Micro MAG 301 PLUS. 2/28 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Vergelijkbare documenten
Pioneer 321 MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer Pulse 321MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 162T. 2/20 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Micro Mag 302 MFK 2/34. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 200AC/DC. 2/24 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Multi Power 184. Handleiding

Micro Pulse 302 MFK 2/60. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer 321 MKS. 2/32 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer 401 MKS. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 220T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 221 AC/DC. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Multi Power 204T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Cod /07/2018 V.2.0 CU-23. Handleiding. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing

Pioneer Pulse 321MKS. 2/52 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Handleiding 503MSR. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Cod /03/2019 V.2.0

ES-S7B. Buitensirene.

HANDLEIDING HAND IMPULSE SEALER SK-110 SK-210 SK-310 SK-410 SK-510

Vandaag lassen met technologie van morgen. Arc. Q-Spot Q-START MULTITACK DYNAMIC ARC. Rowig 220 T

AIR LIQUIDE Welding Plasma lassen

Gebruiksaanwijziging EASYMIG - SERIE SMARTMIG - SERIE COLDMIG TWINMIG & TRIMIG.

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTW

CONTI-MIG 254C ; 304C ; 354C ; 354PD(W)

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Michael Jak Lorch Schweißtechnik GmbH

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

XTI-203 MMA INVERTER. Handleiding. T: +32 (0)3/ E:

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

programma LAS MACHINES voor de metaalbewerking

Dag 2 MTB-technics. Dinsdag

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Multi Purpose Converter 20A

Handleiding. Discovery 172T. Cod /06/2017 V.2.1

HANDLEIDING MULTIMETER MET AUTOMATISCHE BEREIKKEUZE MODEL TT 201

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

MS Semen Storage Pro

MACHINE SELECTIE - MMA INVERTER REEKS

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem

Kemppi K3 Lasapparatuur

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

XTS 203 Handleiding. Nederlands

LCR METER. Turbotech TT9930

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

INSTRUCTIES_NL. Mode d emploi

HANDLEIDING PROFIL Codepaneel

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

ES-S8A. Sirene op zonne-energie.

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

TechGrow PB-600 POWERBOX noodstroomvoorziening tot 24 uur en binnen enkele minuten geïnstalleerd HANDLEIDING

CODUMÉ SCVU2 TECHNISCHE FICHE. Een vooruitstrevende techniek! EPB conform.

XTS 142 Handleiding. Nederlands

Handleiding SCVU2 1. VEILIGHEID 2. TECHNISCHE KENMERKEN SCVU 2

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

XTS 403 Handleiding. Nederlands

T: +32 (0)3/ E:

Discovery 172T Handleiding

MUNTTELMACHINE CC-601

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Handleiding KCVR9NE KCVR9NE

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

Wij beschermen mensen

XTS 162 XTS 162DV XTS 202

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Handleiding voor demonstratie multimeter

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

Samenvatting NaSk H5 Elektriciteit

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Minarc Evo producten Kwaliteitslassen, waar je ook werkt

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Elektronische kamerthermostaat

Gebruiksaanwijzing PCE-123

Wij danken u voor uw keuze voor de DC voeding Axiomet AX-3004H. Voor de start van de werkzaamheden gelieve kennis te maken met de handleiding.

MOTOPLAT VC-09ST. Handleiding Versie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

2HEAT DHT: OPBOUW DIGITALE THERMO- en HYGROSTAAT

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

HQ-PURE150/12 (F) HQ-PURE150/24 (F) 150 WATT DC NAAR AC ZUIVERE SINUSGOLF INVERTER

GPS repeater. Inleiding

Gids bij de installatie (verkort)

GEBRUIKSAANWIJZING Materiaaldiktemeter PCE-TG 50

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

XTT 182DV. Handleiding. Nederlands

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

INTELLIGENTE DIGITALE

Positie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta MS Arnhem Tel Fax

Handleiding voor VAT810-CO2/SD-B Luchtkwaliteit monitor

Handleiding RABBIT 160

Transcriptie:

NL Handleiding

2/28 www.welda.be F +32 (0)9 355 92 01

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 4 2 INSTALLATIE... 5 2.1 AANSLUITING AAN HET VOEDINGSNET... 5 2.2 VOORPANEEL... 5 2.3 ACHTERSTE PANEEL... 5 2.4 MMA-LASVOORBEREIDING... 6 2.5 VOORBEREIDING TIG-LASSEN... 7 2.6 VOORBEREIDING VOOR MIG/MAG -LASSEN... 8 2.6.1 POSITIONERING VAN DE DRAADHASPEL... 8 2.6.2 POSITIONERING VAN DE DRAAD IN DE DRAADKOFFER... 8 2.6.3 AANSLUITING AAN DE STOPCONTACTEN... 9 3 INBEDRIJFSTELLING... 11 3.1 GEBRUIKERSINTERFACE... 11 3.2 INSCHAKELING VAN DE APPARATUUR... 13 3.3 RESET (LADEN VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN)... 13 3.4 REGELING VAN DE GASSTROOMTIJD... 14 3.5 ALARMBEHEER... 14 4 LASINSTELLINGEN... 15 4.1 WERKING VAN DE TOORTSSCHAKELAAR... 15 4.2 SELECTIE VAN DE LASWERKWIJZEN EN DE WERKWIJZE VAN DE TOORTSSCHAKELAAR... 16 4.3 ACTIVERING VAN DE PARAMETERS... 16 4.4 LASPARAMETERS... 17 4.5 LASSEN MET ELEKTRODE (MMA)... 18 4.5.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: LASSTROOM... 18 4.5.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: HOT-START... 18 4.5.3 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: ARC FORCE... 18 4.6 TIG DC-LASSEN... 18 4.6.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: LASSTROOM... 18 4.6.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: GASNASTROOMTIJD... 18 4.7 MIG/MAG - LASSEN... 19 4.7.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: MIG/MAG -WERKSPANNING... 19 4.7.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: DRAADAANVOERSNELHEID... 19 4.7.3 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: REGELING VAN DE INDUCTANTIE... 19 4.7.4 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: GASNASTROOMTIJD... 19 4.7.5 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: SPEED LIMIT... 19 4.7.6 PANEEL VOOR DE REGELING VAN DE LASPARAMETERS... 20 5 TECHNISCHE GEGEVENS... 21 6 RESERVEONDERDELEN (WISSELSTUKKEN)... 23 6.1 MOTOR DRAADKOFFER... 25 6.2 ROLLEN VOOR DRAADKOFFER... 26 7 ELEKTRISCH SCHEMA... 27 7.1 MICRO MAG 301 PLUS... 27 3/28

1 INLEIDING BELANGRIJK! Deze documentatie moet aan de gebruiker worden gegeven vóór de installatie en de indienststelling van de apparatuur. Lees de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden" die afzonderlijk bij deze handleiding geleverd werd vóór de eerste installatie en de indienststelling van de apparatuur. De betekenis van de symbolen in deze handleiding en de bijbehorende waarschuwingen zijn te vinden in de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden". Ingeval de handleiding Algemene gebruiksvoorwaarden niet aanwezig zou zijn, is het onontbeerlijk een exemplaar aan te vragen aan de verkoper of aan de producent. Bewaar de documentatie voor toekomstig gebruik. LEGENDA GEVAAR! Deze grafiek wijst op levensgevaar of risico van ernstige letsels. AANDACHT! Deze grafiek wijst op een gevaar van letsels of materiële schade. VOORZICHTIG! Deze grafiek wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. VOORSTELLING De is een compacte robuuste stroombron met omvormer voor het MIG/MAG-lassen. Door het geringe gewicht en de beperkte buitenafmetingen kan de laspost overal naar toe gebracht worden waar u hem nodig hebt: is ontworpen om u een maximum aan vermogen, betrouwbaarheid en rendement te verschaffen. Via de omschakelaar aan de achterkant van het paneel, binnen in het motorcompartiment, kan de stroombron omgeschakeld worden om te werken met de MMA-, MIG/MAG- of TIG-werkwijzen. Er kunnen draadhaspels met een maximale diameter van 200 mm worden aangebracht. Akoestisch alarm. Om de stroombron te beschermen is er een alarm ingebouwd dat een akoestisch signaal afgeeft dat de primaire omvormer blokkeert ingeval de gemiddelde lasstroom gedurende meer dan 0.6 seconden hoger is dan 310 A. Ventilator. De ventilator wordt uitsluitend aangezet in de lasfase en blijft daarna nog een tijdje verder draaien, naargelang de lascondities. De ventilator wordt in ieder geval gecontroleerd door thermische sensoren die borg staan voor een correcte afkoeling van de machine. Aan de apparatuur te verbinden accessoires: - Debietmeter voor de regeling van het gasgebiet (in liter/minuut) aan de uitgang van de toorts. Gelieve u te wenden tot uw eigen leverancier voor een bijgewerkte lijst van het toebehoren en van de laatste verkrijgbare nieuwigheden. INFORMATIE Deze grafiek wijst op een informatie die belangrijk is voor het normale verloop van de handelingen. Dit symbool geeft aan dat er automatisch een actie wordt uitgevoerd ten gevolge van de eerder uitgevoerde actie. Dit symbool geeft aan dat er bijkomende informatie aanwezig is of verwijst naar een andere sectie van de handleiding waarin de overeenkomstige informatie te vinden is. Dit symbool geeft aan dat verwezen wordt naar een hoofdstuk. OPMERKINGEN De afbeeldingen in deze handleiding zijn louter bedoeld om toe te lichten en kunnen afwijken van de eigenlijke apparatuur. 4/28

2 INSTALLATIE GEVAAR! Opheffen en positionering Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. 2.3 ACHTERSTE PANEEL 1 2 2.1 AANSLUITING AAN HET VOEDINGSNET De karakteristieken van het voedingsnet waarmee de apparatuur verbonden moet zijn, zijn vermeld in de sectie "Technische gegevens" op pagina 21. De machine kan aangesloten worden op motorgeneratoren, voor zover voorzien wordt in een gestabiliseerde spanning. Sluit de diverse apparaten onderling aan en ontkoppel ze ook alleen met uitgeschakelde machine. 2.2 VOORPANEEL 1 2 3 4 1. Connector voor de gastoevoerbuis: fles stroombron 2. Schakelaar voor het uitschakelen en het inschakelen van de stroombron. 3. Voedingskabel. Totale lengte (inclusief interne onderdelen): 3.5 m Nummer e sectie van de geleiders: 4 x 1.5 mm 2 Types elektrische stekkers: niet meegeleverd 4. Debietmeter. (Door de passende kit aan te kopen en te installeren). 3 4 1. Lasstopcontact met positieve polariteit. 2. Lasstopcontact met negatieve polariteit. 3. Kabel polariteitskeuzeschakelaar. 4. EURO-stopcontact voor de lastoorts. 5/28

10. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. Smeltzekering ter bescherming van de transformator voor de voeding van de draadkoffermotor. Types: Vertraagd (T) Amperage: 630 ma Spanning: 500 V Voorbereiding MMA-lassen (polariteit met basische elektrode) 2.4 MMA-LASVOORBEREIDING 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 4. Steek de elektrode in de elektrodehouder. 5. Verbind de stekker van de elektrodehoudertang met het lasstopcontact volgens de gevraagde polariteit van het te gebruiken elektrodetype. 6. Steek de stekker van de massatang in de lasaansluiting volgens de gewenste polariteit. 7. Verbind de massatang met het werkstuk. GEVAAR! Risico op elektrische schokken! Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. 8. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 9. Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: MMA 6/28

2.5 VOORBEREIDING TIG-LASSEN Voorbereiding voor TIG-lassen (polariteit voor wolfram elektrode) 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Verbind de gasbuis afkomstig van de fles met de achterste gasaansluiting. 4. Open de kraan op de fles. 5. Verbind de stekker van de TIG -toorts met het EURO-stopcontact voor de lastoorts. 6. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 7. Steek de elektrode in de TIG-toorts. 8. Verbind de stekker van de kabel van de polariteitskeuzeschakelaar met het de lasaansluiting volgens de gevraagde polariteit. 9. Steek de stekker van de massatang in de lasaansluiting volgens de gewenste polariteit. 10. Verbind de massatang met het werkstuk. 11. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 12. Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: TIG DC 13. Open de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. 14. Regel indien gewenst met de debietmeter de hoeveelheid terwijl het gas uittreedt. 15. Sluit de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. 16. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 7/28

2.6 VOORBEREIDING VOOR MIG/MAG -LASSEN 2.6.1 POSITIONERING VAN DE DRAADHASPEL 1. Open het zijdeurtje van de apparatuur om toegang te verkrijgen tot het compartiment met de haspelhouder. 2. Draai de stop van de haspelhouderklos los. 2.6.2 POSITIONERING VAN DE DRAAD IN DE DRAADKOFFER 1. Zet de aandrukvoorzieningen van de draadkoffer omlaag. 3. Breng zo nodig een adapter voor de draadhaspel aan. 2. Draai de aandrukarmen van de draadkoffer omhoog. 3. Verwijder de beschermplaat. 4. Kies de draad volgens de te lassen dikte en het type te lassen materiaal. 5. Steek de draadhaspel op de klos en zorg ervoor dat deze goed op zijn plaats zit. 6. Regel het remsysteem van de haspelhouderklos af door de schroef harder of zachter aan te draaien zodat de draad niet te sterk onder trekspanning staat tijdens het afrollen en op het moment dat de draad stilstaat de haspel ook ogenblikkelijk stopt met draaien zonder te veel draad af te rollen. 4. Controleer of de rollen die passen bij het type draad dat u van plan bent te gebruiken aangebracht zijn. (Zie 6.2 pagina 26.) De diameter van de groef in de rol en de diameter van de te gebruiken draad moeten gelijk zijn. De vorm van de rol moet aangepast zijn aan de materiaalsamenstelling van de draad. De groef moet U-vormig zijn voor zachte materialen (aluminium en legeringen, CuSi3). De groef moet V-vormig zijn voor hardere materialen (SG2-SG3, roestvast staal). Er zijn geribbelde rollen verkrijfraar voor draad met harskern. 7. Breng de stop weer aan en draai hem vast. 8/28

5. Voer de draad tussen de rollen van de draadkoffer en steek hem in de drevel van de MIG/MAG -toortsaansluiting. 6. Controleer of de draad goed in de groeven van de rollen zit. 7. Sluit de aandrukarmen van de draadkoffer. 8. Regel het aandruksysteem zo dat de armen de draad aandrukken met een kracht die de draad niet vervormt en een slipvrije voeding garandeert. 2.6.3 AANSLUITING AAN DE STOPCONTACTEN 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Verbind de gasbuis afkomstig van de fles met de achterste gasaansluiting. 4. Open de kraan op de fles. 5. Verbind de stekker van de MIG/MAG -toorts met het EUROstopcontact voor de lastoorts. 6. Steek de stekker van de massatang in de lasaansluiting volgens de gewenste polariteit. 7. Verbind de stekker van de kabel van de polariteitskeuzeschakelaar met het de lasaansluiting volgens de gevraagde polariteit. 8. Verbind de massatang met het werkstuk. 9. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 10. Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: MIG/MAG 9. Breng de beschermplaat weer aan. 10. Sluit het zijdeurtje van het toestel. 11. Laat de draad in de toorts lopen tot hij uit de punt van de toorts komt, door op de toets te drukken die zich op de gebruikersinterface van de apparatuur bevindt. De invoersnelheid bedraagt 2 m/min gedurende 3 seconden en vervolgens 15 m/min. De draad stopt door deze toets los te laten. Dit is zo voorzien om een lagere snelheid te hebben en dus een hogere nauwkeurigheid bij het invoeren van de draad op het moment waarop deze in het mondstuk van de toorts binnenkomt. 12. Kies d.m.v. de gebruikersinterface de werkwijze van de toortsschakelaar. 13. Open de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. 14. Regel indien gewenst met de debietmeter de hoeveelheid terwijl het gas uittreedt. 15. Sluit de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. 16. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 9/28

Voorbereiding MIG/MAG 10/28

3 INBEDRIJFSTELLING 3.1 GEBRUIKERSINTERFACE AFKORTING SYMBOOL L1 L2 L3 L4 L5 L6 L10 Brandt om een abnormale bedrijfstoestand te melden. Zie 3.5 ALARMBEHEER pagina 14. BESCHRIJVING Het branden duidt op de weergave van de gemiddelde waarde van de gemeten spanning en stroom aan het einde van het lassen. De waarde wordt op de volgende displays weergeven: D1-D2 Brandt als er spanning aanwezig is op de uitgaande stopcontacten. Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: VOLT Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: METER PER MINUUT Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: AMPÈRE Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 2 tijden. L11 D1 D2 Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 4 tijden. Instelling van de parameters/functies Werkwijze MIG/MAG: het display geeft de ingestelde draadsnelheid weer. Werkwijze MMA: het display geeft de gemeten stroomsterkte weer tijdens het lassen in ampère. Werkwijze TIG: het display geeft de gemeten stroomsterkte weer tijdens het lassen in ampère. Lassen Het display geeft de gemeten stroomsterkte tijdens het lassen weer in ampère. Functie van het menu Het display geeft de afkorting van de te regelen parameter of functies weer. Instelling van de parameters/functies Werkwijze MIG/MAG manueel: het display geeft de ingestelde spanning weer. Werkwijze MMA: het display geeft MMA weer. Werkwijze TIG: het display geeft tig weer. Lassen Het display geeft de gemeten spanning weer gedurende het lassen (volt). Functie van het menu Het display toont de waarde van de te regelen parameter of functies. 11/28

AFKORTING SYMBOOL S1 S2 S3 POT1 POT2 POT3 SEL1 BESCHRIJVING Door op deze toets te drukken, wordt de elektromagnetische gasklep voor het vullen van de kring geactiveerd en om de druk in te stellen met de drukregelaar boven op de gasfles. Regeling van de GASNASTROOMTIJD Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. (Zie 4.6.2 pagina 18.) Werkwijze MIG/MAG: door op deze toets te drukken, wordt de draad in de toorts ingevoerd. Regeling van de SPEED LIMIT Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. (Zie 4.7.5 pagina 19.) Werkwijze MIG/MAG: met deze toets selecteert u de werkwijze van de toortsschakelaar. Regeling van de HOT-START Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. (Zie 4.5.2 pagina 18.) Werkwijze MIG/MAG: met deze potentiometer wordt de waarde van de inductantie ingesteld. Werkwijze MMA: de potentiometer stelt de waarde in van de volgende parameter: ARC FORCE Instelling van de parameters/functies Werkwijze MIG/MAG: de potentiometer stelt de waarde in van de volgende parameter: DRAADAANVOERSNELHEID Functie van het menu De potentiometer kiest de te regelen functie of parameter. Instelling van de parameters/functies Werkwijze MIG/MAG: de potentiometer stelt de lasspanning in. Functie van het menu De potentiometer stelt de waarde van de functie of van de geselecteerde parameter in. De keuzeschakelaar wordt gebruikt voor het instellen van de laswerkwijze. 12/28

3.2 INSCHAKELING VAN DE APPARATUUR Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. AL.HEA. Het bericht verschijnt gedurende enkele seconden op de volgende displays: D1-D2 Eerste inschakeling of inschakeling na de RESET-procedure De stroombron maakt zich klaar om te lassen met de fabriekswaarden. Opeenvolgende inschakelingen De stroombron maakt zich klaar in de laatste stabiele lasconfiguratie die aanwezig was voor de uitschakeling. 3.3 RESET (LADEN VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN) De reset-procedure zorgt voor het volledig terugzetten van waarden, parameters en geheugens op de fabrieksinstellingen. Alle geheugenplaatsen zullen gewist worden en dus ook de volledige persoonlijke lasinstellingen! Deze procedure is in de volgende gevallen nuttig: - Teveel wijzigingen aan de lasparameters en moeilijkheid om de fabrieksparameters weer in te stellen. - Niet-geïdentificeerde softwareproblemen die de juiste werking van de stroombron beletten. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. S1 S3 Houd beide toetsen ingedrukt. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. GELIJKTIJDIGE ACTIES FAC Het bericht verschijnt op de volgende displays: D2 Laat de toetsen weer los. 13/28

3.4 REGELING VAN DE GASSTROOMTIJD Bij de inschakeling van de apparatuur wordt de elektromagnetische klep gedurende 1 seconde geactiveerd. In deze werkwijze wordt het gascircuit gevuld. S1 S1 Open de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. Regel de druk van het gas dat uit de toorts komt d.m.v. de debietmeter die met de gasfles is verbonden. Sluit de elektromagnetische gasklep door op deze toets te drukken en hem weer los te laten. De elektromagnetische klep gaat na 15 seconden automatisch weer dicht. 3.5 ALARMBEHEER Deze led gaat branden wanneer er een probleem is met de werking. Een alarmbericht wordt op het volgende display weergegeven: D1-D2 Tab. 1 - Alarmberichten BERICHT BETEKENIS GEBEURTENIS CONTROLES AL. HEA. Thermisch alarm Geeft aan dat de thermische bescherming door een te hoge temperatuur van de stroombron tussenbeide is gekomen. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. Laat de apparatuur ingeschakeld om de oververhitte delen sneller af te koelen. Als het probleem verdwenen is, start de stroombron automatisch weer op. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. Een geluidssignaal weerklinkt (buzzer). - Controleer of het door het momenteel door het lasproces gevraagde vermogen lager is dan het maximaal opgegeven vermogen. - Controleer of de werkomstandigheden conform zijn met die welke op het kenplaatje van de stroombron zijn vermeld. - Controleer of er voldoende luchtcirculatie is rond de stroombron. AL. Cur. Alarm te hoge stroom Geeft aan dat de bescherming tegen overbelasting van de stroombron in actie is gekomen. Deactivering van het geluidssignaal: - in de werkwijze 2T van de toortsschakelaar, de toortsschakelaar loslaten. - het geluidssignaal dooft in de werkwijze 4T van de toortsschakelaar automatisch na 5 seconden. De alarmvoorwaarden worden verlaten door een van de volgende functies uit te voeren: - druk op eender welke toets. - uitschakelen van de stroombron. - Controleer of de ingestelde waarde van de boogspanning niet te hoog is voor de dikte van het te lassen werkstuk. 14/28

4 LASINSTELLINGEN 4.1 WERKING VAN DE TOORTSSCHAKELAAR TIG-LASSEN 2-TAKT LIFT-ARC) (2T) 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. TIG-LASSEN 4-TAKT LIFT-ARC) (4T) 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 5. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. MIG/MAG-LASSEN 2-TAKT (2T) 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. De draad wordt toegevoerd met de naderingssnelheid tot hij contact maakt met het materiaal. De boog slaat over en de snelheid van de draad neemt toe tot de ingestelde waarde. 3. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. Ga door met het gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd (regelbare tijd). MIG/MAG-LASSEN 4-TAKT (4T) 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). De draad wordt toegevoerd met de naderingssnelheid tot hij contact maakt met het materiaal. De boog slaat over en de snelheid van de draad neemt toe tot de ingestelde waarde. 3. Druk de toortsschakelaar (3T) in om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. Laat het gas toevoeren tot u de toortsschakelaar lost. 4. Laat de toortsschakelaar los (4T) om de gasnastroomprocedure te starten (regelbare tijd). 15/28

4.2 SELECTIE VAN DE LASWERKWIJZEN EN DE WERKWIJZE VAN DE TOORTSSCHAKELAAR SEL1 Kies d.m.v. de keuzeschakelaar een van de volgende laswerkwijzen. S3 D.m.v. deze toets kiest u een van de volgende werkwijzen van de toortsschakelaar. PROCEDÉ WERKWIJZEN 2-TAKT 4-TAKT MMA TIG DC CONTINU MIG/MAG 4.3 ACTIVERING VAN DE PARAMETERS De lasparameters zijn beschikbaar naargelang van de gekozen werkwijze en het ingestelde lasproces. De tabel geeft aan welke instellingen moeten worden uitgevoerd om voor elke parameter de vrijgave te verkrijgen. WERKWIJZEN PROCEDÉ PARAMETER LASSTROOM HOT-START ARC FORCE GASNASTROOMTIJD MIG/MAG -WERKSPANNING DRAADAANVOERSNELHEID SPEED LIMIT INDUCTANTIE SOFT-ARC BURN-BACK SOFT-START MOTORKARAKTERISTIEK ("SLOPE") 16/28

4.4 LASPARAMETERS LASSTROOM Is de waarde van de opgewekte stroom gedurende lassen. HOT-START Deze parameter helpt de elektrode te smelten op het moment van de vonkoverslag. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Vergemakkelijkt de vonkoverslag. - Meer spatten aan het begin. - Vergroot de oppervlakte van de ontsteking. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Moeilijkheid bij de vonkoverslag. - Minder spatten in het begin. - Vermindert de oppervlakte van de vonkoverslag. ARC FORCE Deze parameter helpt de elektrode om niet vast te blijven plakken tijdens het lassen. Tijdens het smelten van de elektrode komen delen van de bekleding die slecht geleidend zijn los en hebben de neiging om tussen de punt van de smeltende elektrode en het te lassen werkstuk terecht te komen. Daardoor ontstaan onderbrekingen van de lasboog. Bovendien gebeurt het dat de elektrode in contact komt met het te lassen werkstuk en een kortsluiting veroorzaakt waarbij de boog vervolgens dooft. Om dus te vermijden dat de lasboog dooft, worden ogenblikkelijke stroompieken opgewekt in overeenstemming met vooraf instelbare spanningsdrempels van de elektrische boog. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Vloeiendheid van het lassen. - Stabiliteit van de lasboog. - Beter smelten van de elektrode in het werkstuk. - Grotere lasspatten. Gevolg van een vermindering van de waarde: - De lasboog dooft gemakkelijker. - Minder lasspatten. GASNASTROOMTIJD Tijd waarop gas wordt toegevoerd na het doven van de lasboog. De gasnastroomtijd is nuttig bij lassen met hoge stromen of met materialen die gemakkelijk oxideren om het afkoelen van het smeltbad in een niet-vervuilde atmosfeer te bevorderen. Behalve in speciale gevallen moet de waarde over het algemeen laag worden gehouden. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Betere vlamreiniging (mooier uitzicht van het uiteinde van de las). - Meer gasverbruik. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Minder gasverbruik. - Oxidatie van de punt (moeilijker vonkoverslag van de lasboog). SPEED LIMIT Deze parameter dient voor beperken van de maximumsnelheid van de motor die d.m.v. de potentiometer geregeld kan worden. INDUCTANTIE Gevolgen van het verhogen van de waarde: - "Zachtere" las. - Minder spatten. - Minder veilig begin van de bewerking. Gevolg van een vermindering van de waarde: - "Hardere" las. - Meer spatten. - Veiliger begin van de bewerking. SOFT-ARC Parameter die het lassen van aluminium en roestvast staal met geringe dikt optimaliseert. BURN-BACK De waarde van burn back heeft te maken met de hoeveelheid draad die na afloop van het lassen wordt verbrand. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Veel draad in de straalpijp van de toorts. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Aan het begin steekt er een langer stuk draad uit. SOFT-START Soft start is de naderingssnelheid van de draad naar het te lassen werkstuk. De waarde wordt uitgedrukt in percentage van de ingestelde snelheid. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Het begin van de las is zachter. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Het begin van de las kan moeilijk verlopen. MOTORKARAKTERISTIEK ("SLOPE") Tijden gebruikt om van de soft start snelheid over te gaan naar de lassnelheid. MIG/MAG -WERKSPANNING Met deze parameter wordt de lasspanning ingesteld voor de MIG/MAG-werkwijze. DRAADAANVOERSNELHEID Met deze parameter wordt de snelheid ingesteld waarmee de lasdraad wordt toegevoerd. De maximaal instelbare snelheid kan beperkt worden door middel van de parameter "speed". 17/28

4.5 LASSEN MET ELEKTRODE (MMA) SEL1 Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: MMA MMA Het bericht verschijnt op de volgende displays: D2 4.5.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: LASSTROOM E1 Wijzig de waarde van de lasparameter d.m.v. de potentiometer. De waarde wordt weergegeven op het volgende display: D1 PARAMETER MIN STANDAARD MAX LASSTROOM 10 A 80 A 250 A 4.5.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: HOT-START S3 POT3 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. De afkorting m.b.t. de te wijzigen instelling verschijnt op volgende displays: D1 De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D2 Wijzig de waarde van de geselecteerde instelling d.m.v. de potentiometer. Druk op eender welke toets om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX H.S. HOT-START 0 % 50 % 100 % 4.5.3 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: ARC FORCE POT3 Wijzig de waarde van de instelling d.m.v. de potentiometer. PARAMETER MIN STANDAARD MAX ARC FORCE 0 % - % 200 % 4.6 TIG DC-LASSEN SEL1 Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: TIG DC tig Het bericht verschijnt op de volgende displays: D2 4.6.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: LASSTROOM E1 Wijzig de waarde van de lasparameter d.m.v. de potentiometer. De waarde wordt weergegeven op het volgende display: D1 PARAMETER MIN STANDAARD MAX LASSTROOM 10 A 80 A 250 A 4.6.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: GASNASTROOMTIJD S1 POT3 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. De afkorting m.b.t. de te wijzigen instelling verschijnt op volgende displays: D1 De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D2 Wijzig de waarde van de geselecteerde instelling d.m.v. de potentiometer. Druk op eender welke toets om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX Po.G. GASNASTROOMTIJD 0.0 s 3.0 s 10.0 s 18/28

4.7 MIG/MAG - LASSEN SEL1 Kies d.m.v. de keuzeschakelaar binnen in het compartiment met de haspel de volgende laswerkwijze: MIG/MAG 4.7.1 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: MIG/MAG -WERKSPANNING POT3 Wijzig de waarde van de lasparameter d.m.v. de potentiometer. De waarde wordt automatisch in het geheugen opgeslagen. PARAMETER MIN STANDAARD MAX MIG/MAG -WERKSPANNING 10.0 V - 40.0 V 4.7.2 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: DRAADAANVOERSNELHEID POT2 Wijzig de waarde van de lasparameter d.m.v. de potentiometer. De waarde wordt automatisch in het geheugen opgeslagen. PARAMETER MIN STANDAARD MAX DRAADAANVOERSNELHEID 1.0 m/min 20.0 m/min 4.7.3 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: REGELING VAN DE INDUCTANTIE POT1 Wijzig de waarde van de lasparameter d.m.v. de potentiometer. 4.7.4 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: GASNASTROOMTIJD S1 POT3 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu te gaan. De afkorting m.b.t. de te wijzigen instelling verschijnt op volgende displays: D1 De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D2 Wijzig de waarde van de geselecteerde instelling d.m.v. de potentiometer. Druk op eender welke toets om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX Po.G. GASNASTROOMTIJD 0.0 s 3.0 s 10.0 s 4.7.5 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: SPEED LIMIT Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. S2 Houd de toets ingedrukt. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. GELIJKTIJDIGE ACTIES POT3 De afkorting m.b.t. de te wijzigen instelling verschijnt op volgende displays: D1 De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D2 Wijzig de waarde van de geselecteerde instelling d.m.v. de potentiometer. Druk op eender welke toets om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX SP.L. SPEED LIMIT 1.0 m/min 20.0 m/min 20.0 m/min 19/28

4.7.6 PANEEL VOOR DE REGELING VAN DE LASPARAMETERS De afbeelding toont het paneel voor de regeling van de MIG/MAGlasparameters dat toegankelijk is door het deurtje van de draadkoffer te openen. Als het paneel niet is aangebracht, geeft de microprocessor automatisch de standaardwaarde van de parameters aan. PARAMETER MIN STANDAARD MAX SOFT-ARC 10 A 30 A 50 A BURN-BACK 0 ms 30 ms 100 ms SOFT-START 10 % 30 % 100 % MOTORKARAKTERISTIEK ("SLOPE") 0 ms 0 ms 200 ms 20/28

5 TECHNISCHE GEGEVENS Toepasselijke richtlijnen Constructienormen Conformiteitslabel Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Lage spanning (LVD) Beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (RoHS) EN 60974-1; EN 60974-5; EN 60974-10 Klasse A Apparatuur conform de vigerende Europese richtlijnen Apparatuur bruikbaar in omgevingen met vergroot risico op elektrische schokken Apparatuur conform de richtlijn AEEA Ingangsspanning Bescherming van het net Zmax Afmetingen (B x D x H) Gewicht Isolatieklasse Beschermingsgraad Koeling Maximale gasdruk Motorsnelheid Draadhaspel (Ø / gewicht) Statische karakteristiek Regelbereik stroom en spanning Lasstroom / Werkspanning Maximaal opgenomen vermogen Maximaal opgenomen stroom Apparatuur conform de richtlijn RoHS 3 x 400 Va.c. ± 15 % / 50-60 Hz 16 A Vertraagd Deze apparatuur is conform de norm IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de toegelaten maximale systeemimpedentie kleiner is dan of gelijk is aan 153 mω in het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het openbaar systeem. De installateur of de gebruiker van de apparatuur moet er, zo nodig in overleg met de operator van het distributienet, voor zorgen dat de apparatuur slechts met één voeding verbonden is met een toegelaten maximale systeemimpedentie van kleiner dan of gelijk aan 153 mω. 410 x 270 x 355 mm 19.0 kg H IP23S AF: Geforceerde luchtkoeling (met ventilator) 0.5 MPa (5 bar) 1.0-20.0 m/min 200 mm / 5 kg MMA Dalende karakteristiek TIG Dalende karakteristiek MIG/MAG Vlakke karakteristiek MMA 10 A / 20.4V - 250 A / 30.0 V TIG 10 A / 10.4 V - 250 A / 20.0 V MIG/MAG 5 A / 14.2 V - 300 A / 29.0 V 40 % (40 C) 250 A / 30.0 V MMA 60 % (40 C) 220 A / 28.8 V 100 % (40 C) 190 A / 27.6 V 50 % (40 C) 250 A / 20.0 V TIG 60 % (40 C) 240 A / 19.6 V 100 % (40 C) 210 A / 18.4 V 35 % (40 C) 300 A / 29.0 V MIG/MAG 60 % (40 C) 230 A / 25.5 V 100 % (40 C) 200 A / 24.0 V 40 % (40 C) 8.7 kva - 8.4 kw MMA 60 % (40 C) 7.3 kva - 7.0 kw 100 % (40 C) 6.1 kva - 5.8 kw 50 % (40 C) 6.1 kva - 5.8 kw TIG 60 % (40 C) 5.8 kva - 5.5 kw 100 % (40 C) 4.8 kva - 4.5 kw 35 % (40 C) 10.3 kva - 9.7 kw MIG/MAG 60 % (40 C) 6.9 kva - 6.5 kw 100 % (40 C) 5.8 kva - 5.5 kw 40 % (40 C) 12.7 A MMA 60 % (40 C) 10.6 A 100 % (40 C) 8.8 A 50 % (40 C) 8.8 A TIG 60 % (40 C) 8.3 A 100 % (40 C) 6.8 A 35 % (40 C) 15.0 A MIG/MAG 60 % (40 C) 10.0 A 100 % (40 C) 8.4 A 21/28

Geabsorbeerde efficiënte stroom Spanning bij nullast (U0) 40 % (40 C) 8.0 A MMA 60 % (40 C) 8.2 A 100 % (40 C) 8.8 A 50 % (40 C) 6.2 A TIG 60 % (40 C) 6.4 A 100 % (40 C) 6.8 A 35 % (40 C) 8.8 A MIG/MAG 60 % (40 C) 7.7 A 100 % (40 C) 8.4 A MMA 53 V TIG 53 V MIG/MAG 53 V 22/28

6 RESERVEONDERDELEN (WISSELSTUKKEN) 23/28

N CODE BESCHRIJVING 1 045.0002.0005 SUPPLY CABLE 2 011.0009.0119 FAN COVER REAR PLATE 3 040.0001.0015 THREE-POLE SWITCH 4 016.0011.0007 CAP Ø= 11 5 011.0009.0103 REAR PLATE 6 017.0001.5542 SOLENOID VALVE 7 003.0002.0015 FAN 8 011.0009.0102 FAN SUPPORT 9 011.0009.0110 INTERNAL FAN SUPPORT 10 040.0006.1880 FUSE CARRIER 11 011.0006.0050 SPOOL SUPPORT 12 011.0009.0104 INTERNAL PLATE 13 050.0001.0084 FAN CONTROL BOARD 14 041.0006.0005 AUXILIARY TRANSFORMER 15 040.0003.1003 THERMAL CUT-OUT 16 011.0009.0107 INTERNAL SUPPORT 17 015.0001.0014 HEAT SINK 18 032.0001.8215 THREE PHASE BRIDGE RECTIFIER 19 011.0009.0108 INTERNAL CONVEYOR 20 050.0001.0041 MOTOR BOARD 21 050.0001.0119 PRIMARY CAPACITOR BOARD 22 041.0004.0301 HALL EFFECT SENSOR 23 015.0001.0013 SECONDARY HEAT SINK 24 040.0003.1007 THERMAL CUT-OUT 25 050.0001.0091 POWER BOARD 26 012.0003.0000 INTERNAL FRAMEWORKS 27 011.0000.0681 COVER PLATE 28 011.0006.0031 HANDLE 29 032.0002.2003 ISOTOP DIODE 30 050.0003.0044 SNUBBER BOARD 31 011.0009.0109 FRONTAL CONVEYOR 32 044.0004.0013 INDUCTANTIE 33 022.0002.0127 SWITCH + CABLE 34 014.0002.0004 KNOB WITH POINTER 35 014.0002.0008 KNOB WITH POINTER 36 050.5063.0000 LOGIC FRONT PANEL 37 021.0001.0259 FIXED SOCKET 38 021.0001.2005 PLASTIC HOUSING 39 022.0002.0005 MOVABLE PLUG 40 011.0009.0106 FRONT PLATE 41 021.0001.2001 AXIAL EURO BODY 42 011.0009.0105 LOGIC PROTECTION PLATE 43 021.0001.2011 STING 44 021.0001.2021 CAPILLARY TUBE 45 050.0001.0077 POTENTIOMETER BOARD 46 014.0002.0021 KNOB WITH POINTER 47 011.0009.0120 MOTOR SUPPORT PLATE 48 016.0011.0009 CAP Ø= 16 49 010.0008.0002 WIRE FEEDER MOTOR 50 011.0009.0100 LOWER COVER 51 016.0009.0003 RUBBER FOOT 52 011.0000.0691 DOOR PLATE 53 011.0006.0006 PLASTIC HINGE 54 011.0006.0002 SLIDE CLOSURE 55 011.0009.0112 REAR FIXING PLATE 56 045.0000.0007 CABLE CLAMP 57 042.0003.0003 POWER TRANSFORMER 58 045.0006.0053 COPPER BRACKET (POSITIVE POLE) 24/28 59 045.0006.0052 COPPER BRACKET (NEGATIVE POLE) 60 011.0009.0121 TRANSFORMER SUPPORT PLATE 61 011.0002.0018 SOLENOID VALVE PLATE 62 011.0009.0127 INTERNAL PLATE 63 002.0000.0284 SCREW CAP FOR SPOOL HOLDER 64 045.0006.0080 FRONT FIXING PLATE 65 013.0007.0703 FRONT PANEL LABEL 66 013.0000.8009 LOGIC BOARD PLATE 67 050.0002.0082 LOGIC BOARD

6.1 MOTOR DRAADKOFFER 25/28

N CODE BESCHRIJVING 1 002.0000.0205 COMPLETE PRESSURE ARM 2 002.0000.0203 COMPLETE PRESSURE DEVICE 3 002.0000.0201 MOTOR COIL 4 002.0000.0259 INLET GUIDE WITH SOFT LINER 5 002.0000.0202 FEED PLATE 6 002.0000.0266 GUARD SAFETY KIT 7 002.0000.0212 INSULATION MOUNTING KIT 8 002.0000.0209 GEAR ADAPTOR FEED ROLL 9 002.0000.0210 MAIN GEAR DRIVE 10 002.0000.0207 SCREW 11 002.0000.0208 SCREW 12 002.0000.0211 GEAR ADAPTOR FEED ROLL 13 002.0000.0255 SHAFT 14 002.0000.0121 FEED ROLL 15 002.0000.0270 WASHER 16 002.0000.0269 PRESSURE ARM HOLDER AXIS 17 002.0000.0271 SCREW 18 002.0000.0272 SPRING PRESSURE ARM AUTO LIFT 19 002.0000.0273 SPACE TUBE PRESSURE ARM AUTO-LIFT 20 002.0000.0274 SCREW 21 002.0000.0275 CIRCLIP 22 002.0000.0276 LOCATING PIN PRESSURE ARM 23 002.0000.0277 HOLDER 24 002.0000.0278 AXLE GAUGE 25 002.0000.0279 PRESSURE ROLL 26 002.0000.0280 LOCATING PIN PRESSURE DEVICE 27 002.0000.0281 GEAR ADAPTOR 28 002.0000.0282 DRIVING ROOL SCREW 6.2 ROLLEN VOOR DRAADKOFFER D = 30 mm d = 14 mm N CODE DRAADDIAMETER TYPE GROEF 0.6-0.8 002.0000.0119 0.8-1.0 002.0000.0120 1.0-1.2 002.0000.0121 V-vormige groef Volle Draad 1.2-1.6 002.0000.0125 14 1.0-1.2 002.0000.0124 1.2-1.6 002.0000.0127 VK-vormige groef Draad met kern 0.8-1.0 002.0000.0122 1.0-1.2 002.0000.0123 U-vormige groef Aluminium draad 1.2-1.6 002.0000.0126 26/28

7 ELEKTRISCH SCHEMA 7.1 MICRO MAG 301 PLUS 27/28

28/28 www.welda.be F +32 (0)9 355 92 01