Examen VWO. economie (pilot) tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.



Vergelijkbare documenten
Eindexamen economie pilot vwo I

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.

Correctievoorschrift VWO

Examen HAVO. Economie 1

Examen VWO. economie 1,2. tijdvak 1 maandag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO - Compex. economie 1

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen VWO. economie 1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Examen VWO. economie 1. tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Examen VWO. economie. Voorbeeldopgaven Phillipscurve. voorbeeldopgaven Phillipscurve

Examen VWO. economie 1,2. tijdvak 1 woensdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. economie 1

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen economie pilot vwo I

Examen VWO. economie. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl)

Eindexamen havo economie I

Examen HAVO. Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economie (oude stijl)

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Vraag Antwoord Scores

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Examen VWO. economie. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

bruto inkomen (per persoon)

Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl)

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen VWO. economie 1,2

Examen VWO. economie. tijdvak 1 vrijdag 16 mei uur

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. economie. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur

Examen VWO. economie (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

economie (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 4 tot en met 6.

Ruilen over de tijd (havo)

Eindexamen vwo economie 2013-I

Eindexamen economie 1 vwo I

Economische conjunctuur

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

Examen VWO. Economie 1,2 (nieuwe stijl)

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Vraag Antwoord Scores

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

5.1 Wie is er werkloos?

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

20.1 Wat is economische groei?!

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Examen VWO. economie 1,2

Wat u moet weten over beleggen

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen havo economie 2013-I

Examen VWO-Compex. wiskunde A1

Werkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m Dit boekje elke les meenemen! t/m t/m 2.

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Examen HAVO. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen economie havo II

Gebruikersbijeenkomst havo. Utrecht, 1 december 2015

Eindexamen economie 1 vwo 2004-I

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 1 juni uur

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Lever het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Eindexamen economie 1 vwo 2003-II

Vijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen havo economie oud programma I

Eindexamen economie 1 vwo I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie pilot vwo II

Transcriptie:

Examen VWO 2011 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-16.30 uur economie (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 66 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. VW-1022-f-11-1-o

Opgave 1 Autoveiling: een goed idee? Henk heeft een plan gemaakt om te starten met een veilingsite waarop garagebedrijven tweedehands auto s kunnen aanbieden aan consumenten. De veiling geschiedt bij afslag: een auto staat op de site tien dagen te koop, waarbij wordt begonnen met een duidelijk te hoge prijs waarna de prijs naar beneden wordt aangepast. Bij de website geregistreerde consumenten kunnen aangeven te willen kopen. Indien de veilingprijs van de auto zakt tot een vooraf bekend gemaakte bodemprijs, wordt de auto van de veiling teruggetrokken. Die bodemprijs wordt door de aanbieder van de auto vastgesteld. De aanbieder van de auto betaalt de veilingsite altijd 20% provisie over het verschil tussen de veilingprijs en de bodemprijs. Om een idee te krijgen hoe de veiling zal werken, heeft Henk een voorbeeld uitgewerkt waarbij hij uitgaat van een aantal veronderstellingen. Consumenten nemen voordat zij deelnemen aan de veiling een beslissing over het bedrag dat zij maximaal bereid zijn te besteden aan de aangeboden auto (maximumbudget). Consumenten proberen minder te besteden dan het maximumbudget, waarbij ze het risico nemen de auto niet te krijgen. Consumenten kennen de maximumbudgetten van de andere gegadigden niet. Consumenten hebben zich een beeld gevormd van de bedragen die in het verleden voor soortgelijke auto s zijn betaald. Een garagebedrijf laat een auto veilen met een bodemprijs van 11.300. Er zijn vier consumenten van wie het maximumbudget groter is dan de bodemprijs: consument maximumbudget A 15.100 B 11.900 C 13.200 D 14.200 Het is Henks bedoeling om de site tot een succes te maken en vervolgens te verkopen. Zijn vriendin Aisha betwijfelt of de veiling kan rekenen op voldoende belangstelling van consumenten en aanbieders. Zij geeft Henk een waarschuwing en een advies. Er is sprake van asymmetrische informatie. Wellicht is veilen per opbod beter dan veilen bij afslag. Bij veilen per opbod staat de auto ook tien dagen te koop, om te beginnen tegen de bodemprijs. Consumenten kunnen, in stappen van 50, een hoger bod uitbrengen. Dit bod wordt op de site vermeld waarna andere gegadigden weer hoger kunnen bieden. Na tien dagen gaat de auto naar de hoogste bieder. VW-1022-f-11-1-o 2 lees verder

2p 1 Leg uit dat asymmetrische informatie het succes van de site kan bedreigen. 1p 2 Noem één manier waarop Henk de asymmetrie van de informatie zou kunnen verminderen. 2p 3 Leg uit dat niet met zekerheid te bepalen is welke veilingprijs in het voorbeeld van Henk tot stand zal komen. Henk wil kijken wat het veilen per opbod zou betekenen voor zijn provisieopbrengst. Hij gaat daarbij uit van het gegeven voorbeeld. 2p 4 Bereken de provisieopbrengst als de desbetreffende auto per opbod geveild zou worden. Licht de berekening toe. Henk overweegt om de regels voor zijn provisie te veranderen; de aanbieders betalen 10% over het verschil tussen de veilingprijs en de bodemprijs met een minimum van 200. Dat minimumbedrag moeten de aanbieders voorafgaand aan de veiling altijd betalen. 4p 5 Beschrijf dat deze verandering van de provisieregels kan leiden tot: een hogere provisieopbrengst van de veilingsite maar ook tot een lagere provisieopbrengst van de veilingsite. Betrek in beide gevallen in de beschrijving de hoogte van de bodemprijzen en de belangstelling van consumenten. Gebruik ongeveer 160 woorden. VW-1022-f-11-1-o 3 lees verder

Opgave 2 De grote recessie In maart 2009 voorspelt een economisch onderzoeksbureau dat in 2009 de productie in Nederland 3,5% lager zal uitkomen dan in 2008. De recessie is een feit. Als belangrijkste oorzaak van de recessie ziet het onderzoeksbureau de inzakkende wereldconjunctuur, hetgeen onder andere zijn weerslag heeft op de particuliere consumptie in Nederland. In de onderstaande tabel staan enkele macro-economische cijfers over 2008 en de door het onderzoeksbureau voorspelde cijfers voor 2009. 2008 gerealiseerd 2009 voorspelling bestedingen ( mld) particuliere consumptie 275,0 270,4 particuliere investeringen 103,6 96,6 overheidsbestedingen 167,7 179,0 uitvoer 456,6 383,9 invoer 408,9 353,6 productie totale productie ( mld) 594,0 576,3 reële verandering totale productie (% t.o.v. het voorafgaande jaar) 3,5 overheidsfinanciën overheidssaldo in % van de totale productie 2,8 Tegen deze achtergrond ontstaat er een discussie over de vraag of de overheid over moet gaan tot anticyclisch begrotingsbeleid. Econoom A vindt van niet en stelt dat de overheid helemaal geen anticyclisch begrotingsbeleid hoeft te voeren, aangezien de overheidsbegroting werkt als een ingebouwde conjunctuurstabilisator. Econoom B stelt dat anticyclisch begrotingsbeleid alleen noodzakelijk is als er sprake is van deflatieverwachtingen, aangezien die de recessie zouden kunnen versterken, maar van deflatie is volgens hem nog geen sprake. Econoom C wijst anticyclisch begrotingsbeleid van de hand, aangezien dat volgens hem in de Nederlandse situatie niet effectief is. Hij doelt daarbij op het open karakter van de Nederlandse economie. VW-1022-f-11-1-o 4 lees verder

2p 6 Geef een verklaring voor het verband tussen de inzakkende wereldconjunctuur en de ontwikkeling van de particuliere consumptie in Nederland in 2009. 3p 7 Leg uit dat de overheidsbegroting bij een recessie kan werken als een ingebouwde conjunctuurstabilisator. 2p 8 Leg uit dat deflatieverwachtingen een recessie kunnen versterken. 2p 9 Laat met een berekening zien of er volgens het onderzoeksbureau in 2009 sprake is van deflatie. 2p 10 Beschrijf de redenering van econoom C. Betrek daarbij zowel de uitvoer als de invoer. VW-1022-f-11-1-o 5 lees verder

Opgave 3 Vrije huren? In een land is er een tekort aan huurwoningen. Om de huurquote (huur in procenten van het inkomen) voor mensen met lage inkomens aanvaardbaar te houden, reguleert de overheid in dit land de markt voor huurwoningen. Daartoe zijn de onderstaande maatregelen genomen: alle huurwoningen worden verhuurd door niet-commerciële instellingen; de overheid stelt de maximumhuur vast; alle huurders ontvangen een huursubsidie in de vorm van een vast bedrag. Drie onderzoekers Jans, Vries en Timmer hebben de markt voor huurwoningen in dit land geanalyseerd en bespreken enkele bevindingen. Jans stelt dat de overheid het tekort aan huurwoningen zelf veroorzaakt. Zij vindt dat de markt voor huurwoningen moet worden geliberaliseerd: de verhuur moet op commerciële basis plaatsvinden en de maximumhuur en de huursubsidie moeten worden afgeschaft. Met de onderstaande figuur brengt zij de gevolgen van deze liberalisering in beeld. Vries zegt dat de door Jans voorgestelde liberalisering ertoe leidt dat de omvang van de welvaart van de huurders, gemeten als consumentensurplus, afneemt. Hij wil wel liberaliseren maar daarbij de huursubsidie handhaven. Timmer reageert op Vries door te zeggen dat na de liberalisering de huursubsidie niet volledig ten goede komt aan de huurders doordat de huur stijgt. markt voor huurwoningen 40 jaarhuur (x 1.000) 30 aanbodlijn voor liberalisering aanbodlijn na liberalisering 20 10 maximumhuur voor liberalisering vraaglijn met huursubsidie vraaglijn zonder huursubsidie 0 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 aantal huurwoningen (x 1.000) VW-1022-f-11-1-o 6 lees verder

1p 11 Geef een verklaring voor het verticale verloop van de aanbodlijn op de markt voor huurwoningen voor de liberalisering. 2p 12 Hoe groot is bij overheidsregulering het tekort aan huurwoningen? Licht het antwoord toe en gebruik daarbij de gegeven cijfers. 2p 13 Laat in de figuur op de bijlage met arcering de verandering van het consumentensurplus zien bij de door Jans voorgestelde liberalisering. Licht de arcering toe. 2p 14 Bereken bij liberalisering maar met behoud van huursubsidie hoeveel procent van de huursubsidie volgens Timmer niet ten goede komt aan de huurders doordat de huur stijgt. VW-1022-f-11-1-o 7 lees verder

Opgave 4 Toekomstmuziek? Agnes Allegroot is een jonge musicienne die moeilijk werk kan vinden. Agnes overweegt daarom een winkel in muziekinstrumenten te beginnen waarmee zij vooral jongeren wil bereiken. Die winkel moet in januari 2012 de deuren openen. In 2011 doet Agnes samen met een adviesbureau voor startende ondernemers een onderzoek naar de kansen van zo n winkel. Dat levert de onderstaande gegevens op. De gegevens over de jaren na 2010 zijn schattingen. conjuncturele situatie In 2009 was er sprake van laagconjunctuur en in 2010 toonde de conjunctuur tekenen van herstel. Sommige deskundigen verwachten dat het herstel in 2011 doorzet en dat de economie ook na 2012 zal blijven groeien. Andere deskundigen zijn minder optimistisch en verwachten dat de groei van de economie na 2012 weer zal inzakken. landelijke ontwikkeling omzet en prijzen van winkels in muziekinstrumenten jaar omzet alle winkels (index: 2009 100) gemiddelde prijs muziekinstrumenten (index: 2009 100) 2009 100,0 100,0 2010 90,0 101,8 2011 85,2 103,6 2012 83,9 106,4 winkels in muziekinstrumenten (landelijk) en hun bedrijfsvorm in 2012 aantal winkels in 430 muziekinstrumenten 420 410 bv vennootschap 5% onder firma 14% 400 390 380 2009 2010 2011 2012 eenmanszaak jaar 81% informatie- en communicatietechnologie (ICT) Er zijn in dit land nog maar weinig winkels in muziekinstrumenten die gebruik maken van het internet. Slechts een enkele winkel heeft een verkoopsite waarop het aanbod van nieuwe en tweedehands instrumenten met bijbehorende prijs te vinden is én waarop regelmatig acties zoals stuntverkopen en kortingen te vinden zijn. VW-1022-f-11-1-o 8 lees verder

personeel en vermogen Het aantrekken van personeel is in de eerste jaren onhaalbaar zodat de vriend van Agnes ook regelmatig in de winkel zal werken. De start van de winkel is alleen mogelijk als de bank daarvoor een aanzienlijke lening wil verstrekken. afzet, kosten, opbrengsten Agnes heeft onderstaande grafiek gemaakt van de totale kosten, de totale opbrengsten en de verwachte afzet voor het startjaar 2012. opbrengsten kosten opbrengsten kosten verwachte afzet 2012 afzet De conjunctuur kan zich na 2012 zodanig ontwikkelen dat de kans van slagen van de winkel van Agnes groter wordt, maar ook zodanig dat die kans kleiner wordt. 2p 15 Geef daarvoor een verklaring en gebruik daarbij de verwachte afzetontwikkeling in combinatie met het break-evenpunt in het startjaar. Betrek in het antwoord zowel de grotere kans als de kleinere kans. Agnes vraagt zich af of zij de winkel zal voeren als eenmanszaak of, samen met haar vriend, als vennootschap onder firma. 2p 16 Bij welke van beide bedrijfsvormen zal de bereidheid van de bank om bedrijfskrediet te verstrekken het grootst zijn? Verklaar het antwoord. De verandering van de afzet in 2012 ten opzichte van 2011 van alle winkels in muziekinstrumenten, wordt voor 60% veroorzaakt door de prijsverandering van muziekinstrumenten. 4p 17 Laat met een berekening van de prijselasticiteit zien dat de vraag naar muziekinstrumenten prijsinelastisch is. In een gesprek met het adviesbureau zegt Agnes dat zij zich als prijsvechter een plaats op de markt zal proberen te veroveren. Het adviesbureau vindt dat geen verstandige keuze: Uw keuze brengt grote risico s met zich mee en er zijn in uw geval betere manieren om de concurrentie aan te gaan. 3p 18 Beschrijf een risico dat Agnes loopt als zij kiest voor prijsvechten en beschrijf een alternatieve manier om de concurrentie aan te gaan. De beschrijvingen moeten passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 75 woorden. VW-1022-f-11-1-o 9 lees verder

Opgave 5 VS en EU economisch tot elkaar veroordeeld Een journalist analyseert in een artikel de verwevenheid van de economieën van de Verenigde Staten van Amerika (VS) en de Europese Unie (EU). Hij beschrijft de manier waarop een economische recessie in de VS, met de daarbij behorende daling van het nationale inkomen, via internationale handel kan leiden tot een economische recessie in de EU. In het artikel illustreert hij die verwevenheid met de onderstaande figuur. De pijlen geven oorzaak-gevolgrelaties weer. De coëfficiënten in de pijlen geven de verhouding aan tussen de verandering van de genoemde grootheden in euro s. Voorbeeld: als export rest van de wereld met 5 miljard verandert, verandert nationaal inkomen rest van de wereld met 6 miljard. export van de EU 1,40 0,20 nationaal inkomen VS 0,30 import door de VS 0,25 nationaal inkomen EU 0,80 export rest van de wereld 1,20 nationaal inkomen rest van de wereld In de uitgangssituatie van de analyse stelt de journalist het nationale inkomen van de VS (omgerekend) op 10.000 miljard. Het nationale inkomen van de EU in de uitgangssituatie stelt hij op 12.000 miljard. De journalist gaat er vanuit dat het nationale inkomen van de VS op zeker moment tijdens een recessie met 4% daalt. De journalist schrijft: Volgens dit model zal de daling van het nationale inkomen van de VS met 4%, leiden tot een aanzienlijk kleinere daling van het nationale inkomen van de EU. De journalist krijgt de nodige reacties op het artikel. Een econoom schrijft dat het model onvolledig is. Het gaat volgens hem niet alleen om de internationale handel. Een recessie in de VS kan ook via de aandelenkoersen op de beurzen van de VS en de EU naar de EU overslaan. Een collega econoom: ook het feit dat in het model geen rekening is gehouden met de wisselkoers tussen dollar en euro, maakt de analyse tamelijk zwak. VW-1022-f-11-1-o 10 lees verder

2p 19 Leg uit hoe een verandering van de export van de EU kan leiden tot een verandering van het nationale inkomen van de EU die groter is dan de verandering van de export van de EU. 2p 20 Bereken met hoeveel procent het nationale inkomen van de EU in dit model daalt door de gegeven daling van het nationale inkomen van de VS. 2p 21 Leg uit hoe een recessie in de VS via de aandelenkoersen op de beurzen van de VS en de EU kan overslaan naar de EU. 2p 22 Zou het effect van een recessie in de VS op het nationale inkomen van de EU groter of kleiner zijn als in het model rekening zou zijn gehouden met de verandering van de wisselkoers dollar/euro door de verandering van de import van de VS? Verklaar het antwoord. Tijdens een economische top van delegaties van de VS en de EU, verkennen de partijen de mogelijkheid om in tijden van een recessie een gezamenlijk anticyclisch conjunctuurbeleid te voeren. Een aanwezige analist is niet optimistisch. Hij stelt dat de VS en de EU in een gevangenendilemma kunnen belanden als zich een dergelijke situatie daadwerkelijk zou voordoen. De reputatie van beide partijen zal dan uitmaken of ze tot afspraken kunnen komen. De analist stelt dat de VS en de EU er verstandig aan zouden doen een strategie te voeren die tot samenwerking leidt. 5p 23 Beschrijf de gedachtegang van de analist. Beschrijf hoe er in de gegeven situatie een gevangenendilemma kan ontstaan, vervolgens welke rol reputatie speelt bij het ontstaan / doorbreken van gevangenendilemma en tenslotte een strategie die tot samenwerking zou kunnen leiden. De beschrijving moet passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 125 woorden. VW-1022-f-11-1-o 11 lees verder

Opgave 6 Pensioenwijzer In het industriële bedrijf Amocco zijn de werknemers volgens de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van Amocco verplicht deel te nemen aan de bedrijfspensioenregeling. In deze bedrijfspensioenregeling worden de pensioenen gefinancierd volgens het kapitaaldekkingstelsel. Figuur 1 geeft weer hoe de beleggingen van dit bedrijfspensioenfonds zijn opgebouwd. Figuur 2 geeft weer hoe de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen gemiddeld is opgebouwd. De overige beleggingen bestaan uitsluitend uit beleggingen in onroerend goed. figuur 1 figuur 2 beleggingen pensioenfonds Amocco beleggingen alle pensioenfondsen overige beleggingen aandelen overige beleggingen aandelen obligaties obligaties Tijdens cao-onderhandelingen wordt gesproken over een nieuwe opzet van het pensioensysteem voor nieuwe werknemers bij Amocco. Die zouden de keuze moeten krijgen tussen twee pensioensystemen: Defined Benefit (het huidige systeem) In dit pensioensysteem krijgen werknemers die met pensioen gaan, levenslang een aanvullend pensioen dat gelijk is aan 70% van hun gemiddelde salaris. Het pensioenfonds garandeert dat die uitkering waardevast is. Werknemers betalen een percentage van het brutoloon als pensioenpremie. Die premie wordt regelmatig aangepast aan de omvang van de pensioenverplichtingen. Defined Contribution (het alternatieve systeem) In dit pensioensysteem wordt jaarlijks een afgesproken vast bedrag (pensioenpremie) voor rekening en risico van de pensioengerechtigde (werknemer) door het pensioenfonds belegd. Voor werknemers die met pensioen gaan, moet uit de opbrengst van die belegging levenslang hun aanvullend pensioen worden betaald. In de onderhandelingen over het nieuwe pensioensysteem staan begrippen als risico, premie, rendement, inflatie en levensverwachting centraal. VW-1022-f-11-1-o 12 lees verder

Het pensioen bij dit bedrijf is collectief geregeld waarbij deelname verplicht is gesteld. 4p 24 Geef: een argument om een pensioen collectief te regelen en een argument om deelname daaraan verplicht te stellen. Licht elk argument toe. Een pensioenfonds moet onder andere een afweging maken tussen risico en rendement. 2p 25 Is het pensioenfonds van Amocco relatief risicozoekend of risicomijdend? Verklaar deze risicohouding op basis van de afweging tussen risico en rendement. Een werkneemster van Amocco heeft een erfenis ontvangen en wil daarvan een bedrag rentedragend op de bank zetten. Dat bedrag moet zo groot zijn dat er bij haar pensionering over 35 jaar 100.000 op de bank staat. Zij houdt rekening met een jaarlijkse inflatie van 2,1% en een jaarlijkse reële inkomensgroei van 1,9%. Ze vindt een bank die een rente geeft die precies hoog genoeg is om haar spaargeld gedurende die 35 jaar welvaartsvast te houden. De werkneemster moet dan 25.341,55 op de bank zetten. Stel echter dat de bank na precies 10 jaar de rente vaststelt op 3% voor de rest van de looptijd. 3p 26 Bereken het bedrag dat de werkneemster na 10 jaar moet bijstorten om bij haar pensionering 100.000 op de bank te hebben staan. Een pensioenadviseur schrijft voor de werknemers van Amocco een notitie over de keuze van het pensioensysteem. Hij vergelijkt daarin het systeem Defined Benefit met het systeem Defined Contribution voor een werknemer die na pensionering zeker wil zijn van de koopkracht van het inkomen. De pensioenadviseur betrekt in zijn notitie het rendementsrisico, het inflatierisico en de pensioenpremie. 4p 27 Schrijf deze notitie. Bespreek eerst Defined Benefit en daarna Defined Contribution. De notitie moet passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 120 woorden. VW-1022-f-11-1-o* 13 lees verder einde