeks contact op met SICK AG. 1.5 Gebruikte afkortingen en begrippen 1.5.1 Gebruikte afkortingen ESPE CDS OSSD Electro-sensitive protective equipment = foto-elektrische beveiliging (bijv. veiligheidslaserscanner ) SICK Configuration & Diagnostic Software. Met een PC en de CDS kunt u als gebruiker de gecontroleerde vlakken definiëren en de foutloze configuratie van de veiligheids-laserscanner vastleggen resp. controleren. De veiligheids-laserscanner gebruikt een vast op de gemonteerd referentiedoel voor zelfcontrole. Elke verandering aan dit doel wordt als systeemfout geïnterpreteerd. Output signal switching device = signaaluitgang, die de veiligheidsstroomkring aanstuurt 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 5

Hoofdstuk 1 Machine Scanbereik Beveiligd veld Veldbeveiligingsgrootte Gecontroleerde vlakken Waarschuwingsveld Over dit document 1.5.2 Belangrijke begrippen Bedieningshandleiding U moet onderscheiden tussen de volgende begrippen: Machine wordt in deze bedieningshandleiding gebruikt als begrip voor het te controleren systeem. Het gebruik van de machine gaat gepaard met een gevaarlijke toestand c.q. een gevaarlijke beweging, die de aanwezigheid van personen of voorwerpen in de beveiligde velden uitsluit. Het maximale scanbereik maakt een cirkel van 300 rond de sensor met een radius van maximaal 7,5 m. Met beveiligd veld wordt de beveiligde zone bedoeld. Als deze wordt overschreden, wordt de gevaarlijke beweging onmiddellijk uitgeschakeld. Indien een persoon of een voorwerp het beveiligde veld binnendringt, stuurt de veiligheids-laserscanner via de uitgangen OSSD een stop-signaal naar de machine. De maximale veldbeveiligingsgrootte is de afstand van de scankop van de veiligheidslaserscanner tot aan het verst verwijderde punt van het beveiligde veld plus de veiligheidsmarge. Gecontroleerde vlakken is de verzamelnaam voor beveiligde velden (tot 6 m) en/of waarschuwingsvelden (tot 7,5 m). Gecontroleerde vlakken kunnen onregelmatige en aan de omgeving aangepaste vormen hebben. De veiligheids-laserscanner controleert ze voortdurend met afzonderlijke radiale laserstralen. Met waarschuwingsveld wordt de beveiligde zone bedoeld. Als deze zone wordt overschreden, wordt er een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal gegeven. Indien een persoon of een voorwerp het waarschuwingsveld binnendringt, stuurt de veiligheids-laserscanner via de uitgang waarschuwingsveld een signaal naar de gecontroleerde machine. 1.6 Gebruikte symbolen Advies Opmerking Rood, Geel, Groen U moet handelen LET OP Sommige informatiepunten in dit document zijn speciaal geaccentueerd, zodat u deze informatie sneller terug kunt vinden. Adviezen helpen u bij het nemen van beslissingen voor de toepassing van een functie of een technische maatregel. Opmerkingen geven informatie over bijzonderheden van het apparaat. LED-symbolen beschrijven de toestand van een diagnose-led. Voorbeelden: Rood De rode LED brandt constant. Geel De gele LED knippert. Groen De groene LED is uit. Handelingsinstructies worden aangegeven met een pijl. Lees de handelingsinstructies zorgvuldig en volg ze stipt op. Waarschuwing! Een waarschuwing wijst u op concrete of potentiële gevaren. Dit ter voorkoming van ongevallen. Lees de waarschuwingen zorgvuldig en volg ze stipt op. 6 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 1 Over dit document Software-instructies tonen u, waar u in de CDS (Configuration & Diagnostic Software) de betreffende instelling kunt doen. Activeer in de CDS in het menu View, Dialog boxes het punt File cards, om de genoemde dialoogvelden direct te kunnen bereiken. Doet u dit niet, dan zal de software-assistent u door de betreffende instelling leiden. Het begrip Gevaarlijke toestand Op de afbeeldingen in dit document wordt de Gevaarlijke toestand (standaardbegrip) van de machine alttijd als beweging van een machine-onderdeel aangegeven. In de praktijk kunnen er verschillende gevaarlijke toestanden optreden: Machinebewegingen Stroomvoerende delen Zichtbare of onzichtbare straling Een combinatie van meerdere gevaren 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 7

Hoofdstuk 2 Voor alle veiligheid Bedieningshandleiding 2 Voor alle veiligheid Dit hoofdstuk is er voor uw eigen persoonlijke veiligheid en voor de veiligheid van de operator aan de installatie. LET OP Veiligheidsinstructies Neem de volgende punten in acht om het doelmatige en veilige gebruik van de veiligheidslaserscanner te kunnen garanderen. Lees deze bedieningshandleiding en het gebruikershandboek van de CDS (Configuration & Diagnostic Software) vóór de eerste ingebruikneming van de veiligheids-laserscanner nauwkeurig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met het systeem en met de CDS. Neem contact op met de fabrikant als u vragen mocht hebben. Wij helpen u graag verder. Alle in dit verband geldende wettelijke bepalingen, de voorschriften van de Arbeidsinspectie en de voorschriften van de fabrikant met betrekking tot de controlerende machine moeten stipt opgevolgd worden. De beschermende werking van de veiligheids-laserscanner hangt af van de correcte definiëring en programmering van het beveiligde veld en het waarschuwingsveld. De volgende werkzaamheden mogen uitsluitend verricht worden door bevoegd en hiervoor opgeleid personeel: de veiligheids-laserscanner installeren, het definiëren en programmeren van de gecontroleerde vlakken alsmede het koppelen aan de machinebesturing. Na afloop van de programmering dient de installatie van de beveiligde velden en waarschuwingsvelden gecontroleerd te worden en wel bij ingeschakelde, maar niet lopende machine. Zie tevens de paragraaf 7.2 Controle van de bewakingsfuncties op pagina 33. 8 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 2 Afb. 1: Schematische weergave van de gecontroleerde vlakken Voor alle veiligheid 2.1 Toepassingsgebieden van het apparaat De veiligheids-laserscanner is ontwikkeld en gekeurd als foto-elektrische beveiliging veiligheidsklasse 3 conform de norm IEC/EN 61 496-1. Meetbereik Waarschuwingsveld (voorbeeld) Maximaal beveiligd veld Beveiligd veld (voorbeeld) 6 m 7,5 m 60 Testbereik (referentiedoel) De veiligheids-laserscanner is ontworpen voor industriële toepassingen. Hij heeft de taak om de toegang van personen in gevaarlijke zones te detecteren en de gevaarlijke beweging van een machine in deze zone te stoppen. Zodra een persoon of een voorwerp de gecontroleerde zone binnendringt, wordt er een signaal gegeven: Indien de persoon of het voorwerp zich in het waarschuwingsveld bevindt, schakelt de veiligheids-laserscanner een relaiscontact op de betreffende signaaluitgang. Dit signaal kan gebruikt worden voor akoestische en optische waarschuwingssignalen. Waarschuwingssignalen geven aan dat men de gevaarlijke zone moet verlaten, voordat het beveiligde veld geactiveerd wordt en de OSSD s van de veiligheids-laserscanner een stop-signaal geven dat de machine tot stilstand brengt. Indien de persoon of het voorwerp zich in het beveiligde veld bevindt, schakelt de veiligheids-laserscanner twee onafhankelijke relaiscontacten. Deze signalen moeten ervoor zorgen dat de gevaarlijke beweging van de machine onmiddellijk wordt uitgeschakeld. Voor het definiëren en controleren van het beveiligde veld en waarschuwingsveld wordt de CDS (Configuration & Diagnostic Software) met de veiligheids-laserscanner meegeleverd. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 9

Hoofdstuk 2 Voor alle veiligheid 2.2 Doelmatig gebruik van het apparaat Bedieningshandleiding De veiligheids-laserscanner mag alleen als veiligheidsvoorziening gebruikt worden voor het detecteren van personen of voorwerpen (horizontaal beveiligd veld). Het apparaat mag alleen gebruikt worden conform de technische specificaties. Bij elke andere wijze van gebruik alsook in geval van veranderingen aan het apparaat ook in het kader van de montage en de installatie komen alle aanspraken op garantie jegens SICK AG te vervallen. 2.3 Algemene veiligheidsinstructies en veiligheidsmaatregelen LET OP De veiligheids-laserscanner mag alleen gebruikt worden voor controletaken waarbij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan is: De veiligheids-laserscanner moet de gevaarlijke toestand door het geven van een stop-signaal op tijd kunnen beëindigen. De veiligheidsafstand die door de veiligheids-laserscanner in het oog wordt gehouden, moet kleiner zijn dan het maximale beveiligde veld. De maximale waarde van de machinenalooptijd plus de reactietijd van de veiligheidslaserscanner moet zo kort zijn, dat niemand de gevaarlijke plaats kan bereiken, voordat de gevaarlijke beweging is beëindigd. De veiligheids-laserscanner voldoet aan laserbeveiligingsklasse 1. Extra maatregelen ter afscherming van de laserstraling zijn niet noodzakelijk (veilig voor de ogen). LASER KLASSE 1 10 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 2 Afb. 2: Berekening van de veiligheidsafstand bij stationaire toepassing Voor alle veiligheid 2.3.1 Stationaire toepassing Conform de Norm EN 999, hoofdstuk 6.2, berekent u de veiligheidsafstand tussen de grens van het beveiligde veld en de gevaarlijke zone van een vast geïnstalleerde machine als volgt: S h S = 1,6 (t 1 + t 2 ) + (1200 0,4 h) + ZM Let op: 1200 0,4 h 850 Daarbij is S = veiligheidsafstand in mm t 1 = reactietijd van de (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens op pagina 39) t 2 = nalooptijd van de machine (in ms) h = hoogte van het beveiligde veld boven de grond (in mm) 300 h < 1000 1,6 = veronderstelde binnendringingssnelheid (in m/s) ZM = maximale meetfout van de (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens op pagina 39) LET OP Zorg voor de juiste montagehoogte! Als u de montagehoogte kiest, moet u ervoor zorgen dat binnendringen in de gevaarlijke zone onder het beveiligde veld niet mogelijk is. LET OP De veiligheids-laserscanner moet met bijkomende veiligheidsvoorzieningen aangevuld worden, als er sprake is van één van de volgende situaties: Er kan een gevaarlijk punt bereikt worden, zonder dat de gecontroleerde vlakken gepasseerd worden; Er kan over, onder of om de zone heen worden gegrepen die door de veiligheids-laserscanner in het oog gehouden wordt; Volgens EN 999 moet er vanaf de voorgeschreven minimumhoogte van het beveiligde veld van 300 mm rekening mee worden gehouden dat men onder het beveiligde veld door kan kruipen. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 11

Hoofdstuk 2 Afb. 3: Voorbeeld: Minimumafstand bij stationaire toepassing Voor alle veiligheid Bedieningshandleiding Voorbeeld van een stationaire toepassing Machinebreedte M = 2,2 m = 2200 mm Reactietijd van de = 280 ms Nalooptijd van de machine = 300 ms Hoogte van het beveiligde veld boven de grond = 0,5 m = 500 mm Maximale meetfout van de = 350 mm Veldbeveiligingsbreedte= M + veiligheidsmarge links en rechts S = 1,6 m/s (280 ms + 300 ms) + (1200 mm 0,4 500 mm) + 350 mm = 2278 mm Veldbeveiligingsbreedte= 2200 mm + 350 mm + 350 mm = 2900 mm Maximale veldbeveiligingsgrootte = (S 2 + ½ beveiligde-veldbreedte 2 ) ½ = 2700 mm Let op: Dit voorbeeld geldt alleen als toetreding vanaf de zijkant niet mogelijk is. Toetreding vanaf de zijkant dient ofwel met een breder beveiligd veld en/of met andere maatregelen te worden voorkomen. S = 2278 mm 500 mm Afb. 4: Maximale veldbeveiligingsgrootte en veiligheidsmarges bij stationaire toepassing Veiligheidsmarge links Te beveiligen machine Maximale veldbeveiligingsgrootte S Beveiligd veld Veiligheidsmarge voren Veiligheidsmarge rechts De veiligheidsmarges worden bepaald voor de maximale veldbeveiligingsgrootte. Indien ondanks groter maken van het beveiligde veld niet kan worden voorkomen dat personen er achter kunnen gaan staan, geldt het volgende: In de machinebesturing moet een handmatige startblokkering zitten (altijd noodzakelijk). De breedte van het toegankelijke, niet gecontroleerde bereik direct vóór de machine moet kleiner zijn dan 35 mm voor een maximale veldbeveiligingsgrootte van max. 3 m. 12 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 2 Voor alle veiligheid In geval van grotere maximale veldbeveiligingsgrootten moet de afstand op nul gereduceerd worden. 2.3.2 Toepassing op automatisch geleide voertuigen (AGV s) Afb. 5: Berekening van de minimumafstand bij automatisch geleid voertuig Met inachtneming van de voorschriften voor automatisch geleide voertuigen (bijv. EN 1525) berekent u de minimumafstand tussen de rand van het beveiligde veld en de gevaarlijke zone van het AGV als volgt: S 200 mm > h > 100 mm S = 1,1 ((V max. (t 1 + t 2 )) + B) + ZM + F 1) Daarbij is S = Minimumafstand in mm = max. stopweg AGV t 1 = reactietijd van de (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens op pagina 39) t 2 = reactieduur van de AGV-besturing (in ms) V max = maximale snelheid van het AGV (m/s) B = maximale remweg van het AGV (in mm) ZM = maximale meetfout van de (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens op pagina 39) F = voetvrijheid: 150 mm (als de vloervrijheid van het AGV kleiner is dan 50 mm) h = hoogte van het beveiligde veld boven de grond in mm 1,1 = veiligheidsmarge voor mogelijke remslijtage LET OP De veiligheids-laserscanner moet met bijkomende veiligheidsvoorzieningen aangevuld worden, als er sprake is van één van de volgende situaties: Er kan een gevaarlijk punt bereikt worden, zonder dat de gecontroleerde vlakken gepasseerd worden; Er kan over, onder of om de zone heen worden gegrepen die door de veiligheids-laserscanner in het oog gehouden wordt. 1) F geldt alleen, als de volgens pren 1493 vereiste voetvrijheid ontbreekt. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 13

Hoofdstuk 2 Voor alle veiligheid Bedieningshandleiding LET OP Leg de afdekking van het beveiligde veld correct vast! Het beveiligde veld moet de gehele breedte van het AGV afdekken. Het beveiligde veld moet aan de zijkant met de maten van de veiligheidsmarges (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens op pagina 39) groter gemaakt worden. LET OP Leg het beveiligde veld in geval van dwarsgangen correct vast! Bij dwarsgangen waar u niet in kan kijken, moet het beveiligde veld aan de zijkant dezelfde configuratie hebben als in de looprichting. LET OP Afb. 6: Voorkom achtersnijding van het beveiligde veld bij AGV s Voorkom achtersnijding van het beveiligde veld! Het beveiligde veld moet zodanig geconfigureerd worden dat niemand tussen het beveiligde veld en het AGV in looprichting (achtersnijding) kan gaan staan. De veiligheids-laserscanner heeft een maximale scanhoek van 300. U moet het beveiligde veld zodanig kiezen dat niemand onopgemerkt tussen het beveiligde veld en het voertuig kan gaan staan. AGV Als ondanks het feit dat het beveiligde veld groot genoeg is, toch niet kan worden voorkomen dat er iemand voor het AGV gaat staan, moet in het AGV een handmatige startblokkering aangebracht zijn. De breedte van het toegankelijke en onbewaakte gedelte direct vóór het AGV moet voor een maximale veldbeveiligingsgrootte van max. 3 m kleiner zijn dan 35 mm. In geval van grotere maximale veldbeveiligingsgrootten moet de afstand op nul gereduceerd worden. LET OP Programmeer de vertraging van het aantrekken van het relais! Bij AGV-toepassingen moet u voor de veiligheids-laserscanner een relaisaantrekvertraging programmeren. De relaisaantrekvertraging bepaalt de tijd [ms], waarna het relais bij een vrij bewakingsveld weer geactiveerd wordt (automatische hernieuwde start volgens tijd). Bij een automatische hernieuwde start moet de herstarttijd minstens op 2000 ms gezet worden. U kunt de relaisaantrekvertraging voor het waarschuwingsveld en het beveiligde veld los van elkaar aangeven. Apparaatsymbool, contextmenu Configuration draft, Edit. De toegestane waarden liggen tussen 200 en 5000 ms. 14 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Voor alle veiligheid Bedieningshandleiding Hoofdstuk 2 Voorbeeld van een toepassing op AGV s AGV breedte = 1,6 m = 1600 mm Reactietijd van de = 280 ms Reactieduur van het AGV-besturing = 300 ms Maximale snelheid van het AGV = 1 m/s Maximale remweg van het AGV = 0,3 m = 300 mm Maximale meetfout van de = 250 mm F vervalt, AGV heeft voetvrijheid Veiligheidsmarge voor mogelijke remslijtage = 1,1 Veldbeveiligingsbreedte = AGV Breedte + veiligheidsmarge links en rechts Afb. 7: Voorbeeld: Minimumafstand bij Voorbeeld: Minimum-afstand bij automatisch geleid voertuig S = 1,1 ((1 m/s (280 ms + 300 ms)) + 300 mm) + 250 mm = 1218 mm Veldbeveiligingsbreedte = 1.600 mm + 250 mm + 250 mm = 2.100 mm Maximale veldbeveiligingsgrootte = (S 2 + ½ beveiligde-veldbreedte 2 ) ½ = 1608 mm S = 1218 mm 200 mm Afb. 8: Maximale veldbeveiligingsgrootte en veiligheidsmarges bij AGV s AGV Beveiligd veld Veiligheidsmarge links Maximale veldbeveiligingsgrootte S Veiligheidsmarge rechts Veiligheidsmarge voren 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 15

Hoofdstuk 2 Voor alle veiligheid 2.4 Milieubewust gedrag Bedieningshandleiding De veiligheids-laserscanner is zodanig geconstrueerd dat hij het milieu zo min mogelijk belast. Hij emitteert en bevat geen substanties die schadelijk zijn voor het milieu en verbruikt slechts een minimumhoeveelheid energie en bronnen. Ga ook op uw werkplek altijd voorzichtig te werk en denk altijd aan het milieu. Houd daarom rekening met de volgende informatie over de afvalverwerking. Opmerking Verwerking tot afval Ruim onbruikbare of irreparabele apparaten altijd volgens de in uw land geldende voorschriften aangaande de afwerking. Wij staan u graag terzijde bij de afvalverwerking van deze apparaten. Vraag het ons. 16 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Opbouw van het apparaat De sensor van de veiligheids-laserscanner bevindt zich in een stevige aluminiumbehuizing. De behuizing is spatwaterbeschermd volgens IP 65 (geldt alleen als de aansluitbussen van een connector of een afdekkap voorzien zijn). LET OP Beschadig de verzegeling niet! De behuizingsschroeven zijn verzegeld. Elke beschadiging van de zegel heeft garantieverlies tot gevolg. Aan de bovenzijde van de behuizing bevindt zich in een roterend deel van de behuizing de afbuigspiegel en de laseroptiek. De laserzender en de laserontvanger gebruiken daarbij hetzelfde objectief. Door deze omvangrijke coaxiale opbouw worden hoekfouten als gevolg van gescheiden zend- en ontvangstoptiek voorkomen. Afb. 9: Opbouw van de veiligheids-laserscanner Roterende scankop Indicatie-LED Elektrische aansluitingen De uitgezonden onzichtbare laserstraling stemt overeen met laserbeveiligingsklasse 1. Het meetbereik begint direct vóór de optiek. LET OP Breng het apparaat niet op ooghoogte aan! Breng de veiligheids-laserscanner zodanig aan dat de meetstraal bij doelmatig gebruik niet op ooghoogte van personen staat. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 17

Hoofdstuk 3 Afb. 10: Indicatie-LED op de veiligheids-laserscanner Productbeschrijving Bedieningshandleiding Aan de zijkant van de behuizing bevinden zich vier indicatie-led s die de toestand van het systeem aangeven: Referentiedoel Roterende scankop Groen Rood Geel Geel Uitgangen beveiligd veld (OSSD s) in AAN-toestand Uitgangen beveiligd veld (OSSD s) in UIT-toestand Uitgangen waarschuwingsveld in UIT-toestand Systeemtoestand Tab. 1: Signalen van de indicatie-led s van de veiligheids-laserscanner Indicatie van de indicatie-led s Groen Rood Geel Geel Betekenis Apparaat uitgeschakeld Test LED gedurende 1 seconde na het inschakelen 2) Het systeem werkt naar behoren, de uitgangen beveiligd veld (OSSD s) en het waarschuwingsveld bevinden zich in de AAN-toestand Uitgangen beveiligd veld (OSSD s) UIT-toestand Uitgangen waarschuwingsveld UIT-toestand 3) Systeemfout 2) 3) Tijdens de opstarttest na het inschakelen brandt de indicatie-led systeemstatus. In de laatste 5 seconden voordat het systeem bedrijfsklaar is en voor de vrijschakeling van de uitgangen beveiligd veld (OSSD s) knippert deze indicatie-led met 2 Hz. Zie paragraaf 10.2 LED-indicatie systeemstatus op pagina 38. 18 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 3 Afb. 11: Aansluitzijde van de behuizing Productbeschrijving Tegenover de behuizing bevinden zich twee aansluitbussen met de benamingen Interface en 24 V DC/signaal. De passende contraconnectoren worden meegeleverd. Roterende scankop Referentiedoel Aansluiting signalen en 24-V-spanningverzorging Aansluiting interface Zekering 3,15 A middeltraag onder afdekklep met afdichtingsring Beschermkap voor interface Aardaansluiting Interface Communicatie met de computer of hernieuwde start. Op deze aansluiting is een RS 232- interface beschikbaar. 24 V DC/signaal Voor het aansluiten van de spanningstoevoer, de beide uitgangen beveiligd veld OSSD1 en OSSD2 alsmede de uitgang waarschuwingsveld. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 19

Hoofdstuk 3 Productbeschrijving 3.2 Werkwijze van de apparaten Bedieningshandleiding Afb. 12: Schematische werkwijze van de veiligheids-laserscanner Meetprincipe De veiligheids-laserscanner zendt met behulp van een roterende spiegel in een volledige cirkel van 360 pulserende laserstralen uit. De lichtimpulsen worden door de voorwerpen in de omgeving diffuus gereflecteerd en in de sensor door een fotodiode ontvangen. Van de looptijd die het licht nodig heeft vanaf de uitzending tot aan de ontvangst van de reflectie in de sensor leidt de veiligheids-laserscanner de afstand ten opzichte van het voorwerp af. Roterende afbuigspiegel Laserecho Laserstraal Stopwatch stopt start Laseroptiek Laserontvanger Laserzender triggert Analyse Hoekencoder D = T V licht 2 Motor De richting van elke afzonderlijke meetstraal wordt bepaald met behulp van een hoekencoder. De meetgegevens afstand en richting kunnen met behulp van de interface door een computer opgevraagd worden. 20 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 3 Afb. 13: Configuratie van de te controleren oppervlakken Productbeschrijving Bewaking van beveiligd veld en waarschuwingsveld Voor elke meetstraal kunnen met behulp van de CDS twee afstandsgrenswaarden gedefinieerd worden die het waarschuwingsveld en het beveiligde veld aangeven. Tijdens de bewaking vergelijkt de veiligheids-laserscanner de gemeten afstand van het voorwerp met de gedefinieerde grenswaarden. Waarschuwingsveld Waarschuwingsveld Beveiligd veld RLS RLS Beveiligd veld 60 Mogelijke configuratie Onmogelijke configuratie De tabellen van de afstandsgrenswaarden worden ter plaatse bepaald met een computer en opgeslagen in de veiligheids-laserscanner. De grenzen van waarschuwingsveld en beveiligd veld kunnen willekeurige vormen hebben en optimaal aan de omgeving aangepast worden. De veiligheids-laserscanner moet zich zowel binnen de grenzen van het waarschuwingsveld als binnen die van het beveiligde veld bevinden. Zelftest In de veiligheids-laserscanner lopen intern continu uitgebreide zelftests. Hierdoor bestaat de garantie dat het systeem zeer veilig loopt. Alle belangrijke componenten komen ofwel dubbel voor of zij worden bewaakt door onafhankelijk werkende controlelogica s. Een belangrijk onderdeel van de zelfcontrolemogelijkheden is het zogenaamde referentieof testdoel. Het betreft in dit geval een onveranderlijk doel, vast gemonteerd op de veiligheids-laserscanner, dat bij elke omwenteling gemeten wordt. Een verandering van de meetwaarde betekent een systeemfout en levert een foutstatus op. Tijdens de controle controleert de veiligheids-laserscanner of de functie feilloos werkt. Door het meten van het licht dat door het referentiedoel gereflecteerd wordt, wordt de systeemgevoeligheid van het apparaat bewaakt. Een verontreiniging van de optiek of van het referentiedoel kan derhalve leiden tot de systeemanalyse Apparaat ongevoelig/fout op referentiedoel (indicatie van de indicatie-led s). In een dergelijk geval maakt u de optiek van het apparaat en het referentiedoel schoon. Dat doet u volgens de in paragraaf 9 Onderhoud en reiniging op pagina 37 beschreven instructie. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 21

Hoofdstuk 4 4 Montage Montage Bedieningshandleiding 4.1 Gebruiksvoorwaarden Let op de volgende punten voordat u het apparaat gaat gebruiken: Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik in ruimten die overwegend gesloten zijn. De veiligheids-laserscanner is conform IP 65 spatwaterbeschermd en werkt binnen een temperatuurbereik van 0 tot 50 C. Bescherm het systeem tegen vocht en temperaturen, die buiten het aangegeven temperatuurbereik liggen. Bescherm de veiligheids-laserscanner tegen continu, direct zonlicht. Stel de veiligheids-laserscanner niet bloot aan snelle temperatuurschommelingen, zodat er geen condenswater kan ontstaan. Stel de veiligheids-laserscanner niet bloot aan bijtende chemicaliën (reinigingsmiddelen). Glasplaten of reflecterende oppervlakken worden door de veiligheids-laserscanner niet goed als voorwerp gedetecteerd. De veiligheids-laserscanner herkent alleen voorwerpen die vanuit zijn standplaats zichtbaar en niet bedekt zijn. Regen, sneeuw, stof en rook worden als voorwerpen beschouwd en kunnen mogelijk de statussen waarschuwingsveld of beveiligd veld activeren. 4.2 Montage van het apparaat LET OP Neem de veiligheidsbepalingen van de fabrikant van de machine in acht! Bij de montage van de veiligheids-laserscanner moeten de veiligheidsbepalingen voor het verrichten van werkzaamheden aan de machine zoals die door de fabrikant van de machine gedefinieerd zijn, absoluut in acht genomen worden. De veiligheids-laserscanner mag alleen door gekwalificeerd personeel verricht worden. De veiligheids-laserscanner kan in een willekeurige inbouwpositie (staand, hangend, liggend) gemonteerd worden. 22 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 4 Montage Opmerking Afb. 14: Minimumafstand tot aan de grond De uitgezonden laserstraal heeft een divergentie (straalverspreiding) van 1. Dat betekent dat bij men tijdens de montage absoluut een minimumafstand van 100 mm tot aan de grond in acht moet nemen. Meetbereik Minimumafstand tot aan de grond Afb. 15: Montage van meerdere veiligheidslaserscanners Opmerking Als er meerdere veiligheids-laserscanners geïnstalleerd worden, moet men er tijdens de montage voor zorgen dat deze scanners elkaar later niet kunnen beïnvloeden: h Ongeoorloofde configuratie min. 500 mm Mogelijke configuratie Mogelijke configuratie Afscherming Mogelijke configuratie Voor de montage hebt u de volgende hulpmiddelen nodig: 4 Schroeven M 4 10 voor de bevestiging aan een horizontaal vlak Telkens 4 oplegschijven en borgschijven Eventueel een doos- of een buiswaterpas voor het horizontaal zetten 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 23

Hoofdstuk 4 Montage Bedieningshandleiding Veiligheids-laserscanner aan de machine monteren: 1. Zet de machine uit en vergewis u ervan dat u niet in een gevaarlijke situatie terechtkomt! 2. Draai de bevestigingsschroeven elk met een oplegschijf en een borgschijf in en draai ze lichtjes vast. 3. Bij bevestiging aan niet mobiele machines moet u het geheel in twee assen horizontaal zetten met behulp van een doos- of een buiswaterpas. 4. Draai de bevestigingsschroeven vast. 4.3 Minimumafstand ten opzichte van voorwerpen Afb. 16: Minimumafstand van de door de veiligheids-laserscanner bewaakte oppervlakken van omgevende voorwerpen Bij montage vóór muren mogen de geprogrammeerde, bewaakte oppervlakken om beschikbaarheidsredenen niet dichter tegen de muur aan worden gelegd dan 25 cm. Muur Minimumafstand Gecontroleerde vlakken RLS Te beveiligen machine 24 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 5 5 Elektro-installatie Elektro-installatie 5.1 Het koppelen van de signalen van de veiligheids-laserscanner aan de machinebesturing LET OP Het aansluiten mag alleen verricht worden door gekwalificeerd personeel! De veiligheids-laserscanner mag alleen door gekwalificeerd personeel op de machine aangesloten worden. Deze personen moeten allen over de informatie beschikken die door de leverancier van de machine beschikbaar gesteld is. Afb. 17: Voorbeeld van het koppelen van het signaal waarschuwingsveld 30 V max. L Waarschuwingsveld1 Waarschuwingsveld2 0 V N Voor de aansluiting op de machine zijn er drie potentiaalvrije schakeluitgangen voor de toestanden waarschuwingsveld en beveiligd veld beschikbaar. De uitgangen zijn als maakcontact uitgevoerd. Schakeluitgang waarschuwingsveld De schakeluitgang waarschuwingsveld kan voor afgifte van een waarschuwingssignaal gebruikt worden. De schakeluitgang waarschuwingsveld wordt geopend, als het waarschuwingsveld geactiveerd is of als er sprake is van een storing in de veiligheids-laserscanner. Als het voorwerp uit het waarschuwingsveld verwijderd wordt, sluit de schakeluitgang na een programmeerbare tijd van 200 tot 5000 ms (relaisaantrekvertraging). De schakeluitgang waarschuwingsveld kan met maximaal 30 Volt geschakeld worden en is intern afgeschermd met 2 Ampere. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 25

Hoofdstuk 5 Afb. 18: Voorbeeld van het koppelen van de OSSDschakeluitgangen. De leidingen moeten zodanig gelegd worden dat ze beschermd zijn tegen mechanische invloeden. * = afscherming ter voorkoming van kortsluiting Elektro-installatie 24 V OSSD2.1 OSSD2.2 Bedieningshandleiding Bewaking van K1 en K2 K1 K2 OSSD1.1 * * K1 K2 Veilige besturing minstens categorie 3 volgens DIN EN 954-1 OSSD1.2 Vrijloop diode K1 K2 Vrijloop diode Relais met gedwongen contacten 0 V OSSD-schakeluitgangen De OSSD-schakeluitgangen kunnen als Nood-Stop-activering in de systeemregeling gebruikt worden. De OSSD-schakeluitgangen zijn geopend als het beveiligde veld geactiveerd is of als er sprake is van een storing in de veiligheids-laserscanner. De schakeluitgangen sluit na een programmeerbare tijd van 200 tot 5000 ms (relaisaantrekvertraging) op voorwaarde dat er geen sprake is van een systeemstoring. U kunt de relaisaantrekvertraging voor het waarschuwingsveld en het beveiligde veld los van elkaar aangeven. Apparaatsymbool, contextmenu Configuration draft, Edit. De uitgangen OSSD1 en OSSD2 kunnen met maximaal 30 Volt geschakeld worden en zijn intern afgeschermd met 2 Ampere. 26 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 5 Elektro-installatie 5.2 Aansluiting van de spanningstoevoer en de signaalleidingen LET OP Elektrische werkzaamheden mogen alleen door opgeleid electrotechnisch personeel verricht worden! Afb. 19: Connectorfuncties voor aansluiting van de spanningsvoeding en de signaal-leidingen De elektrische aansluiting van de spanningstoevoer en de aansluiting van de signaalleidingen waarschuwingsveld, OSSD1 en OSSD2 vindt gemeenschappelijk plaats op de middelste bus rechts op de behuizing. De passende aansluitconnector wordt meegeleverd. Voor de elektrische aansluiting hebt u het volgende gereedschap nodig: 1 Vorksleutel SW16 1 Fijnsoldeerbout 1 Hete-luchtpistool Krimpslang conform de gebruikte aansluitleidingen Aanzicht op de soldeerzijde van de 8-polige bus Tab. 2: Connectorfuncties voor aansluiting van de spanningsvoeding en de signaalleidingen Pin Signaal Toelichting Aderkleur Markering 1 24 V Voeding 24 V DC Bruin + 2 GND24 Massa Blauw 3 OSSD2.1 Relaiscontact beveiligd veld 2.1 Wit S2 4 OSSD2.2 Relaiscontact beveiligd veld 2.2 Grijs S2 5 OSSD1.1 Relaiscontact beveiligd veld 1.1 Zwart S1 6 OSSD1.2 Relaiscontact beveiligd veld 1.2 Groen S1 7 Waarschuwingsveld1,1 8 Waarschuwingsveld1.2 Relaiscontact waarschuwingsveld 1.1 Rood A Relaiscontact waarschuwingsveld 1.2 Roze A FE Functie-aarde (afscherming) Zwart FE 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 27

Hoofdstuk 5 Opmerking Elektro-installatie Spanningstoevoer op de veiligheids-laserscanner aansluiten: 1. De kabels dienen beschermd gelegd te worden. 2. Zet de machine uit en vergewis u ervan dat u niet in een gevaarlijke situatie terechtkomt. 3. Voorkom kortsluitingen. 4. Bereid de aansluitkabel voor: Aantal kabels: 8 Buitendiameter: 5 8 mm Aderdiameter: 0,50 0,75 mm 2 Maximale kabellengte (0,5 mm² kabeldiameter): 20 m Gebruik een afgeschermde kabel 5. Kabeldiameter voor functie-aarde/massa 1 2 mm 2 6. Bereid de spanningstoevoer voor: Bedieningshandleiding Bedrijfsspanning van de veiligheids-laserscanner : 24 V DC ± 25 % Stroomverbruik tijdens de werking: typisch 750 ma bij 24 V DC (Inschakelstroom: 2 A gedurende 100 ms) 7. Meegeleverde 8-polige Binder-kabelconnector openen en voorbereiden: Kabel door borgveer en huls met veer halen Klem voor de trekontlasting op de kabel vastdraaien 8. Op elke kabel een ca. 2 cm lang stuk krimpslang schuiven. 9. Signaal- en toevoerkabels van de connector volgens Afb. 19 vastsolderen. 10. Krimpslang over de soldeercontacten heenschuiven en met hete lucht krimpen. Het vastsolderen en isoleren van de afzonderlijke contacten met de krimpslang moet zeer zorgvuldig gebeuren om kortsluitingen te voorkomen. 11. Connector volgens de montagehandleiding van de fabrikant monteren: Huls aan het businzetstuk vastdraaien Borgveer helemaal tot aan de huls omhoogdrukken en vastdraaien Schroefdraadring op de huls schuiven totdat de veren vastklikken 12. Connector op de veiligheids-laserscanner, bus 24 V DC/signaal aansluiten en vastschroeven. 13. Veiligheids-laserscanner aan de computer koppelen. 14. Veiligheids-laserscanner inschakelen. 15. De prismakop begint te roteren. Na enkele seconden gaat de indicatie-led systeemstatus uit en is de veiligheids-laserscanner gereed voor het configureren van de te controleren vlakken. 28 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 5 Elektro-installatie Opmerkingen Afb. 20: Voorbeeld van de spanningstoevoer en aarding bij stationaire toepassing Let er bij het aansluiten van de veiligheids-laserscanner absoluut op dat de aarding goed is aangesloten. De veiligheids-laserscanner moet met een veiligheids-scheidingstransformator conform IEC 742 gevoed worden. Dit geldt ook voor laadtoestellen van voertuigaccu s, voor zover het opladen op het voertuig gebeurt. Bij stationaire toepassingen moet u de veiligheids-laserscanner aarden (kijk voor de aansluiting van de aarding in paragraaf 3.1 Opbouw van het apparaat op pagina 17). Bij installatie op transportvoertuigen moet u de functie-aarde met het massapotentiaal verbinden. Bij toepassingen met voertuigen die op accu lopen, moet er verder een DCspanningsconverter voor de veiligheids-laserscanner geschakeld worden. Desnoods dient u een geschikte bescherming tegen low dump (onderspanning) aan te brengen. 24 V DC 0 V DC FA Afb. 21: Voorbeeld van de spanningstoevoer en aarding op een transportvoertuig 24 V DC Boordspanning GND 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 29

Hoofdstuk 5 Afb. 22: Pinbezetting voor aansluiting van de dataleidingen Elektro-installatie 5.3 Aansluiting van de dataleidingen Bedieningshandleiding Dataleidingen met 9-polige D-sub-connector als standaardverbinding met een computer zijn verkrijgbaar als accessoire bij SICK AG. Als u een eigen kabel moet confectioneren, hebt u de volgende onderdelen en gereedschappen nodig: 1 Vorksleutel SW16 1 Fijnsoldeerbout 1 Hete-luchtpistool Krimpslang conform de gebruikte aansluitleidingen 1 14-polige kabelconnector van het type Binder Aanzicht op de soldeerzijde van de 14-polige bus Tab. 3: Pinbezetting voor aansluiting van de dataleidingen Pin Signaal Toelichting Richting Signaalniveau A GND Massa RS 232 C RTS RS 232: Ready to send Uitgang 24 V E AGV RS 232: Clear to send Ingang 24 V G TxD RS 232: Transmit data Uitgang 24 V J RxD RS 232: Receive data Ingang 24 V L Niet verbinden! M RES Resetten (LOW actief) Ingang 24 V N Niet verbinden! O Niet verbinden! P Niet verbinden! R Niet verbinden! S Niet verbinden! T Niet verbinden! U Niet verbinden! 30 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 5 Elektro-installatie Dataleidingen van de computer op de veiligheids-laserscanner aansluiten: 1. Voorkom kortsluitingen en schakel de veiligheids-laserscanner en de computer uit. 2. Bereid de datakabel voor: Aantal kabels voor RS 232 : 5 Buitendiameter: 5 8 mm Aderdiameter: 0,14 0,75 mm 2 Maximale kabellengte: 15 m Gebruik bij stoorvelden absoluut afgeschermde kabel! 3. 14-polige Binder-kabelconnector openen en voorbereiden: Kabel door borgveer en huls met veer halen Klem voor de trekontlasting op de kabel vastdraaien 4. Op elke kabel een ca. 2 cm lang stuk krimpslang schuiven. 5. Dataleidingen van de RS 232-interface in de connector volgens het aansluitdiagram vastsolderen. 6. Krimpslang over de soldeercontacten heenschuiven en met hete lucht krimpen. 7. Connector monteren: Huls aan het businzetstuk vastdraaien Borgveer helemaal tot aan de huls omhoogdrukken en vastdraaien Schroefdraadring op de huls schuiven totdat de veren vastklikken 8. Connector op de veiligheids-laserscanner, bus interface aansluiten en vastdraaien. 9. Apparaat heeft slechts afschermingsklasse IP 65 als de interfacebus van een connector is voorzien of met een kapje is afgedekt. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 31

Hoofdstuk 6 Configuratie Bedieningshandleiding 6 Configuratie 6.1 Toestand bij levering Bij aflevering zijn in de veiligheids-laserscanner geen beveiligde resp. waarschuwingsvelden gedefinieerd. De relaisaantrekvertraging is op de standaardwaarde 200 ms ingesteld. Vóór de ingebruikneming moet de veiligheids-laserscanner met behulp van de meegeleverde CDS (Configuration & Diagnostic Software) voor de geplande toepassing geconfigureerd worden. 6.2 Voorbereiding van de configuratie U bereidt de configuratie als volgt voor: Zorgt u ervoor dat de veiligheids-laserscanner op de juiste wijze gemonteerd en elektrisch aangesloten is. Plan alle vereiste instellingen (waarschuwingsveld, beveiligd veld, relaisaantrekvertraging enz.). Voor de configuratie van de veiligheids-laserscanner hebt u het volgende nodig: CDS (Configuration & Diagnostic Software) op CD-ROM Gebruikershandboek van de CDS op CD-ROM PC/notebook met Windows 9x/NT 4/2000 Professional/XP en een seriële interface (RS 232). (PC/notebook wordt niet meegeleverd) Verbindingskabel voor het verbinden van de PC met de veiligheids-laserscanner (verbindingskabel wordt niet meegeleverd) Lees voor de configuratie a.u.b. het gebruikershandboek van de CDS (Configuration & Diagnostic Software) door en gebruik de online-helpfunctie van het programma. 32 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 7 7 Ingebruikname Ingebruikname 7.1 Toegangsbevoegdheid Advies De toegang tot de veiligheids-laserscanner is beveiligd met een wachtwoord. Bij aflevering is als wachtwoord RLS1 ingesteld. De gebruiker (veiligheidsverantwoordelijke) moet ervoor zorgen dat alleen bevoegde personen het wachtwoord kennen. Vervang het wachtwoord RLS1 door een zelfgekozen wachtwoord. Apparaatsymbool, contextmenu Access rights, Change password Zonder wachtwoord kunt u op de PC de bewakingsfunctie kiezen en de beveiligde velden bewerken, maar is het aanbrengen van een wijziging aan het beveiligde veld of aan parameters niet mogelijk. Met wachtwoord is het wijzigen van het beveiligde veld en de parameters wel mogelijk. 7.2 Controle van de bewakingsfuncties Nadat u met de CDS de te bewaken oppervlakken gedefinieerd hebt, moet u de installatie controleren en keuren. Ga daarvoor in twee stappen te werk: Controleer eerst de definiëring van het beveiligde veld met aangesloten computer en documenteer deze controle. Sluit vervolgens de machine aan en herhaal de controle. Controleer de definiëring van het beveiligde veld en documenteer: Breng een donker testvoorwerp met een doorsnede van ca. 70 mm van alle zijden in het beveiligde veld. Controleer elk stuk van de grens van het beveiligde veld. De groene indicatie-led moet uit zijn en de rode indicatie-led aan de voorzijde van de veiligheids-laserscanner moet branden. Controleer de installatie van de veiligheidsvoorziening op de machine: Als u er zeker van bent dat de definiëring van het beveiligde veld in orde is, koppelt u de signaalkabels van de veiligheids-laserscanner aan de besturing van de machine. Herhaal de controle bij ingeschakelde, maar niet lopende machine. Controleer zo veel mogelijk het gedrag van de veiligheidsvoorziening. Controleer het gedrag ook als de veiligheids-laserscanner uitgeschakeld is. Schakel de machine in. Breng een voorwerp, bijv. een kartonnen doos, voorzichtig in de gecontroleerde vlakken. Kijk hoe de machine reageert. Maak een verslag. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 33

Hoofdstuk 7 Ingebruikname Bedieningshandleiding Houd bij de keuring rekening met de volgende punten: Vergewist u er zich door de controle ervan dat er geen gevaarlijke toestand ontstaan kan zolang er zich een voorwerp in de gevaarlijke zone bevindt. Zorgt u ervoor dat de gevaarlijke toestand beëindigd wordt resp. dat de gevaarlijke beweging tot stilstand komt voordat een lichaamsdeel van een persoon de gevaarlijke zone bereiken kan. Houdt u bij het definiëren van het beschermde veld rekening met de nalooptijd van de machine en de reactietijd van de veiligheids-laserscanner. Zorgt u ervoor dat de veiligheids-laserscanner en andere veiligheidsvoorzieningen alle toegangen tot de gevaarlijke zones bewaken. Controleer of de veiligheids-laserscanner goed vast gemonteerd is. Overtuig u ervan dat het systeem in de normale bedrijfsomstandigheden van de machine niet bewogen kan worden en dat de positie ervan niet gewijzigd kan worden. Geef het operatorpersoneel voor de machines instructies over de werking van de veiligheids-laserscanner. Verklaar de opbouw en de bediening van het systeem (indicatie-led, storingsgevallen). 7.3 Regelmatige controles LET OP Verricht regelmatige controles! Dagelijkse controles kunnen door het operatorpersoneel van de machine verricht worden. De halfjaarlijkse controles (zie onderaan) van de bewaakte oppervlakken mogen uitsluitend door een daartoe bevoegde veiligheidsverantwoordelijke verricht worden. Dagelijkse controles Controleer de toestand en de inbouw van de veiligheids-laserscanner op eventuele veranderingen. Schakel de veiligheids-laserscanner in geval van twijfel uit en waarschuw onmiddellijk de veiligheidsverantwoordelijke. Houd de optiek schoon. Gebruik voor reiniging uitsluitend een kwast of een optiekdoekje. Controleer de omgeving op eventuele veranderingen (bijv. door ombouwwerkzaamheden) die zich sinds de configuratie hebben voorgedaan. Halfjaarlijkse controles Controleer minstens elk half jaar de definiëring van het beveiligde veld. Neem tevens de in paragraaf 7.2 Controle van de bewakingsfuncties op pagina 33 voorgeschreven processen in acht. 34 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 8 8 Transport en opslag Transport en opslag 8.1 Transport van de veiligheids-laserscanner Opmerkingen Afb. 23: zijdelings in de originele verpakking plaatsen Als u de veiligheids-laserscanner moet gaan transporteren, let dan op het volgende: 1. Verwijder alle connectoren om te voorkomen dat de kabels kunnen knikken. 2. Fixeer de draaibare delen met plakband zodat er geen krassen op de optiek kunnen komen. 3. Laat geen mechanische belastingen op de draaibare delen inwerken. 4. Gebruik de originele verpakking. Zo verpakt u de veiligheids-laserscanner in zijn originele verpakking: 1. Zet de onderste membraanvulling rechtop in de doos en leg er in zijdelingse positie de veiligheids-laserscanner op. 2. Leg de bovenste membraanvulling op de veiligheids-laserscanner. Afb. 24: Leg de bovenste membraanvulling op de 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 35

Hoofdstuk 8 Afb. 25: Accessoires in de originele verpakking leggen Transport en opslag 3. Leg de accessoires het laatst in de doos. Bedieningshandleiding 4. Kenteken de verpakking vóór verzending duidelijk met de tekst Gevoelige meetapparatuur breekbaar!. 8.2 Opslag Opmerkingen Als u de veiligheids-laserscanner gaat opslaan, let dan op het volgende: Laat het systeem goed drogen voordat u het gaat opslaan. Condenserend vocht kan de optische delen aantasten. Bewaar het systeem niet in luchtdicht afgesloten containers. Eventueel restvocht kan dan ontwijken. Gebruik de originele verpakking als dat mogelijk is. Opslag bij luchtvochtigheid 5 tot 85 % (zonder condensering) Opslagtemperatuur 20 tot +70 C 36 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 8 009 904/06-06-02

Bedieningshandleiding Hoofdstuk 9 Onderhoud en reiniging 9 Onderhoud en reiniging Opmerkingen De veiligheids-laserscanner vergt afgezien van de genoemde regelmatige controles geen onderhoud. Afstellingen of calibreringen zijn niet nodig. Neem bij de omgang met de veiligheids-laserscanner de volgende algemene punten in acht: Opdat de sensor foutloos werkt, moet u de straaluittreding (prisma) van de scankop reinigen, zodra hij zichtbaar verontreinigd is. Raak het prisma daarbij niet aan. Gebruik voor de reiniging van het prisma een kunststoffreiniger met een zacht optiekdoekje. Gebruik nooit ruwe lappen of bijtende reinigingsmiddelen als aceton. Reinig de behuizing van de veiligheids-laserscanner met een zachte, vochtige doek. Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen. Bescherm de veiligheids-laserscanner tegen continu, direct zonlicht. Stel de veiligheids-laserscanner niet bloot aan snelle temperatuurschommelingen, zodat er geen condenswater kan ontstaan. Maak de veiligheids-laserscanner nooit open! Het systeem bevat geen onderdelen, die door de operator gerepareerd of onderhouden kunnen worden. Als er fouten optreden of als u problemen hebt met het gebruik van de veiligheids-laserscanner, kunt u graag contact opnemen met de klantenservice van SICK. SICK biedt bovendien een servicepakket Installatie en Ingebruikneming aan. Als dat nodig is, helpt onze klantenservice u graag verder. 8 009 904/06-06-02 SICK AG Industrial Safety Systems Duitsland Alle rechten voorbehouden 37