Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober

Vergelijkbare documenten
Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 juli

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 10 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

mr. drs T. van der Wal . Verbeek Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente Noordoostpolder Postbus AD EAAMELOORD

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 4 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 augustus

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 juli

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

PROVINCIE FLEVOLAND 2 O OKT Staatsbosbeheer De heer J. van Soest Smallepad MG DEVENTER

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 22 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 augustus

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Verkeersbesluit voor het plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens in verband met de verbreding van de Waterlandseweg (N305)

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

Rijsenburgsehof V.o.f. S.J. van Dijk Menno van Coehoornsingel XA ZWOLLE. Datum 7 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 10 juli 2018 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 14 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 1 juni

Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. P. Koppejan Postbus AJ WEESP. Datum 6 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Uw kenmerk. Wij merken uw verzoek aan als een verzoek om ontheffing voor het houden van een wedstrijd in de zin van de Wvw.

CVDR. Nr. CVDR609937_1

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontheffing Wet natuurbescherming

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

milieuneutrale verandering

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Uw kenmerk Uw aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 2 april

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

RUD de heer J. van der Veldt Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Boomberglaan 9, Hilversum

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

VERZONDEN ij 9 MEI 201~

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 22 november 2016 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 1 maart

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Ontheffing Wet natuurbescherming Artikel 3.5, leden 1, 2 en 4

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Landschap Overijssel G. Brouwer Popenallee KW DALFSEN. Datum 18 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Brouwer,

^ : ^ ^ Vermeerderingstuinen Nederland de heer A. Versprille Ossenkampweg U ZEEWOLDE. Geachte heer Versprille,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Vidomes E. Ewalt Kleveringweg LZ DELFT. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Ewalt,

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Aanvraag Ontheffing Soortenbescherming

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven,

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus BR LEEUWARDEN. Datum 22 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 18 november 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

Staat van Instandhouding bepalen. & de rol van vrijwilligers

omgevingsdienst HAAGLANDEN

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Transcriptie:

Postbus 55 8200 AB Lelystad Stichting Multifunctionele Sportaccomodatie Espel De heer Espelerweg 38 8311 PP ESPEL Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober 2018 1 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontheffing voor het vernietigen van een verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis in verband met de sloop van het gebouw aan de Bosrand 18 te Espel Geachte heer Op 27 juni 2018 hebben wij uw aanvraag (namens Stichting Multi Functionele Sportaccommodatie Espel) voor een ontheffing van artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het vernietigen van een verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis in verband met de voorgenomen sloop van het gebouw aan de Bosrand 18 te Espel. Tevens heeft u ontheffing aangevraagd voor de gewone dwergvleermuis. Echter, uit het bij de ontheffingsaanvraag geleverde onderzoeksrapport is gebleken dat deze soort niet is aangetroffen; derhalve ziet deze ontheffing slechts op de ruige dwergvleermuis. Het project of handeling vindt plaats op het grondgebied van de provincie Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn daarom gelet op artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wet natuurbescherming het bevoegd gezag. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming genoemde voorwaarden en criteria, op grond waarvan een ontheffing kan worden verleend. Bijgevoegd treft u ons besluit aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal J.A. Fackeldey Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

2 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 3.8 Wet natuurbescherming Inhoudsopgave A. Besluit B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming B2. Aanvraag B3. Inhoudelijke beoordeling B4. Cumulatie B5. Conclusie C. Kennisgeving en afschriften D. Bezwaar E. Ondertekening A. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming, aan Stichting Multi Functionele Sportaccommodatie Espel, een ontheffing te verlenen: van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het verstoren, beschadigen of vernielen van voortplantingsen/of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: Algemene voorschriften: 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met provincie Flevoland (via wetnatuurbescherming@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl) indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. Een week voordat wordt begonnen met de sloop van de gebouwen moet hiervan melding worden gedaan bij de OFGV via handhaving@ofgv.nl. 7. Deze ontheffing is geldig vanaf de datering van dit besluit tot en met 31 juli 2019. Specifieke voorschriften 1. Er worden ter compensatie 8 nieuwe vleermuiskasten (platte en/of bolle vleermuiskasten, géén nestkasten voor vogels) op daarvoor geschikte plekken (donker, op vrije aanvliegroute, voldoende hoog) opgehangen, binnen een afstand van circa 50 meter van de oorspronkelijke locatie. Er wordt een foto van de opgehangen kasten als bewijs toegestuurd naar handhaving@ofgv.nl. 2. Er wordt 1 maand gewenningsperiode voor de nieuwe verblijfplaatsen gehanteerd. Dit betreft de actieve periode van vleermuizen (globaal de maanden april tot en met oktober), waarbij de inactieve periode (overige maanden) niet als gewenningsperiode gerekend mag worden. De aanwezige nieuwbouw voorziet reeds in een deel van de noodzakelijke gewenningsperiode voor een alternatief verblijf. Derhalve kan bij plaatsing van de vleermuiskasten voor 15 oktober 2018 volstaan worden met de overige actieve periode als geldende gewenningsperiode. Deze zal

3 zodoende minimaal 2 weken bedragen. Sloop kan na 1 november plaatsvinden. 3. De verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis wordt voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden ongeschikt gemaakt. Ongeschikt maken kan bijvoorbeeld door het afdichten van de toegang (exclusion flaps) al dan niet vooraf gegaan door verlichting of creëren van tocht. De werkzaamheden worden tezamen met een ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 4. Voordat verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt dient hiervan uiterlijk een week van te voren een melding te worden gedaan via handhaving@ofgv.nl. Deze melding bevat minimaal de informatie wanneer de verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt en wanneer de sloop gepland is. 5. Nadat is vastgesteld dat alle ruige dwergvleermuizen de verblijfplaatsen hebben verlaten, dienen de sloopwerkzaamheden zo snel mogelijk te worden uitgevoerd. Als tijdens de sloopwerkzaamheden toch vleermuizen worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden onmiddellijk te worden stopgezet en dient de begeleidend ecoloog ingeschakeld te worden. Tevens dient hiervan melding te worden gedaan via handhaving@ofgv.nl. 6. De werkzaamheden vinden plaats in samenspraak met een ter zake kundige op het gebied van de ruige dwergvleermuis. B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming (hierna Wnb) is het nationale wettelijke kader voor de toetsing van activiteiten, plannen, projecten en handelingen met mogelijke gevolgen voor de belangrijkste natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden en voor de soortenbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen ten aanzien van de zorgplicht (artikel 1.11 lid 1 en 2) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12). Artikel 1.3 lid 1 luidt: ingeval Gedeputeerde Staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 het bevoegd gezag voor de onderhavige handeling. In hoofdstuk 3 van de Wnb (betreft soortenbescherming) zijn drie beschermingsregimes opgenomen: - de Vogelrichtlijn (artikel 3.1 tot en met 3.4); - de Habitatrichtlijn (artikel 3.5 tot en met 3.9); en - de Andere soorten (artikel 3.10 tot en met 3.11). De soort waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, valt onder het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn. Hiervoor gelden de navolgende verboden: - artikel 3.5, lid 1: Het opzettelijk doden of vangen; - artikel 3.5, lid 2: Het opzettelijk verstoren; - artikel 3.5, lid 3: Het opzettelijk vernielen of rapen van eieren; - artikel 3.5, lid 4: het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen; - artikel 3.5, lid 5: het opzettelijk plukken, verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van beschermde plantensoorten. Gedeputeerde Staten kunnen op basis van artikel 3.8 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: - er bestaat geen andere bevredigende oplossing; - zij is nodig: - in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; - ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen,

4 visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; - in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid, of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; - voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; of, - om onder strikt gecontroleerde omstandigheden op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben. - er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van Instandhouding te laten voortbestaan. Bevoegdheid en overeenstemming met andere provincies Artikel 1.3 lid 4 luidt: ingeval een project of handeling mede wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht in een andere provincie, wordt een besluit als bedoeld in het eerste lid genomen door Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling in hoofdzaak wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, in overeenstemming met gedeputeerde staten van die andere provincie. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wnb het bevoegd gezag voor onderhavig project. De gevraagde activiteit vindt uitsluitend plaats op grondgebied van de provincie Flevoland; overeenstemming met andere provincies is niet noodzakelijk. B2. Beleid Provincie Flevoland Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 In de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wet natuurbescherming. Beleidsregels uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 De beleidsuitgangspunten voor het verlenen van ontheffingen van de Wet natuurbescherming zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet natuurbescherming. B3. Aanvraag Op 27 juni 2018 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.5 lid 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het vernietigen van een verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis in verband met de voorgenomen sloop van het gebouw aan de Bosrand 18 te Espel. Bij de aanvraag behoren de volgende bijlagen: - Aanvraagformulier Wet natuurbescherming; - Notitie Vleermuisonderzoek, herontwikkeling sportcomplex Espel, uitgevoerd door Ecogroen; - Machtigingsformulier. De werkzaamheden bestaan uit het slopen van een oude sportaccommodatie van de Stichting Multi Functionele Sportaccommodatie Espel. Na aanpassing van het bestemmingsplan is de nieuwe sportaccommodatie reeds gebouwd. In dit nieuwe gebouw is tevens mitigatie gerealiseerd voor de ruige dwergvleermuis. U vraagt de ontheffing aan voor de periode vanaf de datering van dit besluit tot maart 2019.

5 B4. Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. Alternatieven afweging; 2. Wettelijk belang; 3. Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen. Ad. 1: Alternatieven afweging Er zijn geen redelijke alternatieven met minder ecologische impact voor de voorgenomen activiteit. De voorgenomen sloop maakt onderdeel uit van de herontwikkeling van het sportcomplex van sportclub Espel. Deze herontwikkeling bestaat uit de bouw van een multifunctioneel sportcentrum; in dit kader heeft het college van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan Espel, Bosrand reeds gewijzigd. Voorwaarde voor de bouw van het nieuwe gebouw is dat het oude wordt gesloopt. Het alternatief niet uitvoeren is in het kader van voorgenomen activiteit dus geen optie. Het is daarbij ook niet wenselijk het oude gebouw te laten staat: de accommodatie is meer dan 50 jaar oud en bevindt zich in een verouderde staat. Leegstand kan gevaarlijke en ongewenste situaties teweegbrengen, te denken valt aan brandstichting, vernieling, etc. Er kan tevens geen andere locatie gekozen worden voor de herontwikkeling van het sportcomplex, aangezien de nieuwbouw reeds is voltooid. Er is geen bevredigende oplossing, zoals genoemd in artikel 3.8, lid 5, sub a Wet natuurbescherming. De alternatievenafweging is hiermee voldoende onderbouwd. Ad. 2: Wettelijk belang U heeft ontheffing van de verbodsbepaling aangevraagd op grond van het belang ter bescherming van wilde flora of fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats. U heeft reeds een nieuwe sportaccommodatie gebouwd en bent voornemens het oude gebouw te slopen. In het nieuwe gebouw heeft u voorzieningen getroffen waarin de ruige dwergvleermuis een nieuwe verblijfsfunctie krijgt. Dit betreffen ruimtes in de gevels van het gebouw en onder de overhangende daktrim; zo kan de soort via de hoekpalen achter golfplaten wegkruipen. Om te voldoen aan het wettelijk belang zoals waarvoor de aanvraag geldt, moet er een duidelijke meerwaarde zijn ten opzichte van de huidige situatie. Ook moeten er altijd meerdere alternatieven aangeboden worden voor het verlies van een verblijf, zodat voor minimaal eenzelfde aantal ruige dwergvleermuizen een alternatief bestaat die eenzelfde functie kan vervullen. Omdat vervangende verblijfplaatsen niet dezelfde eigenschappen bezitten als de originele verblijfplaats(en), moeten er meerdere alternatieve verblijfplaatsen aangeboden worden. Zodoende is de kans groot dat minimaal één van deze nieuwe verblijfplaatsen gevonden en geschikt bevonden wordt. Het nieuwe gebouw heeft een beperkte functie heeft voor ruige dwergvleermuizen doordat gladde materialen (kunststof en metaal) zijn toegepast, hierop krijgen vleermuizen onvoldoende houvast en is insluipen moeilijk. De functionaliteit van het pand als paarverblijf is hierdoor gering. Door meerdere alternatieven aan te bieden, bijvoorbeeld door het plaatsen van vleermuiskasten in de omgeving van het plangebied, kan alsnog voldaan worden aan de plicht om voldoende alternatieven verblijfplaatsen aan te bieden. Gelet op het geringe aantal vastgestelde dieren (drie) en verblijven (één), alsmede de functie (paarverblijf) en de ecologische potentie van de locatie, is het plaatsen van aanvullend vier vleermuiskasten voldoende. De kans dat één kast een optimale vervanging is van de originele verblijfplaats is namelijk gering. Ter meerwaarde in het kader van het dienen van het aangedragen belang bescherming van wilde flora of fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats dienen 4 extra vleermuiskasten opgehangen te worden op daarvoor geschikte locaties. Zodoende zijn wij van oordeel dat het belang ter bescherming van wilde flora of fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats voldoende onderbouwd is. Ad. 3: Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen De ruige dwergvleermuis is een algemene soort. De verspreiding ligt hoofdzakelijk in noordwest Nederland, maar wordt ook in het binnenland aangetroffen langs rivieren, beken, meren en plassen. Ook in Flevoland komt de soort algemeen voor. In de trektijd (najaar) worden aantallen geschat op 50.000 tot 100.000 dieren. Op basis hiervan wordt de staat van instandhouding als gunstig

6 beoordeeld. Door het plaatsen van in totaal 6 vleermuiskasten blijft de paarfunctie lokaal gehandhaafd. Bovendien neemt de kans op nieuwe paarverblijven toe door het plaatsen van enkele extra vleermuiskasten. De (lokale) staat van instandhouding komt derhalve niet in het geding. Mitigatie Alvorens tot de sloop van het oude gebouw over te gaan moet er voldoende gewenningstijd voor de soort zijn geweest, waarin zowel de oude als nieuwe verblijven tegelijkertijd aanwezig zijn. Dit is nodig om succes te waarborgen. Ook is het plaatsen van de kasten en de sloop gebonden aan voorwaarden. Deze zijn opgenomen in de specifieke voorschriften. B5. Conclusie De aangevraagde situatie past binnen de wettelijke regels. Gezien de activiteit zijn er geen effecten op de staat van instandhouding van de ruige dwergvleermuis. De aanvraag past eveneens binnen de door de provincie Flevoland vastgestelde beleidsregels. Wij zijn van mening dat de gevraagde ontheffing voor de beoogde situatie kan worden verleend. De ontheffing wordt verleend tot en met 31 juli 2019. C. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3.42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in de Flevopost editie Lelystad en op de website van de Provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: - KNNV Lelystad, lelystad@knnv.nl; - Vogel- en Natuurwacht Flevoland, info@vogelwachtflevoland.nl; - Dierbaar Flevoland, info@dierbaarflevoland.nl; - OFGV, info@ofgv.nl; D. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in bijlage 1. E. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal J.A. Fackeldey

7 Bijlage: Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de Voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.