MODULE 24. MILIEURISICOANALYSE

Vergelijkbare documenten
AMINAL-richtlijn betreffende milieurisicoanalyse in veiligheidsrapporten

MODULE 5. RISICOANALYSE

Beoordelingskader restrisico s s onvoorziene lozingen

Belgisch Staatsblad dd

STATISTIEK. van het GOEDERENVERVOER. over de WATERWEG. Oktober 2011

MODULE 13. GEVOLGBEPERKENDE MAATREGELEN

MODULE 12. OPEN OPSLAGPLAATSEN

STATISTIEK. van het GOEDERENVERVOER. over de WATERWEG. Januari 2016

Consequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride

HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT

MODULE 3. PRESENTATIE VAN DE OMGEVING

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

STATISTIEK. van het GOEDERENVERVOER. over de WATERWEG. Juni 2015

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Voor het berekenen van de risico s voor de mens wordt gebruik gemaakt van een softwareprogramma, dat voldoet aan het Handboek Risicoberekeningen.

Prioritaire kanalen en rivieren: driejarige cyclus

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

(100 T ) / 75 (1) T = (CZV- BZVoneindig) / CZV x 100 % (2)

HANDBOEK RISICOBEREKENINGEN GEPLANDE WIJZIGINGEN

Consequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride

Kwantitatieve risico analyse Baanplant / van Son en Koot Dongenseweg 3 A Kaatsheuvel

Ruimtelijk Veiligheidsrapport

LEIDRAAD KENNISGEVING

Risicoanalyse Biovergister

Ruimtelijk VeiligheidsRapport

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013

Peter Viaene. WL Introductiecursus Integraal Waterbeheer 29 & 30 november 2007

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

Consequentieonderzoek probitrelatie fluorine

Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Beoordeling restrisico s onvoorziene lozingen. David Vroon RWS WNZ Rotterdam Yuri de Nooijer RWS ZD Middelburg Leon Braam RWS WNZ Rotterdam

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar u krijgt dan het volgende scherm:

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

Oppervlaktewater in Nederland

Individuele kleinschalige Afvalwaterzuiveringsinstallatie (IBA):

Vlaanderen is milieu. Kwaliteit van de waterbodem VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ.

Disclaimer consequentieonderzoek probitrelatie dichloorsilaan september 2011

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017

Het gebruik van numerieke modellen ter ondersteuning in crisisperiodes

Biodiversiteit in België en Vlaanderen?

Bezoek vzw Kanaalgidsen aan de sluis van Zemst op dinsdag 16 april 2013

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN

Milieukwantiteit: van doelstelling tot actieprogramma

Hydrologisch Informatie Centrum. Maarten Deschamps 12/06/2014 Antwerpen

Ruimtelijk Veiligheidsrapport

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

1-7. Wijziging datum: 11-jan-2011 Versienummer: 1

Risicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017

V.V.H.V. Dr. M. Coussement

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT LEEFMILIEU EN INFRASTRUCTUUR ADMINISTRATIE WATERINFRASTRUCTUUR EN ZEEWEZEN ANTWERPSE ZEEHAVENDIENST

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Rampbestrijding en hulpverlening

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2018

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart 2019

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen

Bedieningstijden van de kunstwerken

Advies betreffende het voorstel tot wijziging van de regelgeving met betrekking tot het hengelen in de gesloten tijd en s nachts

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Bericht aan de schipperij

Notitie. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

LEIDRAAD KENNISGEVING

de selectie van activiteiten binnen inrichtingen

Project-m.e.r.-screening

Het weer in Vlaanderen wordt grilliger. Juni 2016 was heel nat, juni 2017 extreem droog. Die uitersten zijn slecht nieuws, in het bijzonder voor de

Voorstelling Waterwegen en Zeekanaal NV. door Kevin Polfliet, communicatieverantwoordelijke afdeling Zeekanaal

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 werd op bladzijde e.v. bovengenoemd besluit gepubliceerd.

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde

Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout

Zittingsdocument B7-0000/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag B7-0000/2010 voor mondelinge beantwoording

Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum

Kwantitatieve risicoanalyse McCain Foods Holland BV

Toelichting modelleringstudies Zenne- Kanaal Brussel Charleroi. Fernando Pereira 15/04/2014 Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Kwantitatieve risicoanalyse Eurocol

Informatie voor BRZO inrichtingen

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER WZC - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

Netwerkdag Omgevingsveiligheid. Omgevingsveiligheid in Vlaanderen. Griet Goossens. RIVM 2 oktober 2017

Externe veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013

INFODOCUMENT ERKENNINGSKALENDER CVK - RANGORDEBEPALING ZORGREGIO S

Transcriptie:

MODULE 24. MILIEURISICOANALYSE Deze methode is nog gebaseerd op de Nederlandse subselectiemethode. Eenmaal de in ontwikkeling zijnde Vlaamse Selectiemethode beschikbaar is zal de dienst VR een nieuw onderzoeksproject opstarten om de milieurisicoanalyse in overeenstemming te brengen. In deze module wordt de te volgen procedure voor de kwalitatieve milieurisicoanalyse besproken. Alle voorgaande modules hebben betrekking op de (kwantitatieve) risicoanalyse voor de mens. De milieurisicoanalyse gebeurt in verschillende stappen, zijnde het identificeren van de installaties, het selecteren van de te onderzoeken installaties en de risicoanalyse zelf. De tweede stap, zijnde het selecteren van de te onderzoeken installaties, is optioneel. De verschillende stappen worden hieronder uitgewerkt. 24.1 SYMBOLEN A eco [-] Ecoaanwijzingsgetal BZV [kg O 2/kg] Biologisch zuurstofverbruik G eco [kg] Grenswaarden voor milieurisicoanalyse L [m] Afstand tussen de installatie en het dichtstbijzijnde waardevolle of bijzonder kwetsbare natuurgebied (Habitat-, Ramsar- en Vogelrichtlijngebieden en erkende natuurreservaten) (minimaal 100 m) O i [-] Omstandigheidsfactoren uit de subselectiemethodiek 24.2 STAP 1: IDENTIFICEREN INSTALLATIES De eerste stap bestaat uit het identificeren van alle installaties op het bedrijfsterrein die aanleiding kunnen geven tot de ongewenste vrijzetting van gevaarlijke stoffen die één of meerdere van de volgende (gevaars)eigenschappen hebben: Toxische stoffen; Stoffen met een gevaar voor het aquatisch milieu; Corrosieve stoffen; Stoffen met een significant biologisch zuurstofverbruik (BZV > 0,1 kg O 2/kg); Stoffen die een drijflaag kunnen vormen, zijnde stoffen die lichter zijn dan water en een wateroplosbaarheid van minder dan 100 mg/l hebben. Bluswater moet daarnaast ook expliciet beschouwd worden in de MRA. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-1

24.3 STAP 2: SELECTIE VAN DE TE ONDERZOEKEN INSTALLATIES Indien gewenst kan het aantal installaties dat aan de milieurisicoanalyse onderworpen wordt beperkt worden door het uitvoeren van een selectie. Deze selectie gebeurt via onderstaande methodiek. Deze tweede stap is echter optioneel. Indien geen selectie uitgevoerd wordt, wordt stap 3 uitgevoerd voor alle geïdentificeerde installaties. De selectiemethodiek voor de milieurisicoanalyse is gebaseerd op de Nederlandse subselectiemethodiek. Voor de benodigde gegevens hieruit, zoals omstandigheidsfactoren en grenswaarden, wordt verwezen naar (RIVM, 2015). 24.3.1 Berekenen ecoselectiegetal In de tweede stap wordt per installatie een ecoselectiegetal S eco berekend. Ten behoeve van de berekening van het ecoselectiegetal zijn per installatie de volgende gegevens vereist: gevaarseigenschappen van het aanwezige product; productmassa in het installatieonderdeel; aard van de installatie (opslag versus proces); aanwezigheid van opvangvoorzieningen die een ongecontroleerde verspreiding van een accidenteel vrijgestelde producthoeveelheid vermijden; procestemperatuur en -druk; verzadigingsdruk van het product bij de procestemperatuur; en aard, locatie en kwetsbaarheid van de schadedragers (receptoren) langsheen de verspreidingsroute. Per installatie wordt eerst het ecoaanwijzingsgetal berekend op basis van volgende formule. = Hierbij worden dezelfde omstandigheidsfactoren O i als in het subselectiesysteem gebruikt. De grenswaarden zijn echter verschillend. Het ecoselectiegetal wordt dan bekomen door de ecoaanwijzingsgetallen te vermenigvuldigen met specifieke correctiefactoren, afhankelijk van de receptor. S =A correctiefactor Hieronder wordt aangegeven op welke wijze de grenswaarden en correctiefactoren moeten worden bepaald. 24.3.1.1 Grenswaarden In geval van toxiciteit voor de (land)fauna wordt de grenswaarde G voor mensrisico s uit het subselectiesysteem overgenomen. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-2

In geval van toxiciteit voor het aquatisch milieu wordt de grenswaarde G eco bepaald uit Tabel 24-1. De LC 50- waarde waarnaar moet gekeken worden is deze van de vis voor 96 u, van daphne voor 48 u of van algen voor 72 u. Indien meerdere van deze waarden beschikbaar zijn, wordt uitgegaan van de slechtste waarde. Een stof die verschillende gevareneigenschappen vertoont, wordt ingedeeld in de hoogste klasse. Klasse Tabel 24-1: Bepaling grenswaarde bij toxiciteit voor het aquatisch milieu 5 4 3 2 1 Gevareneigenschap Gevarenaanduiding H400 H410 H411 H412 - H413 H314 LC 50 100 < LC 50 LC [mg/l] 50 1 1 < LC 50 10 10 < LC 50 100 1000 LC 50 > 1000 BZV 0,15 < BZV 0,1 < BZV BZV > 1,5 [kg O 2/kg] 1,5 0,15 - - Drijflaag - - Ja - - Grenswaarde [kg] 1.000 10.000 100.000 1.000.000 10.000.000 24.3.1.2 Correctiefactoren In geval van toxiciteit voor de (land)fauna wordt dezelfde correctie toegepast als voor de mensrisico s in het subselectiesysteem, namelijk (100/L)². Voor aquatisch milieu zijn de correctiefactoren opgenomen in Tabel 24-2, Tabel 24-3 en Tabel 24-4. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-3

Tabel 24-2: Correctiefactor voor oppervlaktewater Type Toelichting Correctiefactor Geen Lozing op oppervlaktewater is onmogelijk 0 Zeehaven, Zeekanaal, Havendokken Antwerpen, Kanaal Gent-Terneuzen, Zeeschelde Zeeschelde afwaarts Antwerpen 1 Rivier, kanaal (groot, Albertkanaal, Schelde opwaarts Antwerpen, Rupel; Leie, gemiddeld) Maas, Netekanaal, Kempische kanalen, Kanaal Roeselare- Leie, Kanaal Rupel-Brussel, Ringvaart Gent, Dender, 10 Demer afwaarts Diest, Leopoldkanaal; Ieperleekanaal, Ijzer, Zenne afwaarts Brussel, Dijle afwaarts Leuven Rivier (klein, polderkanaal, kustzone), zee, vijver, meer Verschillende waterlopen, voormalige zandwinningsputten, afgesneden meanders Schelde en Leie, e.d. 100 Tabel 24-3: Correctiefactor voor RWZI Ontwerpcapaciteit (IE) Stoffen met aquatische toxiciteit Stof met hoog BZV en corrosieve stoffen < 10000 20 2 10000 25000 10 1 25001 50000 5 0,5 50001 100000 2,5 0,25 > 100000 1,66 1/6 Lozing niet mogelijk 0 0 Tabel 24-4: Correctiefactor voor bodem en grondwater Kwetsbaarheid grondwater Correctiefactor Geen vrijzetting te voorzien 0 Weinig tot matig kwetsbaar 1 Kwetsbaar 10 Zeer tot uiterst kwetsbaar Inrichting binnen waterwingebied of beschermingszone type I, II of III 100 Merk op dat wanneer bij een accidentele vrijzetting van een gevaarlijke stof uit een installatie een aanwezige veiligheidsmaatregel ervoor zorgt dat de verdere verspreiding van de stof in het milieu via oppervlaktewater, RWZI, bodem of grondwater onmogelijk is, dat de corresponderende correctiefactor dan op nul mag gezet worden. Echter, als de veiligheidsmaatregel op zichzelf kan falen, dan is een verspreiding van de vrijgezette stof niet 100% uitgesloten, en mag de correctiefactor niet op 0 gezet worden. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-4

De aldus gecorrigeerde ecoaanwijzingsgetallen vormen de uiteindelijke ecoselectiegetallen voor de respectievelijke installaties. Indien milieuschade kan optreden bij meer dan 1 receptor (bijvoorbeeld omwille van ligging aan een oppervlaktewater en in een gebied met kwetsbaar grondwater) dan wordt een ecoselectiegetal bepaald per schadedrager. 24.3.2 Rangschikking van de installaties Vervolgens wordt de rangschikking van de installaties in functie van hun ecoselectiegetal gegeven, evenals de selectie van installaties die aanleiding geven tot een berekend ecoselectiegetal groter dan 1 (voor het aquatisch milieu of voor beschermde landhabitats). 24.4 STAP 3: MILIEURISICOANALYSE Indien een selectie werd uitgevoerd wordt voor de installaties met ecoselectiegetal groter dan 1 in de derde stap een diepgaande kwalitatieve milieurisicoanalyse gebaseerd op het vlinderdasmodel uitgevoerd. Indien er geen selectie werd uitgevoerd, gebeurt dit voor alle geïdentificeerde installaties. Dit wordt hieronder beschreven. 1. Een beschrijving van de potentieel getroffen fauna en flora (voor zover dit nog niet in de voorgaande stappen is gebeurd); 2. Een effectenanalyse ten gevolge van instantane en continue vrijzettingen van gevaarlijke stoffen die milieuschade bij zware ongevallen kunnen teweegbrengen; 3. Een oorzakenanalyse van vrijzettingen van gevaarlijke stoffen die milieuschade kunnen teweegbrengen; 4. Een beschrijving van en argumentatie voor preventieve maatregelen die op de inrichting genomen zijn teneinde de kansen te minimaliseren voor vrijzettingen van gevaarlijke stoffen die milieuschade teweegbrengen; 5. Een beschrijving van en argumentatie voor beschermingsmaatregelen die op de inrichting genomen zijn teneinde de gevolgen te minimaliseren in geval van vrijzettingen van gevaarlijke stoffen die milieuschade teweegbrengen. Voor de installaties met ecoselectiegetal kleiner dan of gelijk aan 1 kan de dienst VR na overleg vragen om deze installaties toch mee te nemen in de milieurisicoanalyse. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-5

24.5 VERSIEBEHEER Datum Versie Voornaamste aanpassingen April 17 1.0 1 e versie t.v.v. de Richtlijn Milieurisicoanalyse dd. 20/02/2006 Juli 17 1.1 Correctie tabel 24-1 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 24-6