6.2. Werkstuk door een scholier 2517 woorden 4 maart keer beoordeeld. Levensbeschouwing

Vergelijkbare documenten
Maand 10 week 1: Mozes sterft.

beschrijving kerkdienst voor onze gasten

DIENST VAN DE VOORBEREIDING. Welkom en mededelingen Allen gaan staan

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Zondag 34. Zondag 34 gaat over de Wet van God. Lees de tekst van Zondag 34. Vraag 92 : Hoe luidt de Wet des HEEREN?

De Tien Woorden. In de versies 1-5 en 7 worden de aanhef en de afsluiting altijd door de voorganger gesproken; de Tien Woorden door een lector.

Bijbel voor Kinderen presenteert VEERTIG JAREN LANG

Zet de 3 namen in de juiste volgorde: Aäron Rebekka Kaïn : Lea Jochebed Hagar :

DIENST VAN DE VOORBEREIDING

Online Bijbel voor kinderen. presenteert VEERTIG JAREN LANG

Numeri. Raymond R. Hausoul

Bijbelrooster. Reizen met Mozes Samenstelling: mevr. H.J. de Jongste en mevr. M. Quist

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

De tabernakel. De Bijbel Open. God wil mensen ontmoeten

LES 10 EEN PASCHA EN EEN DOORPAS OP DE BELOFTEWEG. Exodus 1-14

Maand 9 week 1: De tabernakel.

Maand 9 week 1: De tabernakel.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE

Bijbel voor Kinderen. presenteert VEERTIG JAREN LANG

Les 30. Bingo bij het verhaal van de bevrijding uit Egypte. zesde. vader en moeder. tien. jongens. Mozes. mandje. heilige der heilige.

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

DE UITTOCHT UIT EGYPTE

Wat was de reden dat Gods volk in de woestijn zaten te mopperen?

Liturgie voor de ochtenddienst op zondag 12 augustus 2018, in de Hervormde Kerk te Den Ham. Thema: Brood op de plank

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit?

Kerkboekje voor onze gasten Als je nog (bijna) nooit eerder in een kerk bent geweest.

Op welke wijze kreeg Mozes een les in geloof dat hij door God is aangewezen Gods volk te leiden?

Door welke gebeurtenis waren de vijanden van Israël bang geworden voor Gods volk?

Wie gaf het bevel om Kanaän te verkennen en hoeveel mensen moesten dat gaan doen en wat viel bij de samenstelling op?

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Preek over Hebreeën 11,23-29 (Themadienst Kerk&School): Mozes kiest! Wat kies jij?

Wie overleed en waar was het volk toen?

U daalde neer van Uw troon om mens te zijn. Van de stal naar het kruis droeg U mijn pijn. Van het kruis naar het graf. Uit het graf weer opgestaan.

Deel 1 PESACH EN PASEN

DAG DATUM TIJDSTIP GEBEURTENIS BIJBELTEKST 4 dagen voor Pesach

Maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde.

Openluchtdienst! speelruimte om te leven!

De Sabbat in de Thora

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Welke instelling heeft God bepaald en waarom mag er niet gegeten worden wat gezuurd is?

De tabernakel. De Bijbel Open. God wil mensen ontmoeten

Wat zei Israël over Ruben?

Wat zag Mozes voor zijn ogen gebeuren? en hun dwangarbeid aanzag, en naar zijn broeders vertrok. Exodus 2:11, eerste deel

Waaruit blijkt dat de Israëlieten onder de indruk waren van de verlossing die God hen schonk?

Wegwijs in de Bijbel. 3 e avond met Mozes door de woestijn

Welk visioen ging in vervulling?

Naar welk kamp vertrok Gods volk en welke ontdekking deden zij daar?

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël?

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

Liturgie voor de morgendienst zondag 6 januari Thema: Waar het hart vol van is, daar stroomt de mond van over

Welke opdracht ontving Mozes van God?

1 L14206

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Liturgie morgendiensten zondag 22 oktober Andreaskerk Voorganger: ds. Reinoud Koning Organist: Ans Kuus

Welk volk bond de strijd aan met Israël en wat was het resultaat na de strijd?

Het is van belang dat de les wordt gelezen door het kind met hulp van een ouder.

Pascha. Feest van de ongezuurde broden

MISJPATIEM (Bepalingen) Sjemot 21:1-24:18

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

DE UITTOCHT UIT EGYPTE

GELOOF GROOT BEGIN KLEIN! GRAAF EEN GREPPEL!

Welke voorbereidingen trof Jozua; wat valt daarbij op en is het goed om alles grondig uit te zoeken?

Wie nam Jethro mee naar Mozes?

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Protestantse gemeente Haaksbergen-Buurse i.o.

De aanbidding van het gouden kalf Een feest voor de HEER? Een gouden kalf voor de HEER?

DE UITTOCHT UIT EGYPTE

Jezus is onze Hogepriester Zijn leven

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

Zondag 17 maart Voorganger: Ds. Jennie Lambers-Niers. Organist: Eril Nijzink

Bijbelstudie Door het geloof I

Hij heeft u. en al uw broeders, de zonen van Levi, met u laten naderen; wilt u nu ook het priesterambt? Wat wilden Korach en zijn 252 metgezellen?

Wat zei God tegen Jozua?

Hij is niet genadig, omdat iemand dat waardig is, maar alleen omdat Hij Zelf zo genadig is. Gods naam geeft Zijn wezen weer

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?

Warffum seizoen Uw koninkrijk kome

Voorganger: Onze hulp is in de naam van de Heer. Die hemel en aarde gemaakt heeft

Waren we nog maar in Egypte... Numeri 11:4-10 (NBV) WAREN WE NOG MAAR IN EGYPTE... NUM. 11:4-10

IN GESPREK MET Oude Testament

ORDE VAN DIENST voor zondagmorgen 19 februari, aanvang: uur.

Hoe reageerden de inwoners van Gibeon op de overwinning van Israël dankzij de Hulp van God?

Hoeveel koningen besloten om Gibeon aan te vallen en wat was de reden hiervoor?

binnenwerk Licht op het pad Definitief _Opmaak :55 Pagina 9 ARI JANU

Kerkboekje. voor onze gasten. Als je nog (bijna) nooit eerder in. een kerk bent geweest

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

Gods naam geeft Zijn wezen weer

Zingen: Op Toonhoogte 275 (Joh.de Heer, lied 569) Heer, wees mijn Gids

Bijbelrooster. Ik ben de HEERE, uw God Samenstelling: mw. H.J. de Jongste-Huisman en mw. M. Quist

Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän?

Israël zondag Israël 70 jaar teken van hoop! Kinderprogramma. Werkvormen voor club of vereniging

Tegen wie trok Israël ten strijde en waar sloegen zij hun kamp op?

Naar welke berg trokken zij op en hoe lang waren zij toen uit Egypte?

ORDE VAN DIENST zondag 14 april 2019

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde,

Laatste voorbereidingen 1. Besnijdenis, niet op basis van eigen kracht 2. Pascha, verbond wordt hersteld 3. Begin van een nieuw tijdperk

De exodus. Foto s van het materiaal

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 2517 woorden 4 maart 2005 6.2 25 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing De uittocht, De dag voordat de Israëlieten uit Israël gingen was het Pascha. De Pascha maaltijd bestaat uit brood met bittere saus en een lam. Het lam was een voorbeeld van Jezus, want dat lam was gedood en geslacht, zo zou ook de Heere Jezus gedood, gekruisigd worden. Dat lam stierf, opdat zij zouden leven. Zo zou ook de Heere sterven. De Israëlieten moesten het lam bewaren tot de veertiende dag van de maand en het dan slachten tussen 2 avonden. Het bloed van het lam moesten ze aan beide zijposten en aan de bovendorpel strijken van het huis waar zij het lam zullen eten. De huizen waar dat niet was gebeurd zou de eerstgeborene gedood worden. Niet alleen de mensen, ook de dieren. Achter het bloed waren de Israëlieten veilig. Dit was de tiende en laatste plaag die God over Egypte zond. Midden in de nacht riep de Farao Mozes en Aäron bij zich en gebood hun het land uit te trekken en alles en iedereen mee te nemen. En de Israëlieten deden wat Mozes hen gebood en beroofden de Egyptenaren van al hun zilver, goud en klederen. Vierhonderdendertig jaar hadden ze in Egypte gewoond en nu gingen ze op reis naar het beloofde land Kanaän. Ze reisden met ongeveer zeshoderdduizend mannen. Allemaal lopend. Ze hadden deeg uit Egypte meegenomen om ongezuurde broden van te bakken. Die moesten ze zeven dagen eten en na die zeven dagen zal de HEERE een feest zijn. Ze wisten de weg niet maar God hielp hun. Overdag met een wolkkolom en 's nachts met de vuurkolom. En God leidde hen naar de Schelfzee. Door de Schelfzee, De Farao kwam hen achterna. Hij heeft er spijt van dat hij zijn slavenvolk heeft laten gaan. De Israëlieten konden zich niet verdedigen, ze zouden immers nooit tegen de sterke wagens en wapens van de Farao op kunnen. Vluchten konden ze ook niet, voor hun lag de Schelfzee. Mozes riep God of Hij hun wilde helpen en God hielp. De wolkkolom ging achter hun en aan de kant van de Egyptenaren wordt het heel donker. De Heere gebied Mozes om zijn staf over de zee uit te strekken en Mozes deed dat. En er werd een droog pas door de zee gemaakt. Aan beide zijden stonden hoge muren van water. De Israëlieten gingen over het pad. Het is zo een lange rij dat als de eerste aan de overkant zijn de laatste nog niet eens op het pad zijn. Omdat het aan de kant van de Egyptenaren donker was konden zij niets zien van alles wat er gebeurden en konden zij dus niet over het pas gaan. Als het wat lichter wordt ziet de Farao het pad met de laatste Israëlieten erop. Hij wacht niet langer en waagt zich erop. Zo gauw de laatste Israëliet aan de overkant is strekt Mozes weer zijn hand uit over de zee en de muren van water storten in. De Egyptenaren verdrinken. Nu zijn de Israëlieten voorgoed verlost en kunnen ze vergaan naar Kanaän. https://www.scholieren.com/verslag/20797 Pagina 1 van 5

Mara en Elim, Na de Schelfzee gingen ze richting de woestijn Sur. Drie dagen waren ze daar zonder dat water vonden. Toen kwamen ze bij Mara, daar was water. Alleen dit water was bitter en ze konden het niet drinken, daarom noemden ze deze plaats Mara. Mozes riep tot God en vroeg wat hij moest doen. God zei tegen Mozes dat hij een stuk hout in het water moest gooien. Mozes deed dat en het water werd zoet. Ze reisden verder en kwamen bij een plek die ze Elim noemden. Er waren twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen. Het volk legerde zich daar neer. Sin, Het volk kreeg van God de opdracht om verder te reizen. Zo kwamen ze in de woestijn Sin, deze is tussen Elim en Sinaï. Het volk was niet tevreden en klaagde bij Mozes en Aäron. Het deeg wat ze uit Egypte hadden meegenomen raakte op. Ze zeiden dat ze liever in Egypte dood waren gegaan. Toen zei God tegen Mozes: Ik zal het brood uit de hemel laten regenen. Het moest verzameld worden voor dat het warm werd, anders zou het smelten. Elke dag was er weer genoeg. Het was dus niet nodig om het te bewaren tot de volgende dag. Dat kon ook niet want dan zouden er wormen in zitten. Dit brood noemden ze Manna. Op de sabbat was er geen Manna. De dag ervoor moesten ze dubbel zo veel pakken en de volgende dag, op de sabbat dus, zou het wel eetbaar zijn. God zorgde ook voor vlees. Er kwamen zwermen vogels, kwakkels, die gingen op de grond zitten zodat ze Israëlieten ze konden pakken en opeten. Rafidim, Het water wat uit Elim was meegenomen raakte op en het volk ging weer klagen. Mozes vroeg God wat hij moest doen en God zei dat Mozes zijn staf moest pakken en op een rots moest slaan. Mozes deed dat en er kwam water uit. Toen ze verder trokken werden ze aangevallen door de Amelekieten. Ze moesten wel vechten, ze hadden geen keus. Jozua werd de aanvoerder van het leger. Mozes moest samen met Aäron en Hur op een heuvel klimmen en zijn hand met de staf erin moest hij opheffen over het gevecht. Zo zou Israël het sterkste zijn. En ze wonnen. God gebood Mozes om deze geschiedenis in een boek te schrijven. Toen Jethro, Mozes schoonvader, hoorde wat God allemaal deed, zocht hij samen met zijn vrouw Zippora en zijn zonen Gersom en Eliëzer, Mozes op. Jethro vond dat het te zwaar voor Mozes was om alles alleen te doen. Hij vindt dat er mannen moeten wezen die Mozes helpen. Mozes volgt deze raad op en benoemt een aantal oversten. Sinaï, Het volk reisde verder en kwam bij de berg Sinaï. Daar werden de 10 geboden uitgesproken: Ik de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult geen gesneden beeld noch enige gelijkenis maken, van hetgeen dat boven in den hemel is, noch van hetgeen dat onder op de aarde is, noch van hetgeen dat in de wateren onder de aarde is Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Heere uw God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten En doe de barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden. https://www.scholieren.com/verslag/20797 Pagina 2 van 5

Gij zult den Naam des HEEREN uws Gods niet ijdelijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdelijk gebruikt. Gedenk de sabbatdag, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en alles wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven Eer uw van en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat de HEERE uw God geeft Gij zult niet doodslaan Gij zult niet echtbreken Gij zult niet stelen Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw; noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is. God heeft ze op 2 stenen geschreven: de 2 stenen tafelen, hij gaf ze aan Mozes. De mensen wilden een afgod hebben. Aäron zei dat ze hun gouden sieraden uit moesten doen en naar hem moesten brengen. En hij maakte er een gouden kalf van. Ze hebben feest. Mozes was nog op de berg. Jozua is bij hem. Toen het volk feest aan het vieren was, kreeg Mozes het bevel om van de berg af te komen. Jozua en Mozes hoorden gelach en gezang. God had gezegd dat het volk hardnekkig was, maar Mozes geloofde het niet. Maar toen Mozes het zag werd hij woedend en gooide de stenen tafelen kapot, ook verbrande hij het gouden kalf. De as die over bleef strooide hij in het water en hij beveelde de mensen het op te drinken. De stam van Levi had niet meegedaan. Zij hadden niet gehoorzaamd. Mozes beval hen alle anderen te doden. 3000 mensen werden toen gedood. Later moet Mozes weer de berg Sinaï op. Hij moet 2 stenen meenemen. God schrijft de eerste 4 geboden op de eerste tafel en de andere 6 op de laatste. Weer blijft Mozes 40 dagen weg. Kibroth-Taäva, De mensen gingen voor de zoveelste keer klagen. Ze waren het manna beu. Ze gingen naar Mozes en zeiden dingen als waren we maar in Egypte gebleven, daar was het altijd nog beter dan hier. En Wij willen vlees! Geef ons vlees. Mozes werd hier kwaad om. Het volk komt in opstand. Mozes wordt bang dat God het vol weer zal straffen. Hij gaat bidden tot God en zegt dat hij het niet meer alleen aan kan en hulp wil om het volk te regeren. God zei tegen Mozes dat hij 70 voorname mannen moest uitzoeken. De Israëlieten bleven maar klagen ze moesten en zouden vlees hebben. God werd kwaad en gaf toe Hij was het zeuren beu. Hij zei: Ik zal ze vlees geven, niet een dag, niet tien dagen, maar een maand lang zullen ze vlees eten. Ze zullen er tenslotte van walgen. Mozes snapt niet van God van plan is. Alle koeien en schapen zijn tenslotte nooit genoeg. Maar God kan alles. Opeens gaat het waaien en komt er een grote zwerm kwakkels aan. De mensen zijn blij. Dat God boos is daar denken ze niet aan. Ze zijn erg gulzig. En sommige worden erg ziek en sterven zelfs. De mensen werden begraven en ze noemden deze plaats https://www.scholieren.com/verslag/20797 Pagina 3 van 5

Kibroth-Taäva. En ze reisden verder, Kades-Barnea, God zei tegen Mozes dat hij uit elke stam een man moest kiezen en die twaalf mannen moesten het land Kanaän gaan bespieden. De twaalf verspieders waren: Van de stam van Ruben Sammua, de zoon van Zakkur. Van de stam van Simeon Safat, de zoon van Hori. Van de stam van Juda Kaleb, de zoon van Jefunne. Van de stam van Issaschar Jegeal, de zoon van Jozef. Van de stam van Efraïm Hosea, de zoon van Nun. Van de stam van Benjamin Palti, de zoon van Rafu. Van de stam van Zebulon Gadiël, de zoon van Sodi. Van de stam van Jozef, voor de stam van Manasse Gaddi, de zoon van Susi. Van de stam van Dan Ammiel, de zoon van Gemalli. Van de stam van Aser Sether, de zoon van Miechael. Van de stam van Naftali Nachbi, de zoon van Wofsi. Van de stam van Gad Guel, de zoon van Machi. Ze moesten naar het zuiden gaan en daar op een berg klimmen. Als ze terug komen worden ze bestormd met vragen. Maar ze antwoorden niets. Ze zwijgen en lopen door tot ze bij Mozes en Aäron zijn. Als ze daar zijn vraagt Mozes wat ze allemaal gezien hebben. Ze zeiden Het is werkelijk een goed land, een vruchtbaar land. Kijk maar eens naar de vruchten die we meegebracht hebben. Nog nooit hebben we zulke grote druiventrossen gezien. Het is een land vloeiende van melk en honing. Dan zijn ze stil. Maar het volk dat er woont is buitengewoon sterk. Ze hebben steden gebouwd met dikke zware muren er omheen, steden zo sterk, dat ze niet in te nemen zijn. Bovendien wonen er hele grote mensen. Na dit bericht denken de mensen dat ze het nooit gaat lukken om Kanaan te veroveren. Maar Kaleb zegt dat God hen zal helpen. Jozua is het met hem eens maar de rest geloofd het niet. Ze zijn erg ongelovig en willen zelfs, met een andere aanvoerder, terug naar Egypte gaan. Ze worden zo kwaad dat ze stenen naar Jozua en Kaleb willen gaan gooien. Maar dan straalt de wolkkolom een verblindend licht uit. Hij is boos op het volk. Hij wil ze allemaal doden. Maar Mozes smeekt hem dit niet te doen. Dan zegt God dat alle mensen die twintig jaar of ouder zijn in deze woestijn zullen sterven. De kinderen, die niet klaagden en twijfelden aan Gods macht, mogen het beloofde land in, hun ouders niet. Jozua en Kaleb mogen blijven leven. Zij waren gehoorzaam. Nu het volk dit hoorde willen ze opeens wel vechten tegen de Kanaanieten. Maar nu is het te laat. Van Kades naar Kanaän, De mensen die klaagden zijn nu allemaal gestorven. Hun kinderen zijn nu het volk Israels. Er was weer geen water en Israel ging weer klagen. God zei tegen Mozes Neem uw staf en spreekt tot de steenrots voor de ogen van het volk en de rots zal hun water geven. Maar Mozes sprak niet tegen de rots. Hij sloeg erop. Twee keer zelfs. En er kwam wel water uit. Maar hij had God niet gehoorzaamd. Ze gingen verder op weg naar Kanaan maar dan moesten ze door het land Edom. De Edomieten stammen af van Ezau, de broer van Jacob. Het is dus familie. Maar de Edomieten wilden niet dat Israel door hun https://www.scholieren.com/verslag/20797 Pagina 4 van 5

alnd ging. Ze mochten niet eens een gevecht tegen hun beginnen. Ze gingen het vragen aan de koning. Maar ook hij zei nee. Wat moeten ze nu doen? Ze zullen er omheen moeten. Een grote omweg maar ze kunnen niet anders. Ze komen langs de berg Hor. God beveelt Mozes, dat hij met Aäron en Eleazar, de zoon van Aäron, die berg op moet klimmen. Daar zal Aäron sterven. Later als ze terug komen heeft Eleazar de kleren van Aäron aan, hij is nu de hogepriester. Ze trokken verder en begonnen weer te klagen dat ze geen eten en geen drinken hadden. God wordt kwaad en stuurd vele giftige slangen op hun af. Veel mensen sterven daar. De mensen zien in dat ze fout zijn geweest en vragen Mozes of hij voor hun wil bidden. Mozes doet dat en God verhoord hun gebed. Mozes moet er echter wel wat voor doen. Hij moet een koperen slang maken en als hij die klaar heeft moet hij die aan een lange paal spijkeren. Dan zegt hij De mensen die gebeten zijn moeten naar deze slang kijken en ze zullen niet sterven. En het werkt. Ze begroeven de vele doden en reisden weer verder. Ze naderden Kanaan. Eindelijk, eindelijk komen ze dichterbij het beloofde land. Ze moeten eerst nog langs het land van de Moabieten. Dan komen ze bij het land van de Amorieten. De koning van dat land heet Sihon. Mozes zendt mensen die moeten vragen of ze door het land mogen. Maar nee dat mocht niet. Wat moeten ze nu dan? Ze gaan vechten, deze mensen zijn immers geen familie. God helpt hun bij het gevecht en ze winnen. Ze veroveren het land. Het is nu van hun. Verderop in het noorden, woont nog een koning Og heette hij. Hij hoort wat er met Sihon gebeurd is en verzamelt zijn leger en gaat de Israelieten tegemoet. Maar ook hij, de koning van Basan, wordt verslagen en zijn land wordt veroverd. En niets hield hun nog tegen om het beloofde land binnen te trekken. https://www.scholieren.com/verslag/20797 Pagina 5 van 5