CPBW IPBW. Bundel ter ondersteuning van lessen over de evacuatieoefening in het basis- en kleuteronderwijs DEEL 1: SENSIBILISERING.



Vergelijkbare documenten
BRAND. Algemene informatie over brand

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

EVACUATIE BIJ BRANDALARM. Evacuatieplan bij Brandalarm

Evacuatie- en brandrichtlijnen

EVACUATIEPLAN. 1. Aantal evacuatieoefeningen: 2. richtlijnen evacuatie leerlingen. 3. alarmsignaal INSTRUCTIES PERSONEEL. schooljaar

Evacuatierichtlijnen

Evacuatierichtlijnen

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

safety ORGANISATIE VAN EEN EVACUATIEOEFENING

Onderrichtingen voor EVACUATIE van de schoolgebouwen

Tijdens elke activiteit een hoofdverantwoordelijke aanduiden en minstens 1 keer per jaar een evacuatie-oefening houden zijn de belangrijkste taken!

Circulaire BRANDPREVENTIE

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM gemeente Steenbergen

Circulaire BRANDPREVENTIE

Evacuatierichtlijnen. Schooljaar

Interne evacuatieplanning

Brandpreventie in de praktijk

Brand en explosiegevaar

Wijkoverleg Rischot 10 februari 2011 Brandpreventie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg

Evacuatieoefeningen houden, een praktische aanpak. September / oktober 2016 Eddy CODDENS

Brandveiligheid in de zorg

JIJ. Daar moet je nu over nadenken!

Brandbestrijding. Een uiteenzetting over brandbestrijding. Hierbij komen de volgende subonderwerpen aan de orde:

Veiligheid, gezondheid en welzijn op school. Onthaaldocument voor onderwijzend en ondersteunend personeel, stagiairs en interimarissen.

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Bekijk en bestudeer grondig de onderstaand downloadbare plannen: Het kan je leven redden!!

Ontruimingsplan. Scoutinggebouw DILLENBURG. Van de Willem de Zwijgergroep III

Vluchtplan van Gastouder:..

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN

Brand : waarschuwen en reageren. Veilig Wonen

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande '

Brandveiligheid in de zorg

Brandpreventie voor jongeren

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

CALAMITEITENPLAN. P.C.B.O. De Loopplank / B.S.O. Kom aan boord / K.D.V. De Bereboot Pieter de Hoochplaats SC Alblasserdam

Een veilige en gezonde BBQ aan de VUB

Evacuatieoefeningen Herman Daems

Brandveiligheid en Evacuatie in het Virginie Lovelinggebouw (VAC Gent)

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

Brandbestrijding in het onderwijs. Lt. Jörge Engels technicus brandvoorkoming, interventieplanning, jeugdbrandweer

Wat iedere medewerker moet weten over brand

brandgevaar

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

Scootmobielen. Tips voor een brandveilig gebruik

Lees deze richtlijnen, zodanig dat een evacuatie vlot kan verlopen!

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG. Ronny Houben

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Stichting Dante s Vriendjes Televisiebaan 106a 3402 VH IJsselstein Tel GSM info@dantesvriendjes.nl.

Brandpreventie. Inhoud van de presentatie. Inhoud van de presentatie. Hoe een brand bestrijden? Inhoud van de presentatie.

Aanbevelingen (Brand)veiligheid

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon :

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken!

Ik ga mijn spreekbeurt houden over vuur. Ik heb alvast op het bord geplakt waar ik het over ga hebben:

Bertrand Russell College BRC BOVENBOUW. Erasmusstraat 28. Krommenie

CHECKLIST Brandpreventie

7.2 Brand voorkomen en bestrijden

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens!

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Weet je dat je rook niet kunt ruiken wanneer je slaapt?... er jaarlijks nog steeds mensen als gevolg hiervan in hun slaap stikken en overlijden?

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

ONTRUIMINGSPLAN BS DE BONGERD

Aanbevelingen (Brand)veiligheid

Bijlagen. Bijlage 1: adressen. Voorzitter Inrichtende Macht De heer André Van Genechten Hovesteenseweg 56, 2450 Meerhout

Bertrand Russell College BRC ONDERBOUW. Erasmusstraat 1. Krommenie

Educatieve uitgave Brandweer Den Haag. Kleur- en doeboek. Haaglanden Den Haag

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Brand in jeugdlokalen voorkomen, ontvluchten en blussen VEILIG IN GENT

Oefentoets-Brandpreventie en brandbestrijding-2016

Basisveiligheid voor technische en facilitair departement

Inlichtingen betreffende evacuatie (doc. 1)

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Brandpreventie. voor senioren. Introductie brand(on)veiligheid en-preventie

Brandwonden en dan? Eerst water, de rest komt later

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Veilige voorbereiding

ONTRUIMINGSPLAN STICHTING DE WILG

ONTRUIMINGSPLAN (laatste versie:september 2014)

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Noodplan - Samenvatting. Buitencentrum de Stevert Stevert KD Steensel tel Accommodatie: / tel Beheerder:

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113.

Rookmelders en brandblussers

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Infosessie bijscholing preventieadviseurs

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

Ontruimings Plan. Kinderdagverblijven Tinker Bell

ONTRUIMINGSPLAN MARKENHAGE

Maak een vluchtplan.

HOOFDSTUK 3. OVER VUUR

Reader Brandveiligheid

S.G. Het Rhedens. Ontruimingsplan voor het gebouw in Dieren. Versie: maart 2015

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Transcriptie:

Logo SCHOOL CPBW IPBW Bundel ter ondersteuning van lessen over de evacuatieoefening in het basis- en kleuteronderwijs DEEL 1: SENSIBILISERING Inleiding Brandgevaar is een realiteit op elke school. De wetgever heeft nogal wat wetten geformuleerd waaraan moet worden voldaan, in hoofdzaak om zoveel mogelijk brand te voorkomen. Veiligheidseducatie is bijgevolg verplicht opgenomen in het ontwikkelingsplan voor het kleuteronderwijs en in het leerplan wereldoriëntatie van het basisonderwijs. Deze bundel met informatie wil bijdragen tot een concretere uitwerking van de aspecten evacuatie en brandpreventie. Het is een model dat gedistilleerd is uit een lesmodel dat gebruikt wordt in een secundaire school. We hopen dat het inspirerend kan werken, ook voor onderwijzer(e)s(sen) en kleuterleid(st)ers. Binnen het uitwerken van het leerplan wereldoriëntatie (lagere school) en van het ontwikkelingsplan en de belangstellingscentra (kleuterschool), kan dit alles perfect worden ingepast. Heel wat scholen hebben prachtige lesmodellen uitgewerkt. We danken hierbij Carlos Debuysere voor het ter beschikking stellen van informatie die gehanteerd wordt in de lagere scholengroep van Edugo. Via de districtbegeleiders kan men hier misschien tot uitwisseling en samenwerking komen. In deel 2 en deel 3 van deze bundel staat de basisinformatie recht gedrukt. De pedagogische wenken en ondersteunende informatie staan steeds cursief gedrukt. DAVGOS Ingrid Molein en Luc De Wilde Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 1

1. Betrokken partijen a) schoolbestuur en directie Minstens één maal per jaar wordt er op school verplicht een evacuatieoefening uitgevoerd, bij voorkeur onder begeleiding van de brandweer. Dit gebeurt het best bij het begin van het schooljaar. Eens de school een evacuatie-cultuur heeft uitgebouwd, worden moeilijkheidsgraad en verrassingseffecten verhoogd en/of toegevoegd. Het schoolbestuur en de directie zijn aansprakelijk voor leerlingen en personeel. Zij zijn bijgevolg verantwoordelijk voor de toepassing van de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften, o.a. met betrekking tot - de nodige signalisatie; - de noodverlichting; - de evacuatiekaarten in de lokalen en de evacuatieplannen in de gangen; - de brandbestrijdingsmiddelen; - de nodige documentatie (interventiedossier) voor de brandweer; - veilige elektrische installaties en verwarmingsinstallaties; - onderhoud van schoorstenen en verwarmingsinstallaties; - de keuze van de bouw- en inrichtingsmaterialen met het oog op de brandveiligheid; - het afsluiten van een afdoende brandverzekering; - opleiding personeel,. Deze bundel is dan ook bedoeld als middel om het personeel over de bestaande schooleigen situatie in te lichten over bestrijdingsmiddelen en evacuatiewegen. Onderhoudspersoneel, administratieve medewerkers, kinderverzorgsters, mogen hierbij niet vergeten worden! Deze informatie is dan ook op diskette gezet zodat u de schooleigen specificaties maar moet invullen (zie afzonderlijk document evacuatie ). Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 2

b) leerkracht Onachtzaamheid, nalatigheid, slordigheid en onvoorzichtigheid maar ook onwetendheid liggen aan de basis van vele branden. Op schoolniveau is het noodzakelijk dat elk personeelslid goed weet welke acties ondernomen moeten worden bij het bemerken van een begin van een brand of bij alarm. Een beginnend brandje veilig proberen te blussen, weten wie te waarschuwen en hoe, de leerlingen snel en doeltreffend evacueren, dit alles kan maar als men op voorhand wordt ingelicht over de beschikbare interventiemiddelen, de evacuatiewegen en de verzamelplaats na een eventuele evacuatie. Deze bundel is dan ook een waardevol dossier voor de leerkracht zelf. Een leerkracht die zelf panikeert, is een negatief voorbeeld voor de leerlingen: zij zullen ook in paniek slaan waardoor de chaos enkel zal toenemen. c) leerling Op klasniveau is het echter aangewezen aan deze evacuatieoefening een les (of lessenreeks) te laten voorafgaan om paniek bij een noodzakelijke evacuatie te vermijden. Kleuters en lagere schoolkinderen moeten elk op hun niveau weten welke instructies zij bij alarm moeten opvolgen. Kennis en vaardigheden betreffende preventie, bestrijding, reactie en verantwoordelijkheid komen ook hun algemene opvoeding ten goede. 2. Doelstelling De doelstelling van een les rond evacueren is de leerlingen van de school voor te bereiden op een evacuatieoefening zodat ze het belang van deze oefening inzien (= bewustmaking) en de techniek (= evacuatie) onder de knie krijgen. Dit alles kadert in de veiligheidsopvoeding op school. 3. Methodiek De methodiek moet uiteraard aangepast worden aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 3

In de verschillende leerjaren van de kleuterschool en de lagere school zal een andere aanpak vereist zijn. De afbakening van de lesinhouden zal in teamoverleg bepaald moeten worden maar de bedoeling is uiteindelijk voor iedere leerling, hoe jong of oud ook, dezelfde: nl. op een veilige manier de evacuatie-instructies kunnen opvolgen en uitvoeren. Verschillende methodieken zijn mogelijk of kunnen gecombineerd worden. Aan de hand van krantenknipsels, van de brandweerkalender, van actualiteit op TV zoals een woningbrand, wordt de leerlingen aangetoond dat een brand een realiteit is waarmee men rekening moet houden. Op basis van deze gesprekken kan de leerkracht de vuurdriehoek samenstellen. Deze kan in de hogere leerjaren worden geïllustreerd met een proef. Bepaalde scènes uit de video Als minuten tellen (25 ) waarvan het eerste deel is opgenomen in een basisschool kan het hele opzet illustreren. Het is de bedoeling tot een leergesprek over de evacuatieproblematiek te komen. Bij bewegingsactiviteiten met kleuters en jonge kinderen kan geoefend worden in het stappen achter elkaar (treintje vormen, van richting veranderen, ) en kan de ruimte verkend worden (ruimte in de school, buiten de school, verzamelplaats, ). 4. Verschillende items Hierna volgen een aantal items die over één of meerdere lessen kunnen worden gespreid, maar ook over de leerjaren heen. Vb. jongere leerlingen weten wat het symbool pijl betekent, oudere leerlingen kennen het onderscheid tussen de pictogrammen uitgang en nooduitgang. Het spreekt voor zich dat de teksten en illustraties die gebruikt worden in de klas aangepast worden aan het niveau van de leerlingen aan wie men de les geeft. We verwijzen hierbij naar de map Gezondheid, je kunt er zelf iets aan doen - Deel Veiligheid. Verschillende lesonderwerpen lenen zich tot het regelmatig ter sprake brengen van veiligheidsaspecten zonder het leerplan uitdrukkelijk te verlaten. Op de diskette staat dan ook een verhelderende tekst van Nadine Coppens pedagogisch begeleidster kleuteronderwijs: Voor een vlot verloop van evacuatieoefeningen binnen het kleuteronderwijs. Deze tekst geeft duiding bij de ontwikkelingsaspecten die bij verschillende deeloefeningen in functie van een evacuatie betrokken kunnen worden. In deze bundel staan we niet al te veel stil bij details maar beperken we ons tot de basisinformatie. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 4

DEEL 2: BRANDPREVENTIE 1. Wat is brand? Krantenknipsels over branden worden onder de leerlingen verspreid. De leerlingen lezen in enkele minuten de artikels en geven - na een vraaggesprek - antwoord op de vraag : "Hoe ontstaat brand?" Ofwel brengt de leerkracht een gesprek op gang over het spelen met lucifers of over het zich laten verleiden tot het stoken van een vuurtje. Dit kan aan de hand van een verhaal of een illustratie. Zij sommen mogelijke gevaren op van het spelen met vuur. Met kleuters en jonge kinderen kan men een kringgesprek op gang brengen over welke voorwerpen warm kunnen zijn en welke voorwerpen brand kunnen veroorzaken. Zie Gezondheid, je kunt er zelf iets aan doen - Deel Veiligheid p. 27 t.e.m. 30 voor kleuters en p. 57 t.e.m. 58 en p.75 t.e.m. 76 voor jonge kinderen. Dit kan naar aanleiding van een huishoudelijke activiteit zoals pannenkoeken bakken, een godsdienstmoment met het aansteken van een kaarsje, een klasgenootje dat zich heeft verbrand, persoonlijk ervaringen,, kortom een lesonderwerp (lagere school) of belangstellingsmoment (kleuters) waarbij een relatie naar vuur, warmte, brand kan gelegd worden. De leerkracht verzamelt de gegevens en klasseert ze in drie kolommen die echter nog geen titel dragen. Voorbeeld :??? lucifer houtkrullen Tocht sigaret vet van frituurketel Wind lamp stookolie Lucht kookplaat papier Airco motor chemisch product Ventilator schakelaar prullenmand - zon behang - Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 5

bunsenbrander houten rek - bliksem ether - aansteker kaars Het is aangewezen na te gaan welke elementen van de kolommen ook in de school aanwezig zijn. Via deze losse woorden komt men tot de drie elementen die brand doen ontstaan. Vul ze in boven de kolommen. Warmte (of ontbrandingstemperatuur) Brandstof (of brandbare stof) Lucht (of zuurstof) Nu kan men de vuurdriehoek tekenen : Bij de hogere leerjaren kan de vuurdriehoek geïllustreerd worden aan de hand van een proef. Vooraleer dit te doen, moet de leerkracht steeds de nodige voorzorgen nemen. Zo b.v. de proef demonstreren op niet brandbare ondergrond, steeds kleine hoeveelheden nemen, blusmiddelen (zoals een natte dweil) bij de hand houden ed. Proef: Je zet een kaars op een schoteltje. Je ontsteekt ze. De drie elementen zijn nu aanwezig : - brandstof : de kaars; - zuurstof : aanwezig in de lucht (2O% van de lucht is zuurstof); - warmte : de lucifer zorgde daarvoor. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 6

In het schoteltje giet je een kopje water. Je zet er een stolp over. Het water zorgt voor een luchtdichte afsluiting. De kaars dooft langzaam uit. Waarom? >>> Eén element van de 3 ontbreekt : zuurstof. Als de kaars is opgebruikt, dooft het vuur. Waarom? >>> Eén element van de 3 ontbreekt : brandstof. Als je geen lucifer hebt, kun je de kaars niet doen branden. Waarom? >>> Eén element van de 3 ontbreekt : warmte-energie. TE ONTHOUDEN: 1. zorg ervoor dat de 3 elementen: warmte - brandstof - zuurstof niet in ongunstige omstandigheden samenkomen. 2. blussen van brand: is ervoor zorgen dat 1 van de 3 elementen weggenomen wordt waardoor de brand dooft. Branden worden ingedeeld in klassen: Klasse A: brand van vaste stoffen Klasse B: brand van vloeistoffen Klasse C: brand van gassen Klasse D: brand van metalen De letters A, B, C en/of D vinden we ook terug op de blusapparaten en dat naargelang van de klassen waarvoor het blusmiddel geschikt is. Voor leerlingen is dit laatste geen essentiële informatie. Een bezoek aan de brandweer kan een mooie aanleiding vormen om op al deze aspecten dieper in te gaan. Verder kunnen een woordenschatles, een steloefening, een voordracht, een woordpuzzel, een tekenles in functie gesteld worden van brand en brandpreventie. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 7

2. Brandbestrijdings- en veiligheidsmaterieel op school Het brandbestrijdingsmaterieel wordt aangeduid met pictogrammen (= symbolen). Het zijn witte tekeningen op een rode achtergrond. De vorm is vierkant. Brandblusapparaten: - met water (schuim); - met CO2; - met poeder. Muurhaspel: toestel om een slang met brandspuit op en af te winden, is aangesloten op de bluswaterleiding. Naast de sleutelkastjes en de bekende brandblusapparaten beschikt de school mogelijks over de volgende brandinfrastructuur: Branddeur: deur die een bepaalde tijd de brand tegenhoudt; sommige branddeuren sluiten automatisch als de elektriciteit wordt uitgeschakeld. Brandvenster/brandkoepel: Venster/koepel dat bij het bereiken van een bepaalde temperatuur of via een rookdetector automatisch geopend wordt opdat de rooklaag langs daar kan ontsnappen. Rookdetector: toestel dat ervoor zorgt dat bij rookontwikkeling de brandsirene automatisch in werking wordt gesteld. Vaak smeult het vuur eerst geruime tijd voor de brand zich echt ontwikkelt. Tijdens deze eerst fase ontwikkelen er zich giftige rookgassen. Evacuatiesignaal - alarmbel: sirene die oproept tot algemeen alarm = onmiddellijke evacuatie. Moet verschillend zijn van de gewone schoolbel. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 8

Branddeken: onbrandbaar deken dat gebruikt wordt om een kleine brandhaard volledig af te dekken of om brandende kledij bij een persoon te doven. Brandtrap: trap aan de buitenkant van het gebouw die dient om in nood een gebouw te verlaten. Het brandblusmaterieel van de school bevindt zich: Vb. Brandblusapparaat - aan deur keuken - gang bouw B 1 ste verdiep - brandtrap - lokaal 12 branddeken In het document evacuatie wordt deze tabel ingevuld. Het is goed een rondgang te doen door de school met speciale aandacht voor dit blusmateriaal. Een opleiding voor het personeel over het gebruik van deze brandbestrijdingsmiddelen is dan ook aangewezen. Het op- en af gaan van een brandtrap wordt best geoefend tijdens een les gym of bewegingsopvoeding. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 9

3. Eerste hulp bij verbranding 3.1. De eerste zorgen: - kleren in brand: - onmiddellijk uittrekken of - onmiddellijk liggen en over de grond rollen met de handen voor het gezicht tot alle vlammen gedoofd zijn of - zich in een deken of jas wikkelen. -! nooit rennen (meer zuurstof = meer vuur)! - brandwonden: eerst water de rest komt later! verbrand lichaamsdeel zolang mogelijk onder koud stromend water houden en dit minstens gedurende 15. - verwittig een arts of een ziekenwagen. 3.2 Nuttige tips om brand te voorkomen: - maak dat verplaatsbare elektrische toestellen niet bereikbaar zijn voor kinderen. - Zorg ervoor dat ze via het snoer het toestel niet naar beneden kunnen trekken. - Laat kinderen nooit alleen in de buurt van hete vloeistoffen. - Zorg ervoor dat kinderen geen brandende kaarsen kunnen bereiken en omstoten. - Blaas kaarsen altijd uit na het godsdienst- of vieringsmoment. - Gooi vodden of keukenpapier die doordrenkt zijn met ontvlambare producten zoals verf, white-spirit, in een gesloten metalen vuilbak. - Zand of een vochtige niet-synthetische dweil in de buurt houden kan nuttig zijn. - Hou brandbare stoffen op afstand van alle warmtebronnen. - Bij gebruik van een verlengdraad met haspel, rol die volledig af. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 10

DEEL 3: EVACUATIE 1. Het evacuatieplan van de school 1.1. Inleiding Het evacuatieplan = een plan om de school zo snel en zo veilig mogelijk te verlaten indien er alarm is. Het is een onderdeel van het intern noodplan. De handelingen zijn afhankelijk van gebouw tot gebouw maar de grondregels blijven dezelfde. Het evacuatieplan bestaat uit drie grote delen : 1. de melding van de brand = de waarschuwing die zegt dat het ergens brandt; 2. het alarm = het bevel van de directie om het gebouw te evacueren (ontruimen); 3. de evacuatie = het zo snel en zo veilig mogelijk verlaten van het gebouw. We staan even stil bij deze drie grote delen van het evacuatieplan. Enkel met leerlingen hogere leerjaren: Bekijk aandachtig de evacuatiekaart die ophangt in het lokaal. Bespreek met de leerlingen de volgende toelichtingen aan de hand van een evacuatiekaart. In ieder lokaal hangt zo n evacuatiekaart naast de deur. In dit lespakket zit een model. Het is aangewezen tijdens een rondgang door de school aandacht te vestigen op de verschillende veiligheidsinfrastructuur. Maak de leerlingen attent op de verschillende pictogrammen en vestig de aandacht op de deelplannen die uithangen per verdieping en waarop de veiligheidsinfrastructuur met verkleinde pictogrammen is aangeduid. Voor jongere leerlingen is het belangrijk dat ze een witte pijl op groene achtergrond als reddingsteken kunnen herkennen. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 11

1.2. Er ontstaat een brand wat doen? Een personeelslid: probeert de brand te blussen (bij kleine brand); 1.3. De melding van de brand terwijl iemand de brand probeert te blussen, neemt iemand de melding van de brand voor zijn/haar rekening; hij/zij gaat naar de dichtstbijzijnde telefoon en toetst of draait het nummer. = intern noodnummer op de school: dit nummer wordt enkel voor alarm gebruikt en deze lijn is dus nooit bezet; hij/zij deelt beknopt mee waar het brandt. De administratieve hulp (of receptioniste of verantwoordelijke vestigingsplaats): verwittigt de directie of afgevaardigde; of beslist zelf dat fase 2 het alarm wordt ingeschakeld; belt de hulpdiensten/brandweer: 100 1.4. Het alarm De directie of afgevaardigde: beslist of fase 2 'het alarm' wordt ingeschakeld; geeft schoolalarm (sirene) via het omroepsysteem of via het vooropgestelde belsignaal. Persoon x vangt de hulpdiensten op, geeft toelichting en bezorgt het interventiedossier. Dit bevat o.a. de plannen van de school met aanduiding van alle gevaarlijke plaatsen, evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen,, de leerlingen- en personeelslijsten,. Het interventiedossier bevindt zich best in een rode koffer bij de ingang van de school. Let op: bij begin schooljaar en in de loop van het schooljaar lijsten actualiseren! Persoon y is reserve. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 12

In het document Evacuatie kan u deze informatie aanpassen aan de schooleigen situatie en de gemaakte afspraken bondig omschrijven. Het is aangewezen tijdens deze les(senreeks) de leerlingen vertrouwd te maken met het signaal van alarm zodat ze het kunnen onderscheiden van de andere belsignalen van de school. Het moment waarop men dit alarmsignaal laat horen wordt best met alle personeelsleden afgesproken. 2. Toelichtingen bij het evacuatieplan 2.1. Evacuatiewegen De evacuatiewegen kunnen opgesplitst worden in - normale vluchtwegen, - alternatieve vluchtwegen. Zij mogen niet versperd worden. Hou de evacuatiewegen vrij van hindernissen. 2.1.1. normale vluchtwegen van de school Vluchtwegen leiden naar uitgangen. De uitgangen worden bij alarm zo vlug mogelijk opengemaakt. Dit zijn niet noodzakelijk de gewone uitgangen waarlangs iedereen gewoonlijk de school binnenkomt of verlaat. I. Vluchtwegen uitgangen HOU ZE VRIJ - VERSPER ZE NIET! Vb. Bouw A Poort Tweebruggenstraat 55 Poort speelplaats 2.1.2. Alternatieve vluchtwegen van de school Alternatieve vluchtwegen leiden naar nooduitgangen. Deze alternatieve vluchtwegen worden genomen als de gewone vluchtwegen versperd zijn. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 13

II. Versperring! alternatieve vluchtwegen nooduitgangen HOU ZE VRIJ - VERSPER ZE NIET! Vb. Bouw A Klein deurtje gang Plat dak 2de verdieping aan tekenklas * * Als je deze uitgangen neemt, moet je de hulp van de brandweer afwachten. In het document Evacuatie kan u deze informatie aanpassen aan de schooleigen situatie en de gemaakte afspraken bondig omschrijven. Aan elke (nood)uitgang hangt een rood sleutelkastje. Daarin hangt de sleutel van de deur van de (nood)uitgang. In gewone omstandigheden is het kastje op slot. Bij alarm sla je het glas stuk en open je de (nood)uitgang met de sleutel. Het is dus van levensbelang tijdens het normale schoolgebeuren deze sleutelkastjes intact te houden en niet te beschadigen. Beschadig de sleutelkastjes niet. Ze kunnen uw leven redden! 2.2. Belangrijke symbolen De vluchtwegen en (nood)uitgangen zijn aangeduid met pictogrammen (= symbolen of tekens). Het zijn reddingstekens. Vorm = rechthoekig of vierkant. Kleur = witte tekening op groene achtergrond. Groen duidt op redding. richtingen naar een uitgang Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 14

plaats van een uitgang richtingen van een nooduitgang (met of zonder figuurtje) plaats van een nooduitgang Hulppost Brancard Dokter Al deze pictogrammen in deze teksten kunnen met de computer worden geknipt, gekopieerd, geplakt, vergroot enz. Pictogrammen dienen fluorescerend te zijn. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 15

3. Richtlijnen bij een evacuatie 3.1. Deel aan de leerlingen volgende wenken mee: - Iedereen blijft kalm, er wordt niet geroepen, geschreeuwd of geduwd. - Persoonlijke bezittingen worden niet bijeengegrabbeld, dat is tijdsverlies. Alles blijft liggen. - Neem nooit de lift: bij uitvallen van de stroom blokkeert deze bv. tussen twee verdiepingen. - Moet je op een vluchtweg een deur openen, wees dan voorzichtig. Voel of de deur/deurknop niet heet is. Is dit het geval, niet openen. Neem dan een andere weg. - Loop nooit in dichte rook. Buk je tot dicht bij de grond. Bind een vochtige handdoek of zakdoek voor neus en mond om de giftige rook niet in te ademen. Bij rook verdwijnt heel vlug het gevoel van oriëntering, blijf daarom bij elkaar. - Er wordt niet gelopen, maar er wordt ook niet getreuzeld. De leerlingen blijven bij elkaar op rij, geven elkaar de hand, houden samen een touw vast of vormen samen een treintje. 3.2. Bij het horen van het alarmsignaal - evacueer onmiddellijk en gedisciplineerd alle leerlingen waarvoor u verantwoordelijk bent; - blijf kalm: paniek is nergens goed voor; - neem de aanwezigheidslijst mee als die nog in de klas is; - doe de ramen dicht; - schakel de elektriciteit uit; - maar laat de lichten best branden: visuele controle brandweer mogelijk maken; - laat alles achter, doe de deur dicht en keer niet meer terug; - verplicht alle leerlingen in ketting achter elkaar te gaan; - volg alle berichten op die via het omroepsysteem gegeven worden; - let erop dat de leerlingen niet roepen zodat alle berichtgeving duidelijk hoorbaar is; - gebruik geen lift; - leerkrachten in de buurt van de ziekenkamertjes en toiletten controleren of ook daar leerlingen zijn en nemen ze mee; - zorg ervoor dat leerlingen op krukken, gedragen worden en dat er geen achterblijvers zijn; - ga naar de verzamelplaats. - en meld u aan bij de controlepost. Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 16

Opgelet : Leerlingen die zich op het moment van de evacuatie niet bij hun klas bevinden (toilet, ziekenkamer, bibliotheek, ) keren niet naar hun klas terug. Zij volgen de gemelde vluchtwegen en melden zich bij aankomst op de verzamelplaats. 3.3. De vluchtwegen De vluchtwegen zijn : Indien de uitgangen niet geopend zijn door de verantwoordelijken gebruik dan zelf de sleutel uit het bijhorende kastje en open de deur. 3.4. Controlepost verzamelplaats: telling van de leerlingen en het personeel - daar gekomen tel de leerlingen en controleer wie er ontbreekt; - alleen de leerkracht deelt bij aankomst aan de verantwoordelijke persoon voor de telling mee of de klas volledig of onvolledig is; - hij/zij deelt ook mee wie afwezig is en wie eventueel achtergebleven kan zijn; - de leerkracht voegt zich daarna bij de klasgroep; - ook nu nog is een gedisciplineerde houding noodzakelijk, de leerlingen blijven verzameld per klas; - leerkrachten die op het ogenblik van de evacuatie niet verantwoordelijk zijn voor een klas helpen spontaan mee bij de telling; - de verantwoordelijke(n) voor de telling geeft (geven) het signaal om terug te keren indien het een oefening betreft. - In het lokaal wordt daarna het evaluatieformulier van de evacuatieoefening ingevuld en aan de verantwoordelijke bezorgd. - Een volgende evacuatieoefening wordt op basis daarvan dan bijgestuurd. Verzamelplaats: op voorhand bepalen met aandacht voor - grootte: kunnen alle leerlingen en personeelsleden daar opgevangen worden? - verkeerssituatie: kan de verzamelplaats veilig bereikt worden, hoe zal de verkeerssituatie tijdens de evacuatie evolueren? Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 17

4. Checklist - Windrichting: bij sterke rookontwikkeling ligt de verzamelplaats dan nog wel gunstig? - Openbare of andere werken: verifiëren van werken op de verzamelplaats of op de weg ernaar toe. 1. Vluchtwegen en signalisatie - Zijn er voldoende vluchtwegen? - Zijn de vluchtwegen vrij en zijn er juiste en oordeelkundig aangebrachte pictogrammen? - Moet er veiligheids(nood)verlichting zijn? - Zijn er voldoende toegangsmogelijkheden voor de hulpdiensten? - Zijn ze vrij (parkeerproblemen)? 2. Detectie, waarschuwing, alarm - Zijn er detectiemiddelen? - Werken ze? - Is er controle en onderhoud? - Zijn er waarschuwingsmiddelen? - Wie wordt gewaarschuwd? - Is er een interventieploeg? - Zo ja, hebben ze voldoende opleiding gehad? - De melding aan de brandweer? (wie, hoe, bij afwezigheid) - Is het alarmsignaal overal waarneembaar? 3. Brandbelasting - Kan deze verminderd worden (opruimen rommel, )? - Welke gevaarlijke producten heeft de school? (lijst, hoeveelheden, bewaarplaats) - Wat met de stookplaats? (toegangsdeur, onderhoud, compartimentering) 4. Controle en onderhoud - Gebeuren er regelmatig controles? - Door wie? - Wat wordt gecontroleerd? - Bestaat er een up-to-date dossier? - Wat na controle en defect? 5. Evacuatieplan - Is er een evacuatieplan? - Zijn de evacuatiewegen vrij? Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 18

- Zijn de nooduitgangen los te maken (sleutelkastje, ) - Zijn er evacuatiekaarten in de lokalen? - Waar wordt verzameld? - Wordt er geoefend? Wanneer? Frequentie? - Hoe verloopt de voorbereiding op een evacuatieoefening? 6. Opvoeding en informatie - Zijn leerkrachten op de hoogte? - Zijn de leerlingen op de hoogte? - Is de betekenis van de pictogrammen bekend? 7. Activiteiten - Wordt er rekening gehouden met de brandveiligheid van de lokalen bij de verdeling van de lokalen? - Worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen bij activiteiten met brandrisico? 8. Paraatheid - Is er een up-to-date interventiedossier? - Is dit beschikbaar aan de inkom? - Hoe geschiedt de opvang van de hulpdiensten? - Weet iedereen wat hij/zij moet doen? Lesvoorbereidingsmodel Brandpreventie en evacuatie p. 19