Vergelijkingsonderzoek luchtverdeelsystemen in de champignonteelt



Vergelijkbare documenten
Energiezuinige inblaasvochtregeling

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Implementatie 1e fase. Vochtdeficietregeling WVC meetsysteem

Ventielventilatie. Beschrijving

Energiezuinige Vochtregeling

Relatie warmte-, vocht- en CO 2 -afgifte champignonteelt met groei en kwaliteit

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Energiestromen en doodstomen in de champignonteelt. Deelrapport 1: Energiestromen. PT projectnummer

Energie aspecten EPT en SiB

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Kuubskist met golfbodem

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Testen en metingen op windenergie.

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar


Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Energiestromen en doodstomen in de champignonteelt. Deelrapport 2: Doodstomen. PT projectnummer

Bespaar meer energie. met uw luchtgordijn

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Praktijktoepassingen voor calciumchloride (CaCl2) in de champignonteelt.

QMS Mushrooms. De digitale teelt assistent Workshop De Nationale Paddenstoelendag 19 April 2018

ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Telen in een gesloten tuinbouwkas; praktijkexperiment bij PPO (Naaldwijk) januari - december aanvulling op de eindrapportage

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

DROGEN. Het energiezuinig drogen van hygroscopische thermoplasten; geen gebakken lucht!

Combiventilatie. Beschrijving

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

Bossigheid in Zantedeschia

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn:

Systemen voor buitenluchttoevoer

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Gebruikershandleiding Simulatiemodel lichtuitstoot. G.L.A.M. Swinkels

Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes

Energieaspecten Bedkoeling champignonteelt (SiB energie)

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Bespaar meer energie met uw luchtgordijn

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling

Meting energieverbruik decentrale Ventilatie. 12 juli 2018

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Kanaalventilatie. Beschrijving

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

KOELRUIMTE LUCHTGORDIJN. IsolAir

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

DEMONSTRATIEPROJECT HYACINT E(NERGIE)-LIJN

Model HX. Energy Saving Line

Vochtbeheersing onder een scherm. Peter van Weel

Eindexamen wiskunde B 1 havo I

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

VERTI-FAN. Verticale luchtrecirculatie Tuinbouw ventilatorsystemen

ClimateBooster Handleiding

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem 4a Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

Opgesteld door: drs. G.W. Brandsen. Gecontroleerd door: ing. N.G.C.M. Quaijtaal. Projectnummer: B Ons kenmerk: :A

Fietsen Martijn Carol TCT 2008

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID

Gelijkmatig witloofwortels ontdooien loont de moeite

Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit.

Duurzaam gekoeld ventileren. Door Willem van Dijk

Gedroogde lucht met absorptie luchtdrogers.

Warmtepompen. Een introductie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

Energy-Floor haalt energie uit de bodem van uw woning

4 ^' b 'S-^j? BEPROEVING EMI SCHROEFVENTILATOR TYPE DRA. BULLETIN No Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis Deel 2 : energiemonitoring

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

Champignon kwekerij t Voske. Klimaatneutraal door Duurzame energie

Energiestromen en doodstomen in de champignonteelt. Deelrapport 2: Doodstomen. PT projectnummer

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

AIRMIX TM. Gestuurd ventilatie-/recirculatiesysteem Tuinbouw ventilatorsystemen

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMING VOOR UTILITEIT EN INDUSTRIE

TR4110IBL Nieuw. Downloaded from Victoria

2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem

Warmwaterbehandeling lelie

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

comfortverhogend, energiezuinig en fluisterstil

Energie-efficiënter drogen en bewaren Gefinancierd door KAVB, PT, PA, LTO, Min.EZ, RVO.nl, bollentelers en akkerbouwers.

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

Plafondventilatie. Beschrijving

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

Technieken voor ontvochtiging

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

AIRMIX TM. Gestuurd ventilatie-/circulatiesysteem Tuinbouwventilatoren

Transcriptie:

Vergelijkingsonderzoek luchtverdeelsystemen in de champignonteelt R. van Doremaele, November 2002 C point Horst

2002 Horst, C point B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van C point B.V. C point B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van de gegevens uit deze uitgave. C point projectnummer 02.71.01 Novem opdrachtnummer 4700001602 Dit onderzoek is i.s.m. van Ooijen Ingenieurs BV uitgevoerd op de kwekerij van dhr. P. Franzmann te Heijen en wordt gefinancierd vanuit de MJA-e. C point B.V. Postbus 6035 5960 AA Horst Tel. 077-3984555 Fax. 077-3984160 E-mail info@cpoint.nl Internet www.cpoint.nl C point 2

Voorwoord Voor u ligt het verslag met betrekking tot een vergelijkingsonderzoek tussen een standaard luchtverdeelsysteem en luchtverdeelsysteem dat gebaseerd is op een nieuw luchtverdeelprincipe. Dit verslag is het afsluitend onderdeel van het project: Vergelijkingsonderzoek luchtverdeelsystemen in de champignonteelt. Met veel plezier en nieuwsgierigheid wat de uiteindelijke resultaten zouden zijn is aan dit project gewerkt. Hierbij willen wij de familie Franzmann en in het bijzonder dhr. Piet Franzmann bedanken voor het voor deze proef beschikbaar stellen van hun bedrijf en de prettige samenwerking. Zonder hun medewerking en inzet zou het erg lastig zijn geweest een goed vergelijk te kunnen maken. Ook gaat veel dank uit naar dhr. Ad van Ooijen die vrijwillig en kosteloos zijn nieuwe luchtverdeelsysteem in 1 cel heeft geplaatst om een vergelijking mogelijk te maken en eveneens voor de prettige samenwerking. Verder gaat dank uit naar de leden van de Sector Overleg Eetbare Paddestoelen (S.O.E.P.) voor het verstrekken van de opdracht, de prettige samenwerking en het gestelde vertrouwen. Roland van Doremaele Jan Gielen C point Horst-America, november 2002 Ook vanuit de zijde van van Ooijen Ingenieurs B.V. graag enkele dankwoorden. Allereerst aan C Point om het mogelijk te maken het Bleu U te vergelijken met een goedwerkend traditioneel systeem. Vooral de open en prettige samenwerking waarbij de kennis en krachten van alle mee werkende organisaties en personen goed werden gebundeld om een technisch vrijwel volmaakt product te verkrijgen. Ook Franzmann champignons B.V. en in het bijzonder Piet Franzmann willen wij danken voor de zeer prettige samenwerking, en de inbreng van zijn deskundigheid en ervaring. Van Ooijen Ingenieurs B.V. Ad van Ooijen C point 3

Samenvatting Dit rapport beschrijft de resultaten van een vergelijkingsonderzoek tussen het traditionele luchtverdeelsysteem en het op een nieuw principe gebaseerde Bleu U systeem. Het onderzoek is uitgevoerd op de champignonkwekerij van de familie Franzmann te Heijen. Het tot nu toe meest gebruikte traditionele systeem bestaat bij cellen korter dan ongeveer 25 meter normaal gesproken uit twee inblaaspunten aan beide zijden van de cel. De lucht wordt middels een luchtslang van voor naar achter in de cel uitgeblazen. Er ontstaat een verticale luchtbeweging in de cel. Afhankelijk van de lengte van de cel en de plaats van de klimaatunit komen andere opzetten van dit systeem voor. Het Bleu U systeem bestaat bij cellen korter dan ongeveer 25 meter normaliter uit één inblaaspunt. De lucht wordt middels een luchtslang aan 1 zijde van voor naar achter in de cel geblazen. Achter in de cel gaat de luchtslang van de ene zijde naar de andere zijde en komt via de andere zijde van achter in de cel naar voren. Door de schuine uitblaasrichting uit de uitblaasopeningen ontstaat een soort centrifuge effect in de cel. Vier ronden zijn teelten uit cel 2 en cel 3 zijn met elkaar vergeleken. Tijdens het onderzoek is gelet op de kwaliteit en de productie van de champignons en er is gekeken naar (een indicatie van) het energieverbruik. De cellen zijn gelijktijdig gevuld en voor zover mogelijk met compost uit dezelfde tunnel. Voor het omgaan met het Bleu U systeem is een gewenningsperiode noodzakelijk geweest om effecten van instellingen van het systeem onder de knie te krijgen. Uit de resultaten blijkt dat met beide systemen een zelfde productie haalbaar is. Echter de kans op meer stuks is bij het Bleu U systeem duidelijk aanwezig. De gemiddelde ventilatorstand bij het Bleu U systeem is hoger maar de verplaatste hoeveelheid lucht is nagenoeg gelijk. Het opgenomen vermogen van de ventilator lag 1,8 tot 12,1 % hoger. Verder is geen duidelijke relatie vastgesteld tussen de koelbehoefte en de bevochtigingsbehoefte. Wel kan geconcludeerd worden dat er een grotere verwarmingsbehoefte nodig was. De verschillen zijn naar verwachting miniem als een grotere gewenningsperiode genomen wordt. Beide systemen kennen hun voor en nadelen. Voor handoogst bedrijven is het Bleu U systeem deels uit ontwikkeld, maar wordt continu ge-update. De ontwikkeling voor snijbedrijven is nog gaande en wordt over een half jaar verwacht. Voor ondernemer cq. kwekers die voor de keus staan een nieuw luchtverdeelsysteem te plaatsen of die problemen ondervinden met het traditionele systeem is het Bleu U systeem een goede keuze. De kans op een goede luchtverdeling is groter bij het Bleu U systeem. Verder kent het Bleu U systeem het voordeel dat het weinig ruimte inneemt. Zeker in kleine cellen is dit een voordeel. C point 4

Inhoudsopgave VOORWOORD 3 SAMENVATTING 4 1 INLEIDING 6 2 TESTBEDRIJF 7 3 LUCHTVERDEELSYSTEMEN 8 3.1 TRADITIONEEL SYSTEEM 8 3.2 BLEU U SYSTEEM 8 3.3 ONSTAAN BLUE U SYSTEEM 9 4 OPZET VERGELIJKINGSONDERZOEK 10 5 TEELT RESULTATEN 11 5.1 GEREGISTREERDE TEELTGEGEVENS 11 5.2 ERVARINGEN KWEKER 16 5.3 CONCLUSIES (TEELTTECHNISCH) 17 6 TECHNISCHE RESULTATEN 18 6.1 LUCHTSTROMINGEN 18 6.1.1 Luchtbeweging traditioneel systeem 18 6.1.2 Luchtbeweging Bleu U systeem 19 6.1.3 Bevindingen 20 6.2 ENERGIEVERBRUIK 20 6.2.1 Ventilatoren 21 6.2.2 Koeling 23 6.2.3 Verwarming 25 6.2.4 Bevochtiging 27 6.3 CONCLUSIES (TECHNISCH) 29 7 CONCLUSIES (TECHNISCH EN TEELT) 30 8 AANBEVELINGEN 32 BIJLAGE I 34 1 INLEIDING 36 2. ALGEMENE GEGEVENS 37 3. LUCHTCAPACITEITMETING 38 3.1. CEL 2 (TRADITIONEEL SYSTEEM) 38 3.2. CEL 3 (BLEU U SYSTEEM) 39 4. DRUKMETING 40 5. OPGENOMEN VERMOGEN 41 5.1. CEL 2 (TRADITIONEEL SYSTEEM) 41 5.2. CEL 3 (BLEU U SYSTEEM) 41 C point 5

1 Inleiding Aangezien het traditionele systeem enkele tekortkomingen heeft is besloten een nieuwe techniek te ontwikkelen en te achterhalen of de tekortkomingen van het traditionele systeem kunnen worden opgelost. kijken en Het nieuwe luchtverdeelsysteem bestaat uit een slurf met een veel kleinere diameter, welke op 1 punt de cel binnenkomt. Op een aantal champignonkwekerijen is het nieuwe luchtverdeelsysteem in de cellen geïnstalleerd. De eerste geluiden over dit systeem zijn veelbelovend. De leverancier stellen dat het nieuwe systeem een betere luchtverdeling én luchtbenutting geeft in de cellen. Dit zou tevens een behoorlijke energiebesparing tot gevolg hebben. Men stelt dat de gemiddelde energiebesparing in vergelijking met het traditionele systeem kan oplopen tot zo n 20%. Ten behoeve van een objectieve beoordeling is door C point een onafhankelijk onderzoeksproject uitgevoerd van het nieuwe luchtverdeelsysteem ten opzichte van het traditionele luchtverdeelsysteem. Doel van het project is om duidelijk en met concrete onderbouwing aan te kunnen geven wat de voor- en nadelen zijn van het nieuwe luchtverdeelsysteem en de invloed op het energiegebruik. C point 6

2 Testbedrijf De proef is uitgevoerd op de champignonkwekerij van de familie Franzmann te Heijen. Franzmann champignons BV is een handoogst bedrijf dat voornamelijk champignons oogst voor de versmarkt. Het bedrijf heeft een totale teeltoppervlakte van 3523 m 2 en bestaat uit 2 gescheiden naast elkaar gelegen kwekerijen. Kwekerij A (bouwjaar 1980) telt 8 cellen van elk 198 m 2 teeltoppervlakte. Kwekerij B (bouwjaar 1989/90) bestaat uit 7 teeltcellen van elk 277 m 2 teeltoppervlakte. Het klimaat wordt op beide kwekerijen aangestuurd middels een klimaatcomputer van Gicom BV. Op kwekerij A is het vergelijkingsonderzoek uitgevoerd. Het vergelijkingsonderzoek heeft plaatsgevonden in cel 2 en cel 3. Van Ooijen Ingenieurs BV heeft in cel 3 het nieuwe luchtverdeelsysteem geplaatst (het zogeheten Blue U systeem). Verder zijn de overdrukopeningen in beide cellen aangepast aan de huidige maatstaven C point 7

3 Luchtverdeelsystemen Dit hoofdstuk beschrijft de twee, in Nederland, meest gebruikte luchtverdeelsystemen. Beide systemen zijn in dit vergelijkingsonderzoek met elkaar vergeleken. Het als eerste beschreven systeem wordt het traditionele systeem genoemd. Dit systeem is tot nu toe het meest toegepaste luchtverdeelsysteem in de paddestoelensector. Het als tweede beschreven systeem wordt het Blue U systeem genoemd. 3.1 Traditioneel systeem Het zogenoemde traditionele systeem is het op dit moment meest gebruikte systeem. Bij een standaard teeltcel met twee stellingen wordt (vanuit 1 verdeelpunt) aan beide zijden van de teeltcel lucht via een luchtslang naar binnen gebracht. Voor teeltcellen met drie of vier stellingen in één ruimte kan op verschillende manieren (met meerdere luchtslangen) de lucht in de cel worden gebracht. De maximale lengte van een luchtslang bij dit systeem is ongeveer 25 meter. Wordt de luchtslang langer dan treedt meer verschil op in opkomst van de champignons tussen het begin van de luchtslang en het einde van de luchtslang. Zijn de cellen langer dan 25 meter dan wordt vaak gekozen voor meerder luchtslangen per kant. Bijvoorbeeld bij een cel met een lengte van 100 meter en 2 stellingen wordt vaak gekozen voor 8 luchtslangen. Aan beide kanten wordt dan gebruik gemaakt van 4 luchtslangen. Een schematische weergave van dit systeem staat in figuur 3.1. Figuur 3.1: schematische weergave luchtstroom door de luchtslangen van een traditioneel systeem. 3.2 Bleu U systeem Het onlangs geïntroduceerde Bleu U systeem maakt in een standaard teeltcel met 2 stellingen normaal gesproken gebruik van 1 inblaaspunt. Bij een bestaande installatie is dit afhankelijk van het al aanwezige systeem. Meestal is de klimaatunit vooraan boven de ingang van de teeltcel gesitueerd. Op enkele kwekerijen staat de klimaatunit ter hoogte van het midden van de teeltcel op het plafond. Als dat het geval is wordt vaak gebruik gemaakt van 2 inblaaspunten. In figuur 3.2 staat een schematische weergave van de luchtstroming door de luchtslangen in een standaardcel van twee stellingen met 1 inblaaspunt vooraan in de cel. C point 8

Figuur 3.2: schematische weergave luchtstroom door de luchtslangen van een Bleu U systeem. 3.3 Onstaan Blue U< systeem Het Bleu U systeem is ontstaan uit de hiaten welke het traditionele systeem met zich meebracht. Na jarenlange ervaringen van de ontwikkelaars met klimaattechnieken in champignonkwekerijen, is de gedachte geboren om een geheel andere weg in te slaan. Bij het traditionele systeem gaven (rook) testen, en metingen altijd betere en mindere plaatsen aan in de cel. De boodschap was dus, met weinig lucht en veel verplaatsing een beter maar zeker geen slechter beeld te verkrijgen en daarop door te ontwikkelen. In nauwe samenwerking met de Technische Universiteit Delft, zijn diverse software tests uitgevoerd. Vrijwel alle hiaten welke er in een teeltcel aanwezig zijn, zijn in het ontwerp en de daarbij behorende testen verwerkt. Al in een vrij vroeg stadium kwam de carrouselwerking aan de orde, welke nu in het systeem aanwezig is. Een theorievoorbeeld is daarna proefondervindelijk gemaakt en uitgetest, en uiteraard mislukt. De testgegevens zijn hierna verwerkt, en in een werkend model gegoten welke nu ten grondslag ligt van alle Bleu U ontwerpen. Door een vooraf berekende statische, en dynamische druk, en een dynamische luchtsnelheid in de slurf kan men een werkende carrouselwerking verkrijgen. Als dit is bereikt kan door de juiste dimensionering van de perforatie een juiste snelheid over de bedden worden verkregen. Door beide juist te berekenen wordt een zeer grote homogeniteit van temperatuur, vocht, en CO 2 in de teeltruimte bewerkstelligd. Omdat dit soort engineeringen niet voor een iedere is weggelegd, en om een negatief beeld van het systeem te voorkomen is het systeem middels een Europees Octrooi afgeschermd. C point 9

4 Opzet vergelijkingsonderzoek Op het bedrijf van de familie Franzmann heeft C point het nieuwe luchtverdeelsysteem vergeleken met het traditionele systeem. De vergelijking is gebeurd door zowel energie en productie metingen alsook door visuele beoordeling middels rookanalyses. Als eerste zijn twee cellen optimaal ingericht. Een cel is ingericht met het nieuwe luchtverdeelsysteem. De andere cel is ingericht met het traditionele luchtverdeelsysteem volgens de laatste (optimale) normen voor luchtslangen. Na inrichting zijn de cellen gedurende 4 teelten gemonitord. Dhr. Franzmann heeft voor dit vergelijkingsonderzoek zijn teeltschema aangepast zodat cel 2 en cel 3 gelijktijdig gevuld konden worden. Tevens heeft dhr. Franzmann ervoor gezorgd dat beide cellen telkens met compost uit dezelfde tunnel en met eenzelfde vuldikte / vulgewicht gevuld zijn. Hiermee zijn voor beide cellen nagenoeg gelijkwaardige uitgangsomstandigheden gecreëerd waardoor een juiste vergelijking mogelijk is gemaakt. Tijdens de eerste periode van ingebruikname van de installatie zijn de teelten nauwlettend gevolgd. Dit was nodig om vanaf het begin de teelten met het nieuwe systeem zo optimaal mogelijk te laten verlopen. De cellen zijn beoordeeld op kwaliteit en de gelijkmatigheid van opkomst van de champignons. Hiervoor is regelmatig een bezoek gebracht aan het testbedrijf. Er is gemeten aan de hoeveelheid lucht en de luchtcondities die in de cel geblazen worden. Klimaatgegevens zijn uit de klimaatcomputer gelezen en aan de hand van deze gegevens zijn berekeningen gemaakt van klepstanden e.d. De cumulatieve klepstanden van koeling, verwarming en bevochtiging geven een goede indicatie van het energieverbruik van de cel. De resultaten zijn verderop in dit rapport weergegeven. C point 10

5 Teelt resultaten Eén van de belangrijkste redenen voor een champignonkweker om een wijziging aan te brengen aan zijn bestaande luchtverdeling is dat de productie en / of de kwaliteit van de champignons niet op het gewenste niveau ligt door verschillen in luchtverdeling en / of luchtbeweging. Reden waarom niet alleen het energieverbruik maar ook de opbrengst en de kwaliteit in dit vergelijkingsonderzoek zijn meegenomen. In dit onderzoek zijn 4 teelten gemonitord. De vraag blijft altijd bestaan hoeveel teelten noodzakelijk zijn voor een goede vergelijking. Uiteraard geld dat met meer teelten een betrouwbaarder beeld verkregen kan worden. Tijdens deze proef is gekozen voor 4 teelten. Naar verwachting zouden vier teelten voldoende zijn om een goede indruk te krijgen van het systeem. Tijdens de eerste teelten zou ervaring opgedaan moeten worden om met het systeem te werken. Uit ervaringen van andere kwekers die het systeem gebruiken blijkt dat veranderingen in de klimaatinstellingen een ander effect teweeg kunnen brengen dan met het traditionele systeem. Het is daarom ook moeilijk om al vanaf de eerste teelt de systemen goed met elkaar te vergelijken en moet er rekening worden gehouden met een gewenningsperiode. In de volgende paragraven staan de teeltgegevens die gebruikt zijn voor de vergelijking en de conclusies die daaruit getrokken kunnen worden. 5.1 Geregistreerde teeltgegevens Het vergelijken van de teeltresultaten is gedaan aan de hand van het bijhouden van diverse gegevens. Er zijn kwantitatieve gegevens bijgehouden. De geregistreerde kwantitatieve gegevens zijn: kilogrammen, verdeling van de sorteringen, oogsturen en de cultuurstaat. Verder zijn bijzonderheden genoteerd zoals bijvoorbeeld schubvorming van champignons, effecten van teelthandelingen zoals verhogen / verlagen van de CO 2 ten opzichte van de cel waarmee vergeleken wordt etc. Van de 4 teelten zijn de kwantitatieve gegevens in onderstaande tabellen opgenomen. Daaronder staan per teelt de opgemerkte bijzonderheden beschreven. C point 11

Tabel 5.1: gegevens vergeleken teelten van 27-02-2002 t/m 17-04-2002. Omschrijving Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. (kg) Totaal 7409,0 3548,9 3092,3 767,8 7348,5 3177,9 3123,4 1047,2 conserven 813,7 144,8 533,1 135,9 731,3 137,5 354,1 239,6 fijn 1062,2 478,6 495,1 88,5 1378,1 392,9 820,4 164,8 middel 3744,5 1701,6 1633,3 409,7 3902,6 1766,7 1538,6 597,3 reus 1788,6 1224,0 430,8 133,8 1336,4 880,8 410,3 45,4 (kg/ton) Totaal 392,0 187,8 163,6 40,6 388,8 168,1 165,3 55,4 conserven 43,1 7,7 28,2 7,2 38,7 7,3 18,7 12,7 fijn 56,2 25,3 26,2 4,7 72,9 20,8 43,4 8,7 middel 198,1 90,0 86,4 21,7 206,5 93,5 81,4 31,6 reus 94,6 64,8 22,8 7,1 70,7 46,6 21,7 2,4 (kg/m 2 ) Totaal 37,4 17,9 15,6 3,9 37,1 16,1 15,8 5,3 conserven 4,1 0,7 2,7 0,7 3,7 0,7 1,8 1,2 fijn 5,4 2,4 2,5 0,4 7,0 2,0 4,1 0,8 middel 18,9 8,6 8,2 2,1 19,7 8,9 7,8 3,0 reus 9,0 6,2 2,2 0,7 6,7 4,4 2,1 0,2 Conserven (%) 11,0 4,1 17,2 17,7 10,0 4,3 11,3 22,9 Fijn (%) 14,3 13,5 16,0 11,5 18,8 12,4 26,3 15,7 Middel (%) 50,5 47,9 52,8 53,4 53,1 55,6 49,3 57,0 Reus (%) 24,1 34,5 13,9 17,4 18,2 27,7 13,1 4,3 Totaal uren 262,0 115,0 110,5 36,4 270,1 94,7 130,2 45,1 kg per uur 28,3 30,9 28,0 21,1 27,2 33,5 24,0 23,2 Tabel 5.2: gegevens vergeleken teelten van 18-04-2002 t/m 05-06-2002. Omschrijving Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. (kg) Totaal 7482,4 2933,2 3183,6 1365,6 7211,3 3184,2 2837,3 1189,7 conserven 715,6 86,8 250,1 378,7 706,3 146,5 293,3 266,6 fijn 1968,0 354,2 1418,0 195,8 3008,1 667,6 1983,2 357,3 middel 3521,9 1515,5 1406,5 599,9 2883,4 1887,8 525,0 470,6 reus 1276,9 976,7 109,1 191,1 613,5 482,4 35,8 95,3 (kg/ton) Totaal 388,4 152,3 165,3 70,9 374,3 165,3 147,3 61,8 conserven 37,1 4,5 13,0 19,7 36,7 7,6 15,2 13,8 fijn 102,2 18,4 73,6 10,2 156,1 34,7 102,9 18,5 middel 182,8 78,7 73,0 31,1 149,7 98,0 27,3 24,4 reus 66,3 50,7 5,7 9,9 31,8 25,0 1,9 4,9 (kg/m 2 ) Totaal 37,8 14,8 16,1 6,9 36,4 16,1 14,3 6,0 conserven 3,6 0,4 1,3 1,9 3,6 0,7 1,5 1,3 fijn 9,9 1,8 7,2 1,0 15,2 3,4 10,0 1,8 middel 17,8 7,7 7,1 3,0 14,6 9,5 2,7 2,4 reus 6,4 4,9 0,6 1,0 3,1 2,4 0,2 0,5 Conserven (%) 9,6 3,0 7,9 27,7 9,8 4,6 10,3 22,4 Fijn (%) 26,3 12,1 44,5 14,3 41,7 21,0 69,9 30,0 Middel (%) 47,1 51,7 44,2 43,9 40,0 59,3 18,5 39,6 Reus (%) 17,1 33,3 3,4 14,0 8,5 15,1 1,3 8,0 Totaal uren 284,8 104,5 143,8 36,5 296,0 98,8 150,2 47,0 kg per uur 26,3 28,1 22,1 37,4 24,4 32,2 18,9 25,3 C point 12

Tabel 5.3: gegevens vergeleken teelten van 06-06-2002 t/m 24-07-2002. Omschrijving Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. (kg) Totaal 7255,9 2930,5 2971,8 1353,6 7599,4 3370,1 2961,7 1267,6 conserven 829,4 201,7 322,9 304,7 614,6 91,5 387,6 135,5 fijn 1423,1 480,6 626,6 315,9 1547,8 663,2 565,1 319,5 middel 3903,1 1460,8 1784,9 657,5 4341,3 1895,5 1700,7 745,0 reus 1100,3 787,3 237,4 75,5 1095,7 719,9 308,3 67,6 (kg/ton) Totaal 386,3 156,0 158,2 72,1 404,5 179,4 157,7 67,5 conserven 44,2 10,7 17,2 16,2 32,7 4,9 20,6 7,2 fijn 75,8 25,6 33,4 16,8 82,4 35,2 30,1 17,0 middel 207,8 77,8 95,0 35,0 231,1 100,9 90,5 39,7 reus 58,6 41,9 12,6 4,0 58,3 38,3 16,4 3,6 (kg/m 2 ) Totaal 36,6 14,8 15,0 6,8 38,4 17,0 15,0 6,4 conserven 4,2 1,0 1,6 1,5 3,1 0,5 2,0 0,7 fijn 7,2 2,4 3,2 1,6 7,8 3,3 2,9 1,6 middel 19,7 7,4 9,0 3,3 21,9 9,6 8,6 3,8 reus 5,6 4,0 1,2 0,4 5,5 3,6 1,6 0,3 Conserven (%) 11,4 6,9 10,9 22,5 8,1 2,7 13,1 10,7 Fijn (%) 19,6 16,4 21,1 23,3 20,4 19,7 19,1 25,2 Middel (%) 53,8 49,8 60,1 48,6 57,1 56,2 57,4 58,8 Reus (%) 15,2 26,9 8,0 5,6 14,4 21,4 10,4 5,3 Totaal uren 341,9 136,5 142,6 62,8 309,2 105,9 136,9 66,4 kg per uur 21,2 21,5 20,8 21,5 24,6 31,8 21,6 19,1 Tabel 5.4: gegevens vergeleken teelten van 25-07-2002 t/m 18-09-2002. Omschrijving Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. Totaal 1 e vl. 2 e vl. 3 e vl. (kg) Totaal 6678,0 3178,9 2379,4 1119,7 7324,4 3165,9 2653,8 1504,6 conserven 762,0 87,7 505,8 168,5 791,3 133,6 415,3 242,4 fijn 1109,2 564,4 197,5 347,3 1670,3 711,9 456,2 502,1 middel 3669,6 2036,7 1085,8 547,1 4018,6 1910,2 1365,1 743,4 reus 1137,1 490,1 590,2 56,8 844,1 410,2 417,2 16,7 (kg/ton) Totaal 340,0 161,9 121,2 57,0 390,2 168,7 141,4 80,2 conserven 38,8 4,5 25,8 8,6 42,2 7,1 22,1 12,9 fijn 56,5 28,7 10,1 17,7 89,0 37,9 24,3 26,8 middel 186,8 103,7 55,3 27,9 214,1 101,8 72,7 39,6 reus 57,9 25,0 30,1 2,9 45,0 21,9 22,2 0,9 (kg/m 2 ) Totaal 33,7 16,1 12,0 5,7 37,0 16,0 13,4 7,6 conserven 3,8 0,4 2,6 0,9 4,0 0,7 2,1 1,2 fijn 5,6 2,9 1,0 1,8 8,4 3,6 2,3 2,5 middel 18,5 10,3 5,5 2,8 20,3 9,6 6,9 3,8 reus 5,7 2,5 3,0 0,3 4,3 2,1 2,1 0,1 Conserven (%) 11,4 2,8 21,3 15,0 10,8 4,2 15,6 16,1 Fijn (%) 16,6 17,8 8,3 31,0 22,8 22,5 17,2 33,4 Middel (%) 55,0 64,1 45,6 48,9 54,9 60,3 51,4 49,4 Reus (%) 17,0 15,4 24,8 5,1 11,5 13,0 15,7 1,1 Totaal uren 221,0 94,9 71,6 54,5 217,9 80,6 85,5 51,8 kg per uur 30,2 33,5 33,2 20,6 33,6 39,3 31,0 29,1 C point 13

Opmerkingen bij de teelt. Vergelijkingsronde 1: Tijdens het afventileren hebben beide cellen dezelfde instellingen gehad. De CO 2 instelling van cel 3 is tijdelijk ± 350 p.p.m. hoger geweest. Het mycelium stopte hierbij niet. De luchtklep is 1 uur open gezet in cel 3 en 45 minuten in cel 2. In cel 3 waren de knoppen in de uitgroei voor aanvang van de 1 e vlucht iets later. De 1 e vlucht leek later te komen maar enkele dagen voor aanvang van de 1 e vlucht gingen de champignons sneller groeien waardoor de oogst toch op maandag is begonnen. Tijdens de 1 e vlucht groeien de champignons sneller uit en de champignons rijpen sneller af. In cel 2 was een perfecte verdeling en een hogere productie in de 1 e vlucht. Op zondag is in cel 3 begonnen met de oogst van de 2 e vlucht. De champignons groeien ook nu weer sneller uit. In cel 3 is vergeleken met normaal meer fijntjes geoogst. Vergelijkingsronde 2: De knopvorming in cel 2 was iets trager. De tweede vlucht in cel 3 had te veel fijn. De tweede vlucht in cel 2 was een dag eerder dan in cel 3. In de derde vlucht van cel 3 werden bacterievlekken geconstateerd. Vergelijkingsronde 3: De 1 e vlucht van cel 2 was 1 kg/m 2 zwaarder ingeschat dan de 1 e vlucht van cel 3. In cel 3 is echter ruim 2 kg meer geplukt. Waarschijnlijk door het inwerken van vakantiemedewerkers die de middels te klein geplukt hebben. Vergelijkingsronde 4: Wegens de vakantie periode was het niet mogelijk om voor beide cellen compost uit één tunnel te krijgen. In cel 2 is meer compost gevuld dan in cel 3 (870 kg). Verder was de compost in cel 2 zeer matig en had een muffe geur na het vullen. Dit zorgde ervoor dat de opbrengsten in de 2 e en 3 e vlucht niet naar verwachting waren. In onderstaande tabellen staat per vergelijkingsronde wat het procentuele verschil is van cel 3 (cel waarin het Bleu U systeem hangt) ten opzichte van cel 2. C point 14

Tabel 5.5: gegevens vergeleken teelten van 27-02-2002 t/m 17-04-2002. ten opzichte van kg kg % conserven 813,7 731,3-10,1 % fijn 1062,2 1378,1 + 29,7 % middel 3744,5 3902,6 + 4,2 % reus 1788,6 1336,4-25,3 % Totaal 7409,0 7348,5-0,8 % Totaal uren 262,0 270,1 + 3,1 % kg per uur 28,3 27,2-3,9 % Tabel 5.6: gegevens vergeleken teelten van 18-04-2002 t/m 05-06-2002. ten opzichte van kg kg % conserven 715,6 706,3-1,2 % fijn 1968,0 3008,1 + 52,9 % middel 3521,9 2883,4-18,1 % reus 1276,9 613,5-52,0 % Totaal 7482,4 7211,3-3,6% Totaal uren 284,8 296,0 + 3,9% kg per uur 26,3 24,4-7,2 % Tabel 5.7: gegevens vergeleken teelten van 06-06-2002 t/m 24-07-2002. ten opzichte van kg kg % conserven 829,4 614,6-25,9 % fijn 1423,1 1547,8 + 8,8 % middel 3903,1 4341,3 + 11,2 % reus 1100,3 1095,7-0,4 % Totaal 7255,9 7599,4 + 4,7 % Totaal uren 341,9 309,2-9,6 % kg per uur 21,2 24,6 + 16 % Tabel 5.8: gegevens vergeleken teelten van 25-07-2002 t/m -2002. ten opzichte van kg kg % conserven 762,0 791,3 + 3,8 % fijn 1109,2 1670,3 + 50,7 % middel 3669,6 4018,6 + 9,5 % reus 1137,1 844,1-25,8 % Totaal 6678,0 7324,4 + 9,7 % Totaal uren 221,0 217,9-1,4 % kg per uur 30,2 33,6 + 11,3 % C point 15

Tijdens de eerste twee teelten was de productie met het Bleu U lager. De eerste teelt was de productie 0,3 kg / m 2 lager en bij de tweede teelt 1,4 kg / m 2. Bij de derde en de vierde teelt lag de productie met het Bleu U systeem hoger, respectievelijk 1,8 en 3,3 kg / m 2. Dat de productie tijdens de eerste teelten lager was kwam voornamelijk doordat er nog aan de manier van werken met het Bleu U systeem gewend moest worden. Het was zoeken naar de juiste instellingen. De hogere productie in de derde vergelijkingsronde is volgens de kweker echter te wijten aan het in verhouding meer inzetten van vakantie personeel in cel 2. Vakantiepersoneel dat ingewerkt moest worden liet de champignons onvoldoende uitgroeien. De hogere productie in cel 3 tijdens de vierde ronde is te wijten aan het feit dat de compost in cel 2 matig was. Wat wel duidelijk opvalt is dat er meer fijntjes en minder reuzen geoogst worden in de cel waar het Bleu U systeem is geplaatst. Dit houdt in dat er meer stuks zijn uitgegroeid. De oogstprestaties van cel drie ten opzichte van cel 2 verschillen van -7,2 % tot + 16,0 %. Dit verschil houdt voornamelijk verband met het aantal fijntjes en de productie. Tijdens de derde vergelijkingsronde valt op dat de verhoudingen tussen de verschillende sortering (fijn, middel, reus, conserven) procentueel nagenoeg gelijk waren. 5.2 Ervaringen kweker Op onze kwekerij hebben wij het nieuwe luchtverdeelsysteem vergeleken met het traditionele systeem. De eerste paar teelten waren nodig om het systeem onder de knie te krijgen. Het was wennen welke ventilatorstanden en instellingen nodig waren om de teelt goed te kunnen sturen. Daarna hebben we vergelijkbare resultaten kunnen halen met het nieuwe systeem. Tijdens de ingroei hebben we geen verschillen gezien tussen beide systemen. De composttemperaturen waren in beide cellen nagenoeg gelijk. Bij het afventileren bleek al snel dat bij het Bleu U systeem met hogere ventilatorstanden gewerkt moest worden. Het mycelium wilde in eerste instantie niet stilstaan. Dus was er meer luchtbeweging nodig. Vanaf de uitgroei was pas duidelijk te merken dat het twee verschillende systemen zijn. Tijdens het drogen na het sproeien (hogere ventilatorstand) gingen de champignons aan de ene zijde vooraan op het tweede bed schubben en aan de andere zijde achteraan op het tweede en derde bed. Dit is met het dichtplakken van enkele gaten grotendeels verholpen. Meerdere gaten afdichten zal het probleem weg halen. In de 1 e vlucht van de eerste teeltronde groeide de champignons meer op steel. Vervolgens is een hogere ventilatorstand gebruikt als de champignons op de bedden staan en het probleem was hiermee verholpen. Wat ook in de eerste teeltronde opviel is dat bij het Bleu U systeem tussen de vluchten een muffe lucht ontstond en het mycelium begon zelfs weer door te groeien. Ook hadden we last van wat bacterievlekken in de 2 e en 3 e vlucht. Door in de volgende teelten de ventilatorstand hoger in te stellen zijn deze problemen verholpen. Na twee teelten hebben we het aantal stuks goed kunnen sturen. Ook de opkomst van de champignons was overal in de cel gelijk. Onze ervaringen met het systeem zijn goed! Met het systeem moet je leren werken maar er zijn weldegelijk dezelfde resultaten haalbaar. Nadeel is dat bij het verhogen van de ventilatorstand bij het drogen de champignons gaan schubben. We C point 16

verwachten wel dat dit op te lossen is. Wat wij als voordeel zien is dat er gewerkt kan worden met kleinere luchtslangen. Verder verwachten wij dat in de winterperiode geen verschillen voorkomen in opkomst van de champignons tussen voor en achteraan in de cel. Dit komt door de rondgaande luchtslangen. Zeker op bedrijven die problemen hebben met het traditionele systeem zal het Bleu U systeem een oplossing kunnen bieden. Piet Franzmann 5.3 Conclusies (teelttechnisch) Het is zeer moeilijk om na 4 teelten beide systemen te vergelijken. De eerste paar teelten waren nodig om het systeem onder de knie te krijgen en de vierde teelt werd aanzienlijk beïnvloed door de matige compost in cel 2 en het feit dat de compost niet uit de zelfde tunnel afkomstig was. Verder had het plukpersoneel (met name bij de derde teelt) veel invloed op de uiteindelijke productie. Na vier vergelijkingsronden mag het volgende geconcludeerd worden: Met beide systemen zijn gelijkwaardige producties mogelijk. Met het Bleu U systeem ontstaan meer stuks. Met het Bleu U systeem worden meer fijntjes en minder reuzen champignons geoogst. C point 17

6 Technische resultaten Dit hoofdstuk beschrijft de technische aspecten van het Bleu U systeem. Om het Bleu U systeem technisch goed in beeld te krijgen is de luchtstroming over de bedden beoordeeld van beide systemen. Verder is het opgenomen vermogen van de ventilatoren bepaald. Ook is een indicatie van het verbruik van de koeling, verwarming en bevochtiging bepaald. 6.1 Luchtstromingen Met behulp van rook is in beide cellen de luchtbeweging bepaald. In paragraaf 6.1.1 staat de luchtbeweging van cel 2 (traditioneel systeem) beschreven. Paragraaf 6.1.2 beschrijft de luchtbeweging in cel 3 (Bleu U systeem). In paragraaf 6.1.3 staan de bevindingen van beide systemen. 6.1.1 Luchtbeweging traditioneel systeem De lucht die de cel inkomt wordt vooraan in de cel met een koker in nagenoeg gelijke hoeveelheden naar links en naar rechts verdeelt. De lucht wordt via een luchtslurf vrijwel recht naar beneden uitgeblazen. Door een hogere dynamische luchtsnelheid vooraan in de luchtslurf wordt de lucht vooraan in de cel iets naar achteren geblazen. Achteraan in de luchtslang wordt de lucht recht naar beneden geblazen. Hierdoor is de uitgeblazen luchthoeveelheid per opening achteraan in de luchtslang groter dan vooraan. Het uitblaaspatroon is in figuur 6.1 te zien. Figuur 6.1: uitblaaspatroon luchtslang. C point 18

In onderstaande figuur is de luchtbeweging in cel 2 schematisch getekend. Figuur 6.2: luchtbeweging in cel 2, traditioneel systeem. Uit beide luchtslangen wordt de lucht recht naar beneden geblazen. Door de uitgeblazen lucht wordt onderaan in het zijpad een druk opgebouwd. Hierdoor wil de lucht richting het middenpad. De lucht gaat onder en over het onderste bed en in iets mindere mate over het tweede bed naar het middenpad. Vanuit het middenpad gaat de lucht omhoog en gaat over het vierde en vijfde bed weer terug naar het zijpad. Op het derde bed is duidelijk te zien dat de luchtbeweging in verhouding met de andere bedden minder is. Het lijkt erop dat de lucht hier nagenoeg stil staat (dit is echter niet het geval). De stromingsrichtingen van de lucht zijn in de bovenstaande figuur weergegeven. De zwakkere punten bij dit systeem zijn de luchtbeweging over het bovenste bed (afhankelijk van hoogte bed t.o.v. luchtslang), het 3 e bed (weinig luchtbeweging) en het onderste bed (veel luchtbeweging). Daarnaast kunnen er (vooral bij langere cellen) verschillen tussen voor en achter ontstaan. Het afdichten van enkele gaten achteraan in de luchtslang kan hiervoor een oplossing zijn. Ook kan het onderste bed rechtstreeks geraakt worden door de relatief brede luchtbundel vanuit de luchtslang. Dit laatste wordt op veel bedrijven opgelost door plastic langs het onderste bed te hangen. 6.1.2 Luchtbeweging Bleu U systeem De luchtbeweging met een Bleu U systeem is beduidend anders dan met het traditioneel systeem. Doordat de diameters van de luchtslangen en de uitblaas openingen kleiner zijn wordt een hogere dynamische druk opgebouwd in de luchtslangen. Door deze hogere dynamische druk wordt de lucht schuin uitgeblazen. Het schuin uitblazen zorgt ervoor dat er een soort centrifuge effect ontstaat in de cel. In onderstaande tekening is een bovenaanzicht getekend van de luchtbeweging met een Bleu U systeem. C point 19

Figuur 6.3: bovenaanzicht luchtbeweging Bleu U systeem. Net zoals bij het traditionele systeem is de luchtbeweging over het bovenste bed eveneens een zwak punt. Op het bovenste bed zijn de champignons eerder oogstrijp. Over het derde bed is in tegenstelling tot het traditionele systeem meer luchtbeweging. Over het onderste bed is net zoals bij het traditionele systeem veel luchtbeweging wat ook hier gereduceerd kan worden door plastic langs het onderste bed te hangen. Momenteel worden proeven uitgevoerd om te achterhalen of er zonder plastic langs het onderste bed gewerkt kan worden. tussen voor en achter is bij dit systeem in de praktijk niet waar te nemen. 6.1.3 Bevindingen Beide systemen hebben ieder een eigen principe van luchtverdeling. Met behulp van rook ziet men dat de luchtbeweging over de bedden met het Bleu U systeem beter is dan met het traditionele systeem. Overal op de bedden zie je de lucht duidelijk bewegen in tegenstelling tot het traditionele systeem. Aan de champignons zelf kon echter geen verschil opgemerkt worden qua verdamping. Bij het traditionele systeem wordt achteraan in de cel iets meer lucht uit de luchtslang geblazen dan vooraan in de cel. In de winterperiode zullen hierdoor in combinatie met de invloed van koude buitentemperaturen bij de grote celdeur achteraan in de cel meer stuks ontstaan dan vooraan in de cel. Dit nadelige effect van het traditionele systeem kan door de centrifugale luchtbeweging bij het Bleu U systeem niet voorkomen. De uitblaassnelheid van de lucht bij het Bleu U systeem is hoger dan bij het traditionele systeem. Bij de eerste teelten waren de uitblaasopeningen te veel op de bedden gericht. Dit had verschraling op de randen tot gevolg bij hogere ventilatorstanden. Dit nadelig effect was eenvoudig op te lossen door de uitblaasopeningen van de luchtslang meer naar de muur te richten. 6.2 Energieverbruik Om een vergelijking te maken tussen het energieverbruik is eerst in beide cellen een uitgebreide luchtmeting uitgevoerd. Het rapport van de luchtmeting staat in de bijlage. Het energieverbruik is opgedeeld in het verbruik van de ventilatoren en een verbruiksindicatie gebaseerd op de regelwaarden van de koeling, verwarming en bevochtiging. C point 20

Beide cellen zijn vergeleken vanaf de start van de teelt tot aan het doodstomen. Dit is gedaan omdat er nogal wat verschil was in de tijd welke beschikbaar was voor het doodstomen. Een verschil van 1 à 2 dagen in doodstoomtijd heeft een grote invloed op bijvoorbeeld de gemiddelde ventilatorstanden. Daarnaast is de doodstoomperiode ook niet van invloed op het teeltresultaat. In de vergelijkingsperiode is de teelt opgesplitst in een aantal perioden. De perioden zijn respectievelijk: ingroei, afventileren, uitgroei, 1 e vlucht, 2 e vlucht en 3 e vlucht. Bij de gemiddelde ventilatorstand en de gemiddelde luchtklepstand is de verplaatste luchthoeveelheid bepaald. 6.2.1 Ventilatoren Op een champignonkwekerij draaien de ventilatoren van de klimaatunits nagenoeg het hele jaar. Daarmee nemen deze een groot deel van het totale elektriciteitsverbruik voor hun rekening. Als de ventilatorstanden lager ingesteld zouden kunnen worden dan geeft dat een aanzienlijke energiebesparing. Door het gebruik van frequentieregelaars op de kwekerij is het stroomverbruik van de ventilatoren eenvoudig te bepalen. Bij verschillende ventilatorstanden is het opgenomen vermogen van de ventilatoren van zowel cel 2 als cel 3 bepaald. Met behulp van een Ampèretang is de stroom gemeten. Op basis van de gemeten Ampères kan het opgenomen vermogen berekend worden. In de onderstaande tabel staan de opgenomen vermogens bij de verschillende ventilatorstanden. Tabel 6.1: opgenomen vermogen bij verschillende ventilatorstanden. Ventilatorstand (%) Opgenomen vermogen cel 2 (kw) Opgenomen vermogen cel 3 (kw) 0 0.000 0.000 20 0.266 0.266 40 0.549 0.549 60 0.916 0.916 80 1.450 1.396 100 2.232 2.129 C point 21

Het opgenomen vermogen is uitgezet in onderstaande grafiek. Opgenomen vermogen Opgenomen vermogen (kw) 2,5 2 1,5 1 0,5 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Ventilatorstand (%) 100 Grafiek 6.4: opgenomen vermogen uitgezet tegen ventilatorstand. Tabel 6.2: opgenomen vermogen en gemiddelde ventilatorstand per teelt. Procentueel verschil (%) Teeltronde gemiddelde ventilatorstand (%) opgenomen vermogen gemiddelde ventilatorstand (%) Opgenomen vermogen gemiddelde ventilatorstand (%) opgenomen vermogen (%) 27 feb. - 16 april 40,5 665,9 42,7 678,1 + 2,2 + 1,8 17 april - 4 juni 43,7 755,1 49,0 846,7 + 5,3 + 12,1 5 juni - 23 juli 43,0 721,3 46,8 777,9 + 3,8 +7,9 24 juli - 10 sept. 45,0 791,4 50,9 873,9 + 5,9 +10,4 Het opgenomen vermogen voor de ventilatie is bij het Bleu U systeem hoger in vergelijking met het traditionele systeem. Het verschil loopt uiteen van 1,8 tot 12,1 %. Uit de gemiddelde ventilatorstanden valt op te merken dat de ventilator in cel 3 harder moet draaien om een zelfde groei en verdamping in de cel te creëren. Dit valt ook op te merken uit de gemeten gemiddelde overdrukken in de cellen (gemeten met 100% verse lucht). Voor beide cellen is de overdruk bepaald bij verschillende ventilatorstanden. De gemeten waarden staan in tabel 6.3. Tabel 6.3: gemeten drukken in cel 2 en cel 3 (Pa) Ventilatorstand (%) Druk in cel 2 (Pa) Druk in cel 3 (Pa) 100 30 25 80 23 19 60 16,5 14 40 10,5 10 20 5,5 3,5 De gemeten overdrukken in cel 3 zijn lager dan in cel 2. Dit houdt in dat in cel 3 minder verse lucht verzet wordt bij een zelfde ventilatorstand (in combinatie met eenzelfde luchtklepstand). C point 22

De gemiddelde hoeveelheid luchtverplaatsing per uur gedurende een teelt staat in de onderstaande tabel. In de tabel staan de totale luchtverplaatsing en de luchtverplaatsing van de retour en de verse lucht. De luchthoeveelheden zijn uitgedrukt in m 3 per uur. Tabel 6.4: gemiddelde hoeveelheid luchtverplaatsing in m 3 per uur. (%) Teelt Totaal Retour Vers Totaal Retour Vers Totaal Retour Vers 27 feb- 16 apr 2082 1142 940 2058 1125 933-1,2-1,5-0,7 17 apr- 4 juni 2327 1116 1211 2394 1128 1266 2,9 1,1 4,5 5 juni-23 juli 2249 1170 1079 2173 1140 1033-3,4-2,6-4,3 24 juli- 10 sep 2423 1247 1176 2445 1309 1136 0,9 5,0-3,4 Uit de waarden van de gemiddelde luchtverplaatsing per uur valt op te maken dat er weinig verschil is in de hoeveelheid lucht die verzet wordt. De verschillen lopen uiteen van -3,4 tot +2,9 %. (Het absolute verschil loopt uiteen van 76 tot + 22 kuub lucht per uur.) Deze verschillen kunnen voor een groot deel verklaard worden uit de standaard afwijking van de luchtmetingen en uit afrondingsfouten die gemaakt zijn tijdens het interpoleren van bepaalde luchthoeveelheden bij lage ventilator- en luchtklepstanden. 6.2.2 Koeling Exact meten van de benodigde koelbehoefte van een cel is zeer kostbaar. Om een indicatie te krijgen wat de koelbehoefte van een cel is, is een vergelijking gemaakt tussen de regelwaarden van beide cellen. Er van uit gaande dat de regelkleppen lineair werken betekent een lagere regelwaarde van 1 % dat er 1% (van de maximum capaciteit) minder koeling nodig is. Tevens is een indicatieve berekening gemaakt van de absolute koelbehoefte van de cel. Er is voor deze cellen uitgegaan van een koelblok van 24 kw. Bij iedere fase staat de totale koelbehoefte van die betreffende fase. Deze is berekend aan de hand van de tijdsduur van die fase. Tabel 6.5: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 27 februari t/m 16 april Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 21,33 22,94 7,55 1.569,03 1.687,47 118,43 afventileren 2,55 2,23-12,55 59,82 52,32-7,51 uitgroei 12,73 9,58-24,74 647,70 487,43-160,27 1 e vlucht 6,35 12,42 95,59 255,65 500,03 244,38 2 e vlucht 21,73 11,68-46,25 869,63 467,43-402,20 3 e vlucht 1,92 1,24-35,42 81,10 37,13-43,98 totaal 12,88 12,52-2,80 3.486,87 3.235,42-251,46 C point 23

Tabel 6.6: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 17 april t/m 4 juni Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 30,25 31,74 4,93 2.227,01 2.336,70 109,69 afventileren 9,86 5,35-45,74 233,68 126,80-106,89 uitgroei 36,80 29,94-18,64 1.870,18 1.521,55-348,63 1 e vlucht 92,81 95,73 3,15 3.736,53 3.854,09 117,56 2 e vlucht 88,20 89,68 1,68 3.550,93 3.610,52 59,58 3 e vlucht 65,55 72,28 10,27 2.760,97 3.044,43 283,47 totaal 53,10 53,53 0,81 14.394,35 14.510,91 116,56 Tabel 6.7: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 5 juni t/m 23 juli Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 49,99 63,57 27,17 3.746,25 4.672,40 926,14 afventileren 28,73 26,39-8,14 677,45 622,28-55,18 uitgroei 42,47 47,02 10,71 2.165,97 2.398,02 232,05 1 e vlucht 89,13 98,22 10,20 3.588,37 3.954,34 365,96 2 e vlucht 93,74 96,73 3,19 3.773,97 3.894,35 120,38 3 e vlucht 88,47 96,05 8,57 3.657,35 3.982,23 324,88 totaal 64,89 72,29 11,40 17.629,32 19.544,32 1.915,01 Tabel 6.8: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 24 juli t/m 10 september Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 58,56 49,58-15,33 4.276,05 3.620,33-655,72 afventileren 29,03 22,46-22,63 681,04 526,91-154,13 uitgroei 53,66 53,44-0,41 2.743,10 2.731,85-11,25 1 e vlucht 96,87 96,84-0,03 3.899,99 3.898,78-1,21 2 e vlucht 97,49 98,40 0,93 3.924,95 3.961,58 36,64 3 e vlucht 78,80 97,54 23,78 3.375,79 3.558,26 182,47 totaal 69,76 69,15-0,87 18.923,10 18.317,84-605,26 Als de indicatieve koelbehoefte van de vier teelten bij elkaar wordt geteld is de totale koelbehoefte van cel 2 54.433,63 kw en van 3 55.608,4 kw. De totale productie van cel 2 is 28.825,3 kg en van cel 3 29.483,6 kg. Het aantal kw per kg is voor beide cellen gelijk namelijk 1,89 kw / kg. C point 24

Wat opvalt is dat bij drie van de vier teelten de koelbehoefte nagenoeg gelijk is. Bij de teelt die gestart is op 5 juni 2002 is de koelbehoefte groter. De productie van die cel was ook groter. Verder valt op te merken dat tijdens het afventileren bij iedere vergeleken teelt de koelbehoefte bij het Bleu U systeem lager is. Dit kan o.a. worden veroorzaakt doordat de grotere luchtbeweging over de bedden voor een betere uitwisseling zorgt, waardoor er gemakkelijker afgekoeld kan worden. 6.2.3 Verwarming Om een indicatie te krijgen wat de verwarmingsbehoefte van een cel is, is een vergelijking gemaakt tussen de regelwaarden van beide cellen. Tevens is een indicatieve berekening gemaakt van de absolute verwarmingsbehoefte van de cel. Er is voor deze cellen uitgegaan van een verwarmingsblok van 26 kw. Bij iedere fase staat de totale verwarmingsbehoefte van die betreffende fase. Deze is berekend aan de hand van de tijdsduur van die fase. Tabel 6.9: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 27 februari t/m 16 april Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 8,97 11,24 25,31 714,82 895,72 180,90 afventileren 15,50 18,07 16,58 393,93 459,25 65,32 uitgroei 21,92 25,25 15,19 1.208,23 1.391,78 183,55 1 e vlucht 44,07 40,41-8,30 1.922,11 1.762,48-159,63 2 e vlucht 36,89 37,41 1,41 1.599,37 1.621,91 22,54 3 e vlucht 27,44 28,20 2,77 1.255,65 914,67-340,99 totaal 24,22 25,20 4,05 7.103,24 7.054,87-48,38 Tabel 6.10: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 17 april t/m 4 juni Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 4,83 7,25 50,10 385,22 578,22 193,01 afventileren 4,19 6,15 46,78 107,58 157,90 50,32 uitgroei 21,33 25,24 18,33 1.174,32 1.389,59 215,27 1 e vlucht 36,39 40,95 12,53 1.587,15 1.786,03 198,88 2 e vlucht 38,67 40,80 5,51 1.686,59 1.779,49 92,90 3 e vlucht 27,31 31,55 15,53 1.246,16 1.439,63 193,47 totaal 21,09 24,31 15,27 6.193,50 7.139,12 945,62 C point 25

Tabel 6.11: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 5 juni t/m 23 juli Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,01 0,35 3.400,00 0,81 27,87 27,06 afventileren 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 uitgroei 19,68 22,38 13,72 1.087,32 1.236,50 149,18 1 e vlucht 36,11 40,64 12,55 1.574,94 1.772,51 197,58 2 e vlucht 34,33 36,97 7,69 1.497,30 1.612,45 115,14 3 e vlucht 27,76 31,49 13,44 1.243,23 1.414,37 171,14 totaal 18,38 20,73 12,79 5.409,60 6.071,61 662,01 Tabel 6.12: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 24 juli t/m 10 september Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,08 0,01-87,50 6,33 0,79-5,54 afventileren 0,49 0,60 22,45 12,45 15,25 2,80 uitgroei 19,19 20,97 9,28 1.062,74 1.161,32 98,58 1 e vlucht 36,19 40,69 12,43 1.578,43 1.774,69 196,27 2 e vlucht 34,41 38,55 12,03 1.500,79 1.681,36 180,57 3 e vlucht 27,80 32,95 18,53 1.290,20 1.302,18 11,99 totaal 18,58 20,71 11,46 5.460,01 5.943,25 483,24 Als de indicatieve verwarmingsbehoefte van de vier teelten bij elkaar wordt geteld is de totale verwarmingsbehoefte van cel 2 24.166,3 kw en van 3 26.208,8 kw. De totale productie van cel 2 is 28.825,3 kg en van cel 3 29.483,6 kg. Het aantal kw per kg is voor cel 2 0,84 kw / kg en voor cel 3 0,89 kw / kg. Uit de cijfers die verkregen zijn als de klepstanden van de verwarming worden vergeleken blijkt dat in iedere teeltfase bij alle de vier teelten de gemiddelde regelwaarde van de verwarmingsklep continu hoger is. Bij de eerste ronde is de absolute verwarmingsbehoefte bij het Bleu U systeem lager. De reden hiervoor is dat de tijdsduur van die teelt ongeveer 2 dagen korter is geweest. Als de periode van de 3 e vlucht even lang zou zijn dan zou de verwarmingsbehoefte van de eerste ronde ook groter zijn geweest. Er mag dus gezegd worden dat bij het Bleu U systeem de verwarmingsbehoefte groter is. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat door de grotere luchtbeweging over de bedden en de betere uitwisseling, meer warmte wordt uitgewisseld, wat deels weer via de verwarming wordt gecompenseerd. C point 26

6.2.4 Bevochtiging Om een indicatie te krijgen wat de bevochtigingsbehoefte van een cel is, is een vergelijking gemaakt tussen de regelwaarden van beide cellen. Verder is een indicatieve berekening gemaakt van de stoombehoefte van de cel. Er is uitgegaan van een bevochtigingscapaciteit van 15 kg stoom per uur. Één kg lage druk stoom bevat 2690 kj energie. Met een geschat rendement van de stoomketel van 80% is er voor het produceren van 1 kg stoom 0,93 kw energie nodig. Bij iedere fase staat de totale bevochtigingsbehoefte van die betreffende fase. Deze is berekend aan de hand van de tijdsduur van die fase. Tabel 6.13: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 27 februari t/m 16 april Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 afventileren 5,05 3,59-28,91 69,16 49,17-19,99 uitgroei 6,31 8,31 31,70 187,42 246,82 59,40 1 e vlucht 19,92 18,11-9,09 468,17 425,63-42,54 2 e vlucht 8,29 17,84 115,20 193,67 416,78 223,11 3 e vlucht 9,14 10,71 17,18 225,38 187,19-38,19 totaal 7,25 8,80 21,38 1.145,77 1.327,54 181,77 Tabel 6.14: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 17 april t/m 4 juni Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 afventileren 2,10 2,69 28,10 29,05 37,22 8,16 uitgroei 0,37 0,59 59,46 10,98 17,50 6,53 1 e vlucht 0,00 0,07 0,00 0,00 1,65 1,65 2 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3 e vlucht 1,20 0,01-99,17 29,51 0,25-29,26 totaal 0,44 0,36-18,18 69,63 56,97-12,66 C point 27

Tabel 6.15: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 5 juni t/m 23 juli Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 afventileren 3,75 16,20 332,00 51,62 223,00 171,38 uitgroei 0,05 0,10 0,00 1,49 2,98 1,49 1 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2 e vlucht 0,09 0,03 0,00 2,12 0,71-1,41 3 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 totaal 0,35 1,44 311,43 55,51 227,27 171,76 Tabel 6.16: gemiddelde regelwaarde en indicatie van het cumulatieve verbruik in kwh. 24 juli t/m 10 september Fase Regelwaarden Indicatief verbruik ingroei 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 afventileren 2,62 0,72-72,52 35,88 9,86-26,02 uitgroei 0,03 0,01 0,00 0,90 0,30-0,60 1 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3 e vlucht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 totaal 0,23 0,07-69,57 36,42 10,82-25,60 Als de indicatieve bevochtigingsbehoefte van de vier teelten bij elkaar wordt geteld is de totale bevochtigingsbehoefte van cel 2 1.307,33 kw en van 3 1.622,61 kw. De totale productie van cel 2 is 28.825,3 kg en van cel 3 29.483,6 kg. Het aantal kw per kg is voor cel 2 0,05 kw / kg en voor cel 3 0,06 kw / kg. In de laatste drie vergelijkingsronden is er erg weinig behoefte geweest aan bevochtiging (zomer periode). Procentueel zijn er grote verschillen te zien. Dit wordt echter veroorzaakt doordat bij een dergelijk lage bevochtigingsbehoefte een 0,1 % grotere of kleinere regelwaarde al voor zeer grote procentuele verschillen kan zorgen. Hierdoor mag men aan deze getallen dan ook geen al te grote waarde hechten. In de eerste vergelijkingsronde is te zien dat het Bleu U systeem 21,38 % meer bevochtiging nodig heeft gehad. Zoals al eerder aangegeven valt deze teelt binnen de gewenningsperiode waarin men met het nieuwe systeem moest leren omgaan. C point 28

6.3 Conclusies (technisch) Na beide systemen een viertal teelten met elkaar vergeleken te hebben, kunnen er een aantal (globale) conclusies getrokken worden. De luchtverdeling met het Bleu U systeem zal door de centrifugale luchtstroming een hoger menggetal van de lucht veroorzaken waardoor meer gelijkheid in opkomst van de champignons waar te nemen zal zijn. Zeker in de winterperiode zal dit te merken zijn. Bij een zelfde ventilatorstand (en luchtklepstand) is de overdruk in de cel waar het Bleu U geïnstalleerd is lager dan in de cel waar het traditionele systeem hangt. Dit betekent dat bij een zelfde ventilatorstand (en luchtklepstand) het Bleu U systeem minder verse lucht verplaatst. De gemiddelde ventilatorstand met het Bleu U systeem is hoger maar de verplaatste luchthoeveelheden zijn nagenoeg gelijk. Het opgenomen vermogen met het Bleu U systeem ligt hoger dan bij het traditionele systeem. Het opgenomen extra vermogen varieert van 1,8 tot 12,1 %. Oorzaak is dat in het Bleu U systeem een hogere weerstand aanwezig is welke overwonnen moet worden. De hogere weerstand wordt veroorzaakt door de kleinere slurfdiameters en kleinere uitblaasopeningen. Er is geen duidelijke relatie te vinden in het verschil in koelbehoefte. In de ingroei fase lijkt het erop dat de koelbehoefte van het Bleu U systeem groter is behalve bij de vierde teelt. Een oorzaak kan zijn dat de compost in cel 2 van de vierde ronde matig was. Een matige compost duidt op een concurrentieschimmel die voor een hoge activiteit zorgt, wat extra koeling tot gevolg heeft. De koelbehoefte tijdens het afventileren is met het Bleu U systeem lager. Dit kan veroorzaakt worden door een grotere invloed van de luchtbeweging over de bedden. Voor de uitgroeifase en de vluchten is geen duidelijke relatie te vinden. De verwarmingsbehoefte bij het Bleu U systeem is duidelijk hoger dan bij het traditionele systeem. De extra behoefte varieert van 4,05 tot 15,27 %. Ook hier kan de oorzaak liggen in de grotere luchtbeweging over de bedden en de betere uitwisseling. Bij te hoge ventilatorstanden wordt dan teveel warmte onttrokken, wat zal leiden tot extra verwarming. Dit kan echter worden voorkomen door een juiste keuze van de ventilatorstand. Er is geen duidelijk verband te vinden in de behoefte aan bevochtiging. Dit komt doordat in de zomerperiode nagenoeg geen bevochtiging nodig is. Hierdoor is een vergelijking tussen de bevochtigingsbehoefte moeilijk te maken. C point 29