Protocol hygiëne en veiligheid t WelterKuiltje en BSO de SpeelKuil



Vergelijkbare documenten
Protocol Gezondheid. PSZ De Buutplaats april 2011

BELEID RIE GEZONDHEIDSRISICO 2015

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie juni 2017

Protocol Hygiëne en gezondheid

Stichting Peuterspeelzaal Risdam

Protocol Voeding en hygiene Kinderdagverblijf Robbedoes en BSO de Speelark:

Beleid t.a.v. gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Handen wassen: Wondjes, blaasjes, pus: Bloed: Zieke pedagogisch medewerker: Protocol Gezondheid. Zie protocol handen wassen

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie september 2014

8. Verschonen van bedden en gebruik van hoofdluier en slaapzakken

BSO Abeltje Protocol: Hygiëne en leefomgeving

Plan van aanpak risico-inventarisatie gezondheid: acties/afspraken/controles

Risico inventarisatie en actieplan; Gezondheid

Soort ongeval Urgentiecode Oplossingen Plan van aanpak Verantwoordelijk uitvoer of implementatie ZIEKTE KIEMEN. Is opgenomen in het protocol

PLAN VAN AANPAK RIG. : Peuterspeelgroep De Blokkendoos. Datum : 28 juli : Inspectiecommissie: Gerriëtte Königkrämer en Hanny Vink

Hygiëne protocol Stichting Ut Kruumelke. Versie 4, januari 2018.

1 Protocol gezondheid

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie juni 2017

Risico inventarisatie 2009 gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Plan van aanpak gezondheid PSZ Aldoende Kans Omschrijving, eis Actie of maatregel Overige of extra

Registratieformulier Gezondheidsrisico situaties en actieplan

procedure wordt gevolgd

Protocol hygiëne Kinderopvang Bij Lotte

Hygiëne en gezondheidsbeleid

Risico inventarisatie Gezondheid Naam Gastouder: Adres: Datum: 1 Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen.

Bso afspraken pedagogisch medewerker

Module: Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Risico inventarisatie Gezondheid

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Risicoinventarisatie gezondheid

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Huisregels kinderdagopvang

Huisregels van de peuterspeelzalen, voor pedagogisch medewerkers en ouders. Stichting BELhamels

Abeltje Peuterspeelzaal Protocol: Hygiëne en leefomgeving

Gezondheidsmanagement Methode voor de kinderdagverblijven

Protocol hygiëne en veiligheid t WelterKuiltje en BSO de SpeelKuil

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Beschrijving gezondheidsrisico: Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen.

Protocol gezondheid. BSO de Saller protocol gezondheid versie 03 september 2016

HUISREGELS BSO t SPEELVELD

RI&E Gezondheid BSO Prinses Juliana

Module: Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Document gezondheid BSO Madelief

Risico-inventarisatie: Gezondheid Uitgevoerd door: Peggy Vleeshouwers Datum uitvoering: Binnenmilieu

RI: blink gezondheid blink-bso

Handen worden gewassen na hoesten, niezen en snuiten. Handen worden gewassen na toiletgebruik. Handen worden gewassen na het verschonen van een kind

Risico-inventarisatie: Gezondheid Groep BSO Uitgevoerd door: Peggy Vleeshouwers Datum uitvoering: Binnenmilieu

Hygiëne protocol

Dwarrelende stofdeeltjes kunnen ademhalingsmoeilijkheden opleveren bij astmapatiënten. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd.

Gezondheidsbeleid versie juli

RI Gezondheid BSO de Roerdomp Datum: maart 2017

BSO afspraken pedagogisch medewerker

RI Gezondheid BSO de Stroekeld Datum: december 2016

Risico-inventarisatie Gezondheid

1. Inleiding blz Risco-inventarisatie Gezondheid blz. 3

Beschrijving gezondheidsrisico: Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen.

Protocol Hygiëne en Gezondheid

Interne huisregels peutergroep Willem Teellinck

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Juni 2019 Inventarisatie en actieplan Gezondheid peuterspeelzaal Pinkeltje Asten

1. Inleiding blz Risco-inventarisatie Gezondheid blz. 4

PROTOCOL HYGIENE en werkinstructie

RI&E Gezondheid BSO Prinses Beatrix

Hygiëneprotocol. kinderdagverblijf De Speelhaven. Schuitevoerderslaan JZ Medemblik. Datum: januari 2016

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Veilige en gezonde kinderopvang Kids & Go / KDV KieKeBoe afspraken personeel. Beleid gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Inleiding : Inhoud: 1. Persoonlijke hygiëne 2. Voeding en hygiëne 3. Hygiëne in en om het gebouw

RI Gezondheid BSO het Krummelhûs:Notter Datum: maart 2017

RI&E Gezondheid PSG Prinses Juliana

Huisregels. Pluit MP Zuidhorn. Tel:

RI&E Gezondheid BSO Koningin Emma

S. Lalic Unikidz - Locatie Universum Versie 14.11

Protocol gezondheid. BSO Buurse is een onderdeel van: BSO Loser Reekersgaarden JB Losser

RI&E Gezondheid KDV Het Kindercentrum.nl. RI&E Gezondheid. KDV de Bongerd

Kinderdagverblijf Datum: feb 2014

Protocol veiligheid. Inhoudsopgave

Risico inventarisatie gezondheid

RI Gezondheid BSO de wegwijzer Datum: maart 2017

Protocol Geneesmiddelenverstrekking

Inventarisatielijst gezondheid peuterspeelzalen

7. Potje wordt na ieder gebruik schoon gemaakt en buiten bereik van de kinderen gehouden. Welkom-Kind Boxtel en omstreken TEL.

RI: Janneke Beukelman - Peuterspeelzaal Dikkie Dik

Protocol 3: Geneesmiddelen en Medisch Handelen 1 (GMMH) KDV t Sprookjesland

Gezondheidsmanagement KDV Struin

Veiligheids- en gezondsheidsbeleid PSG de Blokkendoos

Het beleid is ter inzage voor klanten en medewerkers op de website van Buitenkans Kinderopvang en op kantoor in het kwaliteitshandboek.

Protocol Hygiëne persoonlijk

Protocol Hygiëne & Voeding

RISICO INVENTARISATIE GEZONDHEID

Handen worden gewassen voor het aanraken van voedsel. Handen worden gewassen voor het eten of helpen met eten

BSO Willem van Oranje

Risico-inventarisatie Gezondheid

Document gezondheid BSO Madelief

PROTOCOL ZIEKE KINDEREN EN MEDICIJNEN

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

PROTOCOL GENEESMIDDELENVERSTREKKING EN MEDISCH HANDELEN

Protocol Hygiëne Peuteropvang CMWW

Gezondheidsbeleid. Kinderopvang Papendrecht

Protocol gezondheid. Protocol gezondheid Peuteropvang Calimero versie 0 oktober 2016

Transcriptie:

Protocol hygiëne en veiligheid t WelterKuiltje en BSO de SpeelKuil

PROTOCOL HYGIENE EN VEILIGHEID 1 Inleiding Kinderopvang is aan kwaliteitsregels verbonden. Gelukkig maar want ouders willen graag het beste voor hun kind en daar komt hygiëne ook bij kijken. Er zijn tal van factoren die de gezondheid beïnvloeden. Bij BSO De SpeelKuil hechten wij veel waarde aan hygiëne en veiligheid. Wij worden gecontroleerd door de GGD en brandweer op zaken als hygiëne en veiligheid. Door een goede hygiëne proberen we ziektes te voorkomen. Ook leren we de kinderen dat het belangrijk is om op te ruimen en schoon te maken. Daarom laten wij de kinderen meehelpen met simpel opruim- en schoonmaakwerk. Natuurlijk letten wij er dan op of het schoon is en doen het eventueel nog na. Het is voor de kinderen vooral een leuke activiteit en we proberen ze te stimuleren door zelf mee te doen.

2. Gezondheidsrisico s als gevolg van overdracht van ziektekiemen 2.1 - Schoonmaak Wij hebben een schoonmaakschema, welke voor een week geldt. In dit schoonmaakschema zijn alle voorkomende werkzaamheden van de groepen opgenomen. Het is verdeeld in dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse schoonmaakwerkzaamheden. De dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden staan vermeld in het dagprogramma. Het schema wordt afgevinkt als de betreffende schoonmaakwerkzaamheden zijn gedaan. Het spreekt voor zich dat als een pm er ziet dat een stuk speelgoed vies is, maar het die week al schoon gemaakt is, zij het toch weer zal schoonmaken. Er wordt dan niet gewacht tot volgende week. (Naast de schoonmaakwerkzaamheden die de leidsters op de groep doen is er nog een huishoudelijk medewerkster die dagelijks de vloeren, tafels, de algemene ruimtes en de keukenblokken en toiletten grondig schoonmaakt.) Zichtbaar verontreinigde ruimtes (denk aan de toiletten, waar wel eens een ongelukje gebeurd) worden meteen schoongemaakt. We willen voorkomen dat kinderen in een verontreinigde ruimte verblijven. Stofzuigen gebeurd uitsluitend als de kinderen niet aanwezig zijn of allen buiten aan het spelen zijn. Tijdens het opmaken van bedden en het opvouwen van wasgoed worden ramen wijd opengezet. 2.2 - De was Het streven is om de inhoud van onze wasmanden dagelijks leeg te wassen. Dit wordt door de pm er en huishoudelijk medewerkster gedaan. Wij wassen het wasgoed op de volgende temperaturen: -Washanden, handdoeken e.d. 60 graden -Knuffels e.d. 40 graden -Poetsdoeken en dweilen worden apart gewassen op 90 graden. 2.3 - Afwas Vieze vaat wordt in de keuken afgespoeld en met de hand afgewassen, dan wel in de vaatwasser geplaatst. De afwasborstel en sponsje die bij de spoelbak liggen worden regelmatig vervangen. 2.4 Schoonmaakmiddelen en andere giftige middelen Met de aankoop van schoonmaakmiddelen wordt met een aantal zaken rekening gehouden zoals : veiligheid/giftigheid, waarvoor het gebruikt moet worden en milieu aspecten. De volgende schoonmaakmiddelen worden in onze BSO gebruikt. - Driehoek groene zeep en allesreiniger voor het schoonmaken van het speelgoed, de kasten,vensterbanken, de keuken en het toilet. - Vloeibaar schuurmiddel voor de wasbakken, - afwasmiddel voor de handmatige afwas, (vaatwas tabletten voor de afwasmachine) en waspoeder en/of vloeibaar wasmiddel voor de wasmachine. De schoonmaakmiddelen worden opgeborgen in de schoonmaakkast welke alleen door de leid(st)ers te bereiken is. Medicijnen (ook evt. voor kinderen, denk aan hoestdrank, ritalin etc.) zijn opgeborgen in een afgesloten medicijnkastje op het kinderdagverblijf.

2.5 - Legionella Wij hebben onze elektronische temperatuurgeregelde cv-instalatie afgesteld op de wettelijke normen. Brandslangen worden niet gebruikt. Alles wordt jaarlijks onderhouden door een onderhoudsbedrijf. 2.6. De groepsruimte In de groepsruimtes waar de kinderen verblijven hebben de kinderen hun buitenschoenen uit. Alle kinderen lopen op sloffen of sokken. 2.7 Hoofdluis en ander ongedierte Ter voorkoming van hoofdluis gebruiken wij luizenzakken ter opberging van de jassen en schoenen. Elk kind heeft een eigen zak. 2.8 Voeding We volgen de hygiënecode voor kleine instellingen opgesteld door de MO Groep (zie bijlage). We hanteren de werkinstructies die vanuit deze hygiënecode zijn opgesteld. Serviesgoed wordt na elk gebruik afgewassen in de vaatwasser in de keuken op 70 graden. Kinderen hebben bij elke maaltijd hun eigen servies en bestek. Etensresten (brood, koekjes, suiker, geen restjes opgewarmd eten) wordt bewaard in afgesloten bakjes. Kruimels worden opgeveegd en weggegooid in de prullenbak. Gekoelde producten worden na levering direct in de koelkast bewaard. Van ouders wordt gevraagd geen bederfelijke etenswaren mee te geven die langer dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest. Gekoelde producten worden onder de 7grd bewaard en vlak voor gebruik pas uit de koelkast gehaald. Producten die langer dan 30 minuten uit de koelkast zijn geweest worden weggegooid. Houdbaarheid. De leidsters schrijven de datum van aanbreken op de producten. Na drie dagen na datum is het product niet geschikt voor consumptie en moet het weggegooid worden in de afgesloten afvalbak. De houdbaarheidsdatum wordt bij ieder product gecontroleerd. 2.9 Handen wassen De kinderen en leidsters wassen hun handen: voor het eten na het toiletbezoek voor het insmeren van een kind met (zonebrand)crème of zalf voor het verzorgen van een wondje na het afvegen van billen van een kind of het verschonen van een luier Na het aanraken van een dier Na in contact geweest te zijn met lichaamsvocht als braaksel, snot, speeksel, ontlasting, wondvocht of bloed Na het reinigen van het toilet Na contact met vuil wasgoed of afval

Dit gebeurd met water en vloeibare zeep. De zeep wordt over de hele handen verdeeld. De handen worden daarna met water afgespoeld en afgedroogd met een schone handdoek. De handdoeken worden twee maal daags verwisseld. De leidsters leren de kinderen dit aan en zien er op toe dat dit goed uitgevoerd wordt. Op de toiletten hangt een geplastificeerde kaart waar dit ook uitgelegd wordt. De kraan wordt elk dagdeel gereinigd. 2.10 Aanbrengen zalf of (zonnebrand)crème - In het voorjaar en zomer bij een sterke zon worden kinderen altijd ingesmeerd met zonnebrandcrème. De leidsters zorgen er voor dat hun handig grondig gewassen zijn alvorens crème aan te brengen. - Er wordt geen zalf uit potjes gebruikt, maar uit tubes of wegwerpflacons - Er wordt aandacht besteed aan een goede handhygiëne bij het insmeren met crème of zalf - Er worden spatels, vingercondooms of rubber handschoenen gebruikt worden bij het gebruiken van crème of zalf 2.11 Wondverzorging - Medewerkers wassen eerst hun handen grondig alvorens wonden te verzorgen. - Pus of vocht wordt eerst afgedept alvorens een verband aan te brengen. - Wondjes dienen altijd afgedekt te zijn. - Oppervlakken die besmet zijn met wondvocht dienen met alcohol ontsmet, danwel met een reinigingsmiddel schoon gemaakt te worden - Handen worden meteen gewassen na in contact geweest te zijn met wondvocht. 2.12 Zieke kinderen en medewerkers - Zieke kinderen horen niet op de BSO, deze kinderen moeten zo snel mogelijk naar huis, ivm welbevinden en mogelijke besmetting op de groep. - Als een kind ziek is tijdens de BSO-uren wordt contact opgenomen met de ouders. De ouders halen zo snel mogelijk het kind op. - Kinderen en medewerkers die verkouden of buikgriep hebben wassen extra goed hun handen en besteden extra aandacht aan handhygiëne (bijv. ook na het niezen en hoesten) - Zieke kinderen krijgen eigen speelgoed, beker, bestek en een eigen handdoek om besmetting te voorkomen. - Speelgoed waarmee een kind gespeeld heeft wordt na gebruik grondig gereinigd alvorens het weer aan een ander kind te geven. - Als een kind een koortslip heeft wordt besproken met het kind, dat het geen kusjes mag geven aan andere kinderen. De leidster houd dit goed in de gaten. - Als een kind aan blaasjes of wondjes krabt dient extra aandacht besteed te worden aan handhygiëne. - Speelgoed en verkleedkleding waarmee het zieke kind gespeeld heeft dient onmiddellijk uit de groep verwijderd te worden en in een dichtgeknoopte vuilniszak bewaard en op een later moment gewassen te worden.

2.13 Hoest- en nieshygiëne Hoesthygiëne is belangrijk om te voorkomen dat bacteriën en virussen niet worden overgedragen van de ene op de andere persoon. Het beste is om tijdens hoesten het hoofd af te wenden en in een papieren zakdoek of tissue te hoesten (dat absorbeert het gros van de druppeltjes). Daarna de zakdoek of tissues in de prullenbak doen. Hierna de handen wassen en desinfecteren. Hoesten in de kom van je elleboog is een goed alternatief en leren wij de kinderen aan. We voorkomen dat er in de hand gehoest wordt omdat verreweg de meeste virussen en bacteriën door de handen worden overgedragen. De handen zijn een veel belangrijker transportmiddel voor virussen en bacteriën dan de lucht. Het zijn de handen waarin geniesd of gehoest wordt of die het vieze zakdoekje verfrommelen en in een afvalemmer of -zak proppen. Daarbij krijg je heel veel bacteriën en virussen op je handen. Je draagt ze over als je iemand de hand schudt. Met je handen besmet je ook de deurkruk, telefoon, of de rand van het bed. Bacteriën kunnen jou weer besmetten als je met je hand aan de slijmvliezen van het oog, de neus of de mond raakt. Daarom altijd je handen wassen als je geniesd hebt. Kinderen met snottebellen dienen hun neus te snuiten, leidsters zien er op toe dat zij dit doen en gebruik maken van papieren zakdoekjes. 2.14 Washandjes, vaatdoeken, handdoeken en ander textiel Washandjes worden na de maaltijd gebruikt om de gezichten van de (jonge) kinderen schoon te wassen. Voor elk kind wordt een schoon washandje gebruikt. Vaatdoeken worden na gebruik met heet water uitgespoeld, bij zichtbare verontreiniging maar minimaal twee keer per dag worden deze vervangen voor schone. Natte vaatdoeken worden uitgehangen aan het wasrek boven de wasmand. Wekelijks gaat de vuile was mee met een van de medewerkers. Handdoeken worden twee maal daags vervangen (07.00 en 18.00 uur) 2.15 Toilet Na elk toiletbezoek wassen de kinderen en medewerkers hun handen grondig met vloeibare zeep en spoelen hun handen af met schoon water. De handen worden daarna gedroogd met een schone handdoek. Er mag geen speelgoed meegenomen naar het toilet. 2.16 Afval - Afval wordt weggegooid in de daarvoor bestemde afgesloten afvalbakken. - De afvalbakken worden elke dag geleegd. - De afvalbakken buiten zijn afgesloten en staan buiten het speelplein opgesteld. Kinderen kunnen daar niet bij komen of op klimmen.

2.17 Speelgoed - Speelgoed wordt stofvrij opgeborgen in afgesloten kasten danwel in open kasten in afgesloten dozen of kratten. - Speelgoed dat in de mond genomen wordt (bijv. ijsjes uit de huishoek, theeserviesje etc.) wordt dagelijks gereinigd. - Zodra speelgoed beschadigd is wordt dit weggegooid dan wel laten repareren. - Speelgoed voor binnen en buiten wordt gescheiden opgeborgen. Speelgoed voor buiten is opgeborgen in de garage buiten of in de schuur. - We schaffen alleen knuffels aan die op 60 grd. Gewassen kunnen worden, of evt. op 40 grd en daarna in de droger kunnen. Knuffels worden na elk thema (in de regel na 3 tot 4 weken) op 60 grd gewassen, als dit niet mogelijk is worden deze knuffels op 40 grd gewassen en daarna gedroogd in de droger om ziektekiemen te doden. - Speelgoed of knuffels waarmee zieke kinderen hebben gespeeld wordt meteen schoongemaakt of gewassen. Als er geen tijd is om het meteen te wassen wordt speelgoed voor een later moment in een vuilniszak bewaard. 2.18 Verkleedkleding Verkleedkleding wordt na elk thema (in de regel na 3 tot 4 weken) op 60 grd gewassen, als dit niet mogelijk is worden deze kleren op 40 grd gewassen en daarna gedroogd in de droger om ziektekiemen te doden. Als een ziek kind met verkleedkleding heeft gespeeld dient dit onmiddellijk uit de groep verwijderd te worden en in een dichtgeknoopte vuilniszak bewaard te worden tot het gewassen kan worden. 2.19 Ongedierte - (Eventuele uitwerpselen van) Ongedierte wordt meteen opgeruimd. - Gaten en kieren zijn gedicht ter voorkoming van binnendringen ongedierte, daar wordt op toegezien tijdens de verbouwing van de nieuwe ruimte. 2.20 Dieren Een heel enkele keer (tijdens thema lente of dierendag) mag een kind een huisdier meenemen of komt een dier op bezoek in de groep (jonge kuikentjes, kip, geit, lammetje, poes, cavia, konijn of hond). De leidsters zien er op toe dat een dier niet krabt of bijt. De kinderen worden alert gemaakt op het feit dat ze niet hun hand in de bek van het dier mogen doen en zich ook niet mogen laten likken. Na het dierenbezoek wassen de kinderen en leidsters allen hun handen grondig met water en vloeibare zeep. Bij het bezoek van dieren zijn altijd ouders van de OC of voldoende leidsters aanwezig om de veiligheid en hygiëne te handhaven. Als dieren gevoerd worden let de leidster erop dat dit voorzichtig gebeurd. 2.21 (zwem)luiers Luiers worden opgeborgen in een plastic zakje en meteen buiten in de afgesloten afvalbak gedeponeerd. Bij het spelen in een zwembadje krijgen niet zindelijke kinderen een zwemluier om te voorkomen dat kinderen in contact komen met vervuild zwemwater.

2.22 (zwem)badjes Het water van (zwem)badjes wordt dagelijks verschoond. Mocht het water tussentijds zichtbaar vies zijn (bijv. door vogelpoep), wordt het tussendoor ververst. Als het badje niet meer gebruikt wordt, wordt het droog opgeborgen in de garage. In de badjes gebruiken we alleen geschikt waterspeelgoed, geen theeserviesjes etc. We willen voorkomen dat kinderen uit het badwater gaat drinken. De leidsters zien er op toe dat er niet gedronken wordt uit het badje. Eten of drinken nabij of in het badje is daarom streng verboden.

3 Veiligheid 3.1 - Calamiteitenplan Er is een calamiteitenplan opgesteld. Daarin staat beschreven hoe wij moeten handelen in noodsituaties. We oefenen dit plan minstens een keer per jaar om goed voorbereid te zijn. De goedgekeurde blusapparatuur wordt jaarlijks gecontroleerd ( ijkcontrole) door een daartoe bevoegde instantie. De directie van de WelterKuil laat dit uitvoeren. 3.2 - EHBO Er zijn EHBO-dozen en gifwijzers aanwezig in onze BSO. Er is minimaal 1 groepsleidster met BHV en/pf (kinder)ehbo aanwezig. In de toekomst zijn wij voornemens om alle groepsleiders met de BHV-cursussen van WelterKuil mee te laten doen. 3.3 Kasten De kasten zijn verankerd aan de muren. Kasten zijn stabiel, stellingkasten zijn geschraagd en ladekasten zijn voorzien van kantelbeveiliging. De kasten of bergruimte (garage, werkkast, bergkast buiten en binnen) zijn niet toegankelijk voor kinderen. Alleen de pedagogisch medewerkers mogen materialen pakken uit deze kast. 3.4 Gereedschap Gereedschap is opgeborgen in een afgesloten gereedschapskist en opgeborgen in een afgesloten ruimte. Jongere kinderen mogen niet werken met scherp gereedschap of gereedschap dat erg heet wordt, waar ze zich aan kunnen verbranden. Er wordt door de pm ers uitleg gegeven hoe er met gereedschap om wordt gegaan. Gereedschap is geen speelgoed. 3.5 - Deuren Alleen tijdens haal en breng momenten is het slot van de buitendeur af. Dit is om onbevoegden te weren. De deuren kunnen ten alle tijden van binnen naar buiten geopend worden, daar is geen sleutel voor nodig. Alle deuren in de BSO en peuterspeelzaal zijn voorzien van een veiligheidsstrip om te voorkomen dat de kinderen hun vinger tussen de deur kunnen krijgen. Een aantal keer per jaar (schoonmaakavonden) is controle van deze strips vast onderdeel op het programma. 3.6 Ramen De gevel grenzend aan het schoolplein bestaat bijna volledig uit glas. De afspraak met de kinderen en pm ers is gemaakt dat er niet met ballen bij dit raam gespeeld mag worden ivm evt. breukschade. Uitsluitend de bovenlichten van de ramen in de gymzaal mogen open. De andere ramen dienen gesloten te blijven ivm mogelijk naar buiten vallen van kinderen. De ramen zijn beveiligd. In de gymzaal mag niet in de buurt van de ramen bij de deurkant gespeeld worden. De kinderen moeten uitkijken dat zij niet tegen het glas aanlopen van de deur of het raam.

3.7 De buitenspeelplaats BSO t WelterKuiltje maakt gebruik van het nabij gelegen buitenpleinen en de Weltervijver. fietsen De fietsen van de kinderen die met fiets naar school of BSO komen, moeten in de hiervoor bestemde fietsenrekken geplaatst worden. Bij buitenspel geldt de regel dat er niet om of bij de fietsenrekken gespeeld mag worden, kinderen kunnen zich bezeren aan (omvallende) fietsen. Er mag niet gefietst worden op het schoolplein. Speeltoestellen Speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd op veiligheid, daarnaast wordt maandelijks op slijtage en veiligheid gecheckt door de medewerkers. Welterkuil coördineert dit. Los speelmateriaal wordt zo snel mogelijk opgeruimd rondom speeltoestellen om te voorkomen dat kinderen vanuit een speeltoestel op los speelmateriaal vallen. Pleinregels Vaste regel: bal over het hek? Vraag de pm er om hem te pakken van straat of uit het water. Met de ballen mag niet bij het raam gespeeld worden, ivm kans op glasbreuk. Kinderen mogen niet van het speelplein af. Kinderen van 10 jaar en ouder mogen buiten het plein spelen als de ouders daarvoor toestemming gegeven hebben. Zelfs dan geldt: in overleg met de pm er. 3.8 - Speelgoed Bij de aanschaf van speelgoed wordt er gelet op de veiligheid, duurzaamheid, aantrekkelijkheid en de ontwikkeling die het speelgoed stimuleert. We maken daarnaast gebruik van het speelmateriaal en de ruimte van t WelterKuiltje. Kapot speelgoed of speelgoed met scherpe randen wordt meteen weggegooid of hersteld. Speelgoed wordt maandelijks gecontroleerd op gebreken, of het nog compleet is of er scherpe randen aan zitten. Dit geldt ook voor het buitenspeelgoed, fietsen en karren. Speelgoed wordt opgeruimd na gebruik door de kinderen evt. met hulp van de pm er. Speelgoed waarmee op de grond gespeeld kan worden, wordt uitsluitend in de daarvoor bestemde hoeken op het kleed gebruikt en ook opgeruimd na gebruik. De BSO beschikt over een eigen kast met speelgoed, indien er met speelgoed van de Peuterspeelzaal gespeeld wordt, gaat dit altijd in overleg en onder begeleiding van de Pm er. 3.9 Bijzondere activiteiten en workshops Door het jaar heen worden er diverse activiteiten aangeboden door externen. We werken bij voorkeur met kleine groepen. Bij activiteiten buiten de deur (excursies, boodschappen doen, vervoer naar clubjes etc.) gelden de volgende regels: -kinderen worden altijd vervoerd met goedgekeurde autostoeltjes in de auto of fietsstoeltje op de fiets. -pedagogisch medewerkers geven het goed voorbeeld ten aanzien van verkeersregels bij oversteken.

3.10 Stopcontacten Alle stopcontacten zijn voorzien van beveiliging. Maandelijks worden de stopcontacten gecontroleerd. Zodra een pm er tijdens dagelijks gebruik ontdekt dat een stopcontact geen beveiliging meer heeft, wordt dit hersteld door de WelterKuil. 3.11 Roken De gehele Buitenschoolse-opvanglocatie, zowel plein als gebouw is rookvrij! Ook pm ers roken niet tijdens werktijden. 3.12 Meubilair Meubilair heeft afgeronde hoeken en wordt daags voor de schoonmaakavond (1 keer per twee maanden) op gebreken en beschadigingen gecheckt. Bij beschadigingen wordt meubilair verwijderd uit de ruimte en hersteld door medewerkers of dan wel op een eerder tijdstip hersteld door WelterKuil of klusvader of opa. 3.13 Kantoor Het kantoor is afgesloten indien er geen personeel is. Kinderen mogen hier niet komen. In de tassen van de personeelsleden kunnen kindonvriendelijke materialen, zoals sigaretten, medicijnen enz. zitten. Daarom bergen de personeelsleden hun tassen op buiten het bereik van de kinderen. Dit wordt in kluisjes gedaan in de gang. Giftige stoffen (toner, inkt etc.) en scherpe kantoorartikelen zoals briefopeners, scharen, nietmachines etc. wordt opgeborgen op het kantoor.. Afval, papieren etc. moet ten alle tijden direct van de vloer verwijderd worden om de kans op een mogelijk vallen te verminderen. 3.14 Gangen Verwijder direct afval op de vloer ook bijvoorbeeld als een beker gelekt heeft, men kan er over uitglijden. De pm ers drogen de vloer bij nat weer, nadat de kinderen binnengekomen zijn. De kinderen mogen niet alleen door de gangen lopen zonder toestemming. Kinderen mogen niet rennen op de gang.

3.15 Keuken Op bso De SpeelKuil is één klein keukenblok. De grote keuken bevindt zich bij t WelterKuiltje. Deze wordt soms gebruikt om kookactiviteiten uit te voeren. Zonder begeleiding van een pm er hebben kinderen geen toegang tot de keuken. - Giftige stoffen zoals medicijnen worden opgeborgen in de medicijnkast, schoonmaakmiddelen worden opgeborgen in de gesloten keukenkast boven het aanrecht. - De waterkoker staat buiten bereik van kinderen zodat zij er niet bij kunnen. Het snoer van de waterkoker is opgerold in het apparaat. - Pannenstelen wijzen naar achteren bij het koken. - Kleine kinderen worden uit de keuken gehouden als er gekookt wordt,zij blijven dan op hun groep. - De achterste pitten worden alleen maar gebruikt bij het koken. - Indien noodzakelijk wordt de keuken afgesloten met een hekje om kleine kinderen buiten te houden. - De vaatwasser wordt goed afgesloten als er messen in staan. - We leren de kinderen de betekenis van blauw en warm op de kraan. Daarnaast geldt de regel: open eerst de blauwe kraan, daarna pas de rode. Bij dichtdraaien geldt: draai eerst de rode dicht en daarna de blauwe. - Een vaste regel is : Afval hoort in de prullenbak en niet op de grond. - Als er vloeistof gemorst is op de grond, dient dit meteen opgedweild te worden, ivm voorkomen van mogelijke ongelukken. - In de keuken of gemeenschapsruimte waar ook een keukenblok is, mag niet gerend worden. - Speelgoed en materialen worden na het spelen en werken in de keuken meteen opgeruimd. 3.16 Sanitair We beschikken over twee sanitaire ruimtes. - We leren de kinderen de betekenis van blauw en warm op de kraan. Daarnaast geldt de regel: open eerst de blauwe kraan, daarna pas de rode. Bij dichtdraaien geldt: draai eerst de rode dicht en daarna de blauwe. - Afval hoort in de prullenbak en niet op de grond. - Als er vloeistof gemorst is op de grond, dient dit meteen opgedweild te worden, ivm voorkomen van mogelijke ongelukken. - Opstapmogelijkheden dienen niet geplaatst te worden bij wasbakken waar kinderen niet bij hoeven te komen. De wasbakken speciaal voor kinderen zijn lager geplaatst. 3.17 Groepsplan In elke map van de kerngroep zitten kenmerken kaarten waarin per kind bijzonderheden opgeschreven staan: medicatie, zindelijkheid, bijzonderheden omtrent motoriek, gedrag etc. Elke pm er heeft daardoor een duidelijk beeld van de behoeften van elk kind en kan rekeningen houden met eventuele (visuele) beperkingen.

3.18.Halen en brengen De ouders parkeren hun auto s in de parkeerhavens rondom De SpeelKuil, niet op de stoep en zeker niet in de buurt van oversteekplaatsen voor de kinderen. 3.19 Leefruimte De pm ers trachten een huiselijke sfeer neer te zetten. Opruimen en schoonhouden van de ruimte is belangrijk. - Afval wordt meteen opgeruimd en in de afvalbakken gedeponeerd. - Speelgoed wordt ook meteen opgeruimd als kinderen klaar zijn met spelen. - We werken bij voorkeur met kleine groepen

4. Gezond binnenmilieu 4.1 Ventilatie De ramen en ventilatieroosters zijn altijd open ter voorkoming dat een kind in een bedompte ruimte verblijft. Tijdens bewegingsspelletjes wordt extra geventileerd. Omdat we vanwege vandalisme of inbraak niet de hele nacht kunnen ventileren, worden de ramen vroeg in de ochtend wijd open gezet voor extra frisse lucht. 4.2 Temperatuur De temperatuur in de verblijfsruimten liggen altijd rond de 20 graden, niet lager dan 17 grd. De temperatuur wordt regelmatig gecontroleerd. Mocht de temperatuur oplopen wordt er extra geventileerd. Als bij warm weer de temperatuur oploopt tot 25 grd. Worden de ramen en deuren wijd open gezet. Op warme dagen s nachts wordt extra geventileerd om het gebouw s nachts af te laten koelen. Temperatuurverschillen van 5 grd. Of meer worden vermeden tussen de ruimten. 4.3 Luchtvochtigheid De luchtvochtigheid wordt regelmatig gemeten en ligt tussen de 40 en 60% 4.4 Allergenen in stoffering Om te voorkomen dat een kind via de stoffering in contact komt met allergenen wordt al het textiel dat op de BSO aanwezig is op minimaal 40 maar liever op 60 graden. gewassen. Als er op 40 graden gewassen is, wordt het textiel vervolgens gedroogd in de droger. Kussens en matrassen die niet gewassen kunnen worden, worden voorzien van een mijtenwerende hoes. Gordijnen worden twee maal per jaar, tijdens de schoonmaakavonden meegenomen door een ouder of leidster en gewassen.

4.5 Stofvrij - De leiding gebruikt stofvrij bordkrijt. Krijtborden worden met een vochtige doek schoongemaakt. - De leiding ziet er op toe dat er dagelijks stof gewist wordt. De kinderen dienen in een stofvrije omgeving te kunnen spelen. - Stof wordt wekelijks van de bladeren van planten verwijderd. Als het regent gaan ze een keer per week naar buiten. - Planten met harige bladeren (geraniums of kaaps viooltjes) worden verwijderd - Droogbloemen, knutselwerken en dergelijke die niet gereinigd worden, worden na een maand verwijderd - De vloer en het meubilair wordt dagelijks gereinigd door de leidsters en/of huishoudelijke hulp - Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks gereinigd - Verticale oppervlakken worden maandelijks gereinigd - Tijdens het opmaken van bedden en het opvouwen van wasgoed worden ramen wijd opengezet 4.6 Vluchtige stoffen - In ruimtes met kinderen worden geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers) gebruikt - Er wordt alleen lijm op waterbasis gebruikt - Er worden geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen gebruikt - Er wordt geen verf, vlekkenwater of boenwas gebruikt waar kinderen bij zijn. Deze producten kunnen veel vluchtige stoffen afgeven. - Er worden geen sterk geurende producten of reinigingsmiddelen gebruikt. 4.7 schadelijke stoffen via de ventilatievoorziening - Verbrandingsgassen komen niet via de ventilatievoorzieningen in de binnenruimte terecht - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar vuil - Ventilatieroosters worden minimaal 3-maandelijks gereinigd - Luchtfilters van een mechanische luchttoevoer zijn niet zichtbaar vuil - Luchtfilters van een mechanische luchttoevoer worden periodiek vervangen volgens de gebruiksaanwijzing 4.8 lawaai - Luidruchtige werkzaamheden worden zo gepland dat geluidsoverlast voorkomen wordt - Bij geluidsoverlast worden passende maatregelen genomen (we gaan met de kinderen even uit de ruimte voor en wandeling, maken tijdelijk gebruik van een ander lokaal oid)

4.9 Dieren - Dieren worden alleen toegelaten na overleg met de ouders - Kinderboerderijen worden alleen bezocht na overleg met de ouders - Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen na contact met dieren hun handen wassen 4.10 Planten - Er worden alleen allergeen arme planten/bloemen aangeschaft - Houten of rieten onderzetters of manden worden meteen vervangen en niet meer gebruikt. - Potgrond wordt jaarlijks verschoond - Schotels of potten met schimmelvorming worden weggegooid en vervangen 5. Gezondheidsrisicico s als gevolg van het buitenmilieu 5.1 allergie - In de tuin staan alleen allergeen arme planten - Er worden geen planten aangeschaft die allergeen stuifmeel verspreiden. 5.2. zandbak - Er wordt getracht de kinderen niet in contact te laten komen met ontlasting van katten en honden in de zandbak door: - honden en katten te weren uit de zandbak, d.m.v. een net/zeil - Er wordt voorkomen dat kinderen eten of drinken in de zandbak. - Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen hun handen wassen na het spelen in het zand. - Indien nodig worden uitwerpselen van honden en katten met ruim zand uit de zandbak geschept. - Het zand wordt verschoond als uitwerpselen van honden of katten in het zand worden aangetroffen, die er langer dan 3 weken in hebben gelegen. 5.3 Teek - Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen beschermende kleding dragen bij wandelingen in bossen. - Kinderen worden op teken en tekenbeten gecontroleerd als ze rondom struiken hebben gespeeld.

5.4 Bijen en wespen We voorkomen dat kinderen gestoken worden door bijen of wespen door: - Bij overlast van bijen of andere insecten wordt een hor voor raam of deur geplaatst om insecten te weren. - In de buitenruimte wordt zoet eten en drinken beperkt. - Plakkerige handen en monden worden bij buitenspelende kinderen direct schoongemaakt. - Bij buiten drinken worden rietjes gebruikt om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt. - Planten die bijen of wespen aantrekken zijn afwezig of worden verwijderd. 5.5 Zonnesteek - Indien nodig worden schaduwplekken gecreëerd. We maken bijvoorbeeld gebruik van parasols of zonneschermen. - Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen niet te lang in de zon spelen. - Bij extreme hitte wordt de duur van het buitenspelen beperkt. - Bij extreme hitte wordt het spel aangepast, zodat grote inspanning wordt vermeden. 5.6 Uitdroging Bij hoge temperaturen wordt extra drinken aangeboden 5.7 Zonnebrand - Kinderen worden van begin mei tot eind september op alle dagen dat het zonnig of half bewolkt is ingesmeerd; ook als ze in de schaduw spelen. - Er wordt voor kinderen anti-zonnebrandmiddel met een factor (SPF) van ten minste 20 gebruikt en het middel beschermt zowel tegen uv-a-straling als tegen uv-bstraling. - Kinderen worden om de twee uur opnieuw ingesmeerd. - Badjes worden onder een parasol of in de schaduw geplaatst - Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt er op toegezien dat zoveel mogelijk in de schaduw spelen. - Er wordt op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk een T-shirtje en een zonnehoedje dragen als ze buitenspelen. 5.8 Vervuilde grond of lucht Bij aanwijzingen op vervuilde grond of lucht, wordt een deskundig bureau ingeschakeld.

6. Gezondheidsrisicio s ten gevolge van (niet) medisch handelen 6.1 Medicijnen - Misverstanden worden voorkomen door een schriftelijke overdracht - Er worden alleen medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter verstrekt - Vóór het verstrekken van het medicament wordt de bijsluiter gelezen - Er wordt een medisch dossier van kinderen gehanteerd en betrokkenen zijn op de hoogte van de inhoud van de dossiers - Gezondheidskenmerken en bijzonderheden op dit vlak worden in het dossier van het kind vastgelegd - Er worden alleen medicamenten verstrekt worden die al eerder thuis verstrekt zijn - Er wordt gewerkt met een schriftelijke procedure met betrekking tot calamiteiten als gevolg van verstrekking een geneesmiddel/ zelfzorgmiddel - Er wordt vastgelegd welke huisarts een kind heeft - Er is een afspraak gemaakt met een huisarts in de buurt, zodat in geval van calamiteiten hierop teruggevallen kan worden - Pijnstillers of koortsverlagende medicijnen worden alleen op doktersadvies verstrekt 6.2 Voorkomen van toedienen bedorven medicijnen - Medicijnen worden in de originele verpakking met houdbaarheidsdatum bewaard - De houdbaarheidsdatum van het medicijn wordt voor toediening gecontroleerd - Medicijnen worden zo nodig in de koelkast bewaard 6.3 medisch dossier up tot date houden - Er wordt voor elk kind een medisch dossier bijgehouden - De dossiers worden actueel gehouden - Gegevens over allergieën en vaccinaties worden in het dossier opgenomen 6.4 Deskundig personeel - Er is in kaart gebracht welke bevoegdheden de verschillende leidsters hebben - Er zijn schriftelijke instructies voor medicijnverstrekking opgesteld - Bij onvoldoende bevoegd en bekwaam personeel, worden medische handelingen uitbesteed aan bijvoorbeeld de thuiszorg 6.5 Koortsthermometer - Er worden hoesjes gebruikt om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt - de thermometer wordt na ieder gebruik met water en zeep gereinigd - De thermometer wordt voor en na ieder gebruik met alcohol 70% gedesinfecteerd 6.6 Bloed of wondvocht - Groepsleiding wast voor- en na wondverzorging de handen - Bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd worden wegwerphandschoenen gedragen - Gemorst bloed wordt met handschoenen aan verwijderd - De ondergrond wordt met water en zeep schoongemaakt - Het verontreinigde oppervlak wordt schoongespoeld en nagedroogd - Het oppervlak wordt daarna met ruim alcohol 70% gedesinfecteerd - Wondjes worden met een waterafstotende pleister afgedekt - Pleisters worden regelmatig (of wanneer ze doordrenkt zijn) verwisseld

- Met bloed bevuilde kleding en linnengoed wordt op 60 C gewassen - Bij bijtincidenten waarbij bloed vrij komt wordt binnen 24 uur contact opgenomen met de bedrijfsarts, huisarts of GGD